24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Januari 1921.
f
van den plantsoen-opzichter in bescherming neemt,
zou spreker hierover toch ook nog wel een enkel woord
willen zeggen. Hij krijgt toch sterk den indruk dat de
plantsoen-opzichter zich al te veel op het theore+:sch
standpunt stelt, dat iedere boom zijn normalen vorm
moet kunnen krijgen. Spreker zou nu willen vragen of
de beroemde Middagterallee, warvan geen enkele
boom op zichzelf een mooie vorm heeft, met al die
boomen te zamen niet een prachtstuk is. De beschou
wing van iederen boom afzonderlijk is dus slechts louter
theorie; als men zich te sterk op het standpunt stelt,
dat iedere boom zijn normalen groei moet hebben, dan
moet men veel meer rooien dan wenschelijk is.
De Voorzitter kan wel mededeelen dat, toen Burge
meester en Wethouders dit besluit namen, zij wel
degelijk hebben gevoeld, dat verschillende menschen
daartegen op zouden komen. Het besluit is dan ook
niet zoo maar genomen; verschillende leden van het
college van Burgemeester en Wethouders zijn met der.
plantsoen-opzichter een kijkje gaan nemen, om te zien
welke oplossing de beste was. Er waren nu 2 oplos
slngen mogelijk; de eene was, de boomen zo^> te
snoeien dat er ongeveer alleen kapstokken overbleven
en de andere oplossing was deze. Doch daarbij is a!
oogenblikkelijk de opmerking gemaakt: daar zal men
nog wat over hooien; daarmee zijn de menschen zoo
nog niet tevreden. Het college heeft dus dezen tegen
standstand vooruit voorzien, maar het is ook overtuigd
dat de laan later weer even mooi zal zijn als op 't
oogenblik. Spreker heeft den vorigen keer ook al ge
zegd: Waarom vragen de bewoners van de Wilieri
I odewijkstraat dat er minder bladeren aan de boomen
zullen zijn? Omdat zon, licht en lucht aan de huizen
benomen worden. Doch wat is nu juist de moeilijkheid?
Dat men moet zorgen dat de boom zijn naastlegers
niet hindert, terwijl men bovendien aan zoo'n dichte
laan steeds vuile en vieze straten heeft.
De heer Oosterhoff heeft een vergelijking gemaakt
met de Middagterallee, maar als de boomen in de
Willem Lodewijkstraat zoo hoog waren als die in de
Middagterallee, dan veronderstelt spreker dat er al lang
een verzoek was ingekomen om ze allemaal te rooien.
Bovendien zijn dit hier iepen, terwijl het aan de Middag
terallee beuken zijn, zoodat men die laan toch nog
mooi vinden kan, omdat de beukenstam op zichzt.'f a!
mooi is. Dit is met de iepenstam het geval niet, deze
is pas mooi met zware dwarstakken. De beuk groeit
hoog en steil op en is dus een geheel ander soort
boom dan de iep. Aan den Marssumerstraatweg zijn
ook niets anders overgebleven dan staken. Burgemees
ter en Wethouders hebben de kwestie wel degelijl-
goed overwogen, doch meenden ook dat dit de eenige
goede oplossing is. Er is terecht op gewezen dat men
te veel afgaat op den indruk van 't oogenblik. Spreker
geeft volkomen toe, dat men de boomen dit jaar wel
zoo kan laten staan, maar dan zouden ze er een vol
gend jaar toch uit moeten. En men moet nu ingrijpen;
anders houdt men niets anders over dan staken, zooals
aan den Marssumerstraatweg.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres sub 4 wordt voor kennisgeving aange
nomen.
5. dankbetuiging van W. C. A. Hofkamp vooi de
verhooging der pensioenen van oud-gemeenteambte
naren enz.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
6. adres van het plaatselijk Arbeids-secretariaat
alhier om maatregelen te nemen tot het beschikbaar
stellen van productief werk voor werkloozen, en, voor
zoover daarin niet kan worden voorzien, een voldoende
wekelijksche uitkeering aan eiken werklooze te ver-
strekken.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De heer Dijkstra kan zich hiermede niet vereenigen.
Hij wil in 't geheel niet over de kwestie uitweiden,
doch is van oordeel dat het vraagstuk der werkloos
heid, nu deze zoo groote afmetingen heeft aangeno
men, van zoo groot belang is, dat hij zeer gaarne zou
willen dat door Burgemeester en Wethouders prae-
advies wordt uitgebracht op dit adres.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten, zoodat het adres in handen van Burgemeester
cn Wethouders wordt gesteld om prae-advies.
7. adres van M. Bottema om het pand Wirdumer-
aijk no. 1 (beneden) niet ondershands, doch bij open
bare inschrijving te verhuren.
8. adres van het dagelijksch bestuur van den Bond
„Heemschut", van het dagelijksch bestuur van den
A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland en schrijven
van het bestuur der vereeniging tot bevordering van
Vreemdelingenverkeer te Leeuwarden om het voorstel
van Burgemeester en Wethouders inzake de demping
van een gedeelte van het vaarwater langs de Tuinen
r.iet aan te nemen.
De punten sub 7 en 8 worden bij de betrekkelijke
stukken gevoegd.
9. adres van het bestuur der Leeuwarder veree
niging voor Roomsch-Katholieke vacantie-kolonies, om
die vereeniging een zeker percentage toe te kennen van
de som, op de gemeente-begrooting voor 1921 uitge
trokken ten behoeve van het „Centraal genootscnap
van uitzending van kinderen naar buiten".
De Voorzitter memoreert dat, toen onlangs de ge-
meente-begrooting is behandeld, de betrekkelijke post
is uitgetrokken voor een bepaalde groep van vereeni-
g;ngen tot het uitzenden van kinderen naar buiten. Dit
request was toen nog niet ingekomen. Spreker stelt nu
voor tusschentijds geen subsidies te geven, maar het
adres aan te houden tot bij de begrooting voor 1922.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Fransen zegt dat juist, omdat er besloten is
om niet meer subsidies te verleenen in den loop van
het jaar, dit nu gevraagd wordt. Er is een bedrag uit
getrokken voor het „Centraal genootschap voor uit
zending van kinderen naar buiten". Dit genootschap
bemoeit zich zoowel met Katholieken als met niet-
Katholieken. Nu is de vraag van de Roomsch-Katho
lieke vereeniging, dat zij het recht krijgt, dat dee' te
besteden, dat voor de Katholieke kinderen bestemd is,
dat zij dit bedrag zal krijgen,, opdat zij zelf die kindven
onder haar bescherming kan nemen. Dat is de bedoe
ling van het adres.
De Voorzitter: In het adres staat: „Geven met ver-
schuldigden eerbied te kennen: enz.;
dat op de laatste jaarlijksche gemeente-begiootinp
een som is uitgetrokken voor het „Centraal Genoot
schap voor uitzending van kinderen naar buiten,,;
dat het wenschelijk is, dat Roomsch-Katholieke
kinderen onder Roomsch-Katholieke leiding naar
Roomsch-Katholieke tehuizen worden gezonden;
dat gemelde vereeniging zich daarmede reeds pen
paar jaren met succes belast, enz
Redenen waarom ondergeteekenden zich in haar
gemelde hoedanigheden tot Uwen Raad wenden met
het verzoek, aan de vereeniging „Leeuwarder Veree-
niging voor Roomsch-Katholieke Vacantie-kolonies",
I gevestigd te Leeuwarden, een zeker percentage toe te
I kennen van de som op de laatste jaarlijksche gemeente-
I begrooting voor het „Centraal Genootschap voor uit-
zending van kinderen naar buiten" uitgetrokken, of
I haar afzonderlijk eenige subsidie voor 1921 te ver-
I leenen."
De kwestie is dus: óf een afzonderlijk subsidie, óf
een zeker percentage van wat op de gemeente-begroo
ting is uitgetrokken. Ik zou zeggen dat het een kwestie
is tusschen de vereenigingen onderling. Waarschijnlijk
was de Roomsche \ereeniging niet aangesloten bij het
Centraal genootschap te Leeuwarden, waarvoor bet
subsidie is uitgetrokken.
De heer Visser: Mag ik die laatste toelichting van
I U nog eens hooren? Ik heb die niet verstaan.
De Voorzitter: Op de begrooting is een subsidie-post
I uitgetrokken voor het Centraal genootschap te Leeu-
I warden. Dit omvat eenige vereenigingen, die dus van
I het subsidie ieder een deel krijgen. Het gaat zooals
I de provincie het Centraal genootschap voor de lees-
I zalen subsidieert; wat dan b.v. voor Leeuwarden en
I Sneek bestemd is, moeten de vereenigingen zelf order
I ling maar uitmaken. Nu is waarschijnlijk deze Katho-
I ueke vereeniging nooit bij het Centraal genootschap
I voor uitzending van kinderen aangesloten geweest.
De heer Visser: Dan begrijp ik niet wat mijn collega
I Fransen naar voren brengt, nu de zaak van dien aard
I is, dat de vereenigingen door middel van het Centraal
I genootschap hun deel van het subsidie krijgen.
De Voorzitter: Dat wordt door de gemeente nooit
I uitgemaakt, hoeveel de een en hoeveel de ander krijgt.
I Het subsidie wordt altijd onderling verdeeld, door de
I gemeente wordt alleen een vaste som voor alle toe-
I gewezen.
De heer Visser: Net als bij het Centraal Drankwcer-
I Comité?
De Voorzitter: Precies op dezelfde manier.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres sub 9 zal worden behandeld bij de be-
I grooting voor 1922.
10. schrijven van de afdeeling Leeuwarden van den I
I Bond van Nederlandsche Onderwijzers betreffende de
I jaarwedden der vakonderwijzers, die in andere ge-
I meenten worden toegekend.
Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.
11. amendement van het lid van den gemeenteraad,
I den heer W. Postina, om de voorwaarde, onder 5 ge-
noemd in het prae-advies van Burgemeester en Wet-
I houders inzake het adres van het bestuur der St.
Elizabeth-scholen betreffende tegemoetkoming in de
Ikosten van zijne bewaarscholen, te lezen als volgt:
5. Een daarvoor aangewezen lid van den Gemecnte-
I raad heeft te allen tijde het recht van controle op de
laangelegenheden der bewaarscholen.
I Wordt gevoegd bij de stukken, die onder punt 10
Ider agenda voor heden aan de orde zijn gesteld.
Burgemeester en Wethouders merken hierbij op,
dat in de door hen voorgestelde voorwaarde b een
I schrijffout is geslopen, en dat aldaar, waar staat „het
|St. Elizabeth-gesticht", moet worden gelezen „de
|St. Elizabeth-scholen".
12. voorstel van Burgemeester en Wethouders om
|na de gehouden onderhandsche aanbesteding den aan
leg van straten ten zuiden van den Harlinger straat
weg volgens bestek no. 8, dienst 1921, te gunnen aan
de laagste inschrijvers J. H. Verhoeve en B. v. d. Kooy
te Leeuwarden, voor de som van 68,000.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
13. rapport der commissie voor de reclames om
trent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aan
slagen in de plaatselijke directe belasting naar 'iet
inkomen, diensten 1919 en 1920.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
14. dat Burgemeester en Wethouders:
o. tot secretaris der Huurcommissie hebben be
noemd, vacature Mr. Römer, Mr. D. F. van Giffen, tot
dusver plaatsvervangend secretaris alhier en tot plaats
vervangend secretaris Mr. H. A. Wassenbergh.
b. tot boekhouder en kassier bij het Gemeentelijk
Grondbedrijf hebben benoemd onderscheidenlijk h.
Edinga, boekhouder bij de le afdeeling van den dienst
der gemeentewerken en D. Westra, adj.-commies bij
dien dienst;
c. bij openbare aanbesteding hebben gegund,
van het onderhouden, schoonmaken en ten deele
leveren van gordijnen, perceelen nos. 1 en 11, aan J.
Giezen te Huizum, resp. voor 285.en 124.
nos. 2, 3, 5 en 17 aan N. Joustra, alhier, resp. voor
J 87.-—, 73.—, 283.— en 67.50.—; nos. 4, 7, 10
en 18 aan P. Koster alhier, resp. voor 49.75, 140.
135.en 122.50; nos. 6, 9 en 16 aan G. Ritsma
alhier, resp. voor 80.25.145.en 73.nos.
8, 13 en 14 aan B. P. Wielenga alhier, resp. voor
I 108.75, 115.en 112.50 en nos. 12 en 15 aan
A. Smit alhier, resp. voor 144.— en 35.
van het schoonmaken van glasruiten enz. over 1921
perceel 1 aan A. Nicolai voor 365.perceel 2 -<an
J. Barendsma voor 325.25 en perceel 3 aan J. Pie-
mersma voor 450.allen alhier;
het in gereinigden staat onderhouden van schoor-
steenen gedurende 1921 aan A. Delea, alhier, voor
0.50 per stuk;
het onderzoeken van de bliksemafleiders op ge-
meentegebouwen gedurende 1921 aan J. H. Vrind,
alhier, voor 115.
het onderhouden van kachels met pijpen en verder
toebehooren gedurende 1921 aan L. Winters, alhier,
\oor 5200.
de levering van 250 H.L. witte haver voor de paarden
der stadsreiniging aan G. R. H. Pel, alhier, voor 15.38
per H.L.;
het werkloon voor het leggen en onderhouden van
bestratingen gedurende 1921 "aan J. Pol te Huizum en
F. Tanja, alhier, tegen ingeschreven eenheidsprijzen.
15. dat in het jaar 1920 door onderscheidene be-
lastingplichtingen aan te weinig betaalde belasting
naar het inkomen is bijbetaald in totaal 11,150.30.
De punten sub 14 en 15 worden voor kennisgeving
aangenomen.
IV. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
hun een algemeene machtiging te verleenen tot het
afdoen van aanvragen om vergunning tot het verleenen
van standplaatsen voor circussen en daarmede overeen
komende inrichtingen op gemeenteterrein.
2. Alsvoren tot vaststelling van een plan van reor
ganisatie van het lager onderwijs in verband met de
Lager Onderwijswet 1920.
De punten sub 1 en 2 hebben ter visie gelegen om
nog heden te worden behandeld.
3. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van een
tweetal perceelen weiland nabij den weg Achter de
Hoven aan E. R. van der Weide alhier.
Vv