300 Verslag van de handelingen van den
De heer Oosterhoff gevoelt in tegenstelling met de
beide voorafgaande sprekers voor het voorstel een
groote sympathie. Hij veronderstelt toch dat van den
bouw van een nieuw ziekenhuis in de eerste jaren
niets kan komen dat kan eenvoudig niet, omdat een
nieuw ziekenhuis, dat aan de eischen zal voldoen, wel
een millioen zou moeten kosten. Van de bestaande
inrichting moet men dus trachten te maken, wat er
van te maken is en nu acht spreker deze oplossing
een buitengewoon gelukkige. De inrichting op zichzelf
is nog niet zoo min, als men wel eens doet voorkomen.
Spreker kan zelfs verzekeren dat de operatiezaal zeer
goed is. Alleen het gebrek aan ruimte is een groot
bezwaar en daaraan wordt nu buitengewoon goed
tegemoet gekomen. Er komen nu twee zalen beschik
baar en er worden 4 veranda's voor de herstellenden
bijgebouwd.
Het bezwaar van den heer Lautenbach, dat de zusters
die geen dienst hebben, niet in het gebouw zijn, deelt
spreker niet. Hij vindt dat juist heel goed, de zusters
komen dan eens uit de ziekenhuis-omgeving. En er
wordt tegenwoordig juist naar gestreefd om de zusters
te doen verblijven in zusterhuizen en in een andere
omgeving, wanneer ze rust hebben. De afstand van
het zusterhuis tot het ziekenhuis is bovendien ook
zoo groot niet, dat men zoo noodig niet te hulp kan
komen.
Spreker heeft werkelijk het voorstel met groote
instemming gelezen. Den heer Fransen geeft hij toe,
dat het niet de goede methode van werken is om
telkens met nieuwe voorstellen te komen zonder een
algemeen plan, gelijk door hem bij de begrooting reeds
uitvoerig is betoogd, maar dit zal spreker toch niet
weerhouden om thans voor dit voorstel te stemmen.
Den heer Nijholt is het plan gedeeltelijk symphatiek.
Wat betreft de verbouw van het ziekenhuis, dit is een
groote verbetering met betrekkelijk kleine kosten.
Ten opzichte van den verbouw van' het pand Ossekop
heeft spreker gevraagd krijgt men er wel waar voor
zijn geld Men besteedt toch aan een oude kast voor ver
bouw ruim f 37000.Nu de heer Lautenbach komt met
de idee, dat de verpleegsters zelf voor een kosthuis
zullen zorgen spreker weet niet of het kan in ver
band met den dienst en of het meer gedaan wordt
stelt spreker zich toch voor dat dit goedkooper zal
uitkomen dan een dergelijke verbouwing. Hij zou
daarom willen vragen of Burgemeester en Wethouders
ook hun gedachten hebben laten gaan of er nog niet
een goedkoopere manier is om de zusters een goed
onderdak te verschaffen.
Het gebouw is niet te luxueus, maar de kosten zijn
te hoog, vooral, omdat men een oud ding als dit
gebouw geheel uit zijn verband gaat halen.
De heer Dijkstra kan wel verklaren dat, toen hij
de stukken in handen kreeg, hij er op het eerste ge
zicht net over dacht als de heeren van de overzijde.
Zijn grootste bezwaar was, dat een oplossing als deze
oorzaak kon zijn, dat de model-ziekeninrichting, waar
Leeuwarden groot gebrek aan heeft, in 't geheel niet
komt. Na echter de zaak van alle kanten te hebben
bezien, kwam spreker tot de conclusie, dat er niet
een andere weg op is, omdat men nu een toestand
heeft, die betrekkelijk onhoudbaar is er is veel te
weinig ruimte. De heer Fransen kan gemakkelijk
zeggen, dat hij bij de debatten over het abattoir de
ziekenhuiskwestie heeft aangeroerd. Maar het is spreker
gebleken hij heeft daarover met den directeur van
het ziekenhuis gesproken en ook in verschillende be
richten van de bladen is het bevestigd dat de
kosten van een nieuw ziekenhuis per bed komen op
f 10000.Bouwt men dan een dergelijke inrichting
te Leeuwarden en zal deze ook van eenige beteekenis
van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1920.
zijn voor de provincie wat bij het Diaconessenhuis
ook het geval is, omdat er in den regel meer patiënten
van buiten komen dan uit de stad dan zal zoo'n
ziekenhuis omstreeks 2 millioen moeten kosten. Deze
kosten zijn niet gering en omdat zulks nu toch direct
niet mogelijk is, is dit voor spreker een reden om
voor dit voorstel te stemmen. Als de zaak er niet zoo
voor stond, dan zou spreker op grond, dat men kon
denken door het goed inrichten van de onderzaal van
het ziekenhuis den bouw van een nieuwe inrichting
te voorkomen, tegen stemmen. Hij meent nu echter
dat het beter is, in het belang van de oogenblikkelijke
verbetering en ook in het belang der zusters, met dit
voorstel mee te gaan.
De heer IJ. de Vries heeft het voorstel ook met
zeer gemengde gevoelens ontvangen. Er is hier ge
sproken dat een goed ziekenhuis een 2 millioen zou
moeten kosten, 't Is misschien mogelijk, maar als
spreker niet heelemaal foutief is ingelicht dan is een
zoo groot ziekenhuis hier absoluut niet noodig, omdat
van den minister een nieuwe bepaling zal komen, in
verband met de ziekteverzekeringswet, dat over de
provincie meer ziekenhuizen moeten worden gebouwd.
Dan kunnen de patiënten daar worden ondergebracht,
behoeft Leeuwarden niet te voorzien in ruimte voor
de geheele provincie en kan de gemeente het dus
met kleiner inrichting doen.
Als men dan hoort dat het pand van Alberda op
den hoek van den Grachtswal voor 75,000.en
misschien wel voor minder te koop is, een pand
waar veel ruimte bij is en wat een veel betere ge
legenheid zou zijn, terwijl de voorgestelde verbouwing
een halve ton en een nieuw ziekenhuis veel meer zal
kosten, dan zou spreker zeggen neem dan een der
gelijk pand en laat de verbouwing daarvan desnoods
een paar ton meer kosten, dan is men er ten minste
af. Spreker veronderstelt toch dat, wanneer hij goed
is ingelicht omtrent de voorstellen van den minister,
een groot ziekenhuis niet behoeft te worden gebouwd.
Mocht dit voorstel van het college wel worden
aangenomen, dan wenscht spreker nog te wijzen op
een eigenaardigheid omtrent de niet zeer democratische
inrichting van het pand Ossekop, n.l. dat de slaap
kamers der hoofdverpleegsters wel zullen worden
verwarmd, doch die der zusters niet.
De heer Van der Werff zal tegen het voorstel stem
men, omdat hij werkelijk in den grond van de zaak
niet inziet, dat er practisch eenige verbetering door
tot stand zal komen. Er wordt wel een gedeelte van
het ziekenhuis ontruimd, doordat de zusters naar het
pand Ossekop gaan, maar spreker ziet werkelijk niet
in, dat daardoor de toestand verbeterd wordt. Hij
kent de inrichting speciaal goed deze voldoet niet
meer aan de eischen van den tegenwoordigen tijd, zij
is totaal onvoldoende, de patiënten blijven altijd bin
nen en dat blijven ze ook nog na de verbouwing.
Wat den verbouw van het perceel Ossekop aanbe
langt, als men spreker de verzekering geeft dat men
voor den prijs instaat, dan zou hij de zaak nog eens
in overweging willen nemen. Maar hij is overtuigd
dan het niet kan worden gemaakt voor dien prijs en
hij stelt zich voor dat in plaats van f 37,000.dit
alleen wel eens 52,000.zal kunnen kosten.
Spreker gelooft, dat het veel verstandiger is te
trachten de Leeuwarder ingezetenen op een andere
wijze te helpen, door uit te zien naar een ziekenhuis,
dat naar de eischen des tijds is ingericht. Dat is veel
beter dan verbouwing van het Stads-Ziekenhuis, dat
voor verbetering toch niet vatbaar is.
Het is nu slechts een kwestie dat men een paar
kamers ontruimt, anders niet. De tijd zal leeren, dat
het Stads-Ziekenhuis toch, bij de uitbreiding van de
stad, veel te klein is. 't Is nu al te klein, veel zieken
toch moeten in andere ziekenhuizen worden verpleegd.
Spreker zal zich tegen dit voorstel verklaren, omdat
het niets geeft. Men schept niets anders dan denzelfden
toestand. Het geld, voor verbouw van het pand
Ossekop besteed, is weg, daar komt niets van terecht.
Voor verhuring van dit pand als hotel is het dan ook
niet ingericht.
De heer Jansen zou alleen aan den betrokken wet
houder willen vragen welke ruimte in het ziekenhuis,
in verband met de verbouwing van het pand Ossekop
als zusterhuis, vrij komt. Spreker veronderstelt dat
de wethouder wel in staat is eenige gegevens te
verstrekken.
De heer De Boer vraagt of ook mededeeling kan
worden gedaan welk gedeelte van deze f 37,000.—
is bestemd voor de verbouwing en welk gedeelte
voor het meubilair. Het is nu alles in eens genoemd
en dit leidt licht tot een verkeerde beschouwing.
De heer Schaafsma (wethouder) wil beginnen met
den heer Van der Werff te antwoorden. Spreker moet
zeggen dat deze al een zeer bijzonder standpunt in
neemt. Hij spreekt er over dat het ziekenhuis hier
totaal onvoldoende is en dat is spreker in zekeren
zin met hem eens maar nu er een voorstel van
hot college komt om den toestand te verbeteren, nu
wil hij tegen stemmen. Spreker dunkt, dat men iedere
stap tot verbetering moest toejuichen, waarom men
moest voor stemmen.
Er komt meer ruimte in het ziekenhuis, de heer
Jansen heeft daaromtrent mededeelingen verzocht.
Beneden komen er 2 zalen voor de zieken beschik
baar en daarbij wordt, voor de herstellende zieken
gelegenheid gemaakt om gebruik te maken van ver
anda's. Daarin kunnen een 10 tot 15 tal herstellenden
plaats vinden, dat hangt natuurlijk van hun aantal af.
Door de verbouwing zullen in 't geheel 14 bedden
meer geplaatst kunnen worden, zeer zeker een aan
merkelijke verbetering.
Spreker is het eens met alle heeren, die zeggen,
dat we hier een beter ziekenhuis moeten hebben. Doch
dat doet men maar zoo niet één, twee, drie. De heer
Dijkstra heeft al meegedeeld, dat de bouw van een
nieuw ziekenhuis een 2 millioen zou kosten. Dat is
inderdaad waarop 't oogenblik wordt de bouw van
een ziekenhuis met operatiekamers enz. geschat op
f 10,000.per bed.
Burgemeester en Wethouders hebben bij de behan
deling der begrooting toezegging gedaan om dit jaar
de ziekenhuiskwestie op te lossen. Naar aanleiding
daarvan heeft het college een conferentie gehad met
Gedeputeerde Staten om te trachten de provincie te
bewegen in samenwerking met Leeuwarden den bouw
van een nieuw ziekenhuis onder handen te nemen.
Gedeputeerde Staten wilden daar echter niets van
weten
De heer Do Boer: Waarom niet?
De heer Schaafsma (wethouder) zij willen daar
niets van weten, omdat zij op het standpunt staan,
dat de ziekenhuisverpleging niet zoo sterk gecentra
liseerd moet worden als Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden voorstelden. Gedeputeerde Staten
willen meer decentralisatie. Men kan daarover denken,
zooals men wil, maar het resultaat was, dat er van
samengaan tusschen provincie en gemeente geen
sprake kon zijn. Het wachten is nu maar op de tot
standkoming van de ziektewet, waarover de heer IJ.
de Vries sprak; dan kan men misschien werkelijk
bepalen of Leeuwarden gebruik moet maken van de
verbetering, die we allen graag hebben. Men moet
ook niet over het hoofd zien, dat de ziekenhuisver
pleging veel meer wordt toegepast dan vroeger. De
nieuwere doctoren brengen hun ernstige patiënten,
als hot eenigszins mogelijk is, in een ziekeninrichting en
daardoor wordt het gebrek aan ruimte nog veel groo-
ter. Ook al was het in de naaste toekomst mogelijk
een grooter ziekenhuis te bouwen, dan toch zou men
nog tot verbouwing van dit ziekenhuis moeten over
gaan. Wanneer toch straks de Arbeidswet in werking
treedt, waarbij ook de werkdagen der zusters zijn be
paald welke dagen nu ook zeer lang zijn en waarin
noodig verandering moet worden gebracht dan zal
het aantal zusters ongeveer moeten worden verdub
beld en kunnen deze onmogelijk in het ziekenhuis
worden ondergebracht. Het logies der zusters is nu
al niet comfortabel, dan wordt het heelemaal onmoge
lijk. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders in
samenwerking met de commissie voor het ziekenhuis
uitgezien naar een wijze, om hierin verandering te
brengen en zoodoende is hun oog gevallen op het
pand Ossekop no. 11. Men kan het zusterhuis niet
zoover van het ziekenhuis af hebben; spreker is het
met den heer Lautenbach eens dat de zusters zoo
dicht mogelijk bij het ziekenhuis moeten zijn. Daarom
leek, ten opzichte van de plaats, dat pand het meest
geschikt. De vraag over de al- of niet-geschiktheid
van het pand zelve zal straks wethouder De Vries
beantwoorden.
Dan heeft de heer Lautenbach gezegd: waarom
gooit men het geld hiervoor weg, is er geen gelegen
heid de zusters zooveel tractementsverhooging te geven
dat zij zelf in een kosthuis kunnen voorzien? Spre
ker heeft dit in de ruwte eens even uitgerekend en
komt dan tot de conclusie, dat dit de gemeente, met
het aantal zusters dat zij straks noodig heeft, zeker
per jaar f 15000.zal kosten. En dan heeft dat
stelsel dit tegen, dat de eene zuster hier zit en de
andere daar en dat ze niet telefonisch zijn te bereiken,
wat natuurlijk niet ten goede komt aan de zieken
verpleging.
Overigens juicht spreker het toe, dat de zusters
hun vrijen tijd buiten het ziekenhuis zullen doorbren
gen. Als zij daarin wonen zijn ze niet werkelijk vrij.
Spreker weet dat eenige zusters nu op hun kamer
een orgel hebben staan, maar dat ze er de helft van
den tijd niet op kunnen spelen, omdat zware zieken
er last van zouden hebben.
Spreker gelooft dat de heer Oosterhoff en Burge
meester en Wethouders het in de wijze van verdedi
ging van het voorstel volkomen eens zijn. De heer
Oosterhoff is als gewezen voorzitter van de commissie
voor het ziekenhuis volkomen met deze inrichting
bekend en het doet spreker dan ook genoegen, dat
de heer Oosterhoft precies hetzelfde voorstel verdedigt
als het college heeft gedaan.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) wenscht ook
nog een enkele opmerking te maken. De kwestie staat
in 't algemeen zoo: Toen het voorstel bij Burgemeester
en Wethouders kwam is daar ook wel het argument
besproken of deze verbouw voor dit doel eigenlijk niet
te duur was en of er wel mee werd bereikt, wat er
bereikt moet worden. Uit overwegingen dat het nood
zakelijk is en er geen andere weg mogelijk is, komen
Burgemeester en Wethouders echter met dit voorstel.
De heeren Lautenbach, Nijholt en Yan der Werff
hebben de verbouwing van het pand Ossekop te duur
genoemd. Men moet echter niet vergeten, dat er in
die som van 37000.ongeveer 16000.zit voor
electrischen aanleg en sanitaire artikelen, waaronder
b.v. closets, waschtafels enz.,/3600.voor meubilair,
f 7000.voor centrale verwarming, zoodat bijna de
helft van het totaal afgaat.
De heer Schaafsma heeft gezegd dat spreker zou
I