488 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920.
Aan de orde zijn de uitgaven.
De hoofdstukken 1XII worden onveranderd vast
gesteld, waarna het totaal der uitgaven wordt vast
gesteld.
Aan de orde zijn de ontvangsten.
Artt. 18 van Hoofdstuk i worden onveranderd vast
gesteld.
Hoofdstuk I. Art. 9. Ontvangsten van geheven rechten
voor het plaatsen en verwisselen van tonnen f 66000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Dijkstra merkt ten aanzien van dit punt be
treffende de verwisseling van privaattonnen op, dat het
een nieuwigheid is in deze gemeente dat daarvoor 5.
moet worden betaald.. De invoering van dit recht heeft
eerst bij de burgerij wel eenige ontstemming gewekt,
dat spreekt vanzelf, hoewel het verklaarbaar is uit de
stijging der materialen. Spreker roert dit punt even aan
om aan Burgemeester en Wethouders te vragen: heeft
men nu door deze manier van doen, door deze invorde
ring van een soort belasting, ook verschillende eigen
aardige dingen opgedaan, als bezuiniging van het be
drijf, doordat, omdat de menschen nu moeten betalen,
het bedrijf minder privaattonnen heeft te plaatsen?
Vroeger ging dat gemakkelijk genoeg, nu moet men
iedere ton betalen. Dit zou tengevolge kunnen hebben,
dat met deze inkomsten van de burgerij er tegelijk ook
op het bedrijf bezuinigd werd.
De heer Schaafsma (wethouder) meent, dat de ont
stemming van het publiek over iets dat nu betaald moet
worden en tot nog toe niet vrij natuurlijk is. Als men ge
woon is iets gratis te krijgen en men moet het dan be
talen, dan sputtert men eerst. Maar als het publiek den
goeden kant beziet, zal het wel de rechtmatigheid van
deze heffing erkenen.
Eigenlijk bedoelt de heer Dijkstra met zijn vraag of
cr met deze heffing ook een economisch resultaat bereikt
is. Spreker kan mededeelen, dat dit inderdaad is bereikt.
Het publiek, dat steeds den mond vol heeft over de
luiheid van de gemeentewerklieden, heeft maar diensten
van de gemeente-reiniging gevraagd, zonder dat deze
noodig waren. Dat blijkt nu er voor betaald moet wor
den, door het minder aantal verwisselingen die worden
gevraagd.
Verder kan spreker nog mededeelen, dat er in ééne
week 141 verwisselingen van privaattonnen, als onnoo-
dig zijn afgeschaft. Daartegenover staat wel dat er weer
51 nieuwe verwisselingen zijn gekomen, maar de maat
regel, dat ze betaald moeten worden, heeft toch ten
gevolge gehad, dat er een besparing van 90 verwisse
lingen werd verkregen. En het staat er in 't algemeen zoo
voor, dat spreker zich voorstelt dat, wanneer deze maat
regel een jaar doorgewerkt, er één of twee wijken
kunnen worden ingetrokken, dat van een aantal van
14 wijken er 12 of 13 kunnen worden gemaakt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. 9 van Hoofdstuk 1.wordt onveranderd vastgesteld.
De Hoofdstukken 1VI worden achtereenvolgens
onveranderd vastgesteld, waarna het totaal der ont
vangsten wordt vastgesteld.
De begrooting der gemeente-reiniging wordt onver
anderd vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der begrooting der gemeente-reiniging 1921
(bijl. 5a).
Aan de orde is de ontwerp-begrooting voor het ge
meentelijk grondbedrijf (bijl. 6).
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
De Voorzitter stelt voor om de artikelen, waartegen
geen bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed
te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde zijn de uitgaven.
De artt. 1-12 worden achtereenvolgens onveranderd
vastgesteld, waarna het totaal der uitgaven wordt vast
gesteld.
Aan de orde zijn de ontvangsten.
Artt. 16 worden onveranderd vastgesteld.
Art. 7. Voor uitbreiding van voor het bedrijf be-
noodigd kapitaal76,908.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer zou hierbij graag een nadere toelich
ting willen hebben. Hij ziet hier staan dat deze post is
samengesteld als volgt:
tekort op den gewonen dienst 47,338.
verplichte schuldaflossing29,570.
Samen 76,908.
Spreker zou nu gaarne willen weten hoe dat tekort op
den gewonen dienst ontstaan is. Misschien dat de
wethouder van Financiën de zaak nader kan toe
lichten?
De heer Berghuis (wethouder) zegt dat hij in de ver
gadering van hedenavond wel even een precies berekend
staatje aan den heer De Boer zal overleggen.
De Voorzitter: Wenscht de heer De Boer aanhouding
van dezen post?
De heer De Boer: Neen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Art. 7, alsmede de artt. 8 en 9, worden achtereen
volgens onveranderd vastgesteld, waarna het totaal der
ontvangsten wordt vastgesteld.
De begrooting van het gemeentelijk grondbedrijf
wordt onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter merkt op, dat hierbij nu dadelijk ook in
behandeling komt sub a van punt 2 (agenda no. 3)
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aan
wijzing der perceelen, die onder het gemeentelijk grond
bedrijf vallen, met vaststelling van het bedrag der
gemeentelijke schuld, dat daarop geacht moet worden
te rusten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920. 489
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom
stig dit voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Aan de orde is de ontwerp-begrooting voor het ge
meentelijk woningbedrijf (bijl. 7).
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
De Voorzitter stelt voor om de artikelen, waartegen
geen bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed
te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde zijn de uitgaven.
De artt. 110 worden achtereenvolgens onveranderd
vastgesteld, waarna het totaal der uitgaven wordt vast
gesteld.
Aan de orde zijn de ontvangsten.
De artt. 17 worden achtereenvolgens onveranderd
vastgesteld, waarna het totaal der ontvangsten wordt
vastgesteld.
De begrooting van het gemeentelijk woningbedrijf
wordt onveranderd vastgesteld.
Te 5.15 uur nam. schorst de Voorzitter de vergadering.
Te 8 uur nam. wordt de beraadslaging hervat.
Alsdan zijn aanwezig 23 leden, te weten dezelfde
leden als in de middagvergadering, benevens de heer
Nijholt.
De Voorzitter verleent op verzoek van wethouder
Berghuis eerst even het woord aan dezen.
De heer Berghuis (wethouder) merkt op, dat hij van
middag, bij de behandeling der begrooting van het
grondbedrijf, een oogenblik het antwoord schuldig was
aan den heer De Boer. Spreker bleef dit antwoord liefst
schuldig. De heer De Boer toch heeft in de secties ook
deze opmerking gemaakt en spreker meende dat zijn
opmerking toen door den aanwezigen wethouder vol
doende was beantwoord. Er kan nu eenvoudig door
spreker worden geantwoord, dat er een tekort is op het
bedrijf. Spreker heeft bij den ambtenaar, die deze be
grooting meer speciaal in elkaar heeft gezet, nog eens
poolshoogte genomen, omdat hij, met het oog op de
herhaalde opmerking, bang was geworden, dat in deze
post meer zat, dan hij zelf dacht, 't Blijkt echter, dat het
niets anders is dan het resultaat van een aftreksom van
uitgaven en ontvangsten, in dit geval zoo, dat de uit
gaven de ontvangsten overtreffen met ruim 47,000.
Dat is de oplossing. Als de heer De Boer de ontvangsten
met de gewone en buitengewone uitgaven vergelijkt,
dan krijgt hij een verschil van 47,338.— als tekort op
de administratie. Bij het woningbedrijf bestaat zoodanig
verschil ook tusschen de huren, erfpachten enz. aan den
eenen kant en onderhoud, administratie en taxatiekosten
aan den anderen kant.
De heer De Boer Het is dus een gewoon nadeelig
saldo dat is Uw redeneering, als ik goed begrijp
dus niet een tekort dat na verloop van jaren is ontstaan?
De heer Berghuis (wethouder)Neen.
Aan de orde is de ontwerp-gemeentebegrooting
(bijl. 1 en la).
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
De Voorzitter stelt voor om de artikelen, waartegen
geen bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed
te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde zijn de uitgaven.
Volgno. 91 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 92. Jaarwedde van de vier wethouders 10,000.
De Voorzitter merkt op, dat aan het eind van haar
rapport de commissie van rapporteurs heeft voorgesteld
de jaarwedden van ieder der wethouders te verhoogen
van 2500.tot 3000.—. Wenscht een van de leden
hierover het woord?
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Tulp (algemeen rapporteur) licht toe, dat de
commissie van rapporteurs heeft gemeend dit voorstel
te moeten doen om reden in het voorstel genoemd.
Spreker zal niet in herhaling treden van de in het vorige
iaar hiervoor aangevoerde gronden; de hoofdzaak is
echter dat de wethouders in deze gemeente door hun
werkkring als zoodanig, daarvoor hoe langer hoe meer
geheel in beslag worden genomen. Voor degenen, die
geen andere bron van inkomsten hebben, is dan eigenlijk
het cijfer van 3000.nog niet hoog genoeg, maar de
commissie heeft niet hooger durven gaan, omdat het
vorig jaar, toen het cijfer ook door den Raad op
3000.was gebracht, dit door Gedeputeerde Staten
op 2500.is teruggebracht.
De heer Dijstra neemt nog precies hetzelfde stand
punt in als verleden jaar en zal zich tegen het voorstel
verklaren, op gronden dat hij deze zaak niet kan los
maken van de constellatie van Burgemeester en Wet
houders en de wijze waarop dit college is samengesteld.
Spreker heeft vroeger deze kwestie reeds uiteengezet,
hij zal daar nu niet op terug komen. Hij kan echter zijn
stem niet aan het voorstel geven.
De heer De Boer wil, naar aanleiding van de opmer
king van den heer Dijstra, dit zeggen, dat het dan in de
lijn van den heer Dijstra ligt om te zeggen den geheelen
post te schrappen. Als de heer Dijstra uit politieke over
wegingen tegenstemt, dan gelooft spreker niet, dat het
argument van den heer Dijstra op kan gaan.
De heer Dijstra ziet er het nut niet van in om dezen
post te schrappen. Het salaris was aanwezig toen de
wethouders benoemd zijn en hunne functie hebben aan
vaard. Spreker begrijpt niet de logica van het betoog
van den heer De Boer. Spreker heeft duidelijk gezegd,
dat de constellatie van het college van Burgemeester en
Wethouders en de wijze, waarop het is samengesteld,
voor hem beletsel is aan salaris-verhooging mee te
werken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel der commissie van rapporteurs, waarvan
de bedoeling is om aan Gedeputeerde Staten te verzoe
ken de jaarwedden der 4 wethouders te verhoogen van
2500.tot ƒ3000.wordt met 17 tegen 2 stemmen
aangenomen.