238 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1921. tusschen de overheidsbedrijven. Deze komt thans niet tot uitdrukking, hier is geen organisatie, geen verband tusschen afnemer en producent. Wat de Voorzitter heeft gezegd was, al was het dan mooi gezegd, een caricatuur van wat de sociaal-demo craten wenschen. Het succes, dat de Voorzitter daarmee heeft gehad was dan ook uit een schoonheidsoogpunt wèl, maar uit een zakelijkheidsoogpunt niet verdiend. De beraadslagingen worden gesloten. V. De Voorzitter wil er den Raad nog opmerkzaam op maken dat hij straks bij punt 5 der agenda, de benoe ming van een hoofd eener openbare school voor u. 1. o., nog iets heeft vergeten. De heer IJ. de Vries zal wel zeggen: nu komt hij er zelf op terug, maar de zaak is deze. In de tegenwoordige verordening staat dat voor de hoofden dezer scholen middelbare akten vereischt zijn. De bedoeling is dat deze eisch uit de verordening zal verdwijnen. Daarom wordt den Raad dispensatie gevraagd dat thans voor hoofd eener u. 1. o. school geen middelbare akten meer zullen worden vereischt. De Raad zal hebben opgemerkt dat onder deze sollici tanten ook maar een was met middelbare akten. De gevraagde dispensatie wordt met algemeene stemmen verleend. VI. De Voorzitter wil, nu hij toch over dit onder werp bezig is, den Raad mededeelen dat er van den heer IJ. de Vries een schrijven is ingekomen, luidende als volgt: „Ondergeteekende verzoekt Burgemeester en Wet houders te mogen interpelleeren over de voordrachten van hoofden van scholen in 't algemeen." Spreker vraagt of, wanneer de Raad het verzoek van den heer De Vries toestaat, de Raad de interpellatie cieze of de volgende vergadering wenscht. De Raad staat het houden der interpellatie toe en wenscht haar terstond aan de orde te stellen. Aan de orde is alzoo de interpellatie van den heer IJ. de Vries. De interpellatie wordt geopend. De heer IJ. de Vries had het woord gevraagd na de stemming, omdat hij daarop geen invloed wilde uit oefenen, te meer, waar de stukken slechts kort in het bezit van den Raad waren en slechts een van degenen, die waren voorgedragen, spreker heeft bezocht en hij geen van de anderen kende. Het is spreker meermalen bij de voordrachten van hoofden van scholen opgevallen, dat men daarbij nooit' breede inlichtingen krijgt, waarom die of die op den voorgrond wordt geplaatst. Als het geldt de benoeming van gewone onderwijzers, krijgt men altijd een berede neerd verslag, waarom die of die op no. 1, 2 of 3 is geplaatst en een uitvoerige toelichting omtrent onder zoek en bezoek. Bij de benoeming van leeraren is het evenzoo. Alleen bij de benoeming van hoofden van scholen vindt men alleen de sollicitaties met de vroegere aanbevelingen. Nu lag bij deze voordracht voor hoofd eener u. I. o. school een aanbeveling van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, waarop de heer Hijlkema voorkwam als no. 1, de heer Andriesse als no. 2 en de heer Post humus als no. 3. Doch daar krijgt de Raad een voor dracht van Burgemeester en Wethouders, waarop de volgorde der aanbevolenen anders is genomen, n.l. no. 1 Andriesse, no. 2 Hijlkema en no. 3 Posthumus, en dat, zonder eenige nadere motiveering van Burgemeester en Wethouders, waarom zij een andere voordracht hebben ingediend dan de Inspecteur van het Lager On derwijs. Spreker wil wel eerlijk erkennen dat hij bij het stemmen van onderwijzers moet afgaan op de ad viezen, die daar liggen; het gaat voor een lid van den Raad toch niet en het is voor hem absoluut onmogelijk om een onderzoek te doen naar de bekwaamheid der sollicitanten. Spreker vindt het eigenaardig dat bij de benoeming van hoofden die inlichtingen niet te krijgen zijn en zou hieromtrent wel eenige verklaring van Bur gemeester en Wethouders willen hebben, te meer, waar bij deze gelegenheid door het college van de aanbeve ling van den inspecteur is afgeweken. De Voorzitter zegt dat het vroeger altijd de gewoonte is geweest een advies van Burgemeester en Wethouders bij hun voordracht te leggen. Het is volkomen waar dat het advies dezen keer wat mager is geweest, maar het is anders wel gewoonte, dat dit wordt gegeven, hetzij door Burgemeester en Wethouders, hetzij door den schoolopziener. Men kan echter niet alles precies in de stukken zetten. Het slaat niet alleen op deze voordracht, maar op alle voordrachten. Wat men wel had kunnen doen vandaag en spreker meent dat dit ook gewoonte is, indien men over een benoeming nog iets naders wenscht te weten en dit niet in de stukken is te vin den het aanvragen eener besloten vergadering. Burgemeester en Wethouders willen dan alle inlich tingen, die noodig worden geacht, geven. Bij punt 5 der agenda had dus ook een besloten vergadering kunnen worden aangevraagd en, eerlijk gezegd, hadden Burgemeester en Wethouders dit bij dat punt ook ver wacht. Zij hebben natuurlijk liever dat de Raad dit niet doet, maar Burgemeester en Wethouders hadden toch ook in besloten zitting zeer gaarne nadere inlichtingen willen geven. AAen kan echter niet alles op schrift zetten, zoo, dat het door ieder kan worden gelezen. Zijn er punten bij waarover de Raad meer of betere inlichtingen wenscht, dan is het beter en de Raad zal zich daar mee wel volkomen kunnen vereenigen dat de zaak in besloten zitting wordt besproken. Spreker meent dat de Wethouder van Onderwijs gaarne aan deze aangelegenheid zijn attentie wil schen ken. Het advies van den Inspecteur was gemotiveerd, de voordracht van Burgemeester en Wethouders niet, dit geeft spreker toe. Maar misschien was hiervoor ook een bijzondere reden. In het algemeen gelooft spreker echter niet dat een dergelijke klacht, als door den heer IJ. de Vries geuit, opgaat; ofschoon spreker loegeeft dat het hier wèl het geval was; het bewuste advies was wel heel mager gesteld. De interpellatie wordt gesloten. yn. Wordt voortgegaan met behandeling der punten Van den oproepingsbrief. Ter behandeling van: 16. (Agenda no. 17). Rapport der Commissie voor de bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen omtrent reclames in eersten aanleg en in beroep, diensten 1918, 1919 en 1920, en 17. (Agenda no. 18). Het 3e gedeelte van het pri mitief kohier voor de plaatselijke directe belasting naar het inkomen 1921. wordt in geheime zitting overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt het 3e gedeelte van het primitief kohier voor de plaatse lijke directe belasting naar het inkomen 1921 vastge steld met een totaal der cijfers van aanslag ad 6,432,139 en met een totaal van aanslagen ten bedrage van 643,213.90. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1921. VIII. De Voorzitter wil op verzoek van den Wet houder van Financiën nog aanhangig maken een voor stel van Burgemeester en Wethouders, dat de gemeente garant zal willen blijven voor de betaling van rente en aflossing van een kapitaal van 200,000.dat de Coöperatieve Vereeniging „Woningbouw" zal opnemen bij de bank. In den tijd, dat de gemeente ruim bij kas geld zat, is deze vereeniging toegezegd dat zij het geld kon leenen van het kasgeld der gemeente. Nu het kas geld echter op is zou de gemeente zelf het geld moeten opnemen bij de bank. Om dit te voorkomen kan men de vereeniging het geld zelf laten opnemen bij de bank met borgtocht van de gemeente, waarbij deze zich verplicht garant te zijn voor de betaling van rente en aflossing van het kapitaal. Burgemeester en Wethouders stellen voor een besluit te nemen in dezen zin. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. IX. De Voorzitter wil thans nog namens Burge meester en Wethouders aan den Raad voorstellen aan den afgetreden wethouder, den heer Schoondermark, toe te "kennen de gemeente- of stads-eerepenning, als blijk, dat zijn werk, dat hij voor de gemeente heeft ge daan, door haar wordt geapprecieerd. Burgemeester en Wethouders hebben dit voorstel niet direct bij het aftreden van den heer Schoondermark gedaan, doch wenschen nu het voorstel te doen om hem den stads eerepenning te geven. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 9