284 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920. 285
Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli.
De heer Oosterhoff hoort van de tafel van Burge
meester en Wethouders dat het eigenlijk een logisch
gevolg is van het eerst aangenomen gedeelte van het
amendement-Dijstra, dat het college met het geheele
amendement meegaat. Spreker vraagt of dat wel juist
is. Hetzelfde bezwaar moet spreker maken tegen het
houden van een tweede lezing om regelmaat in den
chaos te brengen. Dat moet nu de Raad zelf maar
weten, hij heeft de volledige lijsten van de personen
gehad. De verantwoording komt nu ook geheel voor
den Raad. Als Burgemeester en Wethouders meenen
dat de door hen voorgestelde salarissen moeten worden
gegeven, is er absoluut geen reden voor hen om mee
te gaan met een der amendementen. Kon men de
andere salarissen niet overzien, dan was het anders,
maar nu de Raad het volledig overzicht, dat gegeven
is, willens en wetens verdringt is er voor het college
geen enkele reden om in de amendementen mee te
gaan en evenmin is het noodig dat er nog een tweede
lezing gehouden wordt, tenzij het is tweede lezing
om een fout te herstellen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement Dijstra c.s. wordt met 16 tegen
5 stemmen aangenomen, waarna het salaris van den
tweeden klerk van het electriciteitbedrijf dienover
eenkomstig wordt vastgesteld.
Vóór stemmende heeren Dijstra, Zandstra, Tulp,
Visser, Lautenbach, Van der Werff, Dijkstra, Terpstra,
Nijholt, De Boer, Jansen, Collet, O. F. de Vries,
Postma, Borghuis en IJ. de Vries.
Tegen stemmen de heer Oosterhoff, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Vos. Van
Weideren baron Rengers en Schoondermark.
Tweede klerk-magazijnmeester Electriciteitbedrijf.
De VoorzitterHet voorstel van Burgemeester en
Wethouders is 1500.— tot 1800.—, dat van den
heer Jansen 1600.tot 1900.
Het amendement van den heer Jansen wordt niet
ondersteund en is dus vervallen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Jansen vindt het heel eigenaardig dat
zijn amendement-salaris 2e klerk magazijnmeester
niet wordt ondersteund. Zooeven is aangenomen dat
het salaris van een gewonen tweeden klerk 300.
bij het voorstel van het college is vooruitgebracht en
nu is sprekers bezwaar dit, dat hiermee eigenlijk het
salaris van den tweeden klerk-magazijnmeester 300.
wordt teruggebracht.
De heer Dijstra ondersteunt thans het amendement-
Jansen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement-Jansen wordt met 14 tegen 7
stemmen aangenomen, waarna het salaris van den
tweeden klerk magazijnmeester van het electriciteit
bedrijf dien overeenkomstig wordt vastgesteld.
Vóór stemmen de heeren Dijstra, Zandstra, Visser,
Lautenbach, Van der Werfï, Dijkstra, Terpstra, Nijholt,
De Boer, Jansen, Collet, O. F. de Vries, Postma en
IJ. de Vries,
Tegen stemmen de heeren Oosterhoff, Tulp,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De
Vos, Van Weideren baron Rengers, Berghuis en
Schoondermark.
De salarissen van den opzichter, den opzichter
teekenaar, den gasmeester en den cheffitter van de
gasfabriek worden overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Eerste klerk Gasfabriek.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen
voor 1800.tot ƒ2300.de heer Jansen 2100.—
tot 2600.
Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund
en is dus vervallen.
Het salaris van den eersten klerk der Gasfabriek
wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders vastgesteld.
Tweede klerk Gasfabriek.
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen
voor 1200.tot ƒ1500.de heer Jansen 1500.
tot 1800.en de heer Dijstra c.a. 1500.tot
1800.met jeugdregeling.
Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund
en is dus vervallen.
Het amendement-Dijstra c.s. wordt met algemeene
stemmen aangenomen, waarna het salaris van den
tweeden klerk der Gasfabriek dienovereenkomstig
wordt vastgesteld.
Eerste Opzichter Gemeentereiniging.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen
voor 2000.tot ƒ2500.de heer Jansen 2100.
tot 2600.
Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund en
is dus vervallen.
Het salaris van den eersten opzichter der Gemeente
reiniging wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Tweede Opzichter Gemeentereiniging
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen
voor 1700.tot ƒ2000.de heer Jansen 1900.
tot 2400.
Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund en
is dus vervallen.
Het salaris van den tweeden opzichter der Gemeente
reiniging wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
De salarissen van den boekhouder der Gemeente
reiniging, den gemeenteveearts, den directeur der
gemeentewerken en den gemeentelijken inspecteur
van het woningtoezicht worden achtereenvolgens
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders vastgesteld.
Hoofdopzichter Gemeentewerken.
De Voorzitter memoreert dat Burgemeester en
Wethouders zooals nader is medegedeeld, thans voor
stellen, dit salaris te bepalen op 3500'tot 4000.
Het salaris van den Hoofdopzichter der Gemeente
werken wordt overeenkomstig het nader voorstel van
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Eerste en tweede opzichter en teekenaar Gemeentewerken.
De VoorzitterHierop zijn verschillende amende
menten, die in eens behandeld kunnen worden.
Spreker doet mededeeling van den inhoud der
amendementen van de heeren Schaafsma en O. F.
de Vries en van de heeren Dijkstra en Terpstra.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra zegt dat dit amendement, wat
betreft het technisch personeel, eenige nadere toelichting
behoeft. Toen de zaak in de commissie kwam bestond
de benaming eerste en tweede opzichter niet. De
betrokken personen zijn toen gehoord en het bleek
dat er een deel der opzichters af en toe in een werkkring
wordt gezet, die niet overeenkomt met dien der
andere opzichters. Zij moeten n.l. te allen tijde klaar
staan voor het werk in de stad, zoowel bij nacht, op
Zondag of wanneer dan ook. De commissie meende
nu deze opzichters tegemoet te komen en een uitweg
te vinden, door ze eersten opzichter te noemen en wat
hooger salaris toe te kennen.
Later bleek echter dat men eigenlijk bij de betrokken
personen heelemaal geen tweeden opzichter kende,
omdat ze eigenlijk allemaal wel buiten hun werktijd
kunnen worden opgeroepen en zoodoende alle eerste
opzichters moesten zijn. Bovendien kan deze onder
scheiding en positie voor die menschen in verband
met sollicitaties tot moeilijkheden leiden. Spreker
zegt daarom ook juist de verhouding tot het parti
culiere bedrijf hieraan te hebben vastgeketendde
gemeente zal toch de goeden willen bewaren. Hij
heeft daarom ook voorgesteld deze drie soorten van
ambtenaren allen technische ambtenaren te noemen
en hen eenzelfde salaris toe te kennen. Hij gevoelt
echter nog altijd voor datgene, waarvoor hij in de
commissie heeft gestemd. Een paar opzichters zullen
door hunne meerdere werkzaamheden wel iets worden
benadeeld, maar dit ware te voorkomen door hun
een gratificatie toe te kennen. De directeur kan dan
wel een overzicht geven van de zaak en dan beoor-
deelen waarop ze recht hebben.
Spreker beveelt het amendement van den heer
Dijkstra en hem in de gunst van den Raad aan.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) wil den Raad
ernstig aanraden in te gaan op het voorstel Terpstra
Dijkstra of op dat van den heer Schaafsma en spreker,
dat daaraan bijna gelijk is. Anders voorziet spreker
dat de gemeente geen enkelen opzichter overhoudt,
omdat de zaak zoo gesteld is dat er hooger loonen
worden gegeven in andere gemeenten en in het par
ticulier bedrijf. Spreker wil er daarom nogmaals op
aandringen het amendement toch vooral aan te nemen,
anders houdt men de opzichters hier niet.
De heer Berghuis (wethouder) licht ten opzichte
van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
toe, dat in het college de wensehelijkheid is gevoeld
om, waar het aantal opzichtersbij de steeds meerdere
uitbreiding van het bedrijf hoe langer hoe grooter
wordt, een tweetal eerste opzichters te benoemen. Dat
is de belangrijkste overweging geweest, de uitbreiding
van personeel* nog meer dan de meer algemeene
werkzaamheden van sommigen.
Wat de salaris-kwestie betreft, dat is een kwestie
van meer of minder.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) hoort dat de
heer Berghuis het een kwestie van meer of minder
noemt. Dat is het ten slotte altijd. Maar het betreft
bij zoo'n bedrijf ook de kwestie of het een goed amb
tenaar is of niet. Dan blijft het voor den Raad niet
een kwestie van meer of minder, doch de vraag of
men de goede opzichters wil behouden. Men moet
om die reden dan ook besluiten het salaris van
2600.tot 3100.aan te nemen.
De heer Dijstra zegt, dat de Raad hier telkens
voor moeilijke kwesties wordt geplaatst, waarover hij
zich geen oordeel mag aanmatigen, omdat het terrein
eigenlijk heelemaal vreemd voor hem is. Spreker moet
dan ook eerlijk zeggen, dat hij zich persoonlijk niet
betrouwbaar over deze kwestie kan uitspreken. Bij
een dergelijk geval moet dan ook eenvoudig den door
slag geven het advies van den man, die de verant
woording voor zijn rekening neemt en ter zake kundig
is, hier vertegenwoordigd in de persoon van den Wet
houder van Openbare Werken. Uit dien hoofde en
op die gronden zal spreker het advies volgen van
den Wethouder van Openbare Werken en voor het
amendement DijkstraTerpstra stemmen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement-DijkstraTerpstra wordt met 14
tegen 7 stemmen aangenomen, waarna het salaris
van de technische ambtenaren (eerste en tweede op
zichter en teekenaar in het voorstel van Burgemeester
en Wethouders) dienovereenkomstig wordt vastgesteld.
Vóór stemmen de heeren Dijstra, Zandstra, Visser,
Lautenbach, Van der Werft, Dijkstra, Terpstra, Nijholt,
De Boer, Jansen, Collet, O. F. de Vries, Postma en
IJ. de Vries.
Tegen stemmende heeren Oosterhoff, Tulp, me
vrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Vos,
Van Weideren baron Rengers, Berghuis en Schoon
dermark.
Het amendement Schaafsmade Vries wordt inge
trokken.
Boekhouder Gemeentewerken.
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen
voor 2800.tot 3100.—, de heeren Terpstra en
Dijkstra 3000.— tot 3500.
De heer Berghuis (wethouder) merkt op, dat dit
amendement verband houdt met dat van den boek
houder der lichtbedrijven, welk laatste amendement
is verworpen.
Het amendement-DijkstraTerpstra wordt verwor
pen met 13 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Dijstra, Zandstra, Dijk
stra, Terpstra, Nijholt, De Boer, Collet en O. F. de Vries,
Tegen stemmen de heeren Oosterhoff, Tulp, Visser.
Lautenbach, Van der Werff, Jansen, mevrouw Buis
manBlok Wijbrandi, de heeren Postma, De Vos,
Van Weideren baron Rengers, Berghuis, IJ. de Vries
en Schoondermark.
De heer Dijstra merkt op, dat hij zich bij het uit
brengen van zijn stem vergist heeft.
Het salaris van den boekhouder der Gemeente
werken wordt overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders vastgesteld.
Adjunct-commies Gemeentewerken.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen