4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1921. 13. rapport der reclame-commissie omtrent be zwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, diensten 1919 en 1920. 14. alsvoren der Commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemde lid, den heer B. Molenaar. De punten sub 13 en 14 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. II. De Voorzitter doet nog mededeeling dat is ingekomen een verzoek van den heer De Vos, lui dende als volgt „Ondergeteekende verzoekt beleefd, in de vergade ring van den elfden Januari a.s. een vraag te mogen „stellen naar aanleiding van het en bloc ontslag „nemen van de leden der Beurscommissie". Spreker stelt voor het gevraagde verlof te verleenen en de interpellatie na afloop van de agenda aan de orde stellen. De heer Dijstra vraagt naar aanleiding hiervan of de correspondentie, die is gevoerd tusschen het col lege en de beurscommissie, met vooraf ter kennis van den Raad kan worden gebracht. De Voorzitter zegt dat dit waarschijnlijk ook het plan was van Burgemeester en Wethouders. Het college weet niet precies wat de heer De Vos zal vragen, doch door Burgemeester en Wethouders is besloten om, tenzij nu gemakkelijk antwoord kan worden gegeven, het antwoord in de volgende ver gadering te geven. De heer Berghuis (wethouder)Dan kan de corres pondentie even ter visie liggen bij de stukken. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Aanbeveling voor de benoeming van twee leden der commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, wegens het niet aannemen der benoeming als zoodanig door mej. A. Oosterling en mevr. J. Hoven-Sybouts a. O. Braaksma, meerderjarig onderwijzer aan een openbare lagere school (onderwijzer aan gemeente school no. 1). b. mevr. J. A. Uffelie-Sonnega, Tweebaksmarkt meerderjarig inwoner. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan IJ. Verhoeve tot 1 September 1921 ontheffing te verleenen van de verplichting tot verbouwing van het kadastrale perceel sectie Gr no. 10301 aan de Emmakade, dat hem in erfpacht werd uitgegeven. 3. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van de bovenwoning Wirdumerdijk no. 3 aan C. P. M. van Dongen en van den winkel Wirdumerdijk 1 aan de N. V. Holland American Tobacco Comp., alhier. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der St. Elizabethscholen om in aanmerking te komen voor eene tegemoetkoming in de kosten van hare bewaarscholen. De punten sub 24 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Agenda no. 2.) Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemde lid, den heer B. Molenaar. De heer Zandstra rapporteert namens de commissie, bestaande uit de heeren Zandstra, Oosterhoff en Fransen, het volgende Ondergeteekenden, benoemd tot leden der commissie, in wier handen is gesteld de geloofsbrief van den B. Molenaar, die tot lid van den Raad is gekozen, hebben de eer Uwe Vergadering te rapporteeren, dat zij den geloofsbrief en de daarbij overgelegde stukken in orde hebben bevonden, weshalve zij Uwe Vergadering adviseeren den heer Molenaar als lid van den Raad der gemeente Leeuwarden toe te laten. Met algemeene stemmen wordt besloten tot toelating van het nieuwbenoemde lid, den heer B. Molenaar. 2. Agenda no. 3.) Benoeming van twee leden der Commissie van toezicht op het Lager Onderwys, wegens het niet aannemen der benoeming als zoodanig door mej. A. Oosterling en mevr. J. Hoven-Sybouts. In de plaats van mej. Oosterling wordt benoemd de heer O. Braaksma, meerderjarig onderwijzer aan eene openbare lagere school (onderwijzer aan gemeente school no. 1) met 22 stemmen. Op mevrouw J. A. Uffelie-Sonnega is 1 stem uit gebracht. In de plaats van mevrouw J. Hoven-Sybouts wordt benoemd mevrouw J. A. Uffelie-Sonnega, Tweebaks markt, meerderjarig inwoner, met 22 stemmen. Er is 1 biljet blanco ingeleverd. 3. Agenda no. 4.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met ingang van een nader door hen te te bepalen datum A. C. Nubé als hoofd over te plaatsen van gemeenteschool no. 9 naar de nieuw gesticht wordende gemeenteschool no. 14. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer De Boer zegt dat hem net door den Wet houder van Financiën een opmerking werd gemaakt, zoodat hij niet heeft gehoord dat dit voorstel in be handeling kwam. Hij zou hierover echter nog gaarne een opmerking willen maken als het mag. De VoorzitterAls de Raad het goedvindt. De Raad staat dit toe. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer gelooft dat men nu met de nieuwe onderwijswet met de nieuwe school in een moeilijk parket komt. Als het aantal leerlingen per klas wordt bepaald op 40 wat spreker niet hoopt dan zal dat tengevolge hebben dat deze nieuwe school met 14 klassen 560 leerlingen krijgt, terwijl de wet als maximum stelt 400. Als het aantal leerlingen per klas 30 wordt, dan zal men met deze school toch nog boven het wettelijk maximum komen. Spreker zou daarom willen dat Burgemeester en Wethouders het vraagstuk nog eens onder de oogen zien en of er van deze school niet een dubbele school is te maken, ieder van 8 klassen, zoodat ook het 8ste leerjaar aan deze school wordt verbonden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1921. 5 De heer Schoondermark (wethouder) merkt op dat de heer De Boer het in één punt verkeerd voor heelt; de nieuwe wet zegt wel dat er geen scholen mogen zijn met meer dan 400 kinderen, maar er is een over gangsbepaling die daarboven ruimte toelaat. Het aantal kinderen mag echter niet boven de 600 komen, daarboven moet dispensatie worden verleend. Wat betreft de kwestie wat men in de toekomst zal doen, daarover behoeft men zich op 't oogenblik niet ongerust te maken. Spreker gelooft dat ook de toepassing van de nieuwe wet in de volgende ver gadering ter sprake zal komen, maar hij hoopt dat dan de leden er niet te veel factoren bij zullen halen, omdat het dan hoe langer hoe moeilijker wordt. Als men nu eerst maar zorgt dat de leerlingen weer geplaatst zijn, dan kan men verder zien. Spreker gelooft echter niet dat het raadzaam is nu te besluiten de nieuwe school te splitsen in 2 scholen. Men raakt toch ook heelemaal niet vast, omdat in de wet een overgangsbepaling is opgenomen, die een aantal kinde ren tot 600 toelaat. De heer De Boer weet niet of die overgangsbepaling ook geldt voor een school, die op l Januaril921 nog niet in gebruik was. Indien dit wel het geval is, dan zou spreker het toch een veel betore regeling achten om thans, nu de school nog in aanbouw is, tot een dubbele 8- klassige school te besluiten, dan daartoe in den komenden tijd toe over te gaan. Spreker zou het daarom zeer op prijs stellen, wanneer dit punt heden werd aan gehouden en Burgemeester en Wethouders daarover nog eens hun gedachten lieten gaan. De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat als de Raad op deze wijze te werk zal gaan, wanneer dit of dat raadslid met nieuwe ideeën komt, hij dan niet inziet, hoe Burgemeester en Wethouders nog met voorstellen kunnen komen. Wanneer de Raad met deze ideën al vast zal beginnen dan komt er morgen of overmorgen misschien weer een ander raadslid, die andere scholen ook in tweeën wil splitsen. Zoo komen er dan allerlei factoren bij en de uitvoering wordt daardoor onmogelijk. Men moet de zaak nu niet te veel compliceeren. De heer De Boer kan heel goed die ideeën hebben, maar laat de Raad nu eerst zien dat hij dit jaar de leerlingen bergt en laat de heer De Boer dan met zijn voorstel komen. Een dergelijk voorstel heeft, men ook in Amersfoort gehad en daar is het besluit gevallen dat alle scholen in tweeën gesplitst zullen worden. Maar waarom zou men hier nu de benoeming van een hoofd om zooiets aanhouden? Het geheele personeel voor de school moet ook nog benoemd worden; er is alle mogelijke moeite gedaan om den bouw spoedig in orde te krijgen en nu zou de Raad, door de zaak uit te stellen, de uitvoering onmogelijk maken. Spreker zou den Raad dan ook werkelijk in overweging willen geven niet op het voorstel van den heer De Boer in te gaan. De heer De Boer doet het voorstel om dit punt aan te houden. De Voorzitter merkt op dat daaraan dan een groote technische moeilijkheid vastzit. Er is net besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zoodat de heer De Boer dan den Raad eerst zal moeten voorstellen het ontslag en de be noeming in te trekken. De heer De Boer gelooft dat tegen deze benoeming niet veel bezwaar zal bestaan. Maar hoe zal de school zijn Dat is de kwestie. In den aanvang, toen het voorstel tot het bouwen eener nieuwe school werd gedaan, hebben spreker en partijgenooten er op ge wezen dat het gewenscht was 2 scholen te bouwen, omdat er meer en meer gebrek kwam aan school ruimte. Hun kan dus nu geen verwijt worden gemaakt dat zij nu met een nieuw idee komen. Waren Burge meester en Wethouders indertijd op dat idee ingegaan, dan had men nu niet voor deze moeilijkheid gestaan. De heer Schoondermark (wethouder) maakt den heer De Boer geen verwijt. Hij zegt alleen maar laat de heer De Boer wachten met een dergelijk voorstel tot dit jaar om is; er is dit jaar meer dan voldoende werk met het organiseeren en reorganiseeren van het onderwijs, zoodat er niet meer factoren bij moeten komen, die dit onuitvoerbaar maken. Spreker heeft den heer De Boer geen verwijt gemaaktover het principe heeft hij zelfs niet gesproken. De Voorzitter wil er den Raad even opmerkzaam op maken dat de heer De Boer zegt, dat de benoeming wel gehandhaafd kan blijven. Maar dan is het ook een absoluut nieuw voorstel, wat de heer De Boer doet. Dit punt is dan afgehandeld. Wil de heer De Boer een nieuw voorstel indienen, dan kan hij dit doen evenals de heer De Vos dat straks heeft gedaan hij kan dan eenvoudig voorstellen om dit of dat te veranderen. De beraadslagingen worden gesloten. 4. Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een aantal op stum staande boomen langs wegen dezer gemeente. Dit voorstel luidt als volgt Nu eens uit dit, dan uit dat gedeelte van de stad bereiken ons verzoeken, om boomen langs de straten te snoeien of te rooien. Niet te ontkennen valt, dat ze hier en daar te dicht opeen staan. Het is dus op sommige plaatsen noodig te laten rooien. Zoo zullen aan de Willem Lodewijkstraat, aan de Wijbrand de Geeststraat en aan den Harlingerstraatweg enkele boomen worden weggenomen. Volgens opgave van den Directeur der gemeentewerken zullen in het ge heel Hh 200 boomen vallen. Het beste is nu deze boomen, op stam staande, publiek te verkoopen. Wij geven U alzoo in overweging te besluiten ons te machtigen tot publieken verkoop van 200 op stam staande boomen, op door ons noodig geoordeelde voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff meent dat, wanneer het hem goed voorstaat, de beslissing over de vraag of de boomen al of niet gerooid zullen worden aan Burge meester en Wethouders is, zoodat dit ook aan het college moet worden overgelaten. De Raad kan zich daarover niet uitspreken doch geeft alleen zijn toe stemming tot het verkoopen der boomen. Het verbaast spreker echter dat hier niet het advies is ingewonnen van de commissie voor de openbare werken of van de schoonheidscommissie. Het rooien van boomen in een gemeente, die niet rijk is aan geboomte, is een belangrijke kwestie. Als het alleen het dunnen van boomen betrof, dan zou men het kunnen laten loopen het gebeurt toch meestal dat de boomen oorspronkelijk te dicht op elkaar worden gezet en dat zij later gedund moeten worden. Maar er wordt ook voorge steld om aan den Harlinger Straatweg boomen te rooien. Dat zijn geen nieuwe boomen meer en men wil daar derhalve verandering aanbrengen. Spreker zou nu de vraag willen doen of het niet gewenscht is dat eerst, zooals hij meent dat tot nog toe de gewoonte is geweest, de commissie voor de openbare

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 3