362 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1920. te verhoogen met 2 cent, waarbij toen werd uitgegaan van de nienwe verordening, waaromtrent de Raad de bedoeling had, dat deze met 1 Januari 1920 in wer king zou zijn getreden. Maar uit dit voorstel bleek te duidelijk dat het bij deze gasprijsverhooging er om te doen was een belangrijk bedrag als winst te storten in de gemeentekas. In plaats van de nieuwe verordening, die aan kant is gezet, heeft men nu de oude verordening toegepast en daarmee kwam het werkelijk beter uit en heeft men het kunnen voor stellen alsof er geen winst vloeide in de gemeentekas. Spreker moet aannemen dat Burgemeester en Wet houders dien gedachtengang hebben gehad. Zij mo- tiveeren het feit, dat toen de nieuwe en nu de oude verordening is gebruikt, hierop, dat het jaar weer verder gevorderd is. Zeker, we zijn 4 weken verder. Maar spreker acht dat een zwak argument. Juist de bedragen waarom het gaat, zoowel de afschrijvingen, de winst en de uitkeering voor de buizenleidingen worden eerst na het einde van het jaar in de admi nistratie gebracht. Zoodat het van geen belang is te achten of men hieromtrent 4 weken eerder of later zekerheid heeft. Nu zeggen Burgemeester en Wethouders in dit prae-advies dat het bedrijf maar een winst zal af werpen van f 9900.en dat daarmee dit jaar ge noegen zal worden genomen. Als men het echter nagaat is dit niet juistin de eerste plaats is niet genoemd de opbrengst van de buizenbelastiug a 46,000.die bestaan blijft en waardoor het winst cijfer in totaal dus al wordt 56,000.In de tweede plaats en dat is het ergste willen Burgemeester en Wethouders een deel van het reservefonds aan spreken en dit storten in de gemeentekas, in verband waarmee dan het volgend jaar de gasprijs verhoogd moet worden om het reservefonds weder aan te vullen. Daaruit blijkt duidelijk, dat niet het gas zoo goedkoop mogelijk zal worden geleverd, maar dat men de winst, die op de begrooting staat, wenscht te houden en wil zorgen dat deze in de gemeentekas komt. Was de gemeentebegrooting zoo, dat zij niet een groot deel van het bedrag van 87,000.kon missen, dan zou spreker zeer zeker, omdat dit bedrag eenmaal is vastgesteld, met het voorstel accoord gaan. Maar den vorigen keer is door spreker ook al de meevaller van den hoofdelijken omslag naar voren gebracht en heeft hij van Burgemeester en Wethouders een moti veering gevraagd, waarom zij nu nog den gasprijs met 2 cent wilden verhoogen, terwijl toch de buizen belasting en de winstuitkeering zullen vervallen. Ook nu is naar aanleiding van de vragen van den heer Collet geen inzage gegeven van den stand der gemeente rekening. Dat is spreker ook den vorigen keer gewei gerd. Omtrent de noodzakelijkheid of het bedrag op de begrooting moet blijven, weet men dus niets. De Raad moet maar meegaan in de redeneering van het college dat de post op de begrooting zal blijven. Spreker is niet genegen Burgemeester en Wethouders in hun redeneering te volgen. Hij is van meening, dat de Hoofdelijke Omslag, waarvan de kohieren zijn vastgesteld op f 660,000.meer dan de raming, na aftrek van eventueel e reclames, in elk geval meer dan Va millioen meer zal opbrengen dan de raming. Daarvan is f 200,000.bestemd voor de hoogere salarissen en wanneer er nu ook nog f 200,000. wordt terugbetaald aan hoofdelijken omslag, blijft er nog altijd een f 100,000.extra over. Daarnaast staan dan nog gemeentelijke inkomsten, waarmede geen rekening is gehouden, zooals de tonnenbelasting, die f 30,000.opbrengt en niet op de begrooting staat en de verhoogde belasting op de vermakelijk heden, die ook f 20,000.meer zal opbrengen dan op de begrooting is geraamd. Waar reeds zooveel meer wordt opgebracht daar is het onzin om nu ook nog de gasbelasting te handhaven, te meer, waar de prijs daarvoor alleen moet worden verhoogd. Hier is den vorigen keer ook nog gezegd dat de gasfabriek niet met verlies mag werken. Spreker is gebleken dat dit ook niet het geval zal zijn de gasfabriek heeft toch dit jaar reeds een winst gemaakt van 38,000.die gestort zal worden in de gemeentekas. Immers, die winst blijft bestaan en wel, omdat het niet waar is, wat er is gezegd, dat een prijs van 16 cent voor de gasfabriek niet voldoende is. Uit de stukken van den directeur betreffende de berekening van den kostprijs blijkt duidelijk, dat hij dien kost prijs schat op precies 16 cent. Als de gemeente dus het gas daarvoor verkoopt, lijdt zij geen verlies, maar de gemaakte winst van f 38,000.blijft bestaan en wordt aan het einde van het jaar gestort in de ge meentekas. De verhooging van den kolenprijs wordt nu als motief gebruikt om den gasprijs te verhoogen. Dat is echter niet juist. Bij 16 cent wordt nog niet met verlies gewerkt. Om dan toch nog 2 cent belasting op het gas te leggen, daar gevoelt spreker niets voor en hij wenscht daaraan dan ook niet mee te doen. Het voorstel, zooals het thans wordt aangeboden is in twee deelen gesplitsthet eerste punt, a, betreft de gasprijsverhooging van nu en het volgende punt, b, naar sprekers meening, de verhooging voor de toekomst. Punt waarin wordt aangevraagd een verhooging voor de 4 laatste maanden van het jaar, is al erg, maar in punt b wordt bepaald dat er het volgend jaar f 41,000.winst uit het gas zal moeten worden gehaald. Dat beteekent dat voor het volgend jaar ook al weer een gasbelasting van 1 cent per M3. wordt vastgelegd. Als de Raad dat nu aanneemt, ziet spreker aankomen, dat men bij de begrooting weer verder gaat. Spreker heeft nu hiermede gezegd, wat hij aan gaande dit punt had te zeggen. Om het nog eens in 't kort te herhalen in de eerste plaats dat Burgemeester en Wethou ders hebben geweigerd den Raad de bescheiden over te leggen, waaruit blijken moet, dat het noodig blijft, dat er winst wordt gemaakt en dat deze wordt gestort in de gemeentekas, en in de tweede plaats dat de kostprijs van het gas voor het oogenblik 16 cent is en in de naaste toekomst ook, dat het bedrag van de gemaakte winst aan de gasfabriek a f 38,000 toch reeds gestort wordt in de gemeentekas en dat het college nu expres door dit voorstel tracht er nog eens weer 2 cent gas belasting op te leggen. Het geheele voorstel, zoowel punt a als punt b, is dan ook voor spreker onaannemelijk. De heer Visser gevoelt veel voor het betoog van den heer Nijholt. Hij meent dat men als jaarlijksch bedrag van de gemeentelijke inkomsten geen bedrag kan vaststellen als winst uit eenig bedrijf. Spreker meent dat dit systeem niet goed is en dat men op een andere manier de inkomsten moet vinden. Dat systematisch bijschrijven van zekere winst uit een bedrijf kan niet goed zijn. Zooals is meegedeeld, wijst het Selastingcijfer uit dat er meer is ingekomen dan verwacht is. Laat men dan dat meerdere bedrag ge bruiken als dekking in plaats van de winst der ge meente van de gasfabriek. Dan kan men den prijs van het gas laten, zooals die is en den post, dien men anders krijgt uit het bedrijf, vinden uit het over tollige belastinggeld. De heer De Boer meent dat er nog een paar andere argumenten vóór pleiten om den prijs van het gas niet omhoog te brengen. Hij gelooft dat er aan deze kwestie nog een ernstige zijde is. Zoowel internatio naal als nationaal moeten wij zuinig zijn met de Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1920. 363 brandstof. Het gebruik van gas nu als brandstof is economischer dan dat van de zwarte brandstof en turf. Men moet daarom het gebruik van gas zooveel mogelijk in de hand werken. Als de gasprijs echter verhoogd wordt, zal het gas voor verschillende men- schen te duur worden en zullen deze trachten op een andere wijze hun potje te koken Dat zijn dus eener- zijds reeds nadeelige gevolgen van de verhooging, omdat er een minder economische brandstof wordt gebruikt. Anderzijds zal evenwel, doordat de afzet van gas aanmerkelijk vermindert, dit het gevolg zijn, dat door die vermindering van het verbruik ten slotte de exploitatie van het gasbedrijf juist door deze verhooging niet een beter aanzien krijgt dan wan neer de gasprijs 2 cent lager ware gebleven. Spreker gelooft dan ook dat deze twee argumenten, welke hij naar voren heeft gebracht, op zichzelf voldoende zijn om niet op de verhooging van den gasprijs in te gaan. De heer Schaafsma (wethouder) meent in de eerste plaats goed te doen met op te komen tegen de uit drukking van den heer Nijholt, dat Burgemeester en Wethouders met dit nieuwe voorstel den Raad blijk baar in de luren willen leggen. Spreker wil wel ver klaren dat dit absoluut niet het geval is. Spreker zelf, die in het college van Burgemeester en Wet houders de vader van het nieuwe voorstel is geweest, heeft er absoluut niet aan gedacht om den Raad in de luren te leggen. Maar hoe stond de zaak? Toen in de vorige ver gadering de verhooging van den gasprijs aan de orde kwam, staakten de stemmen over het voorstel-Nijholt De heer Nijholt: Pardon De heer Schaafsma (wethouder)Over het voorstel van Burgemeester en Wethouders dan. Een dadelijk gevolg daarvan was echter dat de voorgestelde gas prijsverhooging niet kon doorgaan, omdat het voor stel was aangehouden. Spreker heeft die vergadering niet meegemaakt, dus weet niet precies den gang van zaken. Toen hij echter terugkeerde van verlof heeft de directeur der gasfabriek hem direct opgebeld en gezegd dat het voorstel niet was behandeld, zoodat er nu van een gasprijsverhooging vanaf 1 Augustus niets kon komen, maar dat de kwitanties over Augus tus moesten worden uitgeschreven, omdat het werk zich anders te veel ophoopte. Er is toen besloten de kwitanties uit te schrijven naar den ouden prijs en daarna is de directeur gaan bestudeeren op welke wijze men het bedrag, dat Burgemeester en Wethou ders in hun voorstel hadden belichaamd, zou kunnen binnen krijgen. Dit is gedaan om tweeërlei reden. Voordat het voorstel tot gasprijsverhooging in den Raad is ge komen," is het in twee commissies geweest en beide commissies, zoowel het college van Burgemeester en Wethouders als de commissie voor de lichtfabrieken, stonden op het standpunt, dat het bedrag, dat als winst was uitgetrokken op de begrooting, moest blij ven. Spreker heeft dan ook den directeur gezegd dat deze daarmee bij de calculatie van den nieuwen gas prijs rekening moest houden, dat hij die 46000. en 41000.mede moest calculeeren. En daar gaat nu eigenlijk de heele kwestie over. Het verzet van den heer Nijholt is enkel dit, dat hij zich tegen de verhooging verzet, omdat deze beide bedragen dit jaar door de gasfabriek moeten worden opgebracht, anders niets. De oude verordening is toegepast omdat de nieuwe verordening, in verband met een voorstel van den heer Nijholt, nog niet is aangenomen. Als dat wordt aangenomen, zal dit tot gevolg hebben, dat er van het college nog een voorstel komt om in de veror dening nog iets anders te wijzigen. Een behandeling van de verordening in deze vergadering kon minder geschikt, omdat men dan beide zaken dooreen has pelde. De behandeling zal dus moeten plaats hebben in een volgende vergadering en dan moet de zaak nog naar Gedeputeerde Staten. En dan zal er wel weinig sprake van zijn dat Gedeputeerde Staten zou den goedkeuren, vooral in verband met den opzet der begrooting, dat, terwijl eerst de oude verordening is toegepast, in den loop van het jaar en wel in het laatst de nieuwe verordening wordt toegepast. In ver band met de administratie kan dat heel best, spreker zal dat den heer Nijholt niet bestrijden. Maar het is toch niet de gang van zaken dat men 10 a 11 maan den na dato de geheele begrooting omver gooit en een nieuwe toepast. Wat de opmerking van den heer De Boer betreft, deze onderschrijft spreker volkomen. En het is ook de meening van den directeur der gasfabriek dat, als de gasprijs hooger wordt, onmiddellijk het gasver bruik daait. En dit niet alleen is een nadeel, maar, zooals ook de heer De Boer heeft opgemerkt, er wordt een minder economisch gebruik gemaakt van de brand stof, omdat de inwoners in plaats van op gas meer op andere brandstof gaan koken. De heer Dijstra gaat ten deele met het betoog van den Wethouder der Bedrijven mee. Het gaat niet zonder bezwaar om een eens op de begrooting ge- brachten post daarvan terug te nemen. Spreker gelooft dat men daarmee in het algemeen voorzichtig moet zijn. Maar een machtig element in de geheele zaak is hier het veel hoogere bedrag, dat kan worden ge ïnd door den gemeente-ontvanger. Nu zit voor spreker in hoofdzaak het zwaartepunt, waar hij zijn stem aan zal geven, hierop vasthoe staat de Wethouder van Financiën tegenover dezen gang van zaken als men dezen post van de begrooting terug neemt, m. a. w. als de gasprijs niet wordt verhoogd Spreker gevoelt er voor dat de belasting niet hooger wordt opgevoerd dan hoogst noodzakelijk is. Daaruit vloeit voort dat, als er op het oogenblik een vrij groot surplus is aan hoofdelijken omslag, het voor hem zeer wel mogelijk zou zijn dat een gasprijsverhooging niet noodzakelijk is, afgezien van den aangebrachten post op de begrooting. Kort gezegd staat spreker dus op dit standpunt kan zonder groot bezwaar de gemeentebegrooting den post missen, dan stemt spreker zoo dat we geen gasprijsverhooging krijgen, maar kan dat niet, dan zal hij zich aansluiten bij het voorstel van Burge meester en Wethouders. De heer Collet wil nog ergens op wijzen waar nog niet op gewezen is. Men spreekt hier over een gas prijsverhooging, maar men vergeet, dat die verhooging slechts vier maanden eerder zal intreden als de heer Nijholt zou willen. De directeur van de gasfabriek heeft den Raad toch voorgerekend dat het volgend jaar de prijs van het gas toch met 2 cent zal moeten worden verhoogd. De heer NijholtNiet volgens de stukken De heer ColletJa, wèl volgens de stukken. Als de Raad nu aanneemt dat de gasprijs met 2 cent wordt verhoogd, dan heeft dit tegen, dat die ver hooging 4 maanden eerder ingaat dan de heer Nij holt zou willen. Alleen is er dan dit verschil dat, wanneer wij dit doen, er dan ook geheel aan de bestaande verordening wordt voldaan. De verordening is nu voor een groot gedeelte herzien, we krijgen het volgend jaar onzen zin, dan zal er geen winst meer worden gemaakt, die vloeit in de gemeentekas

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 4