392 Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919.
Voortzetting der vergadering op Maandag 29 December 1919.
Spreker kan echter den hoer Oosterhoff de ver
zekering geven dat de muziekschool voor geen cent
meer op de begrooting staat en ook geen cent meer
zal kosten, de zaak dekt zich zelf.
De heer Jansen zegt, dat de Zondagsconcerten in
den Prinsentuin de kunst en den smaak verhoogen.
Een breede massa van de bevolking hier is echter van
bijwoning dezer concerten uitgeslotenwanneer die
concerten op Zondag plaats hebben zullen deze
mensclien den Prinsentuin moeten verlaten, omdat ze
do Zondagsrust eerbiedigen.
Om nu ook die andere menschen in de gelegenheid
te stellen, die concerten bij te wonen, wil spreker
voorstellen, de Zondagsavondsconcerten en matinée's
te doen houden op den vrijen Zaterdagmiddag of
-avond. Dan zijn alle menschen in de gelegenheid, er
van te profiteeren. Spreker dient daartoe het volgende
voorstel in
„Ondergeteekende stelt voor om alle Zondagscon
certen en matinée's in den Stads- of Prinsentuin te
doen vervallen en deze te doen houden op een der werk
dagen, bij voorkeur des Zaterdagsmiddags of-avonds."
De heer Bsrghuis (wethouder) zou zich, afgezien
van de contractueele bezwaren, toch tegen dit voorstel
verklaren, omdat ook een massa menschen zich
kolossaal tegen deze verandering zouden verzetten.
't Is altijd jammer, dat een zekere groep der be
volking door omstandigheden de concerten niet kan
bijwonen en den tuin niet kan bezoeken, doch de
toeloop tot deze concerten heeft steeds bewezen, dat
de Zondag nog altijd voor een overgroot gedeelte
van het publiek do aangewezen dag hiervoor is.
Spreker geoft toe, dat het prettiger zou zijn als
alle menschen in de gelegenheid waren de concerten
te bezoeken, en er was geen bezwaar tegen als men
een even goeden uitslag kon verwachten. Maar de
extra concerten, die ook vallen onder de abonne
mentsconcerten en waaraan dus voor houders van
abonnementskaarten geen financieel bezwaar is ver
bonden, bewijzen wel door don minderen toeloop dat
de Zondagsconcerten blijven de concerten, die de
groote massa vraagt. Daarom acht spreker het on
verstandig op het voorstel van den heer Jansen in
te gaan.
De beraadslagingen worden gesloten,
Het voorstel van den heer Jansen wordt ter afdoening
in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders.
Yolgno. '276 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 277. Toelage aan de Schoonheidscommissie.
150.—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer vraagt of door de Schoonheids
commissie wel voldoende wordt toegezien op de gevel
ontwerpen, omdat er in de laatste tijden gebouwen
tot stand komen, zoo verschrikkelijk leelijk, dat
Leenwarden er nog meer door wordt ontsierd dan het
tot nog toe is gedaan. Spreker vraagt of de commissie
voldoenden invloed heeft, anders acht hij het wenschelijk,
dat die invloed wordt uitgebreid, opdat zij or voor
kan zorgen, dat Leeuwarden niet al te leelijk wordt.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) zegt, dat de
commissie is een commissie van advies. Met het uit
breiden der bevoegdheden door het verstrekken van
teekeningen betreedt men een gevaarlijk terrein,
omdat men dan in conflict zal komen met de parti
culiere architecten dit is in Noord-Holland ook alreeds
het geval geweest.
De Schoonheidscommissie kan er niet heelemaal
tegen waken, dat men leelijk bouwt, zij neemt van
de allerleelijkste ontwerpen de kantjes af, maar meer
kan ze dan niet doen. 't Is trouwens een heel onaan
gename taak. Dat de commissie meerdere bevoegd
heden krijgt, is misschien goed, doch dit vraagstuk
is zeer lastig.
De heer De Boer zou dan wel graag in die richting
een voorstel willen doen. Spreker woet niet of hij dit
op 't oogenblik kan formuleeren, maar zou dan toch
graag zien dat er in die richting werd gewerkt.
De heer Fransen meent, dat de commissie voldoenden
invloed heeft. Er is zelfs over gevallen, dat zij teveel
invloed nitoefent. En spreker weet ook niet welke
gevels de heer De Boer bedoelt.
De heer De Boer: „Die nieuwe huizen in de Vrede
man de Vriesstraat, die bakjes!"
De heer Fransen zegt, dat die mogelijk niet in den
smaak van den heer De Boer vallen, maar in die van
de Schoonheidscommissie toch blijkbaar wel. De Schoon
heidscommissie heeft wel degelijk invloedals er maar
een kleinigheid aan ontbreekt, krijg je't zaakje terug,
't duurt niet lang meer dan zeggen ze nogzoo'n
kruk en zoo'n schelknop moet je hebben. De com
missie gaat veel te ver zelfs. Er wordt dikwijls
gesproken over verschillende gevels en dan begrijpt
men niet hoe de commissie zoo iets kan goedkeuren
en men meent dat smaak en architectuur er Diet
beter op worden. Over smaak valt moeilijk te twisten
Wansmaak, zegt spreker, is ook smaak en 't is zeer
moeilijk dat begrip te beoordeelen.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi: n't Zelfde als
met boeken!"
De heer Fransen is het daarmeo niet eens, 't zijn
heel verschillende zaken.
Spreker wonscht nog de bemerking te makeD, dat
hij de Schoonheidscommissie niet meer bevoegdheid
zou willen geven en ook niet zou kunnen geven.
De heer Dijkstra zegt niet de architectuur te kunnen
beoordeelen, omdat hot niet tot de practijk van zijn
leven hoort. Maar als men in aanraking komt met de
bouwwereld, hoort men toch niet veel goeds van dc
Schoonheidscommissie 't eenige positieve is, dat de
verschillende voorstellen inzako woningbouw er zeer
belangrijk door worden vertraagd. Wanneer eenprae-
tisch timmerman zijn teekeningen instuurt blijken er
altijd haken en oogen aan te zitten, en omdat zeniet
door architecton zijn geteekend, worden ze lang op
gehouden.
Ook met het oog op de discussie tusschen den heer
De Boer on don heer Fransen vraagt sprekerals het
juist is, dat werkelijk do woningbouw er zeer belang
rijk door wordt vertraagd en dat de architectuur er
niet door wordt verbeterd, do hoer De Boer vindt
de gevels leelijk en de heer Fransen is het er in zeker
opzicht mede eens als dat de practijk is, wat doen
we hier dan met een Schoonheidscommissie. Spreker
meent, dat de betrokken wothouder en de Directeur
van Gemeentowerken ook wel in staat zijn, die betrek
kelijk eenvoudige dingen te beoordeelen en omdatdan
mede een rem voor den woningbouw verdwijnt, zou
spreker zeggen Leeuwarden heeft tot zoolang een
Schoonheidscommissie gehad, doch laten we ze nu
opdoeken en do beoordeeling aan Burgemeester en
Wethouders laten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. 393
Voortzetting der vergadering op Maandag 29 December 1919.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) vindt dit een
absoluut onjuist standpunt. De menschen klagen er
over dat de bouw wordt opgehouden door de Schoon
heidscommissie, doch het grootste kwaad is, dat de
I eigenbouwers zelf plannen gaan ontwerpen. En er is
I geen timmerman die dit kan doen als een architect
I zij mogen dan zeggen, dat do architect het nog wel
eens minder doet, doch spreker zegt dat juist dat zelf
ontwerpen het groote kwaad is.
Spreker zou er niet over denken de commissie af
te schaffen, vindt integendeel juist, dat zij zeer nuttig
werkt. De zaak wordt er misschien een paar dagen
door opgehouden, maar nooit zoo lang, want elke
Zaterdagmiddag vergadert de commissie. En spreker
is er ook niet voor te vinden, dat op eenigorlei wijze
de taak der commissie wordt ingekort.
Den heer De Boer schijnt het, dat er verschillende
opinies zijn bij de hoeren Fransen en Do Vries inzake
bevoegdheden dor commissie. De heeren komen er
beide mee in aanraking, doch spreker meent, dat het
gelijk is aan den kant van den heer De Vries. Er
moet iets veranderd, de bevoegdheden der commissie
dienen uitgebreid, opdat de stad niet voortdurend meer
worde ontsierd door allerlei leelijke gebouwen. Spre
ker zou dan ook graag zien, dat er in dezen geest
voorstellen kwamen van Burgemeester en Wethouders.
Het leelijke bouwen moet een einde nemen.
De heer Franson is het niet met den heer De Boer
eens, dat de Schoonheidscommissie niet voldoende
bevoegdheden zou hebben, nog minder dat zij moeten
worden uitgebreid. Men kan de commissie niet meer
bovoegdheid geven zij oordeelt over de ontwerpen,
brengt daaromtrent advies uit aan Burgemeester en
Wethouders en adviseert over het al of niet geven van
bouwvergunning, verder gaat de Schoonheidscommissie
Diet.
Spreker wil echter ook niet de meening van den
boer Dijkstra onderschrijven, dat de woningbouw lijdt
onder de Schoonheidscommissie. Wanneer degene die
bouwvergunning aanvraagt, onmiddellijk een stel teeke
ningen inzendt bij de Schoonheidscommissie, heeft deze,
wanneer tegelijk de aanvraag bij Burgemeester en
Wethouders wordt ingediend, intusschen de gelegen
heid tot onderzoek.
De Voorzitter wenscht een on ander te zeggen ter
verduidelijking.
De Schoonheidscommissie is adviseerend werkzaam
aan Burgemeester en Wethouders, doch dozen beslissen
toch ton slotte over het al of niet geven van bouw
vergunningen.
Spreker meent echter dat men het werk van alle
commissies en besturen, die dat gratis en met animo
doen, niet altijd moot afkammen, maar dat men dit
ook wol eens mag apprecieeren. Een ieder is daar
niot over tevreden, doch het zou al een groot wonder
zijn als dit wel het geval was. Spreker zou wel eens
I eon gebouw in Nederland willen zien aangewezen, dat
1 ieder mooi vindthij gelooft niet, dat er zoo'n ge-
I bouw is te vindon. Een voorbeeld. Er is steeds een
I groote wrijving van gedachten geweest over de Beurs
I to Amsterdam de een vindt liet gebouw prachtig,
do ander wou dat hot nooit gebouwd was. Er is een
voudig geen gebouw, dat ieder Nederlander bevredigt.
De heer Dijkstra doet het voorkomen alsof de Schoon
heidscommissie een rem zou zijn voor den woning
bouw. Natuurlijk, waar een commissie tusschen zit,
daar zit een schakel meer tusschen, het is ook wel
oens een belemmering, doch als de zaken marcheeren,
hoeft die schakel niet veel invloed, dat gebeurt slechts
oen enkelen keer.
Dat in 't algemeen de architecten en eigenbouwers
niet met het werk der Schoonheidscommissie tevreden
zijn, is verklaarbaar, de commissie brengt toch ge
woonlijk wijzigingen aan, die duurder zijn, omdat de
ontwerpen dikwijls zóó eenvoudig zijn, dat er werke
lijk wel een beetje meer aan gedaan mag worden.
En als men er wat meer aan doet, kost dat geld.
Zoodoende zal in 't algemeen de stemming tegen de
Schoonheidscommissie zijn, omdat het geld kost. De
kwestie is dat men tegenwoordig zoo goedkoop mo
gelijk wil bouwen, en het den menschen niets kan
schelen, hoe 't huis er van buiten uitziet. Voor iemand
die zoo wil bouwen is het werk der commissie natuur
lijk altijd onaangenaam. Dan komen er allerlei kleine
wijzigingen en dan gaat het natuurlijk niet met de
zelfde kosten.
Burgemeester en Wethouders houden zich bijna
altijd aan het advies der Schoonheidscommissie, omdat
deze uit deskundigen bestaat on het collego niet zoo
deskundig is. Zoodoende gebeurt het dat die bouwers
hun teekeningen wel eens terug krijgen en de ver
meerdering van kosten zot die menschen dan tegen
de Schoonheidscommissie op. Doch spreker gelooft
wel, dat men het werk der commissie moet appreci
eeren.
En niet alleen van eigenbouwers-kant maar ook
van den kant der architecten worden aanvallen gedaan
op de Schoonheidscommissie, 't Zijn niet allen tim
merlui, die eigenbouwers zijn. Spreker gelooft dan
ook niet dat 't waar is, dat speciaal teekeningen van
de niet-architecten het moeten ontgelden. Sprekers
indruk is, dat de commissie zooveel mogelijk in het
algemeen belang handelt.
Wanneer de commissie een plan liever absoluut
anders heeft of op een bepaald punt liever een geheel
anderen gevel zou hebben, indien zij dus zegt, dat het
absoluut anders moet worden, doch deze verbetering
een betrekkelijk groote verhooging van kosten zal
meebrengen, dan zegt het college, dat men er een
beetje tusschen door moet zeilen. Niet, wanneer het
een groote maatschappij betreft, waar het er op een
paar duizend gulden niet op aan komt, dan is dat
niet erg. Maar wanneer het b.v. betreft een woon
huis van oen eigenbouwer, dat een 90l)0.a f 10.000.
moet kosten, gaat het moeilijk om een geheel anderen
gevel voor te schrijven, die misschien nog eens een
f 500.extra zal moeten kosten. Dan zal men er
een beetje tusschen doorzeilen, door zoo goed mogelijk
de algemeene opinie te bevredigen, doch door meteen
verband te houden met de meerdere kosten, omdat
de eisch, die men eigenlijk zou moeten stellen, uit een
financieel oogpunt onmogelijk is.
En spreker wil dit nog zeggen, Burgemeester en
Wethouders richten zich altijd geheel naar het advies
der Schoonheidscommissie.
De heer Dijkstra zegt, dat wanneer de Voorzitter
dien indruk heeft gekregen, spreker niet heeft bedoeld
eon aanval op de Schoonheidscommissie als zoodanig.
Spreker dankt den Voorzitter voor diens uitvoerig
antwoorddit heeft veel verduidelijking gebracht en
enkele dingen recht gezet.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 277 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 278. Subsidie aan den Leeuwarder Turnbond,
f 75.-.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Zandstra zou Burgemeester en Wethouders
willen wijzen op het gebrek aan een goed sportterrein
voor dezen bond. Het terrein van de ijsclub acht het