356 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919,
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 23 December 1919.
particulieren, die deze auto's er op na houden, in de
meerdere kosten van onderhoud zouden meebetalen.
De Voorzitter zegt, dat omtrent de kwestie van
vracht-auto's reeds meerdere malen grieven zijn
binnen gekomen. De mogelijkheid of het verkeer met
vracht-auto's is te beperken is reeds in het college
van Burgemeester en Wethouders besproken. Of
echter op snelheid en gewicht, of het gebruik van
openbare wegen voor voertuigen, zwaarder dan een
zeker gewicht, is te beperken kan spreker niet positief
zeggen. Er zijn bezwaren aan verbonden als men er
belasting op gaat heffen, Daarmee zal het voor ver
scheidene handelsondernemingen onmogelijk zijn om
dergelijke voertuigen te gebruiken. En moet men dit
nu tegenhouden of vrij laten
De steeds zwaarder wordende vrachten stellen
echter ook steeds zwaarder eischen aan de bruggen
en wegen. Kan men echter een beperkende bepaling
in het leven roepen zonder dat deze fnuikend kan
zijn voor handel en industrie
Burgemeester en Wethouders hebben zich ook deze
vragen gesteld, maar zijn nog niet tot een bepaalde
beslissing gekomen, 't Zijn niet zoozeer de wegen
die 't te verduren hebben, al zijn er bepaalde punten,
waar steeds de vracht-auto's rijden, die er van te
lijden hebben, maar 't zijn voornamelijk de bruggen,
die er den last van hebben.
Zooals den Raad bekend is, is de Noorderbrug voor
zware vrachten gesloten, omdat men eenige breuken
ontdekte welke gevaar opleverden voor het verkeer.
Alle bruggen zijn echter niet van gegoten ijzer en
de brug, waar de stroomtram over gaat, blijkt vol
doende sterk.
De moeilijkheid is nog om, zonder bepaalde lasten
aan de ondernemingen te bezorgen, een beperkende
bepaling in het leven te roepen. Spreker kan hier
omtrent dan ook nog geen positieve toezegging doen,
hoewel er reeds eenige malen in het college over
gesproken is.
De heer Lautenbach zegt, dat men wel zal denken
dat spreker zich druk maakt over de bruggen, doch
hij zal thans geen namen noemen.
Spreker wou de aandacht vestigen op het schoon
houden van de niet beweegbare bruggen, zooals dat
gebeurt is het gewoon bar. Als de wethouder maar
wilde zorgen dat ze ten minste één maal per dag
worden schoongemaakt. De Meelbrug, waar heel wat
monschen over passeeren, was laatst verschrikkelijk
vuil en er was niemand, die daar eenige nota van
nam. Spreker wil daarmee niet zeggen, dat de beweeg
bare bruggen in dit opzicht zoo goed in orde zijn,
maar daar wordt toch in ieder geval nog geregeld
de hand aan gehouden, terwijl aan de niet beweegbare
eenvoudig niets wordt gedaan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 164 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 165. Onderhoud van plantsoenen f 7335.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Zandstra leest onder dit artikel ook den
post „onderhoud van kinderspeelplaatsen" en wou nu
de aandacht vestigen bij de kinderspeelplaats in het
Rengerspark, op het afsluiten van den tuin zelf. Aan
de overzijde heeft men de huizen van de Wester
straat en nu is de afsluiting tusschen tuin en Wester
straat zoo primitief, dat er van voldoende afsluiting
geen sprake kan zijn, zoodat men met weinig moeite
zich daar doorgang verschaft. Een en ander is tot
groot nadeel van den tuin, zoodat het plantsoen erg be
schadigd wordt, er wordt vrij wat baldadigheid in
den tuin gepleegd. Bovendien meent spreker dat de
goederen, die daar in gebruik zijn, wel eens gegapt
kunnen worden en dit zal voor de vereeniging van
den speeltuin minder aangenaam zijn, omdat men
toch nu al in financieele moeilijkheden zit.
Spreker wou nog iets vragen. Hij heeft bij de
stukken niet kunnen vinden misschien dat 't er
later bij gekomen is een adres van den „Kinder
speeltuin Rengerspark" om subsidie. Spreker weet
niet, of 't nu bij de stukken ligt.
De Voorzitter kan op dit laatste antwoorden, dat
nu een adres is ingekomen, doch 't is nog niet zoo
lang geleden, dat spreker daar kennis van genomen
heeft, n.l. gister pas.
De heer Zandstra meent, dat er reeds vroeger een
adres is ingekomen.
De Voorzitter zegt, dat dit wel waar is, maar dat
adres is toen ook behandeld. Hoe 't precies is weet
spreker ook niet meer. Wethouder De Vries zegt nu
echter, dat er nu nog een is ingekomen.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) heeft verleden
week met de bestuurders van den Kinderspeeltuin
gesproken, welke toen hebben te kennen gegeven,
nog meer gold noodig te hebben. Het nieuwe adres
is nu Maandagmorgen ingediend, dat komt dus nog
in bespreking.
De heer Zandstra zegt, dat de kinderspeeltuin in
zeer moeilijke financieele omstandigheden verkeert.
Spreker zou graag hebben, dat ruimschoots subsidie
werd verleend en in overweging |willen geven den
tuin in eigen onderhoud over te nemen in overleg
met den Directeur der gemeentewerken.
De Voorzitter licht toe hoe de zaak zit. Destijds
is van de vereeniging „Kinderspeeltuin Rengerspark"
oen request ingekomen, waarin wordt gevraagd óf
overname van de exploitatie óf een subsidie van
200.Er is toen besloten tot het geven van
subsidie. Dat is toen op den dienst 1919 gebracht.
Zooals wethouder De Vries zegt is er echter voor
1920 nog niets bijgekomen.
De heer Zandstra„Dat was om de schulden te
kunnen betalen."
Den Voorzitter is anders niet bekend.
De heer Van der WerfF merkt op dat onder volgno.
165 twee dingen zijn genoemd, die ongeveer gelijk
luidend zijn, n.l. „onderhoud en gedeeltelijk vernieuwen
van het wachthuisje" en „gedeeltelijke vernieuwing van
een wachthuisje." Wat verstaat men onder die wacht
huisjes, het kleine tentje voor de politie, als dat ten
minste als wachthuisje berekend wordt?
Spreker vindt het zoo eigenaardig dat uit de ex
ploitatierekening ook niet op te maken is, hoeveel
men er voor noodig heeft, omdat, ten opzichte van
den eersten post, in dezelfde som ook begrepen is
het onderhoud en gedeeltelijke vernieuwing van bruggen
en hekken.
Worden nu beide wachthuisjes gedeeltelijk vernieuwd
of slechts het eene, wat is de bedoeling
De heer 0. F. da Vries (wethouder) zegt dat de
laatste post is voor vernieuwing van het wachthuisje
bij de Westerstraat, bij het bruggetje. Dit huisje is
in zeer slechten toestand.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. 357
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 23 December 1919.
De heer Van der WerfF„Dus het huisje van den
tuinwachter. En het andere dan
De heer 0. F- da Vries (wethouder)„Dat zal wezen
het huisje voor oude menschen."
De heer Tulp vraagt inlichtingen hoeveel zwanen
er nog in het Rengerspark zijn, in verband met den
post voor voeder voor zwanen uitgetrokken. Een paar
jaar geleden is besloten de zwanen te behouden, doch
spreker heeft er dit heele jaar maar één gezien. Hoe
veel zwanen zijn er nog
De Voorzitter zegt, dat dit niet precies bekend is bij
Burgemeester en Wethouders.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 165 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 166. Onderhoud van privaten en waterplaatsen,
f 13Ó0.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Tulp meende dat 2 of 3 jaar geleden is
besloten, om het urinoir bij het standbeeld van Waling
Dijkstra te verwijderen, 't Is ten minste al jaren ge
leden aangenomen om het het te verwijderen.
Voorts vraagt spreker, of het niet reden van bestaan
zal hebben om het urinoir op het Jacobijner Kerkhof
te verwijderen, en dat bij den ingang van het oude
kerkhof, op één van de mooiste punten der stad
moet, meent spreker, ook verdwijnen, daar hoortgeen
urinoir. Is hiervoor ook het advies van de Schoon
heidscommissie gevraagd Door den toekomstigen
aanbouw en den aanleg van straten daar zal dit echter
vanzelf wel weg moeten, doch spreker pleit voor ver
wijdering van de andore door hem genoemde urinoirs.
De heer Nijhoit herinnert er aan, dat het vorige
jaar bij de begrooting is toegezegd dat het college
een berekening zou maken van urinoirs met water
spoeling en dat de resultaten van dit onderzoek zouden
worden overgelegd aan den Raad.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meent dat, waar
de stad zich zoo verbazend uitbreidt, het op 't oogen-
blik wel noodzakelijk is, dat er voor vrouwen een
dergelijke gelegenheid komt. Daar vooral in de midden-
stad door den winkelstand voortdurend de last van
dit gemis wordt ondervonden, wil spreekster aan
Burgemeester en Wethouders in overweging geven
een privaat voor vrouwen in te richten.
De heer Oosterhof? is het met den heer Tulp eens
dat de urinoirs geen versiering zijn, zoodat ze niet al
te veel in 't oog dienen te loopen. Spreker waarschuwt
echter ook tegen al te groote vermindering van het
aantal, doch wenscht dit ook, uit een aesthetisch oog
punt, niet uit te breiden. Een en ander is ook te
bereiken door verplaatsing van de urinoirs, zoo, dat
men een betere verdeeling krijgt.
De Voorzitter deelt, naar aanleiding van het be
sprokene omtrent de privaten, nu en vorige jaren,
mede, dat er in een vergadering van Burgemeester
en Wethouders reeds gesproken is, om, als 't mogelijk
is, bij de Beurs of bij Amicitia een combinatie te
plaatsen zooals mevrouw Buisman die wenscht, n.l.
een openbaar mannen- en vrouwenprivaat zooals men
die in de groote steden meer heeft. Daar zou dan,
dit in antwoord op 't geen door den heer Nijhoit is
gezegd, ook waterspoeling in zijn. Dit punt is reeds
bij Burgemeester en Wethouders in overweging
geweest.
Mevrouw Buisman Blok Wijbrandi vraagt of het
niet beter is, den post van 1300.direct maar te
verhoogen.
De Voorzitter meent dat het wel goed zou zijn,
alle posten, waarvan men weet, dat ze een verhooging
zullen ondergaan, maar direct te verhoogen.
't Is echter nog de vraag of deze worden goedge
keurd door het hoogere college. Spreker meent echter,
dat, door het punt voorloopig onder onvoorziene
uitgaven onder te brengen, dit wel voldoende zal zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 166 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 167170 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 171. Onderhoud van de begraafplaatsen, de
gehouwen en gereedschappen, f 2190.
De beraadslagingen worden geopend.
Do heer Van der WerfF merkt op, dat onder dit
artikel een post is voor gewoon onderhoud ad 190.
en een voor algemeen onderhoud ad f 550.Wat
moet men nu onder algemeen onderhoud verstaan
Terwijl te voren reeds onderhoud wordt genoemd.
Wat beschouwt men als algemeen onderhoud? Voor
spreker is dit een duistere post.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan hierop ant
woorden, dat er natuurlijk altijd posten zijn, die niet
bij gewoon onderhoud ondergebracht kunnen worden.
Men kan noodige herstellingen hier- of daaraan krijgen
en die worden dan eigenlijk genomen onder een post
onvoorzien, hier genoemd algemeen onderhoud.
De heer Tulp: „Waar is dan die 190.voor ge
woon onderhoud voor?
De heer 0. F. de Vries (wethouder): „Voor de ge-
heele begraafglaats met de gebouwen, dat is niet
precies omschreven."
De heer Van der WerfF kan wel met wat wethouder
De Vries zegt, meegaan, maar moet dezen toch ge
deeltelijk corrigeeren, waar hij zeer weinig over die
550.voor algemeen onderhoud heeft gzegd.
Spreker stemt toe, dat er uitgaven zijn die op een
post onvoorzien moeten worden ondergebracht, doch
deze post van 550.brengt de totale rekening van
1640.voor algemeen onderhoud nog eens/550.
extra omhoog. Het kan zijn dat het noodig is, doch
het is voor spreker nog een duistere zaak.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan nog toe
lichten dat onder die 550.ook het loon van de
schoonmaaksters voor de kantoren enz. is begrepen.
De post is niet te hoog berekend.
De heer Van der WerfF„Kijk, bovenaan staat ook
nog voor gewoon onderhoud f 90.
De heer Tulp„Dat is voor de andere begraafplaats."
De beraadslagingen worden gesloten.