10 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1921.
onderwijs alhier voor hare school, gevestigd aan de
Kruisstraat no. 30 en voor die, gevestigd aan de
Margaretha de Heerstraat no. 1
ft. door de R. K. Schoolvereeniging alhier voor
hare school, gevestigd aan de Tweebaksmarkt no. 44
en voor die aan de Speelmanstraat no. 1.
De scholen, gevestigd aan de Kruisstraat en de
Speelmanstraat, zijn scholen voor gewoon lager onder
wijs en die, gevestigd aan de Tweebaksmarkt en de
Margaretha de Heerstraat, voor meer uitgebreid lager
onderwijs.
Den 24 Februari 1920 is door U besloten bij de
beoordeeling van ingekomen verzoeken als boven
bedoeld de volgende regelen te laten gelden
o. de bepaling van het getal voor vergoeding in
aanmerking komende leerkrachten zal geschieden in
verband met het voorschrift van art. 14, tweede lid,
der verordening ter uitvoering der verordening tot
regeling van het openbaar lager onderwijs (gemeente
blad no. 11 van 1916), zooals die nader is gewijzigd,
waarbij bepaald is, dat in gewone omstandigheden
geen klasse van de scholen der tweede en der derde
klasse meer dan veertig, van de scholen der eerste
en der vierde klasse tot en met het zesde leerjaar
meer dan dertig en voor de hoogere leerjaren meer
dan vierentwintig leerlingen zal bevatten
b. indien splitsing van leerjaren in twee of meer
klassen heeft plaats gehad, zonder dat het totaal
getal leerlingen in die leerjaren naar de onderschei
dingen, onder a vermeld, meer bedroeg dan onder
scheidenlijk 40, 30 en 24, zal de vergoeding slechts
worden uitgekeerd voor niet meer leerkrachten dan
noodig geweest zouden zijn, wanneer geen splitsing
had plaats gehad.
De school aan de Kruisstraat is een school der 2e
klasse, gerekend naar de onderscheiding gemaakt bij
de openbare lagere scholen. Het maximum aantal
leerlingen, in elke klasse te plaatsen, bedraagt over
eenkomstig de gemeenteverordening 40.
Het aantal leerlingen op 15 Januari 1919 bedroeg:
in klasse Ia 48 in klasse Ib 45
IIa 38 IR 40
lila 49 IUft 46
IVa 41 IVA 42
Va 48 Vft 21
Vla 45 VIA 24
Van 1 Januari tot 1 Mei 1919 waren 11 lokalen in
gebruik en van 1 Mei tot en met 31 December 1919
12 lokalen.
Op 15 Januari 1919 waren aan de school verbonden
het hoofd en 12 onderwijzers en gedurende het tijdvak
1 Mei tot en met 31 Augustus 1919 het hoofd en 13
onderwijzers.
Het Rijk vergoedt het schoolbestuur de jaarwedden
van het hoofd en 11 onderwijzers.
Het schoolbestuur vraagt hem alsnog overeenkom
stig art. b9decies der Lager Onderwijswet te vergoeden
de jaarwedde van 1 onderwijzer, plus de jaarwedde
van 1 onderwijzer gedurende het tijdvak van 1 Mei
tot en met 31 Augustus 1919.
De splitsing der klassen is overeenkomstig het
besluit dd. 24 Februari 1920, no. 94R/52.
De jaarwedde van één leerkracht, die gedurende
de maanden Januari tot en met April 1919 een ander,
wegens militairen dienst verving, kan op grond van
het schrijven van de Minister van Ouderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, gericht aan Gedeputeerde Staten
dezer provincie van 19 Maart 1920, waarvan een
afschrift bij de stukken ter inzage ligt, worden vergoed.
Er bestaat geen bezwaar voornoemd schoolbestuur
de jaarwedde van 1 leerkracht over het tijdvak 1 Mei
tot en met 31 December 1919 te vergoeden, omdat
deze, tengevolge uitbreiding van het aantal lokalen,
zelfstandig in een klasse werkzaam was.
Eén leerkracht, die gedurende de maanden Mei tot
en met Augustus niet zelfstandig in een klasse werk
zaam is geweest, wenschen wij niet voor vergoeding
in aanmerking te laten komen. Deze had tot taak bij
te springen in de laagste 2 leerjaren, alsmede, bij
ongesteldheid of verhindering van een andere leer
kracht, deze te vervangen. (Vervanging heeft niet
plaats gehad.) Bij het openbaar onderwijs is geen
leerkracht met een dergelijke taak belast.
De school aan de Speelmanstraat is een school der
2e klasse, gerekend naar de onderscheiding, gemaakl
bij de openbare lagere scholen. Het maximum aantat
leerlingen, in elke klasse onder te brengen bedraagt
overeenkomstig de gemeente-verordening 40.
Het aantal leerlingen op 15 Januari 1919 bedroeg
In klasse I 42
II 46
77 III 31
IV 38
V 24
n VI 16
VII 7
Op 15 Januari 1919 waren aan deze school ver
bonden 1 hoofd en 5 onderwijzers, terwijl gedurende
het tijdvak 1 September tot en met 15 November
1919 aan de school verbonden waren 1 hoofd en 6
onderwijzers. Iedere onderwijzer had toen één klasse.
Het Rijk vergoedt aan het R. K. Schoolbestuur de
jaarwedde van het hoofd en 5 onderwijzers.
Het schoolbestuur vraagt hem overeenkomstig art.
bddecies der Lager Onderwijswet te vergoeden de
jaarwedde van een leerkracht gedurende het tijdvak
1 September tot en met 15 November 1919.
De indeeling der klassen is overeenkomstig het
besluit d.d. 24 Februari 1920.
De bedoelde leerkracht had gedurende voornoemd
tijdvak zelfstandig een klasse, zoodat de jaarwedde
van dezen onderwijzer door de gemeente kan worden
vergoed.
De school aan de Margaretha de Heerstraat is eene
school der 4e klasse, gerekend naar de onderscheiding,
gemaakt bij de openbare scholen. Het maximum aantal
leerlingen in elke klasse onder te brengen, bedraagt
overeenkomstig de gemeente-verordening 30 en voor
klassen boven het zesde leerjaar 24.
Het aantal leerlingen op 15 Januari 1919 bedroeg:
In klasse I 31
n 24
77 7, III 22
77 77 IV 36
77 77 V 34
VI 30
Vila 20
Vllft 19
VIII 8
IX 6
Op 1 Augustus 1919 bedroeg het aantal leerlingen
in klasse VI 56, waarom deze klasse met dien datum
werd gesplitst in VI* en VIB-
Het in gebruik genomen aantal lokalen bedroeg op
1 Januari 1919, 10 en op 1 Augustus 1919, 11.
Op 15 Januari 1919 waren aan de school verbonden
1 hoofd en 9 onderwijzers, terwijl gedurende het
tijdvak 1 Augustus tot en met 31 December 1919 aan
de school verbonden waren 1 hoofd en 10 onderwijzers.
Het Rijk vergoedt aan het schoolbestuur de jaar
wedden van het hoofd en 9 onderwijzers.
Het schoolbestuur vraagt overeenkomstig art b9decies
der Lager Onderwijswet van de gemeente de ver
goeding van de jaarwedde van één leerkracht, die
gedurende de maanden Augustus tot en met December
1919 aan de school werkzaam is geweest.
Aangezien de hierbedoelde leerkracht gedurende
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1921. 11
dien tijd zelfstandig in een klasse werkzaam was en
de klasseverdeeling overeenkomstig het besluit d d.
24 Februari 1920 heeft plaats gehad, kan de gevraagde
vergoeding worden toegestaan.
De school 'aan de Tweebaksmarkt is eene school
der 4e klasse, gerekend^naar bovengenoemde onder
scheiding.
Het maximum aantal leerlingen, in elke klasse onder
te brengen, bedraagt overeenkomstig de gemeente
verordening 30 en voor de klasse boven het zesde
leerjaar 24.
Het aantal leerlingen op 15 Januari 1919 bedroeg:
in klasse I 16
n 77 II 22
III 25
IV 29
V 27
VI 26
VII 17
77 VIII 6
7, 7, IX 2
Op voornoemden datum waren aan de school ver
bonden 1 hoofd en 9 onderwijzers, terwijl bovendien
gedurende het tijdvak van 4 September tot en met
31 December 1919 één leerkracht aan de school
werkzaam is geweest en gedurende het tijdvak 16
November tot en met 6 December 1919 nog één.
Het Rijk vergoedt aan het schoolbestuur de jaar
wedden van het hoofd en 7 onderwijzers.
Het schoolbestuur vraagt overeenkomstig art. b9decies
der Lager Onderwijswet van de gemeente de ver
goeding der jaarwedden van 2 leerkrachten gedurende
een vol jaar, één leerkracht gedurende het tijdvak 16
November tot en met 6 December 1919 en één leer
kracht gedurende het tijdvak 4 September tot en met
31 December 1919.
Het aantal in gebruik genomen lokalen bedroeg op
1 Januari 1919 9.
De jaarwedden van 2 leerkrachten, die gedurende
het geheele jaar 1919 aan de school verbonden zijn
geweest, kunnen worden vergoed.
De leerkrachten, die gedurende voornoemde tijd
vakken aan de school verbonden zijn geweest, komen
op grond van voornoemd schrijven van den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, gericht
aan Gedeputeerde Staten dezer provincie van 19
Maart 1920, voor vergoeding in aanmerking, omdat
zij gedurende dien tijd optraden als vervangers van
2 andere leerkrachten.
Een en ander resumeerende, stellen wij U voor,
ingevolge art. b9decies der Lager Onderwijswet, over
1919 te vergoeden
a. aan het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs te Leeuwarden,
voor de school Kruisstraat no. 30,
de jaarwedde van Wilhelmina Dirksen gedurende het
tijdvak 1 tot en met 31 Januari 1919, zijnde 84.166
de jaarwedde van Jacob Krol, gedurende
het tijdvak 1 Februari tot en met 30 April
1919, zijnde 240.
de jaarwedde van Klaas Talsma, ge
durende het tijdvak 1 Mei tot en met 31
December 1919, zijnde640.
voor de school Margaretha de Heerstraat
no. 1,
de jaarwedde van Dirk Ronner/gedurende
het tijdvak 1 Augustus tot en met 31
December 1919, zijnde862.50
In totaal 1826.665
ft. aan het Bestuur der R. K. Schoolvereeniging
te Leeuwarden,
voor de School Speelmanstraat no. 1,
de jaarwedde van Mathias Antonius Maria
Schuurs, gedurende het tijdvak 1 September
tot en met 31 December 1919, zijnde f 200.
voor de school Tweebaksmarkt no. 44,
de jaarwedde van Hendrika Maria van
Erp, gedurende een vol jaar, zijnde 1335.
de jaarwedde van Maria Huberta Antonia
Josephina Siemer, gedurende een vol jaar,
zijnde 1299.996
de jaarwedde van Catharina Geertruida
Greep, gedurende het tijdvak van 15 No
vember tot en met 6 December 1919, zijnde 116.666
de jaarwedde van Johan Gerard Jorna,
gedurende het tijdvak van 4 September
tot en met 31 December 1919, zijnde 312.
In totaal
De beraadslagingen worden geopend.
3263.66
De heer DijstraDit prae-advies, voorzoover het
afwijzend is ter zake van de school aan de Kruisstraat,
is voor mij een aanleiding geweest om mij te laten
voorlichten door een deskundige en aan de hand
daarvan en van mijn bemerkingen kom ik tot een
5-tal conclusies. Het prae-advies in zijn conclusie ten
opzichte van de school aan de Kruisstraat spreekt van:
„Er bestaat geen bezwaar voornoemd school
bestuur de jaarwedde van 1 leerkracht over het
tijdvak 1 Mei tot en met 31 December 1919 te
vergoeden, omdat deze, tengevolge uitbreiding van
het aantal lokalen, zelfstandig in een klasse werk
zaam was.
Eén leerkracht, die gedurende de maanden Mei
tot en met Augustus niet zelfstandig in een klasse
werkzaam is geweest, wenschen wij niet voor ver
goeding in aanmerking te laten komen. Deze had
tot taak bij te springen in de laagste 2 leerjaren,
alsmede, bij ongesteldheid of verhindering van een
andere leerkracht, deze te vervangen. (Vervanging
heeft niet plaats gehad.) Bij het openbaar onder
wijs is geen leerkracht met een dergelijke taak
belast".
Art. 59decies der vorige wet op het Lager Onderwijs
luidt
„1. Indien in eene gemeente aan eene openbare
school meer onderwijzers verbonden zijn dan het aantal,
waarvan ingevolge de artt. 48 tot en met 48ter de
jaarwedden door het Rijk aan de gemeenten werden
vergoed, heeft het Bestuur eener, naar de onder
scheidingen van art. 2bis, overeenkomstige bijzondere
school in die gemeente, aanspraak op vergoeding uit
de gemeentekas van de jaarwedden van even zooveel
aan die school verbonden onderwijzers boven het aantal,
waarvan de jaarwedden ingevolge art. 59 door het
Rijk aan dat Bestuur worden vergoed".
Burgemeester en Wethouders achten de Kruisstraat-
school overeenkomstig de scholen der 2de klasse in
Leeuwarden. Zij beroepen zich bij de berekening van het
getal onderwijzers, waarvoor uit de gemeentekas zal
worden gegeven, op een vastgestelde gemeenteven ordening,
waarbij dus eene interpretatie van de Wet wordt
aanvaard, die door het beslissend College eerst is
vastgesteld, die echter eene zeer onjuiste interpretatie
kan zijn, gelijk beweerd wordt door het Bestuur der
school, daarin gesteund door het rechtskundig advies
van den Schoolraad, secretaris mr. J. Terpstra.
Deze antwoordde reeds op 31 Augustus 1920 naar
aanleiding van een schrijven van het Bestuur, dat
namens Burgemeester en Wethouders was ingelicht
omtrent hun voornemen„Art. b9decies der Lager
Onderwijs-wet eischt nergens, dat de ten laste komende
onderwijzer in een eigen lokaal moet werkzaam zijn.
Ik ben het dus geheel met de opvatting van uw
Schoolbestuur eens en zou adviseeren, dat het Bestuur,