.1. 310 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. De artikelen I-XVII der lasten worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde komen de baten. De artikelen I-VIII worden onveranderd vastgesteld, waarna de begrooting wordt vastgesteld de baten tot een bedrag van 471.016.84 de lasten tot een bedrag van. 471.016.84 Vermoedelijk saldo nihil. De Voorzitter stelt aan de orde de ontwerp-be- grooting van de gemeentelijke gasfabriek. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff zegt, dat in de stukken, waarin de begrootingen worden aangeboden, n.l. in bijlage 49, bladzijde 391, rechts bovenaan onder a wordt gezegd „met handhaving overigens van de bestaande be palingen ten aanzien van den toeslag op den gas- prijs, ingaande 1 Januari 1920, in artikel 4 onder A der verordening op de levering en den prijs van het gas en de electriciteit (Gemeenteblad no. 45 van 1919) voor het viermaal daarin voorkomende cijfer 15, telkens te lezen 16." Spreker zou willen vragen of het nu bij de vast stelling van de wijziging dezer verordening do be doeling is, dat het bepaalde, dat de toeslag op het gas afloopend zou zijn, hierin wordt gehandhaafd, dus dat niet de prijs met 1 Januari 1920 meteen voor allen wordt gebracht op 16 cent. De Voorzitter antwoordt dat dit de bedoeling: is. O De heer Dijkstra zou een opmerking willen maken over punt g van hoofdstuk I der baten, de levering van cokes. 't Is spreker opgevallen, dat dit een belangrijke post is, die voor 1920 is geraamd op bijna 2 ton. Hij zou gaarne een paar woorden spreken over den gang van zaken bij de levering van cokes, waarop deze inkomsten-post der gasfabriek betrekking heeft. We hebben in de gemeente een productie-bedrijf, de gasfabriek en een van de producten daarvan is de cokes. Deze wordt vanaf de gasfabriek eerst ver kocht aan de handelaren, in schepen en op pramen geladen en dan weer gelost in pakhuizen. Voor ze bij den verbruiker komt, gaat ze nog eens door de handen en dit zijn allemaal kosten, die een groote prijsstijging van dit product tengevolge hebben. Nu begrijpt spreker wel, dat dit iu verband staat met de kolendistributie, wethouder Berghuis knikt ook al, maar het is toch een dure geschiedenis voor de bevolking. De menschen zouden de cokes graag weer van de gasfabriek betrekken, zij ontvangen dan nog eens „een flinke mud" zooals zij zeggen. Bijdehandelaren moeten zij ze per 40 K.G. betrekken en het komt hen daardoor en door het vervoer te water veel duurder. Dit belangrijk product kan aan de inwoners der ge meente voor een veel goedkooper prijs verstrekt worden. In verband met de kolendistributie is het wel niet direct te veranderen, maar spreker zou toch graag zien, dat zoo spoedig mogelijk naast het productie bedrijf een afdeeling distributie van cokes kwam, op dat de cokes linia recta van de fabriek naar de in woners kan gaan. De heer De Boer wenscht een paar opmerkingen te maken, Ten opzichte van de inrichting van het rekening-systeem bij de gemeentelijke bedrijven komt het hem gewenscht voor, dat de balans en verlies- en winstrekening op eenvoudiger wijze wordt inge richt. De verschillende posten, tot onderscheidene economische groepen behoorende, zijn door elkaar gerangschikt, wat het opmaken van statistieken der bedrijven verbazend moeilijk maakt. Als op de balans en verlies- en winstrekening een stuk of 5, 6 posten voorkomen en de specificatie wordt uitgewerkt op bijlagen, meent spreker dat de rekeningen overzichte lijker worden. Ook in vergelijking met andere plaatsen mag men dit wel eens onder de oogen zien. Als tweede punt herinnert spreker aan 't geen hij reeds vroeger ter sprake heeft gebracht, om n.l. uit de gasfabriek een afzonderlijk fittersbedrijf te lichten. Spreker zou ook wel gaarne willen hooren of dit punt de aandacht heeft van het college van Burgemeester en Wethouders. Als derde punt wenscht spreker de aandacht te vestigen op de veel te lage afschrijvingen op machine rieën en gebouwen bij de bedrijven. Spreker heeft de cijfers van de gemeentelijke bedrijven vergeleken met die van andere fabrieken en is daaruit tot de con clusie gekomen, dat die posten hier veel te laag zijn, zoodat de gemeente op den duur voor ontzettende stroppen komt te staan. Blijft men zoo doorgaan dan hebben de gemeentelijke bezittingen hun waarde reeds verloren wanneer ze bij lange na nog niet zijn afge schreven. Het zou spreker aangenaam zijn te hooren, dat ook dit punt de ernstige aandacht van het col lege heeft. De heer Schaafsma (wethouder) zal eerst den heer Dijkstra antwoorden omtrent de opmerking over distributie van cokes. Terecht heeft de heer Dijkstra opgemerkt, dat in den bestaanden toestand direct geen verandering is te brengen, omdat de kolendistributie nog in handen is van het Rijk. Alles wat niet door de gasfabriek zelf wordt gebruikt voor het stoken van watergas wordt door het Rijk genomen voor de distributie. Spreker kan echter den heer Dijkstra de toezegging doen, dat, wanneer de toestand weer normaal is, in het college zal worden overwogen of de verstrekking van cokes niet op een andere wijze zal kunnen plaats hebben, zoodat de cokes dan direct van de fabriek naar den verbruiker gaat. Dit is echter op het oogen- blik niet te doen. Dan de opmerkingen van den heer De Boer, te beginnen bij de laatste omtrent het percentage van afschrijving op machines en gebouwen. Spreker is het volkomen met den heer De Boer eens, dat de af schrijvingen niet juist zijn en nooit juist zijn geweest. Spreker kan dan ook namens het college de toe zegging doen, dat, voordat de volgende begrooting zal worden behandeld, in den Raad voorstellen zullen zijn gekomen van Burgemeester en Wethouders om die cijfers te wijzigen. De inrichting van een apart fittersbedrijf is door den heer De Boer reeds eerder naar voren gebracht. Spreker zal met den Directeur der lichtbedrijven overwegen of het kan, doch het lijkt hem vrij moeilijk. Evenwel zullen Burgemeester en Wethouders de zaak iu studie nemen en den Raad de resultaten van het onderzoek mededeelen. Wat betreft de inrichting van het rekening-systeem, zoo, dat dit meer overzichtelijk en meer eenvoudig wordt, spreker is geen geboren boekhouder, hij heeft dit niet geleerd en zal dus ten opzichte van deze kwestie zijn licht moeten opsteken bij een ambtenaar, die zulks wel kan beoordeelen. Spreker zal dan ook overleggen en kan ook toezegging doen, dat, wanneer het mogelijk blijkt, meer overzicht en eenvoud zal worden betracht, zoodat men een beter oordeel over de rekeningen zal hebben. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Versla, lag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. 311 Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De Voorzitter stelt voor om de artikelen, waartegen goen bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed tö keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde zijn de lasten. Hoofdstuk 1. Aankoop van grondstoffen. De beraadslagingen worden geopend. De heer OosterhofF wou hieromtrent een vraag doen. Uit de toelichtingen blijkt, dat het voornemen bestaat bij Burgemeester en Wethouders om gas te leveren, dat in doorslag bestaat uit 66 procent koolgas en 33 procent watergas. Er wordt toch gerekend dat de koolgasfabriek 2/8 of 4 millioen, de watergasfabriek 1/3 of 2 millioen M3 gas zal leveren. Uit de gegevens, die de Raad doorloopend ontvangt, blijkt, dat het percentage van watergas belangrijk I minder is geworden, omdat door heel veel watergas toe te voegen men dikwijls last heeft ondervonden. Spreker zou nu willen weten, wat de reden is, dat hot percentage van het toegevoegde watergas thans weer zoo hoog zal worden. In de laatste tijden is dit lager geweest, spreker meent dat het was 1/i tot 1/6 deel. Is er een bepaalde reden, b.v. weinig invoer van steenkool, dat men een dergelijken maatregel neemt De heer Schaafsma (wethouder) zegt dat het, volgens zijn inzicht, niet geheel juist is, de slechte hoedanig heid van het gas tijdens de distributie geheel toe te te schrijven aan de toevoeging van watergas, maar dat het meer en voor een groot gedeelte is te wijten aan de slechte kolen, die door do. gasfabriek moest worden verwerkt. Daar werd o.a. bruinkool voor ge bruikt waarvan het gas een zeer slechte calorische warmte had. 't Is nu aanmerkelijk beter, er worden vrijwel alleen Amerikaansche kolen verwerkt. Dat de toevoeging van veel watergas de slechte hoedanigheid van het gas zou bevorderen moet spreker betwijfelen bij nauwkeurige beschouwingen van den staat, die iedere week wordt overgelegd, blijkt dat de calorische warmte van het gas door toevoeging van watergas vermeerdert, dit heeft spreker zelf uit de opgaven gezien. Bij beschouwing van verschillende staten bleek, dat, waar percentsgewijze de hoeveelheid watergas grooter was, toch de calorische warmte van het gas ook grooter was. Overigens heeft de heer Oosterhoff gelijk er is bij de samenstelling van het gas rekening gehouden met den aanvoer van kolen, die nog moeilijkheden met zich brengt. De heer Oostsrhoff is het volkomen met den Wet houder eens, en zou zijn vroeger ingenomen standpunt moeten verloochenen als hij beweerde, dat het toe voegen van watergas het gas minder maakt. Als het maar goed geschiedt, maar het is juist een van de gebreken van de gasfabriek dat die toevoeging niet regelmatig genoeg kan plaats hebben. Zoodat men den eenen keer meer kolengas, den anderen keer meer water gas heeft en daarop zijn de lampen en kooktoestellen niet ingericht. Spreker bedoelt hiermede niet een ver wijt te richten tot Burgemeester en Wethouders, doch zou willen aanbevelen, niet meer watergas toe te voegen, dan uiterst noodzakelijk is. Men dient daarbij natuurlijk rekening te houden met zijn hoeveelheid kolen. De beraadslagingen worden gesloten. Hoofdstuk I wordt onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk II. Bezoldigingen en loonen, daaronder de bediening der straatverlichting begrepen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Nijholt ziet, dat op deze begrooting niet een post is uitgetrokken voor den verificateur, omdat de verificatie der boekhouding zal geschieden door den verificateur der gemeente-financiën. (Hoofdstuk 11 ad h). Spreker staat echter, zooals hij reeds meer lieeft gezegd, op het standpunt, dat wanneer een be drijf heeft een bedrijfsrekening, deze dan ook zoo nauwkeurig mogelijk dient te zijn. Waarom spreker voorstelt hier voor de verificatie wel een post uit te trekken. De Voorzitter zegt, dat de heer Nijholt in den grond van de zaak gelijk heeft. Omdat het hier echter een gemeente-bedrijf' is en de verificatie thans geschiedt door den verificateur der gemeente-financiën, heeft men gedacht, dat er thans geen post daarvoor be hoefde te worden uitgetrokken. Men zou eigenlijk een gedeelte van het salaris van den verificateur ten laste van het gasbedrijf, van het electriciteitbedrijf en van andere bedrijven moeten brengen, doch de verificateur kan hier beschouwd worden als een ambtenaar ter secretarie. De heer Nijholt heeft gelijk, vroeger geschiedde het door een particulier verificateur en in zooverre behoort er ook thans nog een post voor te worden uitgetrokken, doch men kan ten slotte zeggen, dat de verificateur hier is een ambtenaar ter secretarie en wilde men doen wat de heer Nijholt voorstelt, dan zou men een bedrag moeten aannemen, ook voor de andere bedrijven. De heer Nijholt geeft toe, dat het een kleinigheid is, doch het is hier een bedrijf en daarom dient de bedrijfsrekening zoo zuiver mogelijk te zijn. Kan men geen juist bedrag noemen, laat men het dan voorloopig doen met een memorie-post. De Voorzitter zegt, dat het wel kan worden veran derd in memorie. Het voorstel wordt dan door Bur gemeester en Wethouders overgenomen. De heraadslagingen worden gesloten. Hoofdstuk II wordt, in zooverre gewijzigd dat post h pro memorie wordt uitgetrokken, vastgesteld. De Hoofdstukken III IX worden onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk X. Eventueel yiadeelig saldo der in artikel 12 bedoelde renteverrekening. De beraadslagingen worden geopend. De heer Nijholt merkt op dat in Hoofdstuk X een nadeelig saldo wordt geraamd van f 2500.In de toelichting wordt gesproken van een belegging van het reservefonds, waardoor de gasfabriek niet de be schikking zou hebben over genoeg financiën, daarom zou moeten leenen en daarvan dus rente moeten be talen. En er is geen post voor beleggingen, deze is pro memorie uitgetrokken. Spreker zou nu van Bur gemeester en Wethouders willen weten, of het wer kelijk de bedoeling is, het geld te beleggen. Een 5 of 6 jaar geleden is het overtollige geld ook in effecten belegd en waar de gemeente thans zelf in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 9