224 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1921.
der Werff ieder 1 stem en de heer Fransen 2 stemmen.
In de vacature sub b wordt benoemd de heer Cohen
met 16 stemmen. De overige stemmen zijn verdeeld als
volgt: de heeren Van der Werff, De Vos, Jansen, Fran
sen, Muller en M. Molenaar ieder 1 stem.
Bij stemming over het eerste lid in de vacatures sub c
is de uitslag als volgt: de heer Cohen 11 stemmen, de
heer M. Molenaar 6 stemmen en de heeren Postma, De
Vos, Van der Werff, Dijstra en Muller ieder 1 stem.
Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt
tot een tweede vrije stemming overgegaan.
Wordt benoemd de heer Cohen met 13 stemmen.
De overige stemmen zijn verdeeld als volgt: de heer
M. Molenaar 3 stemmen, de heer Jansen 2 stemmen en
de heeren Dijstra, De Vos, Van der Werff en Postma
ieder 1 stem.
Tot tweede lid in de vacatures sub c wordt benoemd
de heer M. Molenaar met 16 stemmen. De overige stem
men zijn verdeeld als volgt: de heer Jansen 3 stemmen
en de heeren Fransen, De Vos en Postma ieder 1 stem.
In de vacature sub d wordt benoemd de heer Tie-
mersma met 13 stemmen. De overige stemmen zijn ver
deeld als volgt: de heer Cohen 3 stemmen, de heer
Muller 2 stemmen en de heeren De Vos, Fransen en
Jansen ieder 1 stem.
(De heer De Vos is bij deze en de volgende benoe
mingen tijdelijk afwezig).
2. (Agenda no. 3). Benoeming van een lid der
commissie tot wering van schoolverzuim, wegens perio
dieke aftreding van den heer Y. Tijsma.
Wordt benoemd IJ. Tijsma met 20 stemmen. Op
IJtsma is 1 stem uitgebracht.
3. (Agenda no. 4). Ontslag aan den heer S. Tulp
als vertegenwoordiger der gemeente in het bestuur der
vereeniging voor Middelbaar Technisch- en Ambachts-
onderwijs te Leeuwarden en aanwijzing van een opvol
ger uit den gemeenteraad.
Het ontslag wordt met algemeene stemmen aan den
heer Tulp verleend. Deze heeft tot het nemen van dit
besluit niet medegewerkt.
In diens plaats wordt aangewezen de heer Cohen
met 14 stemmen. De overige stemmen zijn verdeeld als
volgt: de heer Fransen 2 stemmen, mevrouw Buisman
Blok Wijbrandi en de heeren Zandstra, Visser en Dijstra
ieder 1 stem en 1 stem van onwaarde.
4. (Agenda no. 5). Benoeming van een hoofd der
school voor uitgebreid lager onderwijs, te vestigen in
het gebouw van gemeenteschool no. 4.
Met algemeene stemmen wordt benoemd C. Andriesse,
onderwijzer te Leeuwarden.
Als de Voorzitter het volgende punt reeds heeft aan
gebracht, vraagt de heer IJ. de Vries het woord.
De heer IJ. de Vries: Ik vraag eigenlijk het woord
naar aanleiding van de benoeming van een hoofd der
school onder punt 5. Ik heb dit expres uitgesteld tot
na de stemming.
De Voorzitter: Waar spreekt U eigenlijk over? Over
punt 5?
De heer IJ. De Vries: Ja, over punt 5.
De Voorzitter: Punt 5 is afgedaan.
De heer Ij. de Vries: Daarom vraag ik er toch het
woord over.
De Voorzitter Maar daarom kunt U het over dat
punt niet meer krijgen. Dat is afgedaan.
De heer IJ. de Vries: Ik geloof toch dat het in de toe
komst in het belang is van de gemeente.
De Voorzitter: Richt U dan een interpellatie tot Bur
gemeester en Wethouders.
De heer IJ. de Vries: Dat zal ik doen.
5. (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot overplaatsing van onderwijzers, werk
zaam aan gemeentescholen, naar de school voor u. I. o.
enz.
Dit voorstel luidt als volgt:
In verband met de plaats gehad hebbende reorgani
satie van het lager onderwijs en de opening van de
nieuw gebouwde gemeenteschool no. 14, hebben wij
de eer U, na gepleegd overleg met den inspecteur van
het lager onderwijs en de betrokken hoofden van scholen
gehoord, voor te stellen te besluiten tot overplaatsing
van onderwijzend personeel op de wijze, als hieronder
is aangegeven en waartoe het 9e lid van art. 36 der
Lager Onderwijswet 1920 U de bevoegdheid geeft.
van
de tegenwoordige naar
M. U. L. O.
school school
mej. T. M. A. Deinema
4
14
G. Leopold
4
14
A. H. Dorenstouter
13
14
H. Jansma
9
14
G. Zijlstra
4
14
P. van der Molen
4
14
J. Westra
school 6
14
C. Andriesse
12
naar de op te richten
U. L. O. school
J. Hollander
12
idem
K. E. Meinardi
12
idem
G. Steegstra
12
idem
H. Valkema
4
idem
mej. C. Maurer
4
idem
K. Postma
4
idem
W. Broersma
4
idem
mej. T. Kooistra
4
idem
K. Fokkema
4
idem
H. J. Westerhuis
4
idem
mej. H. de Wijn
4
idem
H. Siersma
12 naar lagere school 12
H. J. Beunk
12
idem
J. P. Heyneker
12
idem
M. Steunebrink
12
idem
E. Zendijk
12
idem
J. C. Mollema
12
idem
M. J. Stoett
12
idem
D. Bakker
12
idem
W. J. Jouwersma
12
idem
mej. S. Gramsma
4
naar school 6
R. de Vos
4
I3
F. Heymans
4
6
IJ. de Bruin
4
8
A. Okkinga
4
7
Mej. D. Slijper
4
9
Het betrekkelijk advies van genoemden inspecteur
gelieve U hierbij aan te heffen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1921.
225
De Voorzitter wijst er op dat het gedeelte van het
voorstel, betrekking hebbende op den heer C. Andriesse,
door diens benoeming tot hoofd der u. 1. o. school,
vervalt en door Burgemeester en Wethouders wordt
ingetrokken.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het aldus gewijzigde voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
6. (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan B. Span op zijn verzoek eervol
ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool
no. 8.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verkoop ten behoeve van de verbouwing
van zijn woning van een strookje gemeentegrond aan
den Noorderweg aan J. Zijlstra alhier.
Dit voorstel luidt als volgt:
Van den heer J. Zijlstra alhier is een aanvrage inge
komen, om vergunning voor den verbouw van perceel
no. 8 aan den Noorderweg. Dit perceel ligt thans met
den voorgevel even achter de vastgestelde rooilijn.
Nu het verbouwd zal worden dient de gevel in de
rooilijn te worden opgenomen. Daardoor wordt een
gedeelte, thans behoorende tot de aan de gemeente
toebehoorende publieke straat, in beslag genomen en
wel het deel, dat vóór genoemd pand ligt tusschen den
voormuur en de meergenoemde rooilijn. Dit gedeelte is
groot 3.6 M2. De belanghebbende heeft verzocht dit
stukje aan hem in eigendom af te staan en is genegen
daarvoor 15.per M2. te betalen en de kosten te
dragen, op de overdracht vallende.
Met den Directeur der Gemeentewerken zijn wij van
oordeel, dat tegen inwilliging van het verzoek geen be
zwaar bestaat.
Onder overlegging van stukken geven wij U daarom
in overweging te besluiten:
a. aan den publieken dienst te ontrekken een ge
deelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie A no. 1602, zijnde de Noorderweg,
voorzoover het ligt vóór het perceel dier Sectie no. 1448
tot aan de voor den Noorderweg vastgestelde rooilijn,
ter grootte van 3.6 M2. en als aangegeven door
een roode lijn op de bijbehoorende situatieteekening;
b. het onder a omschreven gedeelte van den weg te
verkoopen aan J. Zijlstra te Leeuwarden voor 15.
per M2.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8. {Agenda no. 9. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het bedrag der schuld,
rustende op het gemeentelijk grondbedrijf.
Dit voorstel luidt als volgt:
In de vergadering van 27 December 1920 stelde de
Raad de begrooting van het gemeentelijk grondbedrijf
voor 1921 vast, terwijl tevens de schuld werd bepaald,
die op de eigendommen van dat bedrijf rustte.
Intusschen hebben sommige van deze eigendommen
na het opmaken der begrooting veranderingen onder
gaan, tengevolge waarvan de vastgestelde schuld niet
meer juist is.
Zoo zijn op de terreinen aan den Harlingerstraatweg
straten aangelegd, aan het Nieuwe Kanaal is de Tijnje
straat verbeterd en op het terrein Groningerstraatweg
Cambuursterpad is, ten behoeve van schoolbouw, grond
aan het bedrijf onttrokken. Voor zoover deze verande
ringen in 1921 zijn aangebracht oefenen zij geen in
vloed uit op de vastgestelde schuld, omdat de kosten
van straataanleg door het bedrijf uit eigen middelen
worden bestreden. Met de veranderingen, die vóór 1
Januari j.l. tot stand kwamen is dit echter wel het geval,
omdat de daaraan bestede kosten uit de gemeentekas
zijn betaald. De gemeente heeft deze kosten uit buiten
gewone middelen betaald; zij heeft daarvoor dus ge
leend, waaruit volgt, dat de leening door het grond
bedrijf moet worden overgenomen.
In verband met bovenstaande meenen Burgemeester
en Wethouders U te moeten voorstellen de schuld van
het grondbedrijf te herzien, waarom zij U onderstaand
ontwerp-besluit ter vaststelling aanbieden.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende, dat het in verband met enkele wijzi
gingen, die de eigendommen van het grondbedrijf ten
gevolge van stratenaanleg en schoolbouw in het afge-
loopen jaar hebben ondergaan, wenschelijk is de schuld,
die op deze eigendommen rust, te herzien;
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
de schuld, die op de eigendommen van het grond
bedrijf op 1 Januari 1921, volgens raadsbesluit van 27
December 1920 no. 652R/331, moet geacht worden te
rusten,
o. te verhoogen met:
een bedrag van 109,700.(leening 1920, 6
wegens stratenaanleg op terreinen aan den Harlinger
straatweg;
een bedrag van 6581.(tijdelijke leening) wegens
verbetering van de Tijnjestraat;
b. te verlagen met:
een bedrag van 2125.(schuld aan von Weyh-
röther) wegens te hooge schatting van den opstal van
enkele gronden;
een bedrag van 2400.(leening Maart 1919)
13600— Mei 1919)
wegens aftrek van grond voor den bouw van school
no. 14 bij den Groningerstraatweg.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de rooilijn voor de be
bouwing langs de Fonteinstraat.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij ons is eene aanvrage van P. Westerbaan te Hallum
omtrent den bouw van een woonhuis aan de zuidzijde
van de Fonteinstraat in behandeling.De woning zal wor
den gebouwd ten oosten van de tramlijn, waar de lijn
van de achterzijde van de huizen aan de Elisabethstraat,
de tramweg en de Fonteinstraat een driehoek vormen,
welke voor een deel door getimmerten is beslagen, die
bij de uitvoering van het voorliggende plan deels zullen