Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 23 December 1919. 359 Volgno. 171 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 172. Onderhoud van brugwachterswoningen, verblijven, opslagplaats, kweekerij, stadstimmerwinkels, smederij en bergplaats en uitgaven voor watergebruik en brandstof 5000. De beraadslagingen worden geopend. De heer Jansen heeft gezien, dat bij dezen post voor een wachthuisje voor den hulpbrugwachter bij de le Kanaalbrug 1250.is uitgetrokken. Dit doet spreker genoegen, doch het is hem niet voldoende de hulpbrugwachters zijn altijd aan weer en wind blootgesteld zonder eenige dekking te hebben, waarom spreker voorstelt, dezen post nog met 5000.te verhoogen, opdat ook bij andere bruggen in den loop van dit jaar zoo'n wachthuisje kan worden bijgebouwd, waardoor de monschen niet meer aan weer en wind zullen zijn blootgesteld, maar voldoende berging hebben. Sprekers voorstel luidt Ondergeteekende stelt voor artikel 12 Hoofdstuk III afdeeling II (volgnummer 172) te verhoogen met 5000.ten behoeve van 4 wachthuisjes voor de hulpbrugwachters bij de volgende bruggen 2e Ka naalbrug, Noorderbrug, Prins Hendrikbrug, Verlaats- brug. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Jansen wordt niet ondersteund, en maakt derhalve geen punt van beraadslaging uit. Volgno. 172 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 173179 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 180. Verbetering van bestrating en het ver vangen van een gedeelte der veldkeibestrating door be strating van andere steensoorten f 10,000. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vraagt of bij dezen post van 10,000.voor verbetering van be strating ook de Lange Pijp is inbegrepen. De heer 0. F. de Vries (wethouder)„Die stond op de primitieve begrooting wel, maar is later geschrapt." Mevrouw Buisman—Biok Wijbrandi hoopt dan, dat, wanneer de financieële toestand der gemeente iets beter wordt, verbetering van de Lange Pijp weer op de begrooting komt. Voor vrouwen is de Pijp niet te beloopen. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 180 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 181. Kosten van het dempen van slooten. Memorie. daar aanwezige, zeer vervuilde sloot en dit adres is toen in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders ter afdoening. De opmerking is toen door spreker gemaakt, dat men er zooveel mogelijk op zou aansturen, dat die sloot gedempt zou worden. Nu weet spreker niet welke besprekingen daarover in het college zijn gevoerd, al hoopt hij, dat er reeds stappen zijn gedaan, maar wel is hem bekend dat er tot nu toe niets aan de sloot is geschied. Spreker dringt te meer op demping aan, omdat de sloot een schuilplaats is voor ongedierte en het dus met het oog op de hygiëne ook niet gewenscht is, ze langer in dezen toestand te laten. Daarom zou spreker gaarne van het college vernemen, of er reeds iets in die richting is gedaan. Bovendien wil spreker de aandacht vestigen op een andere sloot, die bij de begrooting van een drietal jaren geleden ook ter sprake is geweest, n.l. de Kalksloot. De demping is toen afgestuit op den onwil der eigenaren. De sloot zou toen worden schoongemaakt, doch dit is ook niet gebeurd. En dat gaat zoo maar door. Op deze begrooting is/ 60.uitgetrokken voor eennieuwdek voor de brug, die den Dokkumer trekweg met Camstra- buren verbindt, dit wijst er op dat men met demping dier sloot nog niets gevorderd is. Wanneer de betrokken eigenaren onwillig zijn mede te werken bij het dempen van slooten en dit toch noodzakelijk is, kan men hen dan niet langs een anderen weg daartoe noodzaken, zoo noodig dwin gen En is het niet mogelijk dat er wat meerdere spoed wordt betracht dat dergelijke slooten worden gereinigd? De heer Lautanbach vestigt de aandacht op een sloot, behoorende aan de gemeente en gelegen aan den Groninger straatweg. Als men daar langs komt heeft men een verre van verheffend uitzicht. De kinderen hebben den boel daar al heelemaal in de hand, er wordt schade aangericht, kan daar geen verbetering in komen Er is nooit iets aan gedaan, behalve dat er een kleine afsluiting van licht plank hout is gemaakt, die in een oogenblik vernield was. De sloot is achter de herberg vDe Bleek" en is al sedert jaren een aanstoot en ergernis voor iederen wandelaar, die daar passeert. De heer 0. F. de Vries (wethouder) antwoordt den heer Tiemersma inzake het dempen van slooten. 't Gaat in den regel zoo, de menschen maken de slooten zelf vuil, en dan komen ze met klachten bij Burgemeester en Wethouders. En dan, de eigenaren weigeren eenvoudig of zijn nalatig, en nu kan men ze wel gerechtelijk vervolgen, maar dan doen zij het nog niet. De sloot aan de Harlingerstraat zal echter worden gedempt. Yan de sloot, die de hoer Lautenbach bespreekt, behoort de helft aan het Rijk. Burgemeester en Wethouders zullen echter ook hier onder de oogen zien, of er verbetering is te brengen. De Voorzitter merkt nog op dat er in het artikel onder volgno. 181 een drukfout is ingeslopen. Het moet 1918 in plaats van 1920 zijn. De beraadslagingen worden gesloten. De heer Van der Werff verwondert zich dat deze post voor memorie is uitgetrokken. Spreker veronder stelt, dat men bij de gemeentewerken toch wel plannen [,eraamd zal hebben voor het maken van een walmuur Uet bestrating tusschen Cambuursterpad en Rijksbrug aan den Oostersingel. Spreker wou daarom een vraag doen n.l. of men lit jaar nog voorziening in den walmuur heeft te ver- Lachten. Of wil men dit niet eerder doen dan 't volgend jaar of over 2 jaar Als het dit jaar zal, Jient men toch met een raming te komen, terwijl de 'hegrootingspost voor memorie is uitgetrokken. De Voorzitter geeft te kennen, dat het maken van een walmuur oorspronkelijk wel op de primitieve be- ['i'ooting stond, doch dat deze er later door Burge meester en Wethouders is afgevoerd, omdat zij imeenden, dat het nog niet absoluut noodzakelijk is, 'deze dit jaar te maken. Zoodat de walmuur zeer zeker 'dit jaar ook wel niet tot stand zal komen. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 183 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 184. Voortzetting van het maken van een mlmuur met bestrating aan het Noordvliet (Slot). Memorie. I De beraadslagingen worden geopend. De heer Tiemersma wil niet speciaal spreken over Ihet laatste punt van Kosten van „Openbare Werken", [doch in dit verband over het uitbreidingsplan. I Verleden jaar heeft de Raad enkele stukken gekregen Iwaarin omtrent dat plan werd toegezegd, dat nadere (aanduiding en verduidelijking zou volgen, Door be sprekingen met den architect zou men 't in een raads- Iziiting nader toelichten. Het duurt echter vrij lang [zoo af en toe wordt reeds een en ander in verband Lebracht met het uitbreidingsplan, waarom spreker pril vragen, hoe ver men er mede gevorderd is en of [de Baad het nu haast eens kan verwachten. De Voorzitter zegt er zelf altijd op aangedrongen te d ebben dat de Raad het uitbreidingsplan moet hebben. Ten slotte bleken er echter alle mogelijke dingen aan vast te zetten. Nu kon men laatst wel zeggen zoo en zoo zullen vermoedelijk de straten loopen, en dat men niet denzelfden toestand zou krijgen als aan den Groninger straatweg, doch toen heeft spreker aan den Directeur der Gemeentewerken gezegd, om liet plan klaar te maken. De Directeur heeft nu gezegd dat er nog een paar punten iets gewijzigd moeten worden, overigens is het vrijwel klaar. Van den kant van Burgemeester en Wethouders is ar steeds zoo hard mogelijk achter gezeten. Het plan was reeds klaar, maar voor alle gemak is men toen Jaog begonnen de kadastrale perceelen er op over te Itrongen. De beraadslagingen worden gesloten. De beraadslagingen worden geopend. De heer Tiemersma vraagt eenige inlichtingen. Spreker heeft in de begrooting van Openbare Werken gelezen in het onzekere zijnde of er dit jaar slooten gedempt zullen worden, is deze post voor memorie uitgetrokken. Er is in den loop van dezen zomer van bewoners der Harlingerstraat een adres ingekomen over de Volgno. 181 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 182 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 183. Kosten van het maken van een walmuur met bestrating tusschen Cambuursterpad en Rijksbrug aan den Oostersingel. Memorie. De beraadslagingen worden geopend. Volgno. 184 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 185187 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 188. Uitgaven ter zake van de vuilnisver- meling. 318,175.75. De beraadslagingen worden geopend. De heer Terpstra merkt op dat onder E van dit artikol is genoemd het onderhoud van paarden, tuigen enz. Spreker zou nu in overweging willen geven, om, waar de stad zich thans zou uitbreidt, oen snelleren dienst in te richten, door naar de verschillende hoeken van de stad vrachtauto's te zenden. Thans ziet men iederen wagen met 3 of 4 menschen er bij slechts langzaam zijn werk doen. Dit is niet ten voordeele van het bedrijf, waarom spreker dan ook in overweging wil geven dat oude zaakje zoo vlug mogelijk aan kant te doen en te beginnen met vracht-auto's. Do heer OosterhofF wou een vraag doen. Voor do aanschaffing van nieuwe wagens, van iedere soort één wegens uitbreiding van den dienst in een nieuwe wijk, daar vallen zeker buiten een beertander met pomp en de sproeiwagen Is het nu wel zoo bijzonder noodig, wat deze laatste betreft, om die aan te schaffen Zou men niet een van de sproeiwagens, die voor de warm-watervoorziening dienst deed, kunnen nemen en voor het doel geschikt maken? Die kan toch wel hersteld worden En wat het tweede punt betreft, de beertander met pomp, voor het leegen van de beerputten, de noodzakelijkheid daarvan acht spreker ook niet zoo groot. De reiniging van de beerputten heeft lang niet ieder jaar plaats, maar slechts om de 4 of 5 jaar, zoodat men ieder jaar slechts een vijfde deel behoeft te leegen. Daarom vraagt spreker of de toestellen, in beide posten genoemd, wel zoo noodzakelijk zijn. De heer Tulp vraagt aan den betrekken wethouder of er bij de tegenwoordig vaak voorkomende spiegel gladde straten niet wat ruimer gestrooid kan worden. Er zijn onderscheidene ongelukken gebeurd. Dan zou spreker willen vragen of het uitbreiden van de stallen tot een bedrag van 1500.noodig is. Wordt het aantal paarden zoodanig uitgebreid? En is de post van f 400.voor dekkleeden ook niet te hoog Spreker meent, dat men bij het beheer van van tuigen, dekkleeden enz. zeer royaal te werk gaat. Spreker heeft zelf een stal met 8 paarden en de noodige tuigen, doch komt op geen derde na tot de exploitatiekosten van de gemeente. Spreker vraagt of de artikelen, die oud zijn, wel worden hersteld, 't Heeft hem elk jaar gefrappeerd, dat de bedragen voor tuigen en dekkleeden overdreven hoog zijn. De heer Van der WerfF zegt dat de heer Tulp al de som voor de stallen heeft genoemd. Spreker meent, dat, wanneer er 2 paarden bijkomen, het dan nog wol met de bestaande stallen is te doen. Spreker heeft echter nog iets anders. Als de nieuwe wagens worden aangeschaft, zou hij gaarne zien, dat deze onder dak werden gebracht. Nu staan verschil lende machines in weer en wind, terwijl oude blikjes en andere oude rommel onder dak is gebracht. Spreker zou dan ook gaarne willen dat ten opzichte van die machines, die buiten deur staan in weer en wind, een andere voorziening kwam en dat die materialen onder dak worden gebracht. Men zal misschien zeggen dat er geen ruimte is, dat is volkomen waar, maar 't is ook waar, dat de toestand op het aschland ten opzichte van de materialen schreiend is, 't heeft er verschrikkelijk veel te lijden. Ook ijzer en houtwerk voor herstelling van wagens ligt daar maar zoo op den grond en het kuipwerk eveneens. En daar wordt door de menschen daar ook niets aan gedaan. Waar er nu geen berging is voor dit materiaal, moet er berging komen, want zoo gaat het steeds van ons af. In dit opzicht, meent spreker, mag men de oogen wel eens open doen en ook het rollend materieel onder dak brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 33