122 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Maart 1920. De Voorzitter doet mededeeling dat Burgemeester en Wothouders, naar aanleiding van wat zij nu gehoord hebben, de opdracht, omschreven in het voorstel-De Boer-Nijholt, aanvaarden. De beraadslagingen worden gesloten. 16. Agenda no. 17). Hot voorstel van den heer Nijholt betreffende de beschikbaarstelling van gemeente wege van lokalen voor bijeenkomsten en vergaderingen en het ontwerpen van eene verordening daaromtrent. Het prae-advies van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt In de vergadering van 24 Februari 1.1., is het vol gende voorstel van den heer Nijholt, na in overweging genomen te zijn, in onze handen om prae-advies gesteld. „De Raad, van oordeel, dat het gewenscht is de gemeentelokalen, die daarvoor in aanmerking komen, tegen billijke vergoeding ter beschikking te stellen voor bijeenkomsten en vergaderingen, noodigt Burgemeester en Wethouders uit, bij den Raad een ontwerp-verordening in te dienen, aan gevende de hiervoor beschikbare lokalen en regelende de manier van verhuren en de vergoeding voor het gebruik, en machtigt Burgemeester en Wethouders, zoolang de bedoelde verordening nog niet in werking is ge treden, gemeentelokalen onder door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden, te verhuren". De bedoeling van dit voorstel is, een algemeene regeling te treffen voor alle daarvoor in aanmerking komende gemeente-localiteiten in den trant van de verordening op het gebruik van schoollocalen voor particuliere lessen. In den trant van, maar zonder de logica daarvan. Deze laatste verordening toch gaat van den gedachtengang uit, dat, waar scholen voor ouderwijs bestemd zijn, zij ook buiten de school tijden voor het doel, waarvoor zij gesticht zijn, aan particulieren kunnen worden afgestaan. Aldus wordt het in deze inrichtingen belegde gemeentelijk ver mogen, in den geest waarvoor het is aangewend, zoo productief mogelijk gemaakt. Geheel iets anders be oogt het voorstel. Het wil ook een algemeene rege ling. maar voor alle „daarvoor in aanmerking komende" lokalen en voor „bijeenkomsten en vergaderingen". Elke handleiding voor Burgemeester en Wethouders, gelijk die neergelegd is in de evengenoemde verorde ning voor het gebruik vau schoollokalen, ontbreekt hier ten eenenmale, moet er ook aan ontbreken, want dit past niet in de economie van het voorstel. Wij kunnen er ons dan ook niet mee vereenigenhet onttrekt beslissingen aan den gemeenteraad, die tot zijn zeggenschap moeten blijven behooren. Voor de praktijk, die in dit opzicht nimmer tot moeilijkheden aanleiding hoeft gegeven, zoodat ook uit dat oogpunt de in diening van het voorstel niet verklaarbaar is, is die onttrekking ook niet noodig, ja zelfs ongewenscht. Het is juister dat in elk voorkomend geval een ver zoek tot den Raad wordt gericht, waarop naar om standigheden wordt beslist. Aldus blijft men eveneens buiten de concurrentie met vereenigingslokalen in de stad. die bij aanneming van het voorstel ongetwijfeld in het leven wordt geroepen. Ons prae-advies strekt derhalve tot verwerping. De beraadslagingen worden geopend. De heer Nijholt zegt dat het prae-advies, zooals dit is gegeven, hem bevreemdt. Daarin wordt gesproken over gemis aan logica, doch spreker heeft den indruk gekregen dat de logica in het prae-advies zelf zoek is. Spreker zal aan de hand van het prae-advies zijn bezwaren naar voren brengen. Daar wordt dan eerst gezegd, dat sprekers voorstel wel een algemeene regeling wil in den trant van het gebruik van school lokalen, maar zonder de logica daarvan. Het gemis aan logica zit dan hierin, dat de schoollokalen worden gebruikt voor onderwijs-doeleinden, terwijl de ge meentelokalen hier bij sprekers voorstel zouden kunnen worden gebruikt voor bijeenkomsten en vergaderingen. Dit is, meent spreker, al een heel zwak argument, 't welk Burgemeester en Wethouders beter achterwege hadden kunnen laten. Welk gemis aan logica ligt er in om het beursgebouw, dat 4 of 5 dagen van de week leeg staat, voor bijeenkomsten te gebruiken Juist het tegendeel is hier het geval, waar er toch steeds geroepen wordt om de productie te verhoogen, om de economie te betrachten. Daar ligt logica in, maar niet als men zegt dat handelsgebouwen enkel moeten worden gebruikt voor handelsdoeleindendat is spelen met woorden. Dan zeggen Burgemeester en Wethouders dat het beter is dat het verhuren van gemeentelokalen niet ont trokken wordt aan de zeggenschap van den Raad, maar dat over elk geval op zichzelf dient te worden beslist. Ook dit is spreker onbegrijpelijk. De Raad heeft tegen woordig genoeg te behandelen, ook nu staan er weer 21 punten op de agenda en als men daar tusschen door dan nog de verzoeken, die van de verschillende vereenigingen zullen inkomen, om gemeentelokalen te mogen huren, zal behandelen en daarover maar immer prae-advies zal moeten worden uitgebracht, dan gelooft spreker, dat de Raad er met do behande ling van de raadszaken niet op vooruit zal gaan. Er is een tijd geweest, dat er telkens in de vergaderingen werd gesproken om vergunning tot het leggen van rails, bijna elke vergadering kwam daaromtrent een punt op de agenda voor en al werd er dan niet lang over gesproken, behandeld worden moest het toch. Terecht is daarvoor een algemeene regeling gemaakt en de uitvoering opgedragen aan Burgemeester en Wethouders. Zoo kan het ook hier. Het lijkt spreker toe, dat de Raad, krijgt het college zijn zin. heel dikwijls de kwestie zal moeten bespreken of hij aan die of die vereeniging een lokaal in huur zal afstaan. Want als dat telkens behandelen wat beteekenen zal, dan zal er ook over gesproken moeten worden, of de lokalen geschikt zijn enz. Spreker gelooft juist, dat het beter is dergelijke kleine dingen van de agenda ie houden, opdat de Raad aan grooter en belangrijker zaken meer zijn aandacht kan wijden. Dan wordt er door Burgemeester en Wethouders gesproken over concurrentie met vereenigingslokalen in de stad. Spreker weet ook niet in welk verband dit argument is genoemd. Wanneer hij toch het prae- advies leest, krijgt hij niet den indruk dat het col lege in beginsel er tegen is om gemeentelokalen aan vereenigingen te verhuren en hij begrijpt dan ook niet, waarom men hier spreekt over concurrentie. Toen de Raad de vorige vergadering aan de Burger wacht onderdak heeft verschaft, is daar toch ook niet over gesproken, terwijl toch voor dat doel ook wel geschikte plaatsen in de stad te huren zijn. Dat is toen echter over 't hoofd gezien. Burgemeester en Wethouders zijn blijkbaar op den principieelen kant niet tegen. Maar waar het hier om gaat is, dat er aan zooveel menschen, die wenschen te vergaderen, onderdak moet worden verschaft wat er niet is. Er zijn hier wel eenige vereenigings lokalen, maar het aantal is veel te klein en daardoor is het huren veel te duur. Wanneer er voor het hu ren van een klein zaaltje voor het houden van een zangrepetitie van 5.tot 20.per avond moet worden betaald, zooals uit een bij do stukken gevoegd adres blijkt, dan zijn verschillende vereenigingen niet in staat om deze bedragen 'te besteden. Dan zijn er Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1920. 123 ook een massa vergaderingen van vakvereenigingen en allerlei soort vereenigingen, die niet in staat zijn op een niet te dure manier aan zalen te komen, dik wijls in het geheel geen geschikte zaal kunnen krijgen. Spreker meent, dat het op den weg der gemeente ligt om te zorgen, dat die vergaderingen kunnen worden gehouden. Hij beschouwt het houden van vergaderingen als een groot gemeentebelang. De ge meente kan nooit te veel doen om het houden van vergaderingen gemakkelijk te maken ze zijn te be schouwen als een stuk cultuur en daaraan mag men geen belemmeringen in den weg leggen. Ook in een ander opzicht is het houden van ver gaderingen van belang. Er wordt tegenwoordig veel gesproken over baldadigheid. Als de gemeente geschikte vergaderlokalen beschikbaar stelt, zal zij het tegengaan der baldadigheid daardoor in de hand werken. Die lokalen zijn er nu niet. En dan is er nog een factorde 8-urendag, die i nog wel niet heelemaal is ingevoerd, maar die toch stiaks algemeen zal worden toegepast. Wil men nu niet dat de arbeiders in hun tijd, die ze over hebben, in de kroeg zullen zitten, dan is het noodzakelijk, dat men gelegenheden schept, waar ze dien tijd wel kunnen doorbrengen. Om al deze redenen heeft spreker het prae-advies niet begrepen. Hij meent dan ook dat er niets tegen is om zijn voorstel aan te nemen. De strekking hier van is niet om alle gemeentelokalen maar aan iedereen in gebruik af te staan, maar de bedoeling is, dat de Raad zich in het algemeen uitspreekt en dat daarnaast dan een verordening in het leven wordt geroepen, die een en ander omschrijft. Spreker meent dan ook dat men de algemeene termen, waarin het voorstel is vervat, niet moet verwerpen. De heer Visser kan zich persoonlijk wel vereenigen met het prae-advies. Zooals de heer Nijholt het voor- stelt zal de gemeente eigenlijk iedereen aldoor de beschikking moeten geven over de gemeentelokalen. Maar wat is er tegen, als de eene of andere organisatie het gebruik van gemeentelokalen vraagt en de Raad daarover telkens beslist? Dat is toch beter dan wat de heer Nijholt wenscht. Het logisch gevolg toch van zijn voorstel zal zijn dat men alle organisaties in de gelegenheid moet stellen van gemeentelokalen gebruik te maken en dat is juist het bezwaar wat spreker er in vindt. Dé heer Nijholt vindt het oneconomisch, dat een gebouw als de Beurs een groot aantal dagen leeg staat, maar het is toch ook lang niet uitgesloten dat de Raad veelal zal beslissen, dat het gebouw aan eenige organisatie kan worden verhuurd. Wordt het voorstel van den heer Nijholt echter aanvaard, dan zal het gebouw voor iedere organisatie of vereeniging, onverschillig van welke politieke of religieuze partij zij is, moeten worden toegelaten. En als Wijnkoop vroeg in de Beurs te mogen spreken, zou men dat dan ook maar goed vinden Spreker komt het voor dat het verhuren der lokalen moet blijven behooren tot de competentie van den Raad, dat deze daarmee meer bereikt dan met een verordening. Spreker vergelijkt de Burgerwacht ook met een geheel ander lichaam dan waar de heer Nijholt ze mee gelijkt stelt. De Burgerwacht is hier wat in Duitsch- land is de „Reichswehr" onder Noske. Zoo'n instelling is een algemeen middel tot verweer, wanneer men langs den weg van gewelddadige revolutie den boel over den kop wenscht te gooien. En dat willen de sociaal-democraten immers ook nietzij wenschen er meer langs evolutionnairen weg er te komen De heer De Boer „zoo gauw mogelijk" De heer Vi3ser ...de „Reichswehr" en de Burger wacht dienen tot bescherming van den Staat en wanneer de gemeente daarvoor lokalen beschikbaar stelt is dit heel iets anders die instelling is niet te vergelijken met eenige politieke inrichting of organisatie. Als de revolutie komt met als doel de dictatuur van het proletariaat, dan komt men voor een overrompeling te staan en dan is de Burgerwacht daar om de Staat daarvan te redden. De vergelijking van den heer Nijholt gaat dus niet op. De heer 0. F. de Vries (wethouder) vindt het voor stel van den heer Nijholt en het prae-advies daarop nog al eenigszins in de ruimte. Men kan er voor en tegen stemmen en met het voorstel of met het prae- advies meegaan, maar de eigenlijke bedoeling van het geheele voorstel ligt opgesloten in wat is gezegd in de eerste alinea„De Raad, van oordeel, dat het gewenscht is de gemeentelokalen, die daarvoor in aanmerking komen, tegen billijke vergoeding ter be schikking te stellen voor bijeenkomsten en vergade ringen." Nu zou spreker het beter vinden, dat de Raad zich te dezen opzichte uitspreekt over een bepaald gebouw, omdat de gebouwen niet zoo ruim zijn, die daarvoor geschikt zijn. Dan zou spreker bijv. willen wijzen op de Beurs, die met heel geringe kosten in orde kan worden gemaakt voor het houden van bijeenkomsten, volksconcerten enz. Wanneer de Raad zich uitspreekt over het houden van vergaderingen en bijeenkomsten in de Beurs dan heeft men iets positiefs bereikt. De heer NijholtAls de partij van Wijnkoop komt om gemeentelokalen te huren en zij houdt zich aan de gewone orde-maatregelen, door Burgemeester en Wethouders te stellen, dan is daar niets tegen. Waarom zouden die menschen niet in gemeentelokalen mogen vergaderen, terwijl de Burgerwacht er haar samen zweringen wel houdt De Voorzitter zegt dat de meening van de meerder heid van Burgemeester en Wethouders is om hier den Raad te laten wat des Raads is. Komt het col lege de bevoegdheden van den Raad te na, dan heeft het dikwijls heel wat te hooren en wenscht het nu den Raad te geven of te laten wat des Raads is dan is het weer niet goed. In de tweede plaats wil spreker niet ontkennen dat het niet goed kan zijn, om voor vergaderingen of bijeenkomsten de beschikking te geven over een gemeentelokaal, maar het college zou daartoe elke beslissing aan den Raad willen laten. En om nu, zooals wethouder De Vries wil, maar in eens te ver klaren dat de Beurs steeds zal openstaan voor het houden van vergaderingen, dat acht spreker nog veel meer in de ruimte dan het prae-advies en het voor- stel-Nijholt zelve. Als dit laatste wordt aangenomen dan zullen Burge meester en Wethouders weer moeten komen met een verordening, dat moet het college doen als het voor- stel-Nijholt, dat de zaak in korte trekken weergeeft, wordt aangenomen, 't Is hier weer dezelfde kwestie als straks met den heer De Vos omtrent marktdag op Goede Vrijdagwordt zooiets aangenomen, dan moet het college komen met een verordening, terwijl daarentegen in het prae-advies de meening van Burge meester en Wethouders kan worden neergelegd. Daar mee is echter niet gezegd, dat op alles wat er inkomt van Burgemeester en Wethouders een afwijzend prae- advies zal komen. Maar hier meent het college wel degelijk dat het de beslissing over ieder afzonderlijk geval bij den Raad moet laten. De beraadslagingen worden gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 10