E. Burgemeester en Wethouders voor bovenbe doelden straataanleg een crediet te verleenen van 109,700.—. 62 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1920. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1920. 63 3320, op de wijze als mede op de teekening is aan geduid, onder voorwaarde a. dat het Marssumerbinnenpad over perceel no. 1024 in gebruik zal blijven tot de rijweg naar den Harlingerstraatweg gereed is b. dat langs de zuidelijke grens van het te ver huren gedeelte van perceel no. 267 een 2 M. hoogo afrastering, ten genoegen van Burgemeester en Wet houders, door of voor rekening van het Rijk wordt geplaatst en onderhouden c. dat de terreinen zonder nadere goedkeuring van Burgemeester en Wethouders niet dieper worden omgegraven of omgewoeld dan tot 78 cM. F. Z. P. d. dat bij ontruiming de landerijen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders in haren oorspron- kelijken toestand worden teruggebracht en voorts op nader overeen te komen bepalingen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Tiemersma heeft met eenige belangstelling kennis genomen van de memorie van toelichting of het prae-advies bij dit punt. Uit den aanhef van het prae-advies blijkt, dat de aanvraag tot ruiling van grond uitgaat van de woningvereeniging „Leeuwarden". Deze zou dat voorstel niet hebben gedaan als het niet was in haar belang, maar in haar nadeel. Degene, van wien zoo'n voorstel uitgaat, heeft dan toch de bedoeling, dat de grond, dion hij inruilt, zoo niet van gelijke, dan toch van meer waarde is dan de grond welken hij ruilt. Aanvankelijk stond het college nu niet vrij in deze zaak, omdat de grond verpacht was aan het Rijk. Op een vraag van het college hoe het Rijk er over dacht, antwoordde de minister, dat hij met de ruiling, behoudens een paar voorwaarden, accoord kan gaan. En een van die voorwaarden is en dat is per slotsom een van sprekers bezwaren, omdat er jaarlijks eenige financieele schade voor de gemeente uit voortvloeit dat het Rijk niet meer wil bijdragen dan in den eersten opzet, waardoor men jaarlijks door deze ruiling op de gemeente-rekening een schade van 600.krijgt te boeken. Het komt spreker verder vreemd voor, dat er in het voorstel onder B wordt gesproken om een ruiling aan te gaan, waarbij de gemeente nog boven die ruiling de som van ruim 20 mille zal moeten bijbetalen. De opzet is hier toch, dat de belanghebbende is do woningvereeniging, omdat haar het terrein der ge meente doelmatiger voorkomt. Dan meent spreker de conclusie te moeten trekken, dat wanneer de gemeente alreeds een schade van 600.jaarlijks op zich neemt, zij nog niet eens nog daarboven een 20 mille moet betalen voor een verschil in terreinen, dat nog geen 4000 M2. bedraagt. Daarom zou spreker er voor voelen om te zeggen, laat men ruilen, Meter voor Meter met gelijken prijs en dan betaalt do gemeente de meters die de woningvereeniging meer geeft. Daartegenover mag dan echter de laatste wel een aandeel nemen in de zaak, dat de gemeente de meerdere schade zal moeten lijden, die het Rijk minder betaalt. Als dit eenige jaren is gebeurd is de geheele zaak quitte. Wat spreker een element te meer acht om te kunnen besluiten, de zaak zoo te presen teeren, dat er geruild wordt met gesloten beurzen. Spreker zal dan ook zoo vrij zijn het volgende amende ment in te dienen op het voorstel onder B, dat wordt ondersteund door den heer Zandstra Ondergeteekende stelt voor, te schrappen de woorden „wordende hierbij gerekend, dat het door de ge- „meente over te dragen terrein een waarde heeft „van 1.per M2. en dat van de woningvereeniging, „hetwelk wordt overgenomen, f 1.50 per M2., zoodat „de ruil plaats heeft onder toegift door de gemeente „van f 20,662.50 en", en daarvoor in de plaats te lezen „en zulks zonder eenige vergoeding der gemeente". De heer Oosterhoff moet ook zeggen, dat hij met eenige bevreemding van dit onderdeel van de betrek kelijke ruiling van grond door de gemeente en de woningvereeniging heeft kennis genomen. Spreker kan zich herinneren, dat er een tijd is geweest, dat Burgemeester en Wethouders van meening waren, dat de door de woningvereeniging in ruil aangeboden grond als bouwterrein bepaald minder waard was, dan dion zij daarvoor terüg zou ontvangen. De tijden schijnen echter veranderd nu wenscht men behalve do ruiling, nog een zeer belangrijk bedrag boven dien te geven en 't wil spreker voorkomen dat dit te ver gaat. De heer Tiemersma gaat spreker ook wat te ver. Het wil spreker billijk voorkomen, dat men de ruiling zoo opzet, dat de gemeente een even groot aantal meters van de woningvereeniging ontvangt, als zij zelf geeft zonder eenige bijbetaling en dat het verdere gedeelte, dat de gemeente ontvangt wordt betaald naar den prijs van f 1.50 per M2., waarbij de woningvereeniging dus ongeveer 6000.van de gemeente zal hebben te ontvangen. In dien geest zou spreker een voorstel willen doen, dus om onder B van het voorstel te lezen „dat de terreinen M2. tegen M2. zullen worden „geruild zonder toeslag, terwijl de gemeente voor „de 3965 M2., die zij meer ontvangt, zal betalen 1.50 de M2." Spreker dient dit voorstel in. De heer Van Weideren baron Rengers kan zich ook met het voorstel, zooals het hier ligt, niet vereenigen. Spreker wenscht nog even de voorgeschiedenis van deze ruiling te memoreeren. De Woningvereeniging heeft, zoolang zij bestaat, aan den oostkant van de stad gebouwd, doch thans gaat zich ook de behoefte aan woningen doen gevoelen aan den westkant, wat zijn oorzaak hierin vindt, dat er zoo langzamerhand hoe langer hoe meer fabrieken tot stand komen en men ook begint met opruiming van de krotten aan den westkant der stad, met de Boterhoek zal o. a. ook binnenkort worden begonnen. Indertijd wilde de vereeniging het terrein aan do Fontoinsloot reeds bebouwen. Indien niet Burgemeester Patijn aan de Woningvereeniging had verzocht om eerst den woning bouw aan het Cambuursterpad te beginnen, dan was de vereeniging al begonnen met bouw aan de Fon- teinsloot. Die plannen zijn echter ook met het oog op het uitbreidingsplan uitgesteld. Nu staat er in het voorstel, dat er een gedeelte van het terrein van den gemeentegrond bestemd is voor ambts woningen bij het Rijksopvoedingsgesticht, doch dat hiervoor evengoed het thans bij de Woningvereeniging in eigendom zijnde terrein ware te gebruiken. Hiermede is spreker het niet eens; juist in verband met het uitbreidingsplan zouden daarop geen arbeiderswoningen mogen worden gebouwd, doch dan mogen er evenmin ambtswoningen op worden gebouwd. Het terrein van de Woningvereeniging is dus juist minder geschikt daarvoor. Dan wil spreker er den nadruk op leggen wat de heer Tiemersma ook alreeds heeft opgemerkt dat het volgens dit voorstel lijkt als zou het voorstel tot ruiling met do prijzen van f 1.en f 1.50 zijn uitgegaan van de Woningvereeniging. Dit is niet juist, integendeel, het voorstel daartoe is uitgegaan van Burgemeester en Wethouders, getuige hun brief van 6 November aan de Woningvereeniging „Naar aanleiding van nevensvermeld schrijven hebben „wij de eer U mede te deelen, dat wij bereid zijn den ,.Raad een voorstel aan te bieden, waarbij van Uwe „vereeniging wordt overgenomen het kadastrale perceel „sectie D no. 267 tegen den prijs van 1.50 per M2., „waar tegenover aan Uwe vereeniging wordt afgestaan „een gedeelte van de bouwterreinen aan den Har binger straatweg, op bijgaande teekening met zwarte „lijnen en stippellijnen nader aangeduid, tegen den „prijs van 1.per c.A. „Gaarne zal worden vernomen of Gij U met een „transactie als boven omschreven, kunt vereenigen. „Bij Uw antwoord zien wij de teekening gaarne „togemoet. „Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden" enz. Omdat men uit het voorstel den indruk krijgt, dat de Woningvereeniging heeft gevraagd deze ruiling met de prijzen 1.en f 1.50 te doen geschieden, meende spreker hier een kleine terechtzetting te moeten geven. De heer Tiemersma gaat spreker iets te ver, of liever veel te ver. Spreker voelt veel voor het voorstel van den heer Oosterhoff en staat daar niet alleen in. Hij verwacht, dat Burgemeester en Wethouders, ge tuige dit hun voorstel en ook de commissie voor openbare werken die daarin mee zijn gegaan, meer zullen gevoelen voor het voorstel van den heer Oosterhoff dan voor dat van den heer Tiemersma. De hoer Tulp zou naar aanleiding van deze ver schillende voorstellen Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven de stukken nog eens tot zich te nemen om een nader prae-advies uit te brengen. De Voorzitter zegt, dat zijns inziens vandaag deze zaak dient te worden afgehandeld, omdat het niet alleen de ruiling betreft, maar ook de kwestie, dat het Rijk het terrein moet bebouwen. Het terrein, waarop hot Rijk zou bouwen, zal geruild worden met dat van de Woningvereeniging en opdat de gemeente nu hare verplichtingen zal kunnen nakomen, moet zij het Rijk een ander terrein kunnen aanbieden. Het Rijk heeft het goed gevonden, in de overtuiging dat het onmiddellijk een ander terrein ter beschikking kreeg. Daarom zou spreker aanraden om, zoo eenigs- zins mogelijk, deze ruiling heden tot stand te brengen. Het Rijk zal tot spoedige aanbesteding der te bouwen woningen overgaan. Spreker wil dus in overweging geven het besluit vandaag te nemen. De heer Tulp betreurt het, dat de zaak zoo'n haast heeft en nog niet eens op z'n gemak bekoken kan worden. Als er echter zulke groote bezwaren zijn moet spreker er zich bij neerleggen. Spreker wou nog een vraag doen. Hem is mede gedeeld voor de waarheid kan hij niet met alle gerustheid instaan dat het Rijk niot alleen van plan is voor al die ambtenaren hier woningon te bouwen, maar ook te koopen. Als men dan per 4 of 5 jongens een ambtenaar hoeft is er heel wat noodig. Spreker meent, dat de woningtoestand, die hier reeds een noodtoestand is, daardoor nog ingewikkelder en pijnlijker wordt. Is dit het college bekend en is het ook mogelijk er maatregelen tegen te nemen De heer Tiemersma heeft nog een opmerking aan den heer Oosterhoff en een kleine opmerking aan den heer Rengers. De heer Oosterhoff meent, dat de financieele kwestie van die 600.er naast staat, maar spreker wil dan opmerken, dat die financieele j^phade juist uit de ruiling voortvloeit. Was er geen ruiling dan was daar ook geen sprake van, dan was de gemeente vrij geweest jaarlijks die f 600.te betalen. Deze financieele schade komt alleen voort uit de ruiling. Den heer Rengers wil spreker opmerken, dat hij niet heeft bedoeld de ruiling met de prijzen ƒ1.en 1.50, maar do ruiling op zichzelf. De heer Oosterhoff heeft ook een amendement of voorstel ingediend, dat hierop neerkomt, dat de ruiling zoodanig tot stand komt, dat de Woningvereeniging zich voor do meters grond, die zij meer levert dan do gemeente, 1.50 per M2. zal laten betalen. Dat kan, meent spreker, heelemaal niet door den beugel. De Woningvereeniging krijgt een stuk grond dat beter en geschikter is dan wat zij terug geeft en nu zou men haar voor dien minder geschikten grond 1.60 betalen Spreker begrijpt niet, hoe men daartoe kan komen. Hij wil zich dan ook, mocht zijn voorstel komen te vervallen, het recht voorbehouden om dan op het voorstel van den heer Oosterhoff een amende ment in te dienen, dat die 1.50 worde veranderd in 1— De heer 11. do Vries meent ook, dat deze ruiling niet voordeelig is voor de gemeente. Spreker heeft het niet zelf onderzocht, maar heeft zijn licht eens opgestoken bij deskundigen en het komt hem nu voor dat in de toekomst wel meer voor dien grond is te maken; volgens taxatie in verband met andere ter reinen bedraagt de waarde van den grond wel ƒ2. in plaats van 1. - per M2. De heer Tiemersma stelt voor om te ruilen met gesloten beurzen en spreker kan zich daarmee wel vereenigen. Het terrein van de Woningvereeniging achter den Wester vijver ligt voor haar thans nog ongeschikt. Spreker zou nu wel eens aan Burgemeester en Wet houders de vraag willen stellen, wat hen heeft be wogen om dit voorstel te doen. De heer 0- F. dö Vriss (wethouder) kan wel zeggen hoe de meerderheid van Burgemeester en Wethouders met dit voorstel is gekomen. De beoordeeling van de prijzen der grond is vrij moeilijk, dat blijkt ook al weer uit het verschil tusschen den heer Tiemersma en den hoer Oosterhoff. Het college heeft dit voorstel echter gedaan, omdat de grond der woningvereeniging direct ligt naast den grond van Wassenaar, en op den duur van veel waarde voor de gemeente zal worden. En het andere terrein is voor de woningvereeniging uiterst geschikt. Het college zou tegenover een particuliere onderneming ook een andere houding aannemen dan tegenover een woning vereeniging. Er komt bij dat het terrein indertijd voor een geschikten prijs door de gemeente is gekocht. Daardoor is het college met dit voorstel gekomen maar de beslissing over do prijzen blijft ten slotte toch aan den Raad. Spreker vindt het 't beste dat men nu gaat stemmen. Hij is hot er ook mee eens met wat de burgemeester straks heeft gezegd, dat de verschillende voorstellen niet meer om prae-advies moeten. Dan komt de zaak op de lange baan en eenige spoed is wel gewenscht in verband met de ambtenaars-woningen voor het Rijk. De heer Van Welderen baron Rengers wou nog opmorken, dat zijn indruk is, dat het bestuur der woningvereeniging niet met het voorstel-Tiemersma zal meegaan. En wel om deze reden, dat het bestuur der woningvereeniging geld ontvangt van het Rijk en daarvan verantwoording moet afleggen. En nu is het niet verantwoord, wanneer het deze 4000 M2. meer geeft, zonder eenige vergoeding tegen een terrein, dat zooveel kleiner is. De heer Schaafsma (wethouder) is het met de op merking van den heer Rengers niet eens. Spreker staat op een ander standpunt en tegen de opvatting

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 5