170 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Mei 1920. 4. Alsvoren tot verhooging van het bij raadsbesluit van 23 Juli 1918 no. 309R/169 toegestaan voorschot voor den bouw van 108 woningen door de woning stichting „Patrimonium" aan den weg Achter de Hoven. Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden behandeld. 5. Alsvoren om aan P. Osinga vergunning te verleenen tot demping van een gedeelte sloot langs den Stien- serweg, voor zoover zijn eigendom aldaar strekt, met overneming van in het tracé van den weg vallende strookjes grond. 6. Alsvoren tot ontbinding van de huurovereen komst, met L. Eigelaar Gzn. aangegaan omtrent het pand Berlikumermarkt, no. 13 en om hen te machtigen over te gaan tot publieke verhuring daarvan. De punten 5 en 6 zullen in een volgende vergade ring worden behandeld. IV. Do Voorzitter wenscht nog namens Burgemeester en Wethouders den Raad te verzoeken, goed te vinden dat Burgemeester en Wethouders gebruik hebben gemaakt van de machtiging, welke zij hadden, om, indien eenig pand voor de gemeente van belang is en dit is te verkrijgen in publieke veiling, het dan voor de gemeente aan te koopen, zonder dat de Raad daarin gemoeid wordt. Van deze bevoegdheid is thans gebruik gemaakt ten opzichte van het pand Nieuwe- buren no. 43, op den hoek van den opgang naar den Wissesdwinger, kadastraal bekend gemeente Leeuwar den sectie C no. 16, groot 40 cA., 't welk is aange kocht voor de som van 1852.97, met inbegrip van de kosten. Spreker wil nu den Raad verzoeken deze daad van Burgomeester en Wethouders goed te keuren. De bedoeling van den aankoop is om het pand, dat precies staat in de versmalling van den opgang, in eigendom te krijgen, om eventueel deze straat te kunnen verbreeden. Dan vragen Burgemeester en Wethouders nog een crediet aan den Raad. In een der vorige vergaderingen is o. a. ook door den heer De Boer opgemerkt, dat met een vormenigvuldigingstoestel, als door hem bedoeld, ten opzichte van verschillende soorten van druk- en typwerk zeer goed werk kon worden geleverd. Het gevolg is dat Burgemeester en Wethouders, die ook toon reeds met een onderzoek bezig waren, thans een crediet vragen aan den Raad tot het aanschaften van een multigraaf. De secretaris en spreker hebben beiden dit toestel in werking gezien, zij hebben ver schillende drukproeven onder de oogen gehad en alles heeft hun volle goedkeuring kunnen wegdragen. En aangezien het drukwerk tegenwoordig zoo verbazend duur is en de kosten daarvan over 1919 al ƒ32,000. hebben bedragen, zullen er op deze wijze verschillende kosten kunnen worden uitgespaard. Voor het bedienen van de multigraaf is noodig één persoon, die speciaal daarmede bekend is. Het is de bedoeling het toestel onder te brengen in het onder- gebouw van het perceel Raadhuisplein no. 30, waar dan een kleine wijziging moet worden aangebracht. Bur gemeester en Wethouders vragen nu voor een en ander een crediet aan van f 4000.en tevens machtiging tot het oproepen van sollicitanten naar de betrekking van typograaf om genoemd toestel te bedienen. Met algemeene stemmen wordt a. goedgevonden de aankoop door Burgemeester en Wethouders van het perceel Nieuweburen no. 43 b. Burgemeester en Wethouders een crediet ver leend tot een bedrag van 4000.voor aanschaffing van een multigraaf en wijziging van de inrichting van het benedengebouw Raadhuisplein no. 30 c. Burgemeester en Wethouders machtiging ver leend tot het oproepen van sollicitanten voor bedie ning van de aan te schaffen multigraaf. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. (Agenda no. 2). Benoeming va7i drie leden der commissie van toezicht op het Lager Onderivijs. In de vacature sub a (vacature A. Engelsman, voort durende door het bedanken van J. E. van Buuren) wordt benoemd J. Feitsma, Emmakade 87, met 21 stemmen. Op A. Engelsman is 1 stem uitgebracht. In de vacature sub b (vacature H. C. Buisman Blok Wijbrandi, voortdurende door de intrekking van de benoeming van mej. A. Oosterling) wordt benoemd mevr. S. H. Pull—de Jong, Nieuwestad 135, met 19 stemmen. Op de dames C. .1. BrouwerGorter en H. C. BuismanBlok Wijbrandi is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. In de vacature sub c (vacature Dr. H. F. Th. Ringnalda, voortdurende door de intrekking van de benoeming van P. van der Molen) wordt benoemd G. Botke, van Asbeckstraat 12, met algemeene (22) stemmen. 2. (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. Al. Q. M. Prins en D. Bakker op hun verzoek eervol ontslag te verleenen als onder- ivijzeres, onderscheidenlijk o?iderwijzer aan gemeente scholen nos. 10 en 6. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3. Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van B. M. Nijveen over te nemen een strookje grond, deel uitmakende van het terrein voor zijn perceel sectie D no. 1583 aan den Harlingersingel. Dit voorstel luidt als volgt Een voorloopig door ons college met den eigenaar van de herberg „de Groene Weide," bij den ingang der stad aan den Harlingersingel gesloten transactie maakt het met Uwe goed keuring mogelijk de toegangen aldaar te verbeteren. De Directeur der gemeentewerken heeft bij zijn brief van 3 October 1919 do plannen daartoe aan ons in gezonden, die in hoofdzaak neerkomen op een ver ruiming van den rijweg, een breeder trottoir aan de oostzijde van den weg en een nieuw trottoir aan den westkant van den Westersingel af tot aan den Har linger straatweg. Voor de totstandkoming van dit laatste is de verkrijging van enkele smalle strookjes grond noodig, gedeelten van het open terrein voor ovengenoemde herberg. De eigenaar daarvan is bereid hiertoe zijne medewerking te verleenen in dezen vorm, dat de gemeente het geheele open terrein vóór de herberg en de aangrenzende huizenrij, kadastraal nos. 960965, voor de som van f 4000.aankoopt onder de nader omschreven bepaling, dat het als standplaats voor rijtuigen voor de herberg in gebruik zal blijven, dat het niet bebouwd en beplant wordt en dat de gemeente de benoodigde strooken voor trottoir-aanleg kan aanwenden. Het belang van de gemeente in deze transactie zit hierin, dat thans en in de toekomst het aanbrengen van verbeteringen, met inachtneming der verplichtingen, die de gemeente bij deze overeenkomst op zich neemt, in deze omgeving beter mogelijk is dan zonder den eigendom van dit terrein. Dit betreft zoowel den aan leg als het gebruik daarvan en het is niet te ont kennen, dat in beiderlei opzicht een belangrijke ver andering ten goede kan worden verkregen. Wij stellen U dus voor te besluiten Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Mei 1920. 171 van B. M. Nijveen, caféhouder en koopman alhier, voor een som van vier duizend gulden in koop over te nemen de plek grond, gelegen aan den Harlinger singel, ter grootte van 6 are 50 centiare, gedeelte van het perceel, kadastraal bekend als huis, stal en erf, sectie D no. 1583 en groot 42 are 35 centiare, welk gedeelte is gelegen ten oosten van de perceelen, kadastraal bekend sectie D nos. 960 tot en met 965, gelijk op de bijbehoorende teekening met zwarte arcure is aangeduid, onder voorwaarde, dat de gemeente Nijveen en zijn rechtverkrijgenden in hun bedrijf van stal- en caféhouder niet zal belemmeren, waaronder is te verstaan, dat het af te stane terrein hem gratis zal worden aangewezen als standplaats voor bij hem te stallen rijtuigen enz., en voorts dat geëerbiedigd wordt de erfdienstbaarheid, dat het te verkoopen terrein nimmer mag worden gebezigd als opslagplaats, terwijl daarop nimmer iets mag worden gebouwd, daargesteld of geplant, hetwelk ook maar in de ge ringste mate het uitzicht van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D. nos. 960 tot met 965, zal kunnen beletten. De beraadslagingen worden geopend. De heer Terpstra zou in den aankoop mee kunnen gaan, maar de voorwaarden welke daarbij gesteld zullen worden, kan hij niet onderschrijven. Hij zou daarom Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven om, indien wordt besloten tot aankoop van het terrein, in het besluit do woorden „onder voorwaarde" en wat dan verder volgt, te schrappen, wijl het niet aangaat het terrein op deze wijze aan te koopen. De heer Oosterhoff kan niet ontkennen, dat hij met groote verbazing dit voorstel heeft ontvangen en gelezen. Zijn verwondering was des te grooter, waar men dit voorstel klaarblijkelijk niet geheel op zichzelf moet beschouwen, maar het in verband moet brengen met de nadere plannen, die men heeft leeren kennen uit het schrijven van den directeur der gemeentewerken, dat bij de stukken was overgelegd. Spreker vraagt hoe het mogelijk is, dat oen Dagelijksch Bestuur, dat den financieelen toestand der gemeente kent, met dergelijke plannen en voorwaarden bij den Raad kan komen. Het college weet immers ook dat er plannen in bewerking zijn om gemeenten, die al te roekeloos met hunne middelen omspringen, van rijkswege onder curateele te stellen. Deze koop toch is absoluut on- noodig en naar sprekers oordeel is het stukje grond voor den prijs van 4000.bovendien veel en veel te duur, terwijl het voor de gemeente absoluut waarde loos zal zijn en met deze voorwaarden nooit eenige beteekenis voor haar kan krijgen. De heer Terpstra wil die voorwaarden schrappen, maar dan komt van den koop natuurlijk niets terecht. De grond is voor de gemeente absoluut waardeloos, ook voor de uit voering van de andere plannen, omdat men er niet vrij over kan beschikken. Het eenige wat men noodig heeft is een strookje van geringe oppervlakte en D/2 M. breedte. Bovendien komen spreker die plannen op zichzelf totaal onnoodig voor. Hij kan zich voor stellen dat een gemeentebestuur, dat baadt in zijn geld, hier en daar wat tracht te verfraaien, maar niet, dat men dit doet, waar men het geld voor andere zaken zoo dringend noodig heeft. En de toestand bij de Vrouwenpoort is nog niet zoo, dat men ten behoeve daarvan dergelijke uitgaven mag voteeren. Op die gronden kan spreker dan ook onmogelijk zijn stem aan het voorstel geven. De heer Dijstra kan volstaan met zich volkomen aan te sluiten bij het betoog van den heer Oosterhoff. Het schijnt hem ook toe dat de gemeente op deze wijze slechts denkbeeldig eigenares wordt van het stukje grond en dat men er ten slotte toch niets aan heeft, waarom spreker niet mot het voorstel mee gaat. De Voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan. De heer Terpstra zegt toch een voorstel te hebben gedaan. Als geschrapt wordt, wat in het voorstel onder de voorwaarden staat, dan zal sprekers fractie voorstemmen, maar blijven deze voorwaarden er aan verbonden, dan stemt sprekers fractie onverbiddelijk tegen. De Voorzitter meent haast wel zeker te weten dat, indien de voorwaarde vervalt, de koop daarmee ook zal vervallen. Wat trouwens ook heel logisch is. Het staat vrijwel vast dat de koop vervalt, indien de voorwaarde niet door de gemeente wordt goaccepteerd. Spreker wenscht nu eerst het voorstel van Burge meester en Wethouders in stemming te brengen. De heer Fransen: Krijgen we niet een kleine ver dediging van het voorstel van Burgemeester en Wethouders van den kant van den wethouder? De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan wel met een paar woorden de zaak toelichten. Wanneer de gemeente dat stuk grond nu niet in handen krijgt, zal het in handen van verschillende particuliere eigenaren overgaan, waar men dan den last van ondervindt als later daar de toestandon moeten worden verbeterd. De heer Oosterhoff acht dit niet van belang, maar spreker gelooft, dat hier een van de belang rijkste verkeerswegen van de stad langs loopt, het bovendien thans een heel gevaarlijk punt is en het daarom van groot belang is dat de gemeente het stuk grond in handen krijgt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt verworpen met 19 tegen 3 stemmen. "Vóór stemmen: de heeren O. F. de Vries, Berghuis en Nijholt. Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Van Weide ren baron Rengers, Van der Werff, Zandstra, Oosterhoff, Tiemersma, Tulp, Fransen, Terpstra, Dijstra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, mevrouw BosuijenLinde boom, de heeren Visser, De Vos, Postma, Jansen, IJ. de Vries, De Boer en Collet. 4. (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening van het raadsbesluit van den 10/24 Februari l.l. no. 74jR10lRj37, inzake ruiling van grond met de Woningvereeniging „Leeuwarden'' en dat van 9 Maart l.l. no. 130R/55 tot verhuring van lande rijen nabij den Westervijver. Dit voorstel luidt als volgt: Bij besluit van Uwe vergadering van 10/24 Februari 1920, no. 74101R/37 werd onder B besloten met de woningvereeniging „Leeuwarden" te ruilen de gedeelten van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeu warden sectie D nos. 340, 1022 en 1023, ter grootte van 29230 M2.; tegen het perceel sectie D no. 267 van de vereeniging, groot 33195 M2., als op eene teekening aangegeven, met bepaling, dat deze ruiling zou plaats hebben naar de tegenwoordige werkelijke waarde, vast te stellen door twee van weerszijden te benoemen deskundigen, die, zoo noodig, een derden deskundige benoemen en bij hunne taxatie rekening

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 2