603
188 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juni 1921.
toezegging, dat, als de Raad aanneemt om het onder
punt 2 bedoelde wel te behandelen en de Raad dit
voorstel aanneemt, hij dan in de volgende vergadering
de andere voorstellen zal aannemen. Het college mag
dan hierop niet vooruitloopen; wanneer door spreker of
door den Raad wordt gevraagd, dat de andere punten
zullen worden aangehouden, dan is de bedoeling daar
van, dat men den omvang dezer voorstellen in den
korten tijd niet heeft kunnen overzien. Dat neemt echter
niet weg dat de bedoelde woningen er tóch moeten
komen, daar gaat niets van af. De Voorzitter kan nu
wel zeggen dat dit voorstel juist samenvalt met het ge
bouw „Weidema", dat ontruimd moet worden, maar ten
opzichte van de bewoners van ,,de Philantroop" is dit
niet zoo. ,,De Philantroop" moet ontruimd worden, daar
helpt niets aan. En de woningen, welke door de men-
schen uit „Weidema" ook gebruikt zullen worden,
moeten dan ook plaats geven aan die menschen, in wel-
is om de menschen uit ,,de Philantroop" onder te bren-
komen.
Spreker wil daarom voorstellen de andere punten,
zooals die in het voorstel van Burgemeester en Wet
houders zijn genoemd, heden te laten rusten en alleen
het onder punt 2 aangebrachte voorstel heden wel te
behandelen.
De Voorzitter: Wordt dit voorstel ondersteund?
Dit blijkt wel het geval te zijn.
Het voorstel-Tiemersma wordt met 19 tegen 4 stem
men aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Visser, Tulp, Lautenbach,
Van der Werff, Fransen, Jansen, Dijkstra, Postina, Van
Weideren baron Rengers, De Boer, Koopal, Zandstra,
Tiemersina, Dijstra, Berghuis, Collet, B. Molenaar, M.
Molenaar en O. F. de Vries.
Tegen stemmen: mevrouw BuismanBlok Wijbrandi
en de heeren Oosterhoff, IJ. de Vries en De Vos.
De algemeene beraadslagingen hiermee gesloten
zijnde, worden de beraadslagingen over punt 2 van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders geopend.
De heer Tiemersma merkt op dat de heer IJ. de Vries
zoopas heeft gezegd, dat, als de menschen uit „de
Philantroop" werden ondergebracht in de nieuw ge
bouwde woningen, met een politie er bij, in 2 jaar net
zoo goed alles een ruïne zou zijn als in het gebouw ,de
Philantroop" zelve. Spreker is dat volkomen eens met
den heer de Vries; al zet men er niet één, maar tien
politieagenten bij, dan gebeurt dat nóg. Maar spreker
gelooft ook niet dat het de bedoeling van het college
is om de menschen uit „de Philantroop" onder te bren
gen in de te bouwen gemeentewoningen aan den Poppe-
weg. Hij denkt meer dat het de bedoeling van het
college is ofschoon hij dit niet weet, maar omdat die
meening hier al meermalen is verkondigd dat men
die menschen niet bij elkaar moet brengen en niet bij
elkaar moet huisvesten. Er is nog wel wat goeds van
hen te maken, maar zoolang zij bij elkaar zijn komt er
totaal niets van terecht. Vooral ten opzichte van de
kinderen is dit zoo verkeerd mogelijk, de ondeugden
waaien den een af en den ander aan en men haalt elkaar
naar beneden. Er is maar één weg om er iets van te
maken en die is, dat het gemeentebestuur tracht die
menschen onder te brengen in de verschillende kleine
woningen, die de gemeente op verschillende plaatsen in
de stad heeft en die nagenoeg niets hebben gekost. Men
weet wel dat van het betalen van huur ook niets terecht
komt; we weten wel dat die menschen nu eenmaal een
lastpost voor de gemeenschap geworden zijn. Toch
moet men ten slotte deze menschen weer binnen de
maatschappij trachten te leiden en de eenige oplossing
daarvoor is, ze tusschen andere, nettere gezinnen, in te
doen wonen. Het wil spreker voorkomen, dat dit de
bedoeling moet zijn van het bouwen der 30 woningen.
De fatsoenlijke menschen uit „Weidema", die in staat
zijn, een woning netjes te bewonen, kunnen dan daar
heen gaan, de bewoners uit „de Philantroop" komen
in andere woningen en de menschen die daaruit komen
kunnen dan de rest van de plaats innemen van de wo
ningen, die de gemeente gaat bouwen. Dit meende
spreker even te moeten zeggen tegen wat de heer IJ. de
Vries heeft aangevoerd.
De heer Dijstra wil een vraag stellen naar aanleiding
van de noot die voorkomt op bladzijde 268 van bijlage
32. Wat voor invloed heeft die daad van den minister
op den kostprijs van de woningen?
De heer De Vos zal tegen dit voorstel tot het stichten
van woningen moeten stemmen, niet omdat hij in 't
algemeen tegen het stichten van woningen is hij is
integendeel er van overtuigd dat er nog veel meer ge
bouwd moet worden maar, omdat, als hij de zaak
goed begrijpt, dit voorstel de schakel is, waarmee de
geheele zaak aan mekaar hangt. Spreker gelooft dan
ook, dat, als men de zaak toch wil doorvoeren, men dan
beter direct met het voorstel onder 4a had kunnen
komen: het bouwen van een nieuw politie-bureau.
Spreker vertrouwt dat, als het bouwen van een nieuw
politie-bureau, dat volgens raming 175,000.zal
moeten kosten, maar welke kosten nog wel met een 50
zullen moeten worden verhoogd, niet door den Raad
wordt goedgekeurd, het belang van het bouwen der
woningen, als schakel tusschen de verschillende voor
stellen, zal verdwijnen, waarmee dan vanzelf het voor
stel tot het bouwen van 30 woningen zal vervallen.
Daarom kan spreker geen vrijheid vinden om vóór dat
voorstel te stemmen.
De heer Visser vraagt den Voorzitter of de heer De
Vos gelijk heeft. Spreker begrijpt het verband niet tus
schen het bouwen van een nieuw politie-bureau en het
bouwen der woningen.
De Voorzitter: Mag ik vragen wat U bedoelt?
De heer Visser: Mijn vraag is deze. Als ik goed be
grijp wat de heer De Vos zegt, dan wil hij tegen stem
men, op grond hiervan, dat het bouwen van een nieuw
politie-bureau in verband staat met het bouwen der
woningen, dat dit laatste een schakel is tusschen de
voorstellen. Maar men kan zich toch verklaren vóór
het bouwen der woningen, terwijl daaruit toch niet
voortvloeit dat men zich verklaart voor het bouwen
van een nieuw politie-bureau? Dat dit wel het geval
is ligt in de lijn van het betoog van den heer De Vos.
Zoo althans spreekt hij zich uit.
De Voorzitter: Dat moet de heer De Vos weten.
De heer De Vos gelooft dat de vraag van den heer
Visser gemakkelijk is te beantwoorden. Als men de
verschillende uiteenzettingen van den Voorzitter heeft
gehoord dan moet men daaruit ook tot de conclusie
komen, dat de zaken met elkaar verband houden. Als
er geen nieuw politie-bureau komt dan zal de ver
bouwing op het Schavernek ook niet doorgaan en dus
is er ook geen voorstel tot het bouwen van 30 woningen
noodig.
De heer Visser meent toch dat deze kwestie in een
ander stadium is gekomen. Punt 18 der agenda zal niet
geheel in stemming worden gebracht; men bespreekt
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juni 1921. 189
nu alleen een deel daarvan n.l. het bouwen der wonin
gen. En daarmee is, naar sprekers oordeel, ook de
combinatie, die de heer De Vos op 't oog heeft, ver
vallen. De zaak is nu in een geheel ander stadium ge
komen.
De Voorzitter: De zaak is zoo, dat er een voorstel is
geweest om de punten 1, 3 en 4 van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan te houden en om
punt 2 te behandelen. Dat voorstel is aangenomen. Nu
moet ieder voor zich daar maar de consequenties uit
trekken, die hij meent dat daaruit voortvloeiein.
De heer O. F. de Vries (wethouder) wil beginnen
met te zeggen, dat de 30 woningen bedoeld zijn in het
plan op te nemen, om „Weidema" en de „Philantroop"
ontruimd te krijgen, op dezelfde manier als door den
heer Tiemersma is ontvouwd. De gemeente beschikt
over een zeer groot aantal oude woningen in verschil
lende deelen van de stad, waarin menschen wonen die
daar wel uit willen en kunnen om nieuwe woningen te
betrekken. De menschen uit „de Philantroop" en uit
„Weidema" kunnen dan in die voor hun passende
woningen komen, waardoor de ongewenschte toestand,
die heerscht in „de Philantroop" en ook eenigermate
in „Weidema" kan worden opgeheven.
In verband met de circulaire van den minister van
1 Juni j.l. wenscht spreker enkele mededeelingen te i
doen over den stand van het woningvraagstuk hier ter
stede, omdat dit van belang zal zijn bij het in zee zenden
van de aanvraag om rijksvoorschot voor het bouwen
van deze 30 woningen. Allereerst zal spreker daartoe
eenige opmerkingen maken naar aanleiding van wat
door den heer Jansen is gezegd, dat de woningen met
dien lagen huurprijs in de eerste plaats noodig zijn. De
cijfers, die spreker zal noemen, zijn de aanvragen, bij
de woningbeurs ingekomen: aanvragen voor woningen
met een weekhuur tot 2.9; van 2.tot 3.21
van 3.tot 4.95; van 4.tot 5.151van
5.tót 7.66; van 7.tot 10.16 en boven
de 10.— enkele aanvragen. Deze cijfers bewijzen wel
dat de bewering van den heer Jansen niet bepaald juist
is, omdat het aantal aanvragen boven 4.aanmer
kelijk hooger is dan dat beneden 4.
Spreker zal nu enkele cijfers noemen uit een rapport
van het Woningbedrijf, welk rapport hij ook in het
verslag van 's Raads Handelingen zal laten opnemen,
opdat de cijfers later nog weer kunnen worden gezien.
Toen de verschillende plannen voor de volkshuisvesting
hier aan de orde waren heeft spreker wel enkele cijfers
genoemd, doch hij heeft op 't oogenblik de preciese
cijfers, welke onaanvechtbaar zijn en die bij de woning-
beurs positief vast staan.
Spreker doet hierna lecture van de hoofdzaken uit
het hierna volgend rapport en maakt daarbij enkele
opmerkingen (zie na rapport).
Te korf aan woonruimten in de gemeente, vastgesteld
volgens de gegevens, waarover het gemeentelijk
Woningbedrijf op 1 Juni 1921 kon beschikken.
a. Gezinnen bij anderen inwonende 280
b. Hoofd van het gezin in Leeuwarden in een
kosthuis, het gezin thans nog buiten de ge
meente verblijvende tengevolge van den Wo
ningnood 67
c. Woningen opgezegd of waarvan de huurders
wonen op verlenging huurcommissie en
waarvan bekend is dat deze woningen door
gezinnen van buiten de gemeente of door nog
te huwen personen zullen worden in gebruik
30
Transporteere 377
Transport 377
d. Te ontruimen woningen waarin huisgezinnen
zijn gevestigd welke dakloos zijn
Philantroop 12
Groot Schavernek 9 15
e. Te ontruimen woningen aan de Keijzersbuurt
waar bewaarschool moet worden gesticht
(door den Raad reeds besloten) 23
Te ontruimen woningen Nieuweweg 13, 15 en
17 en Keizersgracht 45 in verband met ver
betering verkeersweg 6
g. door den Raad onbewoonbaarverklaarde wo
ningen in verband met den Woningnood nog
niet ontruimd 13
h. Door den inspecteur van het Woningtoezicht
opgegeven aantal woningen welke noodzake
lijk moeten worden onbewoonbaar verklaard
(krotten)300
Dit tekort moet minstens met een aantal van 200
worden verhoogd indien bekend was, welke ge
zinnen, die gerangschikt kunnen worden onder de
groepen a, b en c, en die staan ingeschreven bij
de woningvereenigingen „Ons Belang" en „Beter
wonen" en die vrijwel verzekerd zijn een van de
woningen van die vereeniging te krijgen toege
wezen, zich daarom niet bij het gemeentelijk
Woningbedrijf hebben laten inschrijven, of van
gezinnen, die tot nu toe niet staan ingeschreven
bij het gemeentelijk Woningbedrijf, doch alleen
zijn aangegeven bij woningvereenigingen zooals
„Woningvereeniging Leeuwarden", „Vereeniging
voor Volkshuisvesting", „Sint Joseph" of „Patri
monium".
946
Tot 1 Juni is dit tekort verminderd door toe
wijzing van een gemeentewoning of tengevolge
van verhuring door woningvereenigingen of parti
culieren 19
Blijft 927
In aanmerking moet worden genomen:
1. dat de onder a, b, c, d, e, en g vermelde be
dragen zijn te controleeren volgens officieele ge
gevens aan het Woningbedrijf.
2. dat het onder h verstrekte aantal door den inspec
teur van het woningtoezicht is verstrekt en niet
als te hoog moet worden beschouwd.
3. dat het binnenkomen van aanvragen steeds door
gaat.
4. dat buiten beschouwing zijn gelaten de 27 houten
noodwoningen aan den Poppeweg, waardoor het
cijfer eerder verhoogd dan verlaagd wordt.
5. dat de gebouwde woningen van den Coöp. Wo
ningbouw aan den Marssumerstraatweg, alsmede
de 40 burgerwoningen aan de Auke Stellingwerf
straat en Schapestraat niet in mindering gebracht
mogen worden op dit tekort, aangezien geen der
huurders van die woningen zijn berekend onder
de ingeschrevenen hiervoren vermeld.
Tekort volgens vorenstaande berekening 927
In aanbouw zijnde woningen of waarvan het
plan reeds in behandeling is (de doorvoering is
echter afhankelijk van de bepalingen vermeld in
de circulaire van den Minister van Arbeid d.d.
1 Juni 1921).
Gemeente Leeuwarden 85
Beter wonen 137
Volkshuisvesting .169
Sint Joseph79
Ons belang68
Spoor65
Indien afgebouwd zou het tekort nog bedragen 324
Transporteere 324