322 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920.
Bij Uw besluit van den 27 Juli j.l. werd de boven
bedoelde uitkeering voor de buizenleiding, ingaande
1 Januari 1920, bij wijziging der verordening op het
beheer der gasfabriek ingetrokken. Het gevolg hiervan
is, dat de gemeente een inkomst van f 46,018.70 zal
moeten derven. "Werd nu, bij handhaving van den
tegenwoordigen gasprijs, bovendien op het bedrijf in
de tweede helft van 1920 verlies geleden, dan zou
vermoedelijk ook het bij de begrooting geraamde
winstcijfer voor de gemeente verloren gaan.
Waar in de tegenwoordige omstandigheden de
gemeente moeilijk inkomsten kan derven, waarop zij
gerekend heeft, is het wenschelijk tot verhooging
van den gasprijs over te gaan. Naar een door den
directeur van het bedrijf opgezette berekening zou,
indien met 1 Augustus j.l. de gasprijs met 2 cent
per M8. werd verhoogd, over 1920 vermoedelijk eene
winst worden gemaakt van f 74,292.40. (Bij verhoo
ging met 1 cent per M3. wordt de winst geraamd
op 56,117.40). Hierdoor zal de gemeente toch nog
een schadepost hebben te boeken van f 46,018.70
41,039.1274.292.40 f 12.765.42. Een hoogere
opvoering van den gasprijs lijkt ons echter vooralsnog
niet wenschelijk.
De Commissie voor de lichtfabrieken, die ons aan
gaande deze zaak van advies diende, stelt voor om
den gasprijs met 1 cent per M3. te verhoogen en het
bedrag, dat de gemeente eventueel minder zou ont
vangen dan waarop bij den opzet der gemeentebe-
grooting is gerekend, aan te zuiveren uit het reserve
fonds der fabriek.
Wij kunnen ons met deze opvatting niet vereenigen.
Naar onze meening behoort het reservefonds voor-
loopig niet te worden aangesproken, doch bewaard
te blijven voor wellicht binnen niet te langen tijd
noodige buitengewone werken, ten behoeve van het
bedrij f.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
Gerekend met ingang van 1 Augustus 1920 den
prijs van het gas met 2 cent per Ms. te verhoogen
en te brengen voor gewoon gas op 18 cent en voor
muntgas op 19 cent per Ms. en de verordening op
de levering en den prijs van het gas en de electriciteit
(gemeenteblad 1919 no. 45 en 1920 no. 4) dienover
eenkomstig te wijzigen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Nijhoit zegt dat dit voorstel weer eens
duidelijk laat zien dat men, door voor de gemeente
een winstaandeel van de gasfabriek te vorderen, elk
jaar weer bezig is om den gasverbruikers een vrij
groote belasting op te leggen. Spreker zou, nu eenmaal
deze post weer op de begrooting is gebracht, dit jaar
er niet op teruggekomen zijn als er niet een verandering
in de begrooting plaats moest hebben. Het voorstel
is nu om den gasprijs met 2 cent te verhoogen, dat
beteekent dus een belasting van 2 cent op 1 M3 gas,
de gasbelasting wordt er mee bestendigd. Doch waar
de belasting in deze gemeente toch alreeds zoo ver
bazend hoog is, meent spreker dat de vraag gewettigd
is, of men bij deze gelegenheid niet eens heeft na te
gaan of op deze manier moet worden voortgegaan.
Spreker zal niet zeggen dat deze vraag door Burge
meester en Wethouders niet is overwogen, maar een
dergelijke overweging van Burgemeester en Wethouders
is in ieder geval niet in het prae-advies te vinden.
Toch zou spreker deze gaarne gehad hebben, te meer
waar het bekend is, dat de hoofdelijke omslag nog
al meevalthet bedrag der opbrengst is heel wat
grooter dan het bedrag dat geraamd was. Het laatste
gedeelte van het kohier zal straks worden vastgesteld
hoeveel dit hooger is dan de raming, is spreker niet
bekend, maar Burgemeester en Wethouders zullen
daarover wel mededeelingen willen doen. In elk geval
acht hij het gewenscht die cijfers te kennen vóór
over dit voorstel een beslissing wordt genomen. Dan
zou hij graag willen, dat die mededeelingen niet
mondeling geschieden, doch zou spreker dit voorstel
willen aanhouden tot Burgemeester en Wethouders
met positieve cijfers kunnen komen. Het gaat hier
over twee maal f 18000.is f 36000.en nu is
het voor spreker zeer de vraag, of de begrooting dit
jaar dat bedrag niet kan missen. Gaat dit wel, dan
zou hij dit voorstel niet willen aannemen. Daarom
zal spreker zoo vrij zijn voor te stellen dit voorstel
aan te houden en Burgemeester en Wethouders te
verzoeken nadere gegevens omtrent de begrooting en
het saldo over te leggen.
De heer Jansen merkt op dat ook hij een voorstel,
hoewel van een andere strekking, wenscht in te dienen.
Nu echter het voorstel komt tot aanhouding, zal hij,
indien dit gebeurt, zijn voorstel even achterwege laten.
De heer Berghuis (wethouder) meent in dezen ook
namens de meerderheid van het college te spreken,
wanneer hij zich verzet tegen aanhouding van dit
voorstel. De verhooging van den gasprijs zal toch
reeds moeten ingaan op 1 Augustus, zoodat het gas
over Augustus bij verhooging ook reeds meer zal
kosten, waarom spreker het wenschelijk zou vinden
hierover in deze vergadering te beslissen.
De heer Nijhoit heeft opgemerkt, dat hij een schrif
telijke uiteenzetting van het college over den stand
der begrooting verwacht. Doch, zooals spreker een
vorigen keer al gezegd heeft, wanneer de Baad op
de begrootingsbedragen, die eenmaal zijn gevoteerd,
gaat bekrimpen, dan zal het altijd voor het Dagelijksch
Bestuur zeer lastig zijn om de rekening kloppend te
krijgen. Deze opbrengst staat op de begrooting, dan
moet men er ook vast en zeker op aan kunnen, dat
men die opbrengst op de begrooting zal kunnen
houden.
Dan is er nog iets. Er zijn nog enkele wijzigingen
van de gemeentebegrooting die op dit punt moeten
wachten. Spreker moet daarom den Raad ernstig in
overweging geven, heden althans een beslissing te
nemen. Wil de Raad overigens ingaan op het voorstel-
Nijholt en na de behandeling der begrooting daaraan
de thans daarop gestelde cijfers ontnemen, dat recht
heeft de Raad. Dan kan de gasprijs weer worden
vastgesteld. Maar spreker wil den Raad zeker in
overweging geven om de cijfers, die eenmaal op de
begrooting voorkomen als ontvangstposten, ook als
zoodanig intact te laten in den loop van het jaar.
Als men dat niet doet, is er nooit een basis voor een
begrooting te maken, dan kan men straks alle cijfers
wel verminderen, of aan de begrooting ontnemen,
omdat misschien de hoofdelijke omslag meevalt en is
er eigenlijk geen reden meer om een begrooting te
maken. Volgens officieuse mededeelingen van den
controleur zal de hoofdelijke omslag meevallen, maar
men zal eerst na den toevloed van reclames eens
moeten zien of dit werkelijk een feit zal worden.
Spreker blijft er dus bij dat men in den loop van
een jaar niet moet tornen aan de begrootingsposten,
die eenmaal zijn vastgesteld.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) is het niet ge
heel met den heer Berghuis eens. Terecht is door
den heer Nijhoit de vraag gesteld en dit acht
spreker de goede manier kan van de gemeente-
rekening van 1920 deze ontvangstpost niet af Daarom
heeft de heer Nijhoit ook de vraag gesteld of het
college of de Wethouder van Financiën ook nadere
inlichtingen kan geven of de hoofdelijke omslag zoo
veel meevalt, dat de winst voor het leggen van bui
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920. 323
zenleidingen van de ontvangsten af kan of niet. Die
vraag is door den heer Nijhoit zeer terecht gesteld
en van het antwoord daarop zal voor spreker ook
afhangen of hij in het voorstel kan meegaan of niet.
Het is in 't algemeen niet goed te keuren om midden
in 't jaar van eenmaal gevoteerde ontvangstposten
bedragen af te nemen, doch hier kan blijken, dat het
misschien mogelijk is.
De heer Nijhoit is het ook met den heer Berghuis
eens, dat men aan de begrooting in 't algemeen
geen posten moet ontnemen, die eenmaal zijn gevo
teerd. Maar hier is het een bijzonder geval. Spreker
stelt zich vóór, dat de opbrengst van den hoofdelijken
omslag veel meer zal zijn dan de raming op de be
grooting luidde, dat meerdere bedrag zal veel hooger
zijn dan het bedrag, dat hier als winst zal moeten
worden gederfd, misschien is het wel 4, 6 of 6 maal
zoo hoog.
Bovendien zijn Burgemeester en Wethouders niet
erg consequent is hun redeneeringzij zeggen wel,
dat de buizenbelasting van de begrooting wordt af
gevoerd, maar dat daarvoor iets in de plaats komt
en dus weer op de begrooting wordt gebracht, is
vergeten. Spreker bedoelt de dubbele opbrengst als
vergoeding voor het opbreken van straten. Indertijd
heeft de Wethouder van Financiën spreker toegevoegd
dat het heel goed kon zijn dat de gasfabriek door
de nieuwe regeling betreffende de buizen niet minder
aan de gemeente daarvoor zou afdragen dan bij de
oude regeling het geval was. Nu zet men evenwel
niet de vergoeding ingevolge de nieuwe regeling in
de plaats van het op de begrooting reeds uitgetrokken
bedrag, men laat het eerste bedrag staan zij het
in den vorm van winst zoodat de gemeente ook
in dit opzicht extra van de gasfabriek zou proliteeren.
Toen de post voor den hoofdelijken omslag op de
begrooting is gebracht, is daarbij aangenomen dat de
kinderaftrek 100.zou bedragen. Dit is later echter
ƒ50.geworden, wat ook een aanmerkelijke verhooging
van de opbrengst van den hoofdelijken omslag ten ge
volge heeft gehad. Toen heeft de Raad echter ook niet
gehoord, dat deze begrootingspost wijziging zou moeten
ondergaan. Wil het college consequent zijn, dan moet
het zijn redeneering ook bij andere dingeü toepassen
en niet alleen bij die, waar toevallig iets van de be-
grooting wordt afgevoerd. Spreker blijft bij zijn voor
stel dat de Raad de cijfers nog eens onder de oogen
zal zien, omdat de hoofdelijke omslag zoo ontzaglijk
is meegevallen.
De Wethouder zegt wel dat de verhooging van
den gasprijs met 1 Augustus moet worden ingevoerd,
maar dan doet men het maar met ingang van 1 Sep
tember.
De heer Berghuis (wethouder) kan op de laatste
zet van den heer Nijhoit, de gasprijsverhooging dan
maar te doen ingaan met ingang van 1 September,
wel antwoorden, dat deze dan maar niet ingevoerd
moet worden, dat hebben de heeren misschien nog
liever.
Spreker moet zich echter, ook namens het college,
blijven verzetten tegen uitstel, juist omdat het college
met het oog op de gemeente-financiën deze verhoo
ging thans noodig acht.
Laat de heer Nijhoit dan overtuigd zijn dat de
hoofdelijkd omslag zal meevallen, aan spreker kan
hij de verzekering niet geven, dat het zoo zal mee
vallen.
Aan het geheele voorstel ligt ten grondslag dat
men gedurende den loop van het jaar niet moet
tornen aan de ontvangsten. Laat de Raad dus niet
beginnen met zelfs willens en wetens de posten van
de begrooting af te nemen. Wanneer de Raad toch
besluit om den post onvoorzien zonder eenige reden dan
een vermoeden tusschentijds te verlagen, kan de Raad
wel gaan vorderen dat geen post uit onvoorzien
meer zal kunnen worden bestreden, en zal de Raad
voor het feit kunnen komen te staan, dat betalingen
zullen moeten worden gestaakt, omdat onvoorzien de
dekking niet toelaat.
Spreker wil den Raad nogmaals in overweging
geven tegen uitstel te stemmen en het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
De Voorzitter wenscht nog deze opmerking te maken.
Er wordt nu over uitstel, in verband met de meer
dere opbrengst van den hoofdelijken omslag, gesproken,
terwijl de gascommissie in haar advies zeer duidelijk
zegt, den gasprijs met 1 cent te verhoogen en de rest
omdat zij weet dat dit niet voldoende is aan
te zuiveren uit het reservefonds van de gasfabriek.
Dat staat geheel buiten den hoofdelijken omslag, die
er nu wordt bijgehaald. Burgemeester en Wethouders
zijn doorgegaan op het schrijven der gascommissie,
die becijfert dat verhooging met 1 cent niet voldoende
is, doch voor de rest het reservefonds wil aanspreken.
Dit laatste wil het college echter niet, dit wel, dat
het tekort niet uit het reservefonds, maar door de
verbruikers wordt betaald. Dat is dus eenvoudig de
kwestie en dus moet men nu den hoofdelijken omslag
er niet bijhalen.
De heer Nijhoit zegt wel dat Burgemeester en
Wethouders een nadere verklaring omtrent de be
grooting moeten geven, maar dat kan geen reden
zijn om de behandeling van dit punt uit te stellen.
Men moet eenvoudig de zaak bezien, zooals zij is.
De gascommissie stelt voor een verhooging met 1
cent en, omdat dit niet voldoende is, de rest te be
strijden uit het reservefonds, omdat de hoofdelijke
omslag toch al zoo hoog is. Zij staat dus op het
standpunt, dat het aandeel, dat voor de gemeente is
gevoteerd, moet blijven bestaan. Burgemeester en
Wethouders gaan overigens met de gascommissie mee,
maar wenschen dat de gasprijs zelf het tekort dekt.
De gascommissie wil het dus op de eene manier, het
college op de andere manier. Spreker kan dus niet
inzien, waarom het voorstel nog tot de volgende
vergadering moet worden aangehouden en dit nader
onder de oogen moet worden gezien.
De heer Nijhoit hoort den Voorzitter zeggen, dat
de commissie zich op het standpunt plaatst, dat de
gasprijs zoo moet zijn, dat het winstaandeel voor de
gemeente er uit kan komen. Dan heeft de commissie
goed praten. Maar noch de gascommissie, noch Bur
gemeester en Wethouders hebben de gemeente-be-
grooting als zoodanig onder de oogen gezien of zich
afgevraagd of de hoofdelijke omslag ook zoo kan
meevallen, dat dit winstaandeel kan vervallen.
Als de hoofdelijke omslag normaal was, zou spreker
niet met zijn voorstel komen. Het bedrag, daarvoor
vastgesteld, is echter zoo enorm hoog, dat het voor
een deel der belasting-betalers zeer moeilijk is, te
betalen. De verhooging van den gasprijs, die nu
wordt voorgesteld, is niets anders dan een gasbelasting
en nu is het de vraag maar of deze niet kan worden
gemist. Er wordt wel gezegd, dat de begrooting van
de gasfabriek dan niet zal sluiten, maar als men het
prae-advies goed leest, blijkt, dat er tot nog toe over dit
jaar een winst is gemaakt van 38000.Waarom
nu niet een deel van die winst te bestemmen om
een eventueel verlies tot Januari te dekken? Als de
gasprijs nu met 2 cent wordt verhoogd, beteekent
dit een gasbelasting en daarom mag nog wel onder
de oogen worden gezien, of deze belasting bestendigd
moet worden, of nog dit jaar zou kunnen verdwijnen.
De Voorzitter ziet niet in dat dit een belasting is.
Het woord gasbelasting is een heel mooi woord,