208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1920.
de gemeentekas kan men het dan niet beter geven
als subsidie, waardoor men de mogelijkheid heeft om
daarvan een deel van het Rijk terug te krijgen
De heer Berghuis (wethouder) wil den Raad verzoeken,
niet te diep op dit onderwerp in te gaan, omdat het
college toch binnenkort met een voorstel komt om
den rentestand hooger op te voeren. Den heer Nijholt
kan spreker echter wel antwoorden, dat het goedkooper
is, dat de gemeente bij blokbouw eenvoudig aanvullings
hypotheek geeft naar een rentetype van 4 1/a °/0, dan
dat er allerlei aanvragen komen om een fonds-perdu.
Vandaar, dat het van belang is, dat men den minimum
rentestand houdt. Hier wordt enkel gevraagd, dat het
college hooger kan gaan dan 4x/2 en zoo gauw
mogelijk komt het dan met een voorstel, dat een
algemeene leiddraad zal geven.
De heer Dijstra Is er al eens een aanvraag binnen
gekomen op die manier, n.l. voor één woning
De heer Berghuis (.wethouder)Meer dan eens.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) acht het ook
niet den tijd om hierop in te gaan, maar meent, dat
de zaak niet goed wordt begrepen. De hypotheek-
verleening is ongelimiteerd; er is geen grens gesteld
voor de woningen of voor het inkomen en dat schept
eigenaardige dingen. Zoodoende zal men, voor welke
huizen dan ook, als er een aanvraag binnen komt,
hypotheek moeten verleenen tegen een rente van
+/a waardoor dan ook eigenlijk een huurtoeslag
wordt gegeven. Dat moet worden voorkomen en dit
te veranderen is de bedoeling.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 Agenda no. 2). Benoeming van een lid der com
missie voor het gemeentelijk tehuis voor dakloozen vacature
mevrouw Von WeyrotherFeitz).
Met algemeene (22) stemmen wordt benoemd mevrouw
A. de VriesLouwmans.
2 (Agenda no. 3). Benoeming van een stadsarts
voor het tijdvak 1 Juli 19201 Juli 1923 (vacature
M. Rozenberg).
Wordt benoemd Dr. H. R. Gerbrandy met 21 stem
men. Er is 1 biljet blanco ingeleverd.
3 Agenda no. 4). Benoeming van een onderwijzeres
aan gemeenteschool no. 6 (vacature mej. A. C. Oostmeijer).
Wordt benoemd mej. T. Lachniet te Laren met
19 stemmen.
Op mej. Terhenne zijn 2 stemmen, op mej. Freerkstra
is 1 stem uitgebracht.
4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de balans en de winst
en verliesrekening der gemeentelijke gasfabriek,dienst 1919.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan P. Osinga vergunning te verleenen
tot demping van een gedeelte sloot langs den Stienserweg,
voor zoover zijn eigendom aldaar strekt, met overneming
van een in het tracé van den weg vallend strookje grond.
Dit voorstel luidt als volgt
In verband met het raadsbesluit van 7 Juli 1914
no. 250r/125, waarbij voor den Stienserweg een
rooilijn is vastgesteld, moeten, ten einde een voldoende
breedte voor dien weg te verzekeren, op den duur de
hekken, die de afscheiding vormen tusschen den weg
en de erven, die voor de huisjes liggen, op een
afstand van 10 M. uit de as van den weg worden
geplaatst. Een adres van P. Osinga alhier, d.d. 21
Februari 1.1., waarbij deze op grond van een voor
genomen verbouwing van perceel D no. 573 aan den
Stienserweg vergunning verzoekt tot het dempen van
de hiervoor gelegen sloot, is aanleiding geweest om
met adressant te onderhandelen over het overnemen
van een strook grond, grenzende aan den wegons
college is met hem overeengekomen dat, indien aan
adressant vergunning wordt verleend de sloot, die
voor de helft aan de gemeente behoort, te dempen, hij
het hek tusschen dit perceel en perceel D no. 1615,
dat hem eveneens toebehoort, eenerzijds en den
Stienserweg anderzijds zal plaatsen op een afstand
van 10 M. uit de as van den weg en de daardoor
aan den wegkant vrijkomende strook grond aan de
gemeente zal overdragen voor 1.Daartegenover
is adressant in uitzicht gesteld, dat te zijner tijd op
kosten van de gemeente langs de hekjes een goot
zal worden gemaakt van waalstraatklinkers.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
I. aan P. Osinga vergunning te verleenen tot het
dempen van de sloot voor het perceel sectie D no.
573 onder de volgende voorwaarden
1. dat de demping geschiedt met zand of goeden
grond en overigens op de wijze bij artikel 74bis der
Bouwverordening voorgeschreven, een en ander ter
beoordeeling van den Directeur der Gemeentewerken;
2. dat op de scheiding tusschen adressants
eigendom en dat der Gemeente na de demping, ter
plaatse door den Directeur der Gemeentewerken te
bepalen, doch uiterlijk op 10 M. uit de as van den
Stienserweg door adressant een ijzeren hek wordt
geplaatst, waarvan de teekening en samenstelling
door Burgemeester en Wethouders moeten worden
goedgekeurd
3. dat op eerste aanzegging van het gemeente
bestuur het hek voor perceel sectie D no. 1615 tot op
10 M. uit de as van den Stienserweg moet worden
teruggeplaatst
4. dat op kosten van adressant de plaats in
overleg met den Directeur der Gemeentewerken te
bepalen in de aldaar van gemeentewege te leggen
goot een ijzeren kolk volgens gemeentemodel wordt
geplaatst en met cementbuizen van 15 cM. wijdte
aan het hoofdriool in den Stienserweg wordt aan
gesloten.
II. van P. Osinga voornoemd in eigendom over
te nemen de strook grond welke, bij inachtneming
van het onder I sub 3 bepaalde, overblijft tusschen
den Stienserweg en het afscheidingshek van het
perceel sectie D no. 1615, ter grootte van 14 M2.,
voor den prijs van 1.een en ander volgens de
bij dit besluit behoorende teekening.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1920. 209
6 Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan het circus Corty Althoff ten behoeve
van het geven van voorstellingen gedurende 8 a 10
dagen in September of fen October 1920 een gedeelte van
het Wilhelminaplein in gebruik af te staan.
Dit voorstel luidt als volgt
Het circus Corty Althoff te Munster in Westfalen
heeft zich tot ons gewend met het verzoek, om in
September of October 1920 voor 8 a 10 dagen een
standplaats voor een tent te mogen ontvangen, teneinde
hier voorstellingen te geven. Het is bereid als pacht
de som van ƒ225.per dag te betalen. Uit een oogpunt
van politie bestaan bij den Commissaris van Politie geen
bezwaren het verzoek toe te staan en daarvoor het Wilhel
minaplein aan te wijzen. Wij zijn met Althoff omtrent
de voorwaarden, waarop wij aan U een voorstel zouden
doen om het verzoek in te willigen, tot overeen
stemming gekomen. De aanvrager stelt er prijs op,
dat vóór zijn komst in 1920 aan geen ander circus
terrein zal worden afgestaan om in Leeuwarden
voorstellingen te geven het lijkt ons billijk daaraan
te voldoen.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de
eer U voor te stellen te besluiten
aan het circus Corty Althoff te Munster in West-
falen voor het geven van circus-voorstellingen
gedurende 8 a 10 dagen in de maanden Sep
tember of/en October 1920, de juiste dagen
nader door Burgemeester en Wethouders aan te
geven, af te staan een door dat college aan te
wijzen gedeelte van het Wilhelminaplein tegen een
pachtsom van 225.per dag, onverminderd de
verschuldigde belastiDg op tooneelvertooningen en
openbare vermakelijkheden, onder verplichting, dat voor
het jaar 1920, uiterlijk tot het eindigen der voor
stellingen van het circus Althoff, aan geen ander
circus een standplaats op gemeenteterrein wordt
verleend tot het houden van voorstellingen en overigens
op door Burgemeester en Wethouders te stellen
voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7 (Agenda no. 8). Prae-advies van Burgemeester en
Wethouders op het adres van de woningstichting „Patri
monium" om steun voor den bouw van 18 woningen en
een winkelhuis op een terrein nabij den weg Achter de
Hoven (bijlage no. 21).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra zou willen vragen, wanneer het
rapport openbaar wordt van het onderzoek, dat destijds
is ingesteld. Daar hoort men maar niets van, de
tweede aanvraag is hier nu al en nog nooit heeft de
Raad kennis genomen van dat rapport. En dan wil
spreker nog vragen, of het beheer van de zaak weer
op denzelfden voet wordt voortgezet als den vorigen
keer.
De heer Dijstra onderschrijft in zooverre datgene,
wat door den heer Terpstra naar voren is gebracht,
dat het ook hem bevreemdt, dat dit rapport zoo lang
op zich laat wachten. Maar spreker onderschrijft niet
de conclusie, welke de heer Terpstra daaraan vast
knoopt als hij zegt: wordt het beheer weer op de-
zolfde wijze gevoerd als den vorigen keer heeft plaats
gehad. In den Raad is toen wel gezegd, dat het be
heer niet juist was, maar men zal juist met een derge
lijke conclusie moeten wachten tot het rapport in den
Raad isdan eerst kan men zeggen of het beheer
op dezelfde wijze wordt gevoerd, vooral, omdat een
dergelijke opmerking voor de betrokkenen nu juist
niet van de aangenaamste soort is. De opmerking
van den heer Terpstra is dus slechts ten deele juist.
De heer Terpstra begrijpt dit niet. Destijds heeft
men hierover toch ook de discussiën in den Raad ge
had en nadien is nog niet bewezen, dat de bewerin
gen van destijds onjuist zijn. Als het destijds juist
was, dan zou dit voor spreker een bezwaar zijn, om,
als de zaak op dezelfde wijze werd beheerd, dezen
steun toe te staan, maar als blijkt dat dit op eon
andere wijze geschiedt, dan zal spreker er direct voor
stemmen.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan volkomen
begrijpen dat naar aanleiding van deze steunverlee-
ning wordt gevraagd naar de kwestie met de bouw-
vereeniging „Patrimonium". In een van de volgende
vergaderingen zal echter het bedoelde rapport worden
uitgebracht. Burgemeester en "Wethouders hebben
natuurlijk bij dit voorstel ook met die vorige zaak
rekening gehouden en spreker kan wel de verklaring
afleggen, dat dergelijke dingen niet weer zullen ge
beuren. Spreker wil hiermee niet spreken over fraude
of iets dergelijks, maar wat is voorgevallen zal zich
niet weer voordoen. Het was misschien beter geweest
om met dit voorstel te wachten tot het rapport is
uitgebracht, maar om den woningbouw te bespoedigen
is het college hier nu mee in den Raad gekomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van de Commissie voor
het ontwerpen van strafverordeningen tot vaststelling van
een verordening op het gewicht in de samenstelling van
het brood Broodverordeningenz. (bijlage no. 18).
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer zou even een algemeene vraag
willen stellen naar aanleiding var deze verordening.
Over het geheel genomen kan spreker wel in de
daarin opgenomen bepalingen meegaan, maar hij is
bang dat er ernstige bezwaren zullen zijn verbonden
aan het constateeren van het vergrijp of eigenlijk niet
van het vergrijp maar ten opzichte van de bepaling
wie de overtreding heeft begaan. Het is toch alge
meen bekend dat in Leeuwarden de regeling geldt,
dat de broodkarrijders het brood koopen van de bak
kers. De venters zijn niet met de samenstelling van
het brood bekend 't is de vraag of de bakkers
zelf dit wel altijd zijn maar dat kan spreker buiten
bespreking laten. Maar als het brood wordt verkocht
door den broodkarrijder, die niets van de samenstel
ling weet, is die dan strafbaar of is het de bakker?
Dan doet zich nog altijd de moeilijkheid voor van
welken bakker het brood is betrokken. Als hierin
geen voorziening wordt getroffen, dan kan het tot
moeilijke procedures leiden.
De Voorzitter zegt dat naar zijn oordeel èn bakker
èn broodkarrijder allebei strafbaar zijn. Ze verkoopen
toch het brood allebei. Spreker geeft volkomen toe,
dat de regeling hier zoo is als de heer De Boer zegt;
de broodkarrijders vormen een tusschenhandel op zich
zelf tusschen den bakker en het publiek. Er is echter
niet veel anders mogelijk, dan, zooals de heer De
Boer voorziet, diegenen te treffen, die op het moment