366 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1920. dat er over deze 4 maanden of 4 cent op het gas moet worden gelegd, wat het beste en het zuiverste zou zijn, öf en dat is het compromis dat Burge meester en Wethouders wenschen te sluiten dat de gasprijs dit jaar iets minder wordt verhoogd, maar dat het volgend jaar dan iets zal bijdragen in wat er dit jaar te min is ontvangen. De heer Nijholt was niet van plan nog iets naar voren te brengen. De Voorzitter zegt echter nog al het een en ander en daar moet spreker wel op ant woorden, anders zou hij dat op zich laten zitten en dat mag niet. DeVoorzitter noemt het onbillijk, wanneer dehoogere belastingbetalers niet meer terug zouden ontvangen. Spreker heeft er ook niets tegen, dat deze ook 10 terug krijgen, dat mag niet in 't gedrang komen en dat komt ook niet in 't gedrang. Maar spreker ziet het andersmen geeft het aan den eenen kant en neemt het aan den anderen kant terug men neemt het van de minst draagkrachtigen en geeft aan de best gesitueerden het meeste terug. Dat de gasfabriek geen sluitpost is weet spreker óók wel. Maar 't is een winstmakerij wat niet beter is. Men tracht niet het gas zoo goedkoop mogelijk te leveren, maar wil er zooveel mogelijk winst uit halen. Waarom de sociaal-democraten niet eerder met hun systeem in den Raad zijn gekomen Zij hebben dit systeem altijd voorgestaan, maar zij hebben tot nu toe geen genoegzamen steun gehad bij de andere leden van den Raad. De Voorzitter stelt het voor alsof spreker het meer dere in den hoofdelijken omslag, de grootere heffing, wil terug betalen aan de gasverbruikers. Men moet het juist omkeeren, dat men het te veel, dat de gas verbruikers steeds hebben betaald, laat vervallen, om dat de gemeentelijke inkomsten dit toelaten. De Voorzitter vraagt aan spreker„Staat het wel vast, dat de hoofdelijke omslag zooveel meer heeft opgebracht?" Datzelfde heeft spreker hier echter 4 weken geleden bij wijze van voorstel ook aan het college gevraagd. De meerderheid van den Raad heeft dit voorstel toen afgestemd. Maar wat spreker toen aan het college heeft gevraagd moet de Voor zitter nu niet aan hem vragen. Spreker moet nu te zeil gaan op zijn eigen cijfers. De Wethouder van Financiën heeft spreker toen ver wezen naar den controleur der gemeentebelastingen; daar kon hij de cijfers betreffende den omslag krijgen. Omtrent den hoofdelijken omslag heeft spreker de cijfers gekregen, doch omtrent het andere heeft hij ze niet gekregen, die cijfers moest het college van Burgemeester en Wethouders geven. Wat sprekers uitdrukking betreft, dat het college den Raad er tusschen neemt, het is hem nog nooit duidelijk geworden, waarom voor 4 weken de nieuwe en nu de oude verordening werd toegepast. Tenzij hij daarvoor een aannemelijke verklaring krijgt, blijft spreker bij zijn opinie. Dat de gasprijs het volgend jaar toch verhoogd zal moeten worden met 2 cent begrijpt spreker ook niet. Hij wilde dan wel eens weten wat men heeft aan de berekening van den directeur, dat de kostprijs in 1921 ook 16 cent zal zijn. Verhooging is dan on- noodig. Dat het volgend jaar het winstaandeel zal vervallen is mogelijk maar het is nog toekomstmu ziekde Raad moet daaromtrent nog beslissen. Wordt punt b aangenomen, dan is het voor het volgend jaar niet meer mogelijk dan is ook voor dat jaar de gas- belasting weer een feit geworden. De heer Collet zegt dat de heer Nijholt de cijfers van den directeur aanhaalt en dat hij vraagt, waarom deze dan gezegd heeft dat de kostprijs 16 cent zal zijn. Maar het is vooraf niet te zeggen, hoe hoog de prijs moet zijn. Nu reeds is de productie met een millioen M3. achteruit gegaan. Het vorig jaar was de productie pl.m. 5.600 000 M3. gas, nu is ze gere duceerd tot 4.600.000 M3. En we weten niet hoeveel meer die productie nog terug loopt. De aansluitingen aan het electrisch net nemen iederen dag toe, waar door de gasproductie afneemt. En als deze afneemt, zal het bedrijf ook minder productief kunnen werken. Dan is spreker het eens met wat door den Voorzitter is gezegd, dat er een zekere speling moet zijn. Men moet niet zeggen als we het nauwkeurig uitrekenen is de kostprijs 16 cent, dus dan is de gasprijs ook 16 cent. Dan zal men niet uitkomen. Men kan weer midden in het jaar voor een loonsverhooging komen te staan en waar moet die dan weer vandaan komen? Een speling van 50 a 60 duizen gulden mag er dan toch wel zijn. En spreker zegt nogmaals, het volgend jaar zal er geen buizen-belasting meer zijn. Dit jaar nog wel, maar het volgend jaar is het daarmee gedaan. Spreker kan dan ook meegaan met het voorstel van Burge meester en Wethouders. De heer IJ. de Vries zegt dat voor hem het hoofd bezwaar is, dat de gasbelasting in de eerste plaats drukt op de minder gesitueerden en de groote gezinnen. Zijns inziens moet de gasprijs nooit hooger zijn dan precies de kostprijs. Een groot gezin heeft veel gas noodig om te koken en indien dan op iedere M3. gas 2 cent belasting wordt betaald, dan komt dit, als het in de gemeentekas wordt gestort, ten goede aan de algemeene belastingbetalers. Spreker staat dus op het standpunt dat het gas zoo goedkoop mogelijk moet worden geleverd. De heer Jansen moet uit de woorden van den Voorzitter opmaken dat de opbrengst der gasfabriek niet in verband staat met den sluitpost der begrooting. Spreker gelooft dat hier juist wel een onverbrekelijk verband bestaat tusschen deze twee posten. De hoof delijke omslag is als sluitpost lager geraamd, doordat op de balans een winstpost van f 35000.van de gasfabriek voorkwam. Als die bij de begrooting was teruggenomen zou de raming van den hoofdelijken omslag hooger zijn geweest. De houding in dezen moet dan ook zijn zooals Dr. Kuiper eens heeft gezegd: „Het boetekleed ontsiert den man niet", d.w.z. laten we terugkomen van een bij nadere beschouwing verderfelijken weg. De hoof delijke omslag moet dus hier worden aangesproken. Wanneer de Raad niet voortgaat met winst te halen uit eenig bedrijf, maar een zeker deel, dat reeds op de begrooting staat, haalt uit den hoofdelijken omslag, dan gelooft spreker dat de Raad een zuiverder weg bewandelt, dan wanneer hij voortgaat op den weg, die bij de begrooting is ingeslagen geworden. De heer Visser zal naar aanleiding van het betoog van den Voorzitter stemmen vóór het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het lijkt hem ook minder wenschelijk om in den loop van het jaar te tornen aan de begrooting. Maar toch meent spreker dat het systeem om een zeker winstbedrag bij de gemeentelijke inkomsten te rekenen, terwijl men toch niet de zekerheid heeft, dat het bereikt zal worden, niet wenschelijk is. Met het oog echter op de vastgestelde begrooting zal spreker er zich dezen keer bij neerleggen. De Voorzitter merkt op dat de heer Nijholt zegt „Kijk eens, dat moet U nu niet aan mij vragen." Maar spreker vraagt het ook niet aan den heer Nij holt, maar hij vraagt het aan den Raad Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 September 1920. 367 De heer Nijholt: Die weet het ook niet De Voorzitter: Wij ook niet. De Raad zal de vol gende vergadering een beslissing moeten nemen over wat er zal worden terugbetaald. Dan zal pas vast staan wat er overblijft. Er wordt hier nu wel met een overschot geschermd, maar stel dat er de vol gende vergadering wordt besloten 20 terug te betalen. Van de zijde van Burgemeester en Wet houders is er toch niets van gezegd dat er 10 zal worden terugbetaald. Het college zegt misschien wel 20 De heer De Boer9/10 in te vorderen, is er gezegd. De VoorzitterDan is het zeer wel mogelijk, dat door deze besprekingen een voorstel van het college komt om 8/10 in te vorderen. Dat moet eerst vaststaan, dat is de kwestie waar men hier voor staat. De volgende vergadering wordt er eerst beslist öf er iets overblijft. Indien er van systeem veranderd moet worden, zou spreker willen adviseeren dit alleen bij de be- grooting te doen en niet midden in een jaar. De heer Nijholt wil, waar de Voorzitter nog eens zegt, dat het onmogelijk is vandaag te beslissen of er van den hoofdelijken omslag iets overblijft of niet, omdat men niet weet hoeveel er teruggegeven zal worden, zoo vrij zijn voor te stellen dit punt nog aan te houden tot over de belasting is beslist. De Voorzitter Wordt dit voorstel ondersteund De heer De Boer ondersteunt het voorstel-Nijholt. De heer Schaafsma (wethouder) wil aanneming van het voorstel-Nijholt ernstig ontraden. Op welke manier moet de directeur van de gasfabriek dan den gasprijs over September weer bepalen Dan krijgt men in de volgende vergadering weer de debatten over weer andere voorstellen, die dan weer noodig zullen zijn. Als de Raad niet met het voorstel-Nijholt meegaat, zal waarschijnlijk het percentage van den terug te betalen hoofdelijken omslag hooger kunnen worden. Anders zal het college weer met andere cijfers moeten komen en dan krijgt het weer het verwijt, dat het den Raad in de luren wil leggen. De heer Berghuis (wethouder) wil de waarschuwing geven dat men niet zal stemmen over aanhouding, maar over het principe of het geld van de belasting betalers aan dezen terug zal keeren of dat de in onvoorzien gereserveerde winst uit de gasfabriek door meevallen van de opbrengst van den hoofdelijken omslag zal vervallen, ten einde de gasverbruikers van dien meevaller te doen profiteeren. De heer Nijholt zal, als dat punt in 't midden wordt gebracht, verplicht zijn, zijn voorstel in te trekken. Hij heeft het enkel gedaan, omdat, zooals de Voorzitter zei, mén nu niet een beslissing kon nemen. Als de zaak echter van den kant van Burge meester en Wethouders zoo verward wordt de Wethouder van de bedrijven doet daar ook aan mee trekt spreker zijn voorstel in. De Voorzitter: Trekt U Uw voorstel in? De heer NijholtJa. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub a wordt met 17 tegen 7 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren Terpstra, Fransen, Tie- mersma, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, mevrouw BesuijenLindeboom, de heeren Dijstra, Oosterhoff, Lautenbach, Tulp, Visser, De Vos, Collet, Van Wei deren baron Rengers, O. F. de Vries, Schaafsma, Berghuis en Schoondermark. Tegen stemmen: de heeren Nijholt, Postma, Dijkstra, Zandstra, De Boer, IJ. de Vries en Jansen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub b wordt met 15 tegen 9 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heer Fransen, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Dijstra, Oosterhoft, Lautenbach, Tulp, Visser, Postma, De Vos, Collet, Van Weideren baron Rengers, IJ. de Vries, Schaafsma, Berghuis, en Schoondermark. Tegen stemmende heeren Terpstra, Tiemersma, mevrouw BesuijenLindeboom, de heeren Nijholt, Dijkstra, Zandstra, De Boer, Jansen en O. F. de Vries. 9. (Agenda no. 10.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhooging van het subsidie voor de vereeniging „Openbare Leeszaal en bibliotheek te Leeu warden" in verband met den aankoop door die vereeniging van een pand, de inrichting daarvan voor haar doel, enz. Dit voorstel luidt als volgt Wij ontvingen onder dagteekening van den 3 Augus tus j.l. van den voorzitter der vereeniging „Open bare Leeszaal en Bibliotheek" alhier een uitvoerig schrijven, waarin werd te kennen gegeven dat hij zich, door de moeilijkheid om voldoend geschoold personeel aan de vereeniging te verbinden en om de Rijksbijdrage voor deze inrichting te behouden, genoopt had gevonden om te zien naar een nieuw gebouw, dat voor de onderbrenging van de lees zaal geheel genoegzaam was te achten. Het oog was daartoe gevallen op het huis aan de Tweebaks- markt no. 64, laatstelijk bewoond geweest door den heer Mr. A. R. Fockema, president van het Gerechts hof alhier, dat hij tot 1 October voor de som van 36,500.in handen heeft. Gevraagd wordt in het schrijven een vorm te vinden, waaronder de Vereeni ging dit gebouw voor leeszaal zal kunnen krijgen, hetzij door aankoop door de gemeente, hetzij door verleening van een hooger subsidie, waarmede de vereeniging dan de kosten van aankoop door haar zelf kan bestrijden. Op ons verzoek legde het bestuur den 5en Sep tember eene exploitatie-rekening over, waarbij het punt van uitgang is dat de vereeniging zelve het pand aankoopt. Zij is opgezet met een jaarlijksch rentebedrag van 3000.naar 6 °/0 (koopsom en kosten van inrichting dus gerekend op 50,000. en aflossing f 1000.Na een mondeling onderhoud met den penningmeester der vereeniging, 10 dagen later, bleken onderscheidene posten toen reeds te krap geraamdzoo kosten van schoonmaak en meubilair f 600.400.te laag) personeel f 8300. 2000.te laag)voor pensionneering is niets gerekend, stel 800.In totaal worden de uitgaven dan f 23,200.Hiertegenover staan, behalve de contributiën en de bedragen van de gemeente Leeu- warderadeel 150.en vereenigingen, alsmede in komsten uit anderen hoofde, samen f 3600.de subsidies van Rijk. provincie en gemeente. Het eerste is tot f 4000.uitgetrokken, nagenoeg overeenko mende met de nieuwe subsidieschaal, die met ingang van 1 Januari 1920 door het Rijk voor zijn steun aan de leeszalen is opgesteld en volgens welke voor een gemeente van 42000 tot 43000 zielen de rijksbijdrage f 3912.en de verplichte provinciale- en gemeente

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 6