120 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 April 1921. wijzer aan gemeenteschool no. 9, vacature A. Roders: 1. B. Rijpstra te Leeuwarden. 2. R. v. d. Noord Ried. 3. A. Jousma Lunteren. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanvragen eener onteigeningswet voor in den straat- aanleg tusschen de villa Baensein en de Fonteinstraat vallend land. 10. Alsvoren tot goedkeuring der rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1920. De punten sub 810 zullen in een volgende verga dering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. (Agenda no. 2). Benoeming van een lid in het bestuur der woningvereeniging „Leeuwarden" wegens periodieke aftreding van L. W. Sillevis. Wordt benoemd L. W. Sillevis met algemeene stem men. 2. (Agenda no. 3). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de vereeniging open bare leeszaal en bibliotheek om garantie te verleenen voor de betaling der kooppenningen enz. van het nieuw gekochte gebouw aan de Tweebaksmarkt. Dit prae-advies luidt als volgt: Bij Uw besluit van 15 Maart j.i. werd aan ons om prae-advies gezonden het adres van 11 Maart te voren van het Bestuur der vereeniging Openbare Leeszaal en bibliotheek te Leeuwarden, waarbij aan de gemeente verzocht wordt zich borg te willen stellen voor de richtige betaling van rente en aflossing van een van de Spaarbank te Leeuwarden te leenen bedrag ad 40,000.teneinde daarmede te betalen het door de Vereeniging aangekochte perceel Tweebaksmarkt no. 64 en de kosten van inrichting. Omdat het vreemd leek dat in het toegezegde ge meentelijk subsidie van de leeszaal van 15,100.'s jaars blijkbaar niet voldoende waarborg voor de be doelde betaling van rente en aflossing scheen gelegen te zijn, hebben wij nadere inlichtingen ingewonnen en is gebleken, dat het de bedoeling is, dat de gemeente mede garant is voor de terugbetaling van het geheele kapitaal of van het onafgeloste gedeelte daarvan, zoo dat te eeniger tijd mocht worden gevorderd. Inmiddels is dat adres gevolgd door een ander van 24 Maart j.l., waarvan Uw college kennis nam in de ver gadering van 29 Maart d.a.v. en het vervolgens bij de stukken voegde, waarbij eenzelfde verzoek tot de ge meente wordt gericht, doch ten opzichte van eene som van 50,000.voor eenzelfde doel op te nemen. Daarmede is het eerste adres vervallen. De garantie wordt alzoo voor de verplichtingen, voortvloeiende uit een hooger bedrag, verzocht en in het algemeen zonder aanwijzing van de bron, van waar de som zal komen. Wij hebben ons afgevraagd wat het gevolg zal zijn als de gemeente de garantie niet verleent. De koop van het pand zal dan moeten overgaan en het voortbestaan van de leeszaal wordt in gevaar gebracht. Een stad met ruim 43,000 zielen moet echter een openbare lees zaal bezitten en het eind van de historie zal zijn, dat als het particulier initiatief te kort schiet, de gemeente voor de exploitatie van de inrichting komt te staan. Dan zal zij het pand moeten betalen ,wat in het ongun stigste geval bij het verleenen van den gevraagden waarborg ook het geval zal zijn en bovendien de geheele exploitatie moeten dragen. Bijdragen van particulieren en vereenigingen verdwijnen op hetzelfde oogenblik dat de gemeente de zaak in handen neemt en te vreezen is, dat de exploitatie door de gemeente duurder uitkomt dan van particuliere zijde. Wij meenen daarom, dat het gemeentebelang het beste gediend is door de gevraagde garantie te verlee nen, die hierop in de praktijk neerkomt, dat het subsidie in de eerste plaats in aanmerking zal komen om daarop te verhalen hetgeen de gemeente krachtens deze garan tie zou moeten betalen. Onder terugzending van de adressen geven wij U alzoo in overweging te besluiten dat de gemeente ga rant zal zijn voor de richtige betaling van aflossing en de onder goedkeuring van Burgemeester en Wethou ders te bepalen rente door de Vereeniging Openbare Leeszaal en bibliotheek te Leeuwarden van een door haar te leenen bedrag ad 50,000.ter bestrijding van den aankoop en inrichting van het pand Tweebaks markt no. 64. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff zou een vraag willen stellen naar aanleiding van dit voorstel van Burgemeester en Wet houders. Oorspronkelijk is door den Raad besloten, dat de gemeente voor de Vereeniging Openbare Leeszaal en bibliotheek tegenover de Spaarbank garant zou zijn voor rente en aflossing van een kapitaal van 40,000.—. Daarna is van de Vereeniging een adres ingekomen, waarin 2 nieuwe vragen worden gedaan: in de eerste plaats het garant zijn door de gemeente voor rente en aflossing van een kapitaal van 50,000.en bovendien dat zich dit eventueel zou uitstrekken tot het terugbe talen van de geheele hoofdsom of het niet afgeloste ge deelte daarvan. Spreker wil nu vragen of het aan Burgemeester en Wethouders bekend is, waarom thans 10,000.meer wordt geleend. In die 40,000.waren toch ook al begrepen de kosten van verandering en van inrichting van het gebouw, zoodat de veronderstelling voor de hand ligt dat men die 10,000.wenscht te besteden voor de verdere inrichting, dat men dus zooveel meer gaat besteden als eerst noodig geoordeeld werd. Het gevolg daarvan zal zeer zeker zijn dat het subsidie ook moet worden verhoogd, omdat aan rente en aflossing wel een 800.a 1000.meer zal moeten worden betaald en de Vereeniging Openbare Leeszaal en bibliotheek geen andere bronnen van inkomsten heeft, die van eenige beteekenis verhoogd kunnen worden. In de tweede plaats wil spreker er de aandacht op vestigen, dat hij geen verschil ziet tusschen wat oor spronkelijk door den Raad is besloten en wat nu wordt voorgesteld. In de eerste alinea van het prae-advies staat dat bij besluit van 15 Maart is aangenomen dat de gemeente zich borg zal stellen voor de richtige be taling van rente en aflossing van een van de Spaarbank te Leeuwarden te leenen bedrag ad 40,000.En thans zien wij dat niettegenstaande het gewijzigde ver zoek van de Vereeniging de Leeszaal in het prae-advies in de laatste alinea gezegd wordt: „Onder terugzending van de adressen geven wij U alzoo in overweging te besluiten dat de gemeente garant zal zijn voor de richtige betaling van aflossing en de onder goedkeuring van Burgemeester en Wet houders te bepalen rente enz.' De bedoeling is dus dat de gemeente de aflossing en de in overleg met Burgemeester en Wethouders vast te stellen rente zal garandeeren. Daarbij is echter geen sprake van terugbetaling van de hoofdsom of het restee- rend gedeelte daarvan, zooals toch gevraagd werd. In de eerste plaats begrijpt spreker dus niet waarom voor 10,000.meer garantie gevraagd wordt, waarom eerst 40.000.en later 50,000.zou worden ge leend en in de tweede plaats meent hij, dat dus niet voldaan wordt aan het verzoek dat de gemeente ook garant zal zijn voor terugbetaling van het resteerend gedeelte van de hoofdsom of van de geheele hoofdsom. De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wethou Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 April 1921. 121 ders de vergadering hier wel op antwoorden. Spreker heeft wel getracht den heer Oosterhoff halverwege diens betoog door eenig hoofdschudden van de dwalingen zijns weegs af te brengen, doch dat is hem niet gelukt; de heer Oosterhoff is op zijn verkeerde redeneering doorgegaan. Spreker wil in de eerste plaats opmerken dat de Raad nog nooit een besluit heeft genomen dat de gemeente borg zal zijn voor de betaling van rente en aflossing van 40,000.Dit is alleen door de Vereeniging verzocht, het verzoek is alleen in den Raad geweest om in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies te worden gesteld. De heer Oosterhoff zegt wel dat hij 't niet anders kan lezen, spreker zou haast zeggen: de heer Oosterhoff wordt ouder. In het prae-advies staat dat bedoelde garantie verzocht wordt, maar daaromtrent is nog nooit een besluit genomen. Burgemeester en Wethouders hadden het stuk nog altijd in handen om prae-advies en terwijl zij bezig waren, dit uit te brengen, kwam er een nieuw, een tweede verzoek. De zaak is zoo dat oorspronkelijk door de Vereeniging Openbare Leeszaal is gevraagd of de ge meente borg wilde blijven voor rente en aflossing van een kapitaal van 40,000.door de Spaarbank te Leeuwarden als le hypotheek op het pand Tweebaks markt te verstrekken. Nu vraagt zij datzelfde voor een bedrag van 50,000.Het verschil van 10,000.— vloeit hieruit voort, niet dat men meer zal gaan ver timmeren, maar dat eerst door een particulier was toe gezegd dat hij aan de leeszaal 10,000.zou leenen en dat deze persoon deze toezegging heeft ingetrokken. De Vereeniging was hierdoor gedwongen dit geld op een andere manier te zoeken en kon nu niet anders doen dan de leening bij de Spaarbank van 40,000.op 50,000.brengen. Daarvoor wordt nu garantie ge vraagd en daaruit vloeit vanzelf voort de garantie voor de betaling van rente en aflossing daarvan. Die 10,000.was echter reeds verwerkt in de tegenwoor dige begrooting, daar was van 't begin af reeds op ge rekend. De heer De Vos kan zich ook met het voorstel niet vereenigen. Hij vindt dat Burgemeester en Wethouders zich daarmee zeer op glad ijs begeven; wanneer de gemeente zich gaat bemoeien met de belangen van particuliere vereenigingen, dan vindt spreker dat de gemeente zoo zwak staat, dat zij ten slotte ook andere vereenigingen, die ook behoefte hebben aan een eigen gebouw, zal moeten helpen en borg zal moeten zijn als die vereenigingen een pand willen aankoopen. Spreker heeft gemeend dat het subsidie van 15,100.—, dat- den 28 September j.l. is toegestaan, al zoo ruim was, dat de Vereeniging Openbare Leeszaal zich nu zelf maar moet trachten te bedruipen. Spreker weet wel dat het college misschien zal zeg gen dat het van zeer ondergeschikt belang is, dat de ge meente borg wordt, maar het komt hem voor dat dit slechts oogenschijnlijk zoo is. Wat zal toch het geval zijn? Naar sprekers meening staat men hiermee aan den vooravond van een gemeentelijke exploitatie van de Leeszaal. De begunstigers en donateurs zullen allen gaan bedanken, zij zullen gaan denken: wij kunnen dit besparen, wat wij nu betalen wordt dan gelegd op het aanslagbiljet van alle belastingschuldigen in de ge meente. Zoo ziet spreker het in. De Leeszaal zal dan spoedig komen met het verzoek aan de gemeente: neem alles over en maak er een gemeentelijke exploitatie van. Spreker zou dit zeer betreuren. Waar Burgemeester en Wethouders hier zeggen dat de koop van het perceel zou moeten overgaan als de gemeente geen borg wordt, zou spreker zeggen: laat die koop dan overgaan en de Vereeniging de Leeszaal dan op bescheidener voet in richten en de zaak behandelen, zooals tot nu toe. De gemeente moet zich niet voor 50,000.borg stellen voor een inrichting, die op zoo luxueuse manier te werk gaat als op 't oogenblik. Spreker kan zich dan ook met het voorstel niet vereenigen. De heer Oosterhoff wil beginnen met te erkennen dat hij het eerste deel van het prae-advies verkeerd heeft gelezen; hij geeft toe dat er op het eerste verzoek alleen prae-advies zou worden uitgebracht. Maar dat doet toch niet geheel teniet de tweede opmerking, die door spreker is gemaakt. Zijn eerste opmerking over de toe neming van het bedrag is door den Voorzitter verklaard en daarmee het feit dat die toeneming geen verhooging van het subsidie ten gevolge zal hebben. Maar sprekers tweede vraag is door den Voorzitter niet beantwoord. In alinea 2 van het prae-advies lezen wij: „Omdat het vreemd leek dat in het toegezegde gemeentelijk subsidie van de leeszaal van 15,100. 's jaars blijkbaar niet voldoende waarborg voor de bedoelde betaling van rente en aflossing scheen ge legen te zijn, hebben wij nadere inlichtingen inge wonnen en is gebleken, dat het de bedoeling is, dat de gemeente mede garant is voor de terugbetaling van het geheele kapitaal of van het onafgeloste ge deelte daarvan." Nu stellen Burgemeester en Wethouders echter voor in weerwil van het belang, dat zij daarvan gevoelen en terwijl zij aangeven de resultaten als de gemeente het niet zou doen: om toch alleen renle en aflossing te garandeeren. Sprekers vraag is nu ol het de bedoe ling is dat onder de uitdrukking „aflossing" mede be grepen wordt de aflossing van een grooter bedrag, n.l. van de hoofdsom of het nog resteerend gedeelte daar van. Als dat het geval is, dan heeft spreker er vrede mee. Maar zooals het voorstel nu luidt, vreest spreker dat de geldschieter er weder geen genoegen mee zal nemen. De Voorzitter kan antwoorden dat het hier niet de kwestie is dat de geldschieter er geen genoegen mee nam, maar dat het een vraag is, die rechtstreeks door Burgemeester en Wethouders werd gedaan. In het oorspronkelijk adres van de Vereeniging Openbare Leeszaal stond, dat door de Spaarbank als voorwaarde wordt gesteld dat de gemeente Leeuwarden zich borg stelt voor de geregelde betaling van rente en aflossing. Aangezien spreker nu door zijn aanwezigheid aldaar, bekend was met de besprekingen in de bestuursverga dering der Vereeniging, heeft hij in de vergadering van Burgemeester en Wethouders gezegd, dat de bedoeling van het verzoek was dat de gemeente niet alleen borg zou zijn voor de jaarlijksche betaling van rente en af lossing, maar dat, als de Vereeniging ooit werd ont bonden en er dan nog schuld was, de gemeente ook voor die schuld zou staan. Om dit positief te weten, is het nogmaals aan het bestuur der Vereeniging gevraagd en toen bleek dat dit de bedoeling van het verzoek was. In het voorstel van Burgemeester en Wethouders staat: voor de richtige betaling van aflossing en rente. Nu zijn Burgemeester en Wethouders overtuigd dat uit de woorden „aflossing en rente" ook spreekt de geheele aflossing van een hooger bedrag. Of, om het duidelijker te zeggen, de bedoeling is deze. Hetzij de spaarbank, hetzij een particulier het kapitaal zal geven als eerste hypotheek, dan wordt, omdat het bedrag te hoog is voor le hypotheek, een aanvullende zekerheid gevraagd. Dat is de borgtocht van de gemeente, ten eerste voor de jaarlijksche aflossing van 1000.Doch gesteld dat door de Vereeniging gedurende 10 jaar telkens 1000.wordt afgelost, dus in 't geheel 10,000. en dat dan de Vereeniging op de eene of andere manier gaat liquideeren. Dan is er nog een schuld over van 40,000.en ten opzichte daarvan moet dan de ge meente in de plaats treden van de Vereeniging tegen over den gever van de eerste hypotheek. Burgemeester en Wethouders nemen aan dat dit begrepen is onder de woorden „rente en aflossing". Misschien dat Burge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 2