300 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer
U naar aanleiding van het raadsbesluit van 23 Juli
1918 no. 308r/167 voor te stellen te besluiten tot
vaststelling voor 1920 der huurprijzen van het complex
van 130 woningen van de woningvereeniging „Leeu
warden" aan het Cambuursterpad, zooals in voren
staand staatje is opgenomen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van Weideren baron Rengers betreurt het
dat door verschillende omstandigheden de gelegenheid
heeft ontbroken om nader overleg met het bestuur
der Woningvereeniging te plegen. Zoowel Burgemeester
en Wethouders als het bestuur der Woningvereeniging
zijn het eens, dat verhoogingen der huren komen
moeten wegens de enorme stijging der bouwkosten.
De vereeniging heeft echter twee bezwaren tegen dit
voorstelten eerste vindt zij den sprong van f 2.50
op het 3. -type te hoog, te meer daar de huren
reeds in de hoogte zijn gegaan, en ten tweede wordt
het onderling verband, dat tot nu toe steeds tusschen
de huren der 800 woningen van de vereeniging
heeft bestaan, als dit voorstel wordt aangenomen,
eenigszins verbroken. Bovendien merkt spreker op dat
de bijdragen van Rijk en Gemeente door de huurver-
hoogingen van de oude blokken geheel zullen ver
vallen. Hij zou dan ook willen voorstellen de huren
aan te nemen zooals die door de Woningvereeniging
worden voorgesteld.
Mocht de Raad echter de huren uit dit voorstel
aannemen, dan zou spreker willen vragen, ze niet
eerder te doen ingaan dan op het tijdstip, dat de
Huurcommissie ze heeft goedgekeurd. Zoolang deze
ze nog niet heeft goedgekeurd kan men niet beginnen
met ze te vragen. En de tweede mogelijkheid is, dat
wanneer de huren zijn goedgekeurd, een navordering
zal moeten plaats hebben, welke op groote bezwaren
zal stuiten. Spreker weet niet, hoe lang het zal duren
voor de huurcommissie de huren heeft goedgekeurd,
maar de mogelijkheid bestaat, dat er nog al een tijd
over kan verloopen en dan zou een navordering op te
groote bezwaren stuiten.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) zal er niet veel
aan toevoegen. Burgemeester en Wethouders sluiten
zich aan bij het advies van den Directeur der Ge
meentewerken, n.l. dat Y7 van hot gemiddelde loon
als huur niet te hoog is. Bij nieuwe woningen van
hetzelfde type zullen de huren nog hooger worden.
Laat men daarom niet de huren van de Woningver
eeniging aannemen.
Wat het tweede punt betreft, door den heer Rengers
bedoeld, Burgemeester en Wethouders kunnen als
vanzelfsprekend de veranderde huren niet eerder doen
ingaan dan nadat deze door de huurcommissie zijn
goedgekeurd.
De Voorzitter vraagt of er nog bezwaren zijn tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders, in
zooverre gewijzigd, dat de verhoogde huren pas later
ingaan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met 23 stemmen tegen 1 stem aangenomen.
Tegen stemt alleen de heer Van Weideren baron
Rengers.
6. Agenda no. 7.) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhooging van het bij raadsbesluiten van
den So Juli 1918 no. 308n/167 aan de Woningvereeni
ging Leeuwardenvoor den bouw van 130 woidngn,
aan het Cambuursterpad toegekende en bij raadsbesluit
van 13 Mei 1919 no. 201"/118 verhoogde voorschot.
Dit voorstel luidt als volgt
Het aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring in.
gezonden besluit van den Raad d.d. 13 Mei j.l. no.
201R/118 tot het verleenen uit de gemeentekas aan
de woningvereeniging „Leeuwarden" van een ver-
hooging ten bedrage van ten hoogste 97.000.—van
het bij raadsbesluit d.d. 23 Juli 1918 no. 308R/16"
toegestane voorschot ad. 500 000.— is van dat college
terugontvangen met de opmerking o.a., dat in dat
raadsbesluit alsnog dient te worden geregeld de ver
hooging van de aan voormelde woningvereeniging
toegekende bijdrage en dat daarvoor eene bepaling
ware op te nemen.
Hiertegen is bij ons college geen bezwaar het raads
besluit geeft nu, wellicht minder volledig, slechts
j aan dat het voorschot onder dezelfde voorwaarden als
dat van 500.000.zal worden verleend.
Wij hebben dus de eer U in overweging te geven
sub II van het besluit d.d. 13 Mei 1919 no. 201R/U8
dat thans luidt
„onder voorbehoud dat het gevraagde verhoogde
voorschot zal worden verkregen aan de woningver
eeniging „Leeuwarden" ter tegemoetkoming in de door
haar aan te wenden kosten voor de voltooiing van
haar bouwplan ten behoeve van de volkshuisvesting,
bestaande in den bouw van 130 woningen op een
terrein aan het Cambuursterpad, een verhooging van
het, bij raadsbesluit d.d. 23 Juli 1918 no. 308R/167
toegestane voorschot ad f 500.000.te verleenen
ten bedrage van ten hoogste 97.000.— onder
gelijke voorwaarden als in gemeld raadsbesluit zijn
aangegeven
te lezen als volgt
II. onder voorbehoud dat het gevraagde verhoogde
voorschot zal worden verkregen, aan de woningver
eeniging „Leeuwarden" ter tegemoetkomiug in de door
haar aan te wenden kosten voor de voltooiing van
haar bouwplan ten behoeve van de volkshuisvesting,
bestaande in den bouw van 130 woningen op een
terrein aan het Cambuursterpad, een verhooging van
het, bij raadsbesluit d.d. 23 Juli 1918 no. 308R/167
toegestane, voorschot ad. 500.000.— te verleenen,
ten bedrage van ten hoogste 97.000.
en een verhooging van de bij voormeld raadsbesluit
bedoelde bijdrage toe te kennen, waarvan het bedrag
op de door de Regeering vast te stellen wijze zal
verband houden met de bijdragen uit 's Rijks kas,
een en ander onder gelijke voorwaarden als in het
raadsbesluit van 23 Juli 1918 zijn aangegeven.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
7. Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan IJ. Jelsma op zijn verzoek vergunning
te verleenen tot straataanleg op terrein tusschen den
Stiensenveg en de Spanjaardslaan.
Dit voorstel luidt als volgt
Met overlegging der vereischte stukken heeft IJ.
Jelsma bij adres, ingekomen den 6 October j.l., aan
U gevraagd vergunning tot straataanleg op de kada
strale perceelen nos. 2519 en 2520 in sectie E, tusschen
het Kerkhoflaantje, den Stienserweg en de Spanjaards
laan westzijde, gelijk nader op de bij het rapport van
den Directeur der Gemeentewerken van 14 Novem
ber 1.1. no. 1526/10/66 overgelegde teekening is aan
gegeven.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. 301
gij dit stratenplan is rekening gehouden met het
ontwerp-uitbreidingsplan. Het wordt in noordweste
lijke richting uit het hoekpunt der Spanjaardslaan
doorsneden door een straat in het rechtstreeksch be-
]ang van het algemeen verkeer, dus der eerste klasse,
van" 25 Meter tusschen de rooilijnen en 15 Meter
straatvlak. De andere straten zijn derde klasse
straten, voor welke alleen een bijdrage (groot
f 1.50 per M2. straat-oppervlak) in het voortdurend
onderhoud verschuldigd is; zij zijn breed 19 Meter
(9 Meter bestrating). Het plan wordt omgeven door
de bestaande openbare straten de Stienserweg, de
Spanjaardslaan en het laantje langs de Israelietische
begraafplaats.
De tusschen deze wegen en het bouwterrein liggende
slooten zullen worden gedemptdie trottoirs om die
bouwblokken komen op het door de demping verkregen
terrein te liggen. Alleen bij de Spanjaardslaan valt de
sloot binnen het bouwterrein. Zij wordt daar voor
de helft, die gemeente-eigendom is, door den conces
sionaris naar ƒ5.— per M2. van de gemeente over
genomen. Daartegenover krijgt deze een strookje grond
op den hoek van Spanjaardslaan en Stienserweg, dat
buiten den straataanleg valt en dus bij den weg ge
trokken zal worden, tegen gelijken prijs per M2. in
eigendom. Het ligt in de bedoeling den straataanleg
in gedeelten te voltooien. Het gearceerde gedeelte
komt voor dadelijke gereedmaking in aanmerking.
De commissie voor de Openbare Werken kan zich
met de plannen, zooals zij U worden voorgelegd, geheel
vereenigen en ook de aanvrager is bereid op de hem
medegedeelde hierna te vermelden voorwaarden de
vergunning te aanvaarden.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te be
sluiten aan IJ. Jelsma alhier vergunning te verleenen
tot straataanleg op de kadastrale perceelen sectie E
nos. 2519 en 2520 aan de Spanjaardslaan en daartoe
te nemen het besluit dat in ontwerp hieronder volgt.
ONT WEB P.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gelezen het adres van IJ. Jelsma, ingekomen 6
October 1.1., waarbij hij, met overlegging der ver
eischte stukken, verzoekt hem vergunning te verleenen
tot straataanleg op de kadastrale perceelen in sectie E
nos. 2519 en 2520 ten westen der Spanjaardslaan,
volgens bij het adres gevoegde teekeningen en tot
demping van de slooten tusschen den Stienserweg en
het perceel kadastraal in sectie E no. 2520, tusschen
de Spanjaardslaan en de perceelen nos. 2520 en 2519
en tusschen de perceelen nos. 2519 en 299;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Besluit:
I. te verklaren dat de straat, ontworpen in noord
westelijke richting uit het hoekpunt der Spanjaardslaan
is eene straat in het rechtstreeksch belang van het
algemeen verkeer.
II. de gevraagde vergunning te verleenen onder
de navolgende bepalingen
1. de straten worden wat hare afmetingen, richting
en hoogteligging; hoogte, helling en doorsnede der riolen
met putten, enz. aangaat, aangelegd overeenkomstig
de aanduiding op de bij dit besluit behoorende
teekening en wat hare afmetingen betreft en voor de
toepassing van artikel 6 dor Bouwverordening onder
scheiden in straten der le klasse (die welke uit het
hoekpunt der Spanjaardslaan nabij het brandspuithuisje
in westelijko richting is ontworpen) en der 3e klasse
(de overige)
2. de straataanleg moet als volgt zijn voltooid de
op de teekening gearceerde gedeelten uiterlijk 1 Januari
1922, de overige gedeelten uiterlijk 1 Januari 1927,
waarna zij, de uitmeting, overdracht, overschrijving,
de levering van een notarieel afschrift ten behoeve
van het gemeentearchief enz. voor rekening van
adressant, in eigendom aan de gemeente zullen worden
overgedragen onder bijbetaling binnen een maand na
de akte van overdracht van de bij de Bouwverorde
ning bepaalde bedragen als bijdragen in de kosten
van voortdurend onderhoud en voor het van gemeente
wege op den aanleg c. a. te houden toezicht van
1.50 per M2. straat der 3e klasse en van 0.15
per M2. straat der le en 3e klasse volgens een door
den Directeur der Gemeentewerken te verrichten
opmeting, zijnde adressant verplicht voor die betaling
op de wijze door Burgemeester en Wethouders te
bepalen en te hunnen genoegen zekerheid te stellen
en zullende pas na de voltooiing van den straataanleg
met inbegrip der na te noemen slootdemping en na
de betaling der bovenbedoelde bedragen de aan de
straten gestichte gebouwen in gebruik mogen worden
genomen op straffe als bij de Bouwverordening is
bepaald
3. de in en om het bouwterrein gelegen slooten
worden gedempt op de bij de Bouwverordening
voorgeschreven wijze, hieronder begrepen de schei-
dingsslooten langs perceel no. 299, do Spanjaardslaan
en den Stienserweg, voorzoover het bouwterrein strekt
4. de binnen het bouwterrein vallende sloot- en
bermgedeelten langs de Spanjaardslaan worden, voor
zoover zij met kruisarceering op de bij dit besluit
behoorende teekening zijn aangeduid ter grootte van
ongeveer 1220 M2, de juiste grootte nader door een
landmeter van het kadaster op te meten, de over
dracht enz. op kosten van adressant, van de gemeente
tegen den prijs van 5.per cA. overgenomen
daartegenover neemt de gemeente tegen denzelfden
prijs per M2. van adressant over den grond op den
hoek van den Stienserweg en de Spanjaardslaan, voor
zoover zijn eigendom, en vallende buiten het trottoir,
op de teekening rood aangegeven
5. als rooilijnen voor de te stichten gebouwen
worden aangewezen de op de teekening getrokken
witte en met flauwe witte kleur bijgewerkte lijnen,
terwijl op de tusschen rooilijn en weg gelegen ruimte
behoudens het bepaalde bij de Bouwverordening zonder
vergunning van Burgemeester en Wethouders geen
getimmerten van welken aard ook mogen worden
opgericht
6. de door Burgemeester en Wethouders nader te
stellen voorschriften inzake de hoogte, helling en ver
deren aanleg der straten, do aansluiting der straten
onderling en aan bestaande straten, de riolen, putten
en kolken en dergelijke moeten worden nagekomen.
De beraadslagingen worden geopend.
Do heer Tiemersma wil niet zoozeer per se dit
geval bespreken, doch vindt in 't algemeen hier de
bijdrage van 1.50 voor 1 M2. straat-oppervlak wol
wat laag. De cijfers zijn berekend naar de bouw
verordening. Het komt spreker voor dat deze cijfers
al eenige jaren oud zijn. De kosten van onderhoud
zijn toch zeer gestegen. En spreker weet niet of de
gegeven cijfers destijds zoo ruim zijn genomen, dat
het er nu nog op door kan. Toch is hij van meening
dat men het nog wel eens na mag rekenen. Spreker
wenscht nu hieromtrent thans geen voorstel te doen,
omdat het allicht den bouw zou tegenhouden, doch
meent wel te moeten opmerken, dat de cijfers aan
leiding geven om ze bij een volgende gelegenheid
eens te herzien.
De Voorzitter kan namens het college van Burge
meester en Wethouders deze herziening in uitzicht
stellen.