328 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920.
De heer IJ. de VriesDie van het renteloos
voorschot.
De Voorzitter wil dan opmerken dat dit voorschot
nooit is opgenomen; dat wenscht men waarschijnlijk
niet te hebben en dus wenscht men ook geen tram
lijn. 't Is niet officieel, laat spreker zich dus liever
zoo uitdrukkenals de maatschappij het voorschot
niet opneemt maakt zij het plan ook niet om de
tramlijn te maken, dat is wat voorzichtiger.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11. Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot verhuring van de herberg De Bleek"
c. a. aan B. de Boer, wed. G. P. Klopma.
Dit voorstel luidt als volgt
In de raadsvergadering van 24 Februari j.l. is de
beslissing op ons voorstel van 19 Februari te voren
no. 418/115R, voor zoover dat betreft de onderhandsche
verhuring van de herberg „de Bleek" c.a. met een
gedeelte van het perceel weiland, sectie F no. 1291,
aangehouden in verband met eene opmerking van den
heer Dijkstra om bedoeld gedeelte weiland voor open
bare speelplaats te bestemmen. Wij hebben, om aan
dit denkbeeld tegemoet te komen en om de voor het
bedrijf in de herberg noodige weide te kunnen geven,
uitgezien naar een nieuw terrein. Ons oog is gevallen
op het perceel, dat zich achter de waterstofgasfabriek
en den gashouder uitstrekt en het vorige jaar voor
een deel als volkstuintjes werd uitgegeven, op het
bij het advies van den Directeur der Gemeentewerken
gevoegde kaartje in rood aangeduid.
Met de weduwe Klopma is omtrent de huur, waar
van de prijs gelijk blijft aan dien, welke voor de
eerst voorgestelde verhuring van haar bedongen is,
overeenstemming verkregen.
Wij hebben de eer, met terugneming van ons
betrekkelijk voorstel van 19 Februari 1920, U in
overweging te geven te besluiten
aan B. de Boer, wed. G. P. Klopma, alhier, onders
hands te verhuren voor één jaar, gerekend van 5
Maart/12 Mei 1920 tot 5 Maart/12 Mei 1921 de herberg
„de Bleek" met hieminge, wagenhuis enz., vormende
het noordelijk deel, groot 0.31.22 H.A. van het perceel
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F
no. 2589 voor 750.en een gedeelte van het perceel
land dier sectie no. 2590, als op de teekening in
rood aangegeven, voor f 200.op de voorwaarden
als gelden voor de thans met haar gesloten huur.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Lautenbach kan in zijn opmerking, die hij
wenscht te maken, heel kort zijn, omdat het misschien
wel de 25e maal is, dat hij dit doet. Hij zou willen
hooren of er door het college van Burgemeester en
Wethouders niets aan te doen is, dat er verbetering
komt in den toestand van de sloot, die de scheiding
uitmaakt tusschen den Groningerstraatweg en het land
bij de herberg „de Bleek". Er wordt zooveel verbe
terd, dat spreker voor de zooveelste maal er op aan
dringt dat de toestand daar verbeterd wordt. Behalve
de voortdurende ellende met de kinderen is het daar
steeds een wangezicht.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan hierop
antwoorden, dat de toestand daar mogelijk wel wat
is op te knappen. De sloot is echter niet geheel van
de gemeente, maar behoort voor de heift aan het
Rijk, zoodat de gemeente er niet de vrije beschikking
over heeft. Nu daar echter toch een nieuwe straat
wordt aangelegd, kan de toestand daar meteen wel
eens onder de oogen worden gezien.
De heer Lautenbach hoopt dan dat het college hier
zijn aandacht eens aan wijdt. Als men van den kant
van de Vrouwenpoort, van, de Wirdumerpoort of van
welken kant ook de stad binnen komt, ontmoet men
steed's eenigen welstand, maar hier is het een heele
rommel.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
12. Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot overneming van N. Joustra van een
gedeelte stoep voor zijn perceel aan het Heerenwaltje.
Dit voorstel luidt als volgt
Voor zijn perceel Heerewaltje no. 7 wenscht
N. Joustra alhier een nieuwe stoep te leggen, waar
voor hij op grond van art. 64c der Bouwverordening
aan ons college vergunning heeft gevraagd. Er is
toen gebleken, dat bij de uitvoering, op de wijze,
zooals hij zich dat blijkens de bij de aanvrage inge
zonden teekening heeft voorgesteld, een strook grond
van de stoep vrij komt, welke aan den gemeente
grond grenst. Blijkens eene door hem geteekende
verklaring is Joustra bereid dezen grond voor den
prijs van 1.aan de Gemeente af te staan, mits
de kosten van overdracht door de Gemeente gedra
gen worden. Tegen eene transactie in dezen geest
bestaat o. i. geenerlei bezwaar, zoodat wij de eer
hebben U voor te stellen te besluiten
van N. Joustra alhier voor ƒ1.in eigendom
over te nemen een nader op de teekening aangeduide
strook grond, welke overblijft tusschen de door hem,
ter breedte van 1.50 M., nieuw aan te leggen stoep
voor zijn perceel Heerewaltje no. 7, kadastraal be
kend sectie C no. 1739 en den gemeentegrond, onder
voorwaarde, dat de kosten van overdracht voor
rekening der Gemeente komen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. (Agenda no. 15.) Voortzetting der behandeling
van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der verordeningregelende de aanstelling en
den werkkring van schoolartsen bij het Lager Onderwijs
en het bewaarschoolonderwijs (gemeenteblad 1918 no. 22
en 1919 no. 43) enz. (bijlagen nos. 15 en 33).
De heer Zandstra hoopt niet onbeleefd te zijn
tegenover den Raad, maar zou nogmaals aanhouding
van dit punt willen verzoeken. De geschiedenis is
dezeDe heer De Boer en spreker zouden nog graag
eens met den schoolarts willen spreken over de
amendementen of voorstellen, die zij hebben ingediend.
Dat is hun nu echter, tengevolge van de vacantie,
niet mogen gelukken. Toch zouden zij nog gaarne
de gelegenheid daartoe hebben, waarom spreker
verzoekt het punt nog één keer aan te houden.
De heer Schoondermark (wethouder) zal zich niet
tegen aanhouding verklaren, maar meent toch dat
het de bedoeling is geweest, toen de amendementen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920. 329
inkwamen, dat Burgemeester en Wethouders er met
den schoolarts over zouden spreken. Dat hebben
Burgemeester en Wethouders gedaan en nu hebben
zij hun discours met den schoolarts vrij duidelijk
weergegeven. De schoolarts is over de amendementen-
De Boer-Zandstra onderhouden, er is breedvoerig
over gesproken en dat is nu hier weergegeven, zoo
duidelijk mogelijk. Doch spreker heeft er niets op
tegen als de heer Zandstra eerst zelf nog een onder
houd met den schoolarts wenscht.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel-Zandstra, zoodat dit punt tot een
volgende vergadering wordt aangehouden.
14. (Agenda no. 16.) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan de woningbouwvereeniging Beter
wonenvoor hare bouwplannen een uit 's Rijks kas
aan te vragen voorschot te verleenen van ten hoogste
54000.(bijlage no. 35).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
15. (Agenda no. 17.) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhooging van het voorschot voor den
bouw van 108 woningen aan den weg Achter de Hoven,
door de woningstichting Patrimonium (bijlage no. 38).
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi merkt op dat
de aanleg van electrisch-lichtleidingen niet heeft
plaats gehad, daar dit tot te veel moeilijkheden
aanleiding gaf. Zij zou nu gaarne willen weten welke
die moeilijkheden waren, omdat zij het van heel veel
belang acht, dat die leidingen aangelegd worden.
De heer Dijstra zou ten opzichte van dit punt
willen vragen of het mag worden behandeld in de
volgende vergadering. Het dossier dat op dit punt
betrekking heeft is vrij lijvig, zoodat verschillende
leden van den Raad daarvan niet in die mate kennis
hebben kunnen nemen als het waard is. Dan is de
kwestie niet zoo brandend, dat zij vandaag beslist
behandeld moet worden. Spreker zou graag willen
dat de leden van den Raad goed de gelegenheid
krijgen om van de betreffende stukken kennis te
nemen, waarom spreker voorstelt, dit punt de volgende
vergadering aan de orde te stellen.
De Voorzitter: Heeft een van de leden niet goed
van de stukken kennis genomen
De heer De Boer: Ik niet, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Wordt het voorstel-Dijstra onder
steund
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De heer Berghuis (wethouder) zegt dat dit voorstel
nu op 't oogenblik maar plotseling binnenkomt,
terwijl men niet zien kan welke strekking het kan
hebben. Spreker verklaart echter dat het gevolgen
kan hebben, die tot financieele moeilijkheden voor
Patrimonium kunnen leiden. Nog pas kort geleden
zijn er over het verleenen van crediet met kassiers
en andere woningvereenigingen ook moeilijkheden
ontstaan. Toen werd ook om verlenging gevraagd en
in overleg met het college is die verlenging toen voor
korten tijd toegestaan. Bij de suppletoire besprekingen
is nu aan Patrimonium gevraagd, hoe lang men kon
wachten tot de verhooging verleend werd en dit met
het feit dat ook nog de Koninklijke goedkeuring op
de verhooging moet worden verkregen doet spreker
vreezen, dat er moeilijkheden zullen rijzen. Als do
zaak dan ook vastloopt mag de schuld hiervan niet
worden geweten aan het college.
De heer Dijkstra zal zich niet tegen het voorstel-
Dijstra, om het punt aan te houden, verzetten, maar
wenscht de opmerking te maken, dat hij wel iets
eigenaardigs vindt in dezen gang van zaken. Als een
voorstel is ingediend en verschillende raadsleden
hebben niet de gelegenheid gehad om daarvan vol
doende kennis te nemen, dan is spreker onmiddelijk
bereid om uitstel in te willigen. De zaak is hier echter
wel wat anders. Er is een kwestie geweest met
Patrimonium en nu heeft de Raad aan Burgemeester
en Wethouders opdracht gegeven om de zaak te
onderzoeken. De resultaten van dat onderzoek liggen
nu voor den Raad. Uitstel is dus wel wat eigenaardig,
vooral omdat in de besprekingen misschien verduidelijkt
kan worden, datgene wat minder duidelijk is. Als het
echter absoluut de reden is dat de heer Dijstra niet
de gelegenheid heeft gehad om de stukken in te
studeeren, legt spreker er zich bij neer. Of heeft hij
misschien nog andere redenen
De heer 0. F. Vries (wethouder) zegt, dat wanneer
een raadslid uitstel vraagt van behandeling hij hier
in 't algemeen wel direct in kan meegaan. Spreker
begrijpt echter ook niet de reden van dit uitstel. Het
geheeie rapport is thans uitgebracht en aan 't eind
daarvan doen Burgemeester en Wethouders het voor
stel om de gevraagde voorschotten te verleenen. Het gaat
dus eerst over het rapport en nu kan het bezwaar
van den heer Dijstra alleen wezen óf de omstandigheid,
dat hij geen tijd genoeg heeft gehad om de verschil
lende stukken in te zien en dan kan spreker er in
komen óf iets anders, maar dan is het wel een
eigenaardige geschiedenis. De Wethouder van Finan
ciën heeft er zooeven op gewezen dat er financieele
moeilij kheden voor Patrimonium uit aanhouding kunnen
ontstaan. Spreker zou er dan ook voor wezen van
middag het punt te behandelen, de zaak verandert
er toch absoluut niets door.
De Voorzitter geeft als zijn opinie te kennen dat
hij er voor de gemeente niets geen belang in ziet om
de zaak aan te houden. De heer De Boer heeft ver
klaard de stukken niet te hebben gelezen, de heer
Dijstra heeft ook zooiets gezegd, doch niet verklaard
dat hij zelf de stukken niet heeft gelezen. Men zou
dus ten slotte omdat een van de leden geen kennis
van de stukken heeft genomen de zaak aan moeten
houden
De heer Tiemersma Ik heb ze ook niet gelezen.
De Voorzitter vervolgt dat nu blijkt dat er ook
andere leden zijn, die geen kennis van de stukken
hebben genomen. Spreker wilde echter zoo graag wat
opschieten door steeds aan te houden krijgt men ook
steeds ellenlange agenda's en omdat hij niet een ge
meentebelang in aanhouding kan zien, zou hij er voor
zijn om het punt heden wel te behandelen. Daar
komt nog bij dat Burgemeester en Wethouders eigen
lijk noodgedwongen met het verzoek van Patrimonium
meegaan. Als Burgemeester en Wethouders er tegen
in gingen dan zou er misschien nog kwestie van
kunnen zijn om te overwegen, wat te doen. Maar
Burgemeester en Wethouders stellen voor, na van
alles wat er gebeurd is hier een duidelijk overzicht
te hebben gegeven, met het verzoek van Patrimonium