506 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920.
dra de inkomens eenigszins stijgen, wordt telkens het
vermenigvuldigingscijfer hooger de invloed van die
verhooging is dan ook zeer miniem. Spreker meent dat
er meer te bereiken is als de aftrek van 100.— voor
kinderen wordt aanvaard. Hij kan dus accoord gaan
met het voorstel-Nijholt.
Spreker weet niet of in het voorstel van Burgemeester
en Wethouders ook opgesloten is de vrijstelling van
belasting van contributies voor de vakorganisaties.
De Voorzitter: Het verzoek van den Bestuurdersbond
bedoelt U.
De heer Jansen zegt dat de wethouder van Financiën
zooeven een treurmare heeft gezongen over een van de
amendementen van den heer Nijhoit. De wethouder
heeft gezegd dat de Raad vrij zeker een slag in de lucht
zou doen met den kinderaftrek op 100.te brengen.
Spreker moet echter zeggen dat beide amendementen
van den heer Nijhoit hem zeer sympathiek zijn.
De heer Berghuis (wethouder) Er is maar één
amendement.
De heer Jansen: Maar 't is belichaamd in 2 verschil
lende. onderdeelen.
Spreker is echter het amendement betreffende
100.kinderaftrek veel sympathieker dan het andere.
Als de Raad kan bewerkstelligen dat er voor ieder kind
f 100.mag worden afgetrokken, dan zijn de finan
cieel zwakkeren daarmee veel meer gebaat dan met een
aftrek van ƒ800.voor noodzakelijk levensonderhoud.
Daarom zou spreker ernstig in overweging willen geven
om, indien beide voordeelen niet te verkrijgen zijn, in
ieder geval den kinderaftrek te bepalen op 100.
De heer Berghuis (wethouder)'t Is 't voorstel van
Burgemeester en Wethouders om den aftrek voor nood
zakelijk levensonderhoud te bepalen op 800.
De heer Jansen: Maar dat is vrij zeker niet te berei
ken als de kinderaftrek ook wordt verhoogd.
De heer Collet kan in hoofdzaak meegaan met het
betoog van den heer Nijhoit. Er zijn nog al bezwaren
gemaakt dat de minister die 100.kinderaftrek niet
zal toestaan. Alaar in Arnhem is ook een kinderaftrek
van 100.en in Leeuwarden is die aftrek zoo be
paald, dat alleen kinderen beneden 16 jaar er voor in de
termen vallen, de ouderen niet. In Arnhem daarentegen
gaat die aftrek tot een leeftijd van 18 jaar; Den Haag
heeft een aftrek van 100.met een grens van 21 jaar;
Groningen met een grens van 16 jaar en Amsterdam
met een grens van 18 jaar, terwijl de gewone aftrek
daar is bepaald op 900.
Het is, zooals de heer Nijhoit reeds zei: de minister
is in den laatsten tijd meer meegaande geworden; het
is dus niet onmogelijk dat een aftrek van 100.zal
worden goedgekeurd. In ieder geval is het te probeeren.
In verband met den kinderaftrek wil spreker nog
hierop wijzen. Verleden jaar werd er aan kinderaftrek
totaal afgetrokken voor 9259 kinderen. En het is op
merkelijk dat juist de menschen met een inkomen tot
1500.dus die alleen, welke een inkomen hadden
tot 1500.6346 kinderen hadden. Van de 9259
kinderen waren er dus 6346 alleen van menschen met
inkomens tot 1500.Het komt dus bij verhoogden
kinderaftrek, aldus spreker, juist zooals wij wenschen,
het komt die menschen ten goede, die het zoozeer noo-
dig zijn. De menschen, die in den tegenwoordigen tijd
een inkomen hebben tot 1500.kunnen toch zeker
geen hooge belasting betalen. Spreker dringt er ten
sterkste op aan dat de Raad zal meegaan met het voor
stel-Nijholt om den kinderaftrek te verhoogen tot
100.—.
De heer Tulp: De heer Nijhoit heeft zoopas aange
roerd dat de levensomstandigheden nog even hoog zijn.
Ik ben zoo vrij. omdat zoo zachtjes aan de prijzen terug
gaan, in dit opzicht met hem in meening te verschillen.
De heeren van rechts, ik bedoel de heeren van mijn
rechterzijde, wenschen nu een kindertoeslag te geven
bij den aftrek. Bij de salarissen is die toeslag door de
sociaal-democraten echter heftig bestreden. En nu wil
len ze hier in een anderen vorm weer kindertoeslag
geven. Ik moet zeggen dat ik het groote verschil niet
voel. Ik kan niet veel verschil constateeren tusschen
l et voorstel van de heeren van de rechterzijde van
vroeger en dat van de S. D. A. P. van thans. Misschien
dat de heeren het mij duidelijk kunnen maken?
De heer Fransen: De heeren zijn voor verbetering
vatbaar!
De heer Schaafsma (wethouder) zal er niet lang over
spreken, omdat hij al menig keer den kindertoeslag
heeft bestreden en zijn motieven goed heeft trachten
duidelijk te maken. De heer Tulp verwart hier 2 dingen:
den kinderaftrek bij de belastingen, die ten goede komt
aan alle ingezetenen van Leeuwarden, die kinderen
hebben en den kindertoeslag, die slechts aan een be
paalde groep van de bevolking ten goede komt. Dat is
ten aanmerkelijk verschil. Wanneer er in de Tweede
Kamer eens gesproken wordt dat er kindertoeslag zal
worden gegeven aan alle gezinnen die kinderen hebben,
dan zullen wij, aldus spreker, daar misschien heel
anders tegenover staan, dan wanneer zij alleen wordt
gegeven aan een bepaalde groep van ambtenaren.
De heer Visser: De practische conclusie van dat be
toog is dus dat de kinderaftrek bij de belasting wordt
voorgesteld, om het algemeen belang te baten.
De heer Schaafsma (wethouder): Neen.
De heer Visser: Dat is de conclusie. Het gaat hier om
de groote gezinnen. De sociaal-democraten hebben
echter geen kindertoeslag gewild, omdat het een kleine
groep gold, maar zij willen die wel bij de belasting. Het
practisch betoog is dus dat het niet aan die personen,
maar aan de gemeenschap ten goede moet komen.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wil er even de
aandacht op vestigen dat zij in 't algemeen op theore
tische gronden tegen kindertoeslag is, maar dat zij zal
stemmen vóór een verhoogden kinderaftrek. In den
kindertoeslag ziet zij iets onbillijks, omdat er een onge-
ii|k loon wordt gegeven voor een zelfde werk, wat neer
komt op een loon naar behoefte. De groote gezinnen
worden geholpen door kinderaftrek en daaraan wil ze
graag meehelpen.
De heer Nijhoit zegt dat de bedoeling van zijn partij
is om een belasting-stelsel naar draagkracht te krijgen.
Juist nu in de gezinnen met veel kinderen wordt de
draagkracht kleiner. Het ligt dus voor de hand dat die
gezinnen ook lager belasting moeten betalen. Dat, wat
betreft de belasting naar draagkracht.
Wat de andere kwestie betreft, sprekers partij zal
met de heeren van de overzijde mee kunnen gaan, als
er een algeheel loon naar behoefte gegeven wordt. Ook
dan wenscht zijn partij met de kinderen rekening te
houden. Het geven van een loon naar behoefte zal
echter nog wel een tijdje kunnen worden uitgesteld,
daar behoeft men zich voorloopig nog niet bang voor
te maken. Ataar dat is heel iets anders als, kindertoeslag
onder het tegenwoordig stelsel.
Overigens is dit laatste ook heel ongelijk aan kinaer
aftrek. Alleen het woord „kinder" is gelijk, maar anders
is er een groot verschil.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920. 507
De heer Berghuis (wethouder) wil een paar opmer
kingen maken ten aanzien van de woorden van den
heer Schaafsma en mevrouw Buisman.
De heer Schaafsma zou principieel voorstander van
kindertoeslag zijn als iedereen, die kinderen heeft, het
maar krijgt; hij is er alleen principieel tegen wanneer
speciaal een zekere categorie het zou krijgen. Mevrouw
Buisman zegt: ik ben er tegen, omdat bij het geven van
loon de groote gezinnen worden bevoordeeld. Maar zij
wil de groote gezinnen wel bevoordeelen, door ze min
der belasting te laten betalen. Nu begrijpt sprekei er
niets meer van.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: In theorie heeft
de heer Berghuis gelijk, maar in de practijk is het niet
hetzelfde. De theorie en de practijk maken een groot
verschil. Als men tegen een loon naar behoefte is, dan
kan men nog wel vóór kinderaftrek zijn.
De heer Berghuis (wethouder) begrijpt dan geen
van beide sprekers. Als de rest van den Raad er ook
zoo over denkt, dan wil hij de beide sprekers aanraden
dan ook deze philosofische eieren van Columbus maar
op te eten.
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt A I van sub a van het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
Het voorstel van den heer Nijhoit, om den kinder
aftrek te verhoogen van 50.tot 100.wordt met
18 tegen 5 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Schaafsma, Tiemersma,
Lautenbach, Fransen, Van der Werff, Dijkstra, Zand-
stra, Visser, De Boer, mevrouw BesuijenLindeboom,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren O. F.
de Vries, Postina, Collet, IJ. de Vries, Jansen, Dijstra en
Nijhoit.
Tegen stemmen: de heeren Tulp, Van Weideren
baron Rengers, Berghuis, De Vos en Schoondermark.
Het desbetreffende artikel der verordening zal met
dit besluit in overeenstemming worden gebracht.
De punten II en III A van sub a worden achtereen
volgens onveranderd vastgesteld.
Punt B van sub a wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
sub b.
De beraadslagingen worden heropend.
De heer Nijhoit merkt op dat in de memorie van ant
woord is gezegd dat, zoodra er een wijziging van de
verordening op den hoofdelijken omslag aanhangig
was, door het college voorstellen zouden worden ge
daan in verband met navordering enz. Nu is natuurlijk
dat „te zijner tijd", zooals het is uitgedrukt, wel heel
vlug gekomen, maar waar het hier slechts een kleinig
heid betreft, wil spreker vragen of het niet mogelijk is
nu reeds die wijzigingen in de verordening aan te bren
gen. Als de Raad in principe bedoelde wijzigingen vast
stelt, zouden Burgemeester en Wethouders de redactie
kunnen bepalen.
De heer Berghuis (wethouder) merkt op dat, zooals
de heer Nijhoit terecht heeft gezegd, de wijziging der
verordening zeer spoedig onder de oogen van Burge
meester en Wethouders is gekomen. Ging het nu veider
alleen maar over de wijzigingen door den heer Nijhoit
bedoeld, dan ware dit thans zeer wel mogelijk, ondanks
aangenomen aftrekwijziging. Spreker weet echter niet
of de in de secties voorgestelde wijzigingen alle in de
memorie van antwoord zijn aangehaald, ze betreffen
toch ook de invordering van belasting op inkomens met
terugwerkende kracht of op die welke later zijn btkend
geworden. Verder is er ook in de secties een opmerking
gemaakt spreker weet niet of de heer Nijhoit daar
bij was omtrent rente-betaling door achterstallige
belastingbetalers. En dit zijn onderwerpen, die spreker
van veel meer belang acht. Het is wel eens geschied,
dat een inkomen pas later bekend werd en dat daarop
dan geen belasting van terugwerkende kracht kon wor
den geheven, maar de kwestie, dat na 1 of 2 waarschu
wingen voor het betalen der belasting, rente zal moeten
worden betaald, is van veel verdere strekking. De
groote kwestie is zelfs of zooiets uitvoerbaar is.
Spreker wil er daarom nu echter op wijzen, dat de
wijziging van den aftrek met den meest mogelijken
spoed naar Den Haag moet worden gezonden, opdat,
als de zaak daar is behandeld, de kohieren kunnen
worden vastgesteld. Spreker zou den heer Nijhoit dan
ook in overweging willen geven wat thans besloten is
niet te willen beschouwen als wijziging der verordening,
bedoeld om de geheele verordening te herzien.
De heer Nijhoit wil graag aan het verzoek van den
wethouder voldoen, alleen wil hij vragen of de Raad
de verordening toch nog niet wijzigen kan in de vol
gende of daarop volgende vergadering en dan aan de
nieuwe bepalingen terugwerkende kracht te geven tot
1 Januari 1921.
De heer Berghuis (wethouder) antwoordt dat de
Secretaris hem net influistert dat door de nieuwe ge
meentewet de belastingheffing van 't oogenblik geheel
moet worden omgewerkt. Dan zal men dus ook alle
wijzigingen kunnen aanbrengen.
De beraadslagingen worden gesloten.
De Voorzitter stelt voor het bedrag van volgno. 6
nog even aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Volgno. 7. Belasting op de honden f 1800.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries wil, waar de belasting op de
honden zoo betrekkelijk weinig opbrengt, terwijl het
aantal honden in de stad zich vrij erg gaat uitbreiden,
voorstellen de belasting op de honden te verhoogen tot
10.per luxe-exemplaar.
De Voorzitter: Maakt U daar een voorstel van?
De heer IJ. de Vries: Ja.
De Voorzitter: Een voorstel tot wijziging der belas
ting-verordening op de honden natuurlijk.
Spreker ontvangt van de heeren IJ. de Vries en Van
der Werff een voorstel, luidende als volgt:
„Ondergeteekende stellen voor de belasting op luxe
honden te verhoogen tot 10.per stuk."