78 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Februari 1920.
aan de Vereeniging te doen weten, dat de Raad,
zich de geheel vrije beslissing op de plannen, die haar
alsnog zullen worden aangeboden, voorbehoudende,
reeds thans kan verklaren dat de aanvrage van een
voorschot voor aankoop van grond naar 1.45 per
M2., sectie D, kadastrale nos. 338, 718, 720, 1661,
719, 714, 722 en 717, gelegen nabij het snijpunt van
den Harlingerstraatweg en den Stienserweg, op
de wijze als op de overgelegde teekening is aange
geven, zulks voor den houw van 409 woningen, in
gunstige overweging zal worden genomen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en "Wethouders.
17. (Agenda no. 17). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan de vereeniging „de Leeuwarder
Burgerwachtvoor hare oefeningen in gebruik af te
staan het afrékenlokaal in de Waag.
Dit voorstel luidt als volgt
In Uwe vergadering van 13 Januari 1.1. werd om
prae-advies in onze handen gesteld een adres van
het Bestuur der vereeniging „de Leeuwarder Burger
wacht", waarbij wordt verzocht ten behoeve van de
oefeningen der leden gebruik te mogen maken van
het afrekenlokaal in de Waag op daarbij aangegeven
dagen en uren.
Ons college heeft tegen inwilliging van dit verzoek
geen bezwaar, evenmin als de Waagmeester, zooals
uit zijn advies, gegeven bij den hierbij overgelegden
brief van 19 Januari 1.1. blijkt, indien een billijke
vergoeding voor het gebruik wordt betaald en de
kosten van het schoonhouden voor rekening der ver
eeniging komen, zooals zulks ook bij andere ver-
eenigingen het geval is. Wij zouden die vergoeding
wenschen te bepalen op f 100.per jaar, doch stellen
ons voor het betalen van huur eventueel nader onder
do oogen te zien bij ons prae-advies, eerstdaags aan
U uit te brengen omtrent een subsidie-aanvraag van
hot bestuur der vereeniging.
Thans geven wij U in overweging aan de ver
eeniging „de Leeuwarder Burgerwacht", gevestigd te
Leeuwarden, ten behoeve van hare oefeningen tot
wederopzeggens, gerekend met ingang van heden,
in gebruik af te staan het afrekenlokaal in de Waag
des Maandags-, Dinsdags- en Woensdagsavonds van
710 uur, tegen een vergoeding harerzijds van/100.
por jaar, mot bepaling dat de kosten van schoon
houden voor hare rekening komen en verder onder
do door Burgemeester en Wethouders noodig geachte
voorwaarden.
Do beraadslagingen worden geopend.
De heer Nijholt zegt, dat dit voorstel, zooals het
hier ligt, voor hem twee kanten heefteen algemeene
kant, dat is de mooie kant en een leelijke, dat is de
bijzondere kant. Spreker zal deze laatste voorloopig
laten rusten, om zich eerst te bepalen tot den algo-
meenen kant. Wanneer Burgemeester en Wethouders
van meening zijn, dat zij gemeentelokaliteiton moeten
verhuren ten dienste van bijeenkomsten en vergade
ringen, dan wil spreker opmerken, dat dit een stand
punt is, dat door zijn fractie al eenige keeren naar
voren is gebracht, en zeer zeker kan het ook worden
ondergebracht bij het voorstel van de heeren De Boer
en Zandstra, de ontwikkeling in het algemeen te be
vorderen. Naar sprekers meening zal zoodanig stand
punt dan ook in het belang zijn van vele vereenigingen
hier in Leeuwarden, die steeds sukkelen aan vergader
ruimte en die geen vergaderlokalen kunnen krijgen,
terwijl, wanneer zij dit wel kunnen, zij daar zeer
hooge sommen voor moeten betalen.
Waar nu uit het voorstel blijkt, dat Burgemeester
en Wethouders in't vervolg lokalen beschikbaar willen
stellen, waar het hier de Waag betreft, moet dit niet
in 't bijzonder gelden voor de Burgerwacht't zou
dan den schijn hebben alsof men de Burgerwacht wilde
voortrekken boven andere vereenigingen, die het ook
gevraagd hebben. Als dat het geval is dan zal spreker
niet zijn stem aan het voorstel leenen en zijn geheele
fractie niet, maar wel zal hij zijn stem er aan geven,
als het de bedoeling is deze kwestie zoodanig uit te
breiden, dat ook aan andere vereenigingen dergelijke
lokaliteiten zullen worden verhuurd, dus wanneer men
in 't algemeen gemeentelokaliteiten disponibel willen
stellen voor vereenigingen voor hare bijeenkomsten
en vergaderingen.
En daarvoor is wel gelegenheid we hebben hier
het Waag- en Beursgebouw en nog meer gemeente
lokalen. Het zou een zeer goede zaak zijn deze dispo
nibel te stellen voor vergaderingen en bijeenkomsten,
omdat men hier in de laatste jaren lijdt onder
een enorm zaalgebrek. En spreker meent, dat deze
vereenigingen in 't algemeen er moge dan een
enkele uitzondering onder zijn, maar dat spreekt
vanzelf bijdragen tot do ontwikkeling van do inge
zetenen van Leeuwarden. Daarom meent spreker, dat
het van belang is aan hot voorstel eenige uitbreiding
te geven later bij de behandeling van het voorstel
van de heeren De Boer en Zandstra zal dit belang
dan nog meer naar voren komen.
Spreker heeft zijn meening in een voorstel be
lichaamd, waarin Burgemeester en Wethouders worden
uitgenoodigd een verordening te ontwerpen, waarin
wordt aangegeven en geregeld de manier, waarop
verhuurd zal worden en de tarieven welke daarbij
gesteld moeten worden. Teneinde hot college nu zoo
veel mogelijk tegemoet te komen wordt het voorstel
nog iets uitgebreid door, vóór een dergelijke veror
dening er is, aan Burgemeester en Wethouders de
bevoegdheid te geven, om tot verhuring onder door
hen te stellen voorwaarden over te gaan. Men heeit
natuurlijk eenigen tijd noodig voor het maken van
een outwerp-verordeuing, daar behoeft men dan niet
op te wachten, maar dan kan het college doen wat
het moot doen.
Sprekers voorstel, dat mede onderteekend is door
den heer Dijkstra, luidt als volgt
„De Raad, van oordeel dat het gewenscht is de
gemeentelokalen, die daarvoor in aanmerking komen,
tegen billijke vergoeding ter beschikking te stellen
voor bijeenkomsten en vergaderingen,
noodigt Burgemeester en Wethouders uit bij den
Raad een ontwerp-verording in te dienen, aangevende
de hiervoor beschikbare lokalen en regelende de manier
van verhuren en de vergoeding voor het gebruik,
en machtigt Burgemeester en Wethouders zoolang
de hierbedoelde verordening nog niet in werking is
getreden, gemeentelokalen onder door Burgemeester
en Wethouders te stellen voorwaarden te verhuren."
Voorts is spreker nog van meening dat, wanneer
zijn voorstel wordt aangenomen, daarmee het punt der
agenda is vervallen. Dan heeft het geen zin meer dat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders in be
handeling komt, omdat Burgemeester en Wethouders
dan reeds de bevoegdheid hebben om ten opzichte
van het verhuren van lokalen te doen wat gedaan
moet worden.
Spreker dient zijn voorstel in.
De heer Fransen vindt dat er in beginsel wel iets
voor de meening van den heer Nijholt is te zeggen.
Tot nog toe is het echter de gewoonte geweest, dat,
wanneer het een of ander lichaam of een vereeniging
een gemeentelokaal noodig had en dit door hem of
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Februari 1920. 79
haar werd gevraagd, de aanvraag in handen werd
gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-
advies, zoodat elk geval afzonderlijk werd beschouwd
zoo ook dit van de Burgerwacht. Wanneer nu de heer
Nijholt het voorstel doet om alle gemeentegebouwen,
voorzoover zij daarvoor in aanmerking komen, voor ver
gaderingen beschikbaar te stellen, dan is dit een ge
heel nieuw voorstel, geheel vreemd aan het onderhavige.
Spreker zou daarop dan ook graag prae-advies willen
hebben voor dat hij zijn stem er aan geeft.
De heer Visser is dezelfde meening toegedaan als
de heer Fransen. Hij meent dat het twee afzonderlijke
voorstellen zijn het voorstel van het college, dat hier
naar voren wordt gebracht en dat beden behandeld
moet worden en het andere voorstel dat alleen met
een heel grooten omweg daarmee in verband staat.
Spreker zou het dan ook wenschelijk achten, dat eerst
het voorstel van Burgemeester en Wethouders en dan
dat van den heer Nijholt aan de orde komt. De heer
Nijholt zegt wel dat wanneer zijn voorstel wordt aan
genomen, daarmede dat van het college vervalt of
wanneer het eerste wordt aanvaard, daarmee het laatste
ook is aangenomen, dat dus het eene een noodzakelijk
gevolg is van het andere, maar toch zou spreker het
wenschelijk achten dat de voorstellen afzonderlijk
worden behandeldeerst dat van Burgemeester en
Wethouders en daarna dat van den heer Nijholt.
De Voorzitter merkt op, dat in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders, waarbij besloten is tot
dit prae-advies, niet de algemeene kwestie, om ook
gemeente-lokaliteiten tegen billijke vergoeding, zooals
het voorstel-Nijholt wil, aan vereenigingen te verhu
ren, ter sprake is geweest, waaruit dus volgt dat
Burgemeester en Wethouders een vrij standpunt in
nemen omtrent die zaak.
Het voorstel, uitgaande van de heeren Nijholt en
Dijkstra is, zooals het is voorgelezen, een punt, vreemd
aan de orde van den dag, het voorstel van Burge
meester en Wethouders is, zooals het hier ligt, gereed
voor behandeling.
Spreker stelt voor het voorstel van de heeren Nijholt
en Dijkstra in handen van Burgemeester en Wethou
ders te stellen om prae-advies. Burgemeester en Wet
houders stellen zich met het uitbrengen van prae-
advies echter op een absoluut vrij standpuntzij wen
schen nu met dit prae-advies niet uitgemaakt te zien
dat alle gemeente-lokalen voor andere vereenigingen
beschikbaar zullen worden gesteld. Spreker zegt ook
niet dat zij het niet zullen doen, maar het college
wenscht zich daaromtrent vrij te houden.
De heer Schaafsma (wethouder) meent na deze toe
lichting van den Voorzitter goed te doen, zijn stem
voor het voorstel van den heer Nijholt te motiveeren.
Toen deze zaak bij Burgemeester en Wethouders
is besproken, heeft spreker zich zijn stem voorbehou
den en hij heeft dit gedaan, omdat hij van oordeel is,
dat wanneer een gemeente-lokaal in huur wordt af
gestaan aan de Burgerwacht afgescheiden van zijn
oordeel daaromtrent, dit dan ten opzichte van elke
andere organisatie of vereeniging dient te geschieden,
die het gebruik vraagt van een gemeente-lokaliteit.
Zijns inziens moet deze zaak dan ook nader onder
de oogen worden gezien. Sprekers conclusie is, dat
wanneer een vereeniging aan het gemeentebestuur
vraagt een gemeente-lokaal ter beschikking te mogen
hebben, waarvoor de gemeente dan huur kan ontvan
gen, dat het gemeentebestuur dan, afgescheiden van
welke richting die vraag komt, deze bevestigend moet
beantwoorden wanneer er gelegenheid voor is.
Dit brengt spreker dadelijk op het standpunt van
den heer Nijholt, dat wil, dat de Raad een algemeene
beslissing neemt, speciaal ten opzichte van het Beurs
en Waaggebouw, dat daar een halve week renteloos
in de stad staat. Wanneer een vereeniging vraagt
om gedurende 1 of 2 dagen in de week tegen beta
ling van huur over een gemeente-lokaal te mogen
beschikken, mag men daar niet afwijzend tegenover
staan, maar dan moet er ook geen onderscheid van
richting worden gemaakt en daarover wenscht ook
spreker een algemeene beslissing. Daarom acht spreker
de tegenstelling, dat de Burgerwacht wèl het recht
verkrijgt, en het voorstel-Nijholt zal gaan om prae-
advies, niet goed. Spreker gelooft dat men meer de
algemeene lijn zal volgen door eerst het voorstel-
Nijholt te behandelen en men eerst hieromtrent be
sluit. Als dit wordt aangenomen, dan zullen Burge
meester en Wethoudors het recht hebben om, zonder
don Raad nog nader te hooren aan verschillende ver
eenigingen, die het vragen, een gedeelte van Beurs
of Waag of andere lokaliteiten in tijdelijke huur af
te staan.
Wanneer dan ook in de eerste plaats het voorstel
van den heer Nijholt in stemming wordt gebracht,
zal spreker zich daarvoor verklaren, maar als dit voor
stel wordt verworpen, is hij ook tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
De heer Nijholt hoeft getracht den algemeenen kant
naar voren te brongen, hij heeft getracht den Raad
op het loyale, het mooie standpunt te krijgen. Als
deze echter wil staan op het standpunt van den Voor
zitter dan staat spreker daar vierkant tegenover en
dan wil hij in de eerste plaats voorstellen, dit punt
aan te houden, zooals het hier ligt. Als het enkel
zaak is om aan de Burgerwacht goedkoop een lokaal
beschikbaar te stellen, dan is spreker daar vlak tegen.
De Raad dient echter in te zien dat men ook met
loyaliteit moet komen tegenover andersgezinden en
dat ook anderen er recht op hebben, als de Burger
wacht dat heeft. Als de Raad echter meent, dat dit
niet kan, dat sprekers voorstel thans niet in behan
deling kan komen, dan stelt hij voor om ook het
voorstel van het college aan te houden.
De Voorzitter zegt, dat de zaak niet anders te be
schouwen is dan gelijk hij reeds eerder heeft ge
zegd de Raad zou zelfs eerst volgens het reglement
van orde moeten beslissen of hij het voorstel-Nijholt
in overweging wil nemen.
Spreker zegt niet dat Burgemeester en Wethouders
er tegen zullen zijn, maar zij wenschen zich op een
vrij standpunt te stollen, spreker voor zich persoonlijk
wenscht ten minste niet een positieve toezegging te
doen. Spreker wil daarmee ook niet zeggen, dat hij
de zaak zoover van zich afzet, maar een positieve
toezegging wenscht hij thans niet te doen, opdat later
niet gezegd zal worden: Ja, Burgemeester en Wet
houders hebben het toen zoo en zoo voorgesteld. Met
een dergelijk voorstel als dat van den heer Nijholt is
uitgemaakt de principieele kwestie, dat gemeente
lokalen aan alle mogelijke vereenigingen in huur zullen
worden gegeven en daar wil spreker maar niet zoo
in eens over beslissen. De kwestie, dat het jammer is,
dat er een paar gemeentelokalen voor een groot deel
van de week leeg staan, zooals door den heer Schaafsma
is opgemerkt, dat is een andere zaak. Het eerste
verzoek om van een gemeente-lokaal gebruik te mogen
maken is echter om prae-advies gezonden en dit is
nu uitgebrachteen uitnoodiging aan Burgemeester
en Wethouders om een ontwerp-verordening in te
dienen, ten aanzien van het verhuren van gemeente
lokaliteiten is dan ook vreemd aan de orde van
den dag.
Den heer IJ. de Vries komt het voor, dat de zaak
op 't oogenblik een beetje duister is gesteld. Als er over