264 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 September 1921,
van Burgemeester en Wethouders onveranderd nog
maals goed te keuren Maar spreker gelooft toch niet,
in tegenstelling met wat de heer De Boer beweert, dat
de Raad anders heeft geoordeeld, n.l. dat het voorstel
alleen gold om de verordening overigens te kunnen doen
werken met terugwerkende kracht, om daarna prae-ad-
vies te ontvangen op het nieuwe amendement van den
heer De Boer.
De Voorzitter heeft de zaak even precies voor zich
genomen en meent dat de loop van zaken nu is geweest
als volgt. De Raad heeft het voorstel betreffende de
verordening op de schoolgeldheffing aan het gymnasium
den 14en Juni in zijn geheel aangenomen, echter niet
zooals Burgemeester en Wethouders voorstelden, maar
zooals het op een bepaald punt was geamendeerd door
den heer De Boer. Toen is in de vergadering van 28
Juni in een nota van Burgemeester en Wethouders de
onhoudbaarheid van het amendement van den heer De
Boer aangetoond, waarna de Raad heeft gezegd: we
trekken het amendement van den heer De Boer in en
gaan met Burgemeester en Wethouders mee. Met het
schrappen van het amendement-De Boer stelden Bur
gemeester en Wethouders meteen voor hun oude re
dactie aan te nemen. Deze is aangenomen en zoo is de
verordening den 28 Juni vastgesteld. Eerst is zij
vastgesteld, niet zooals Burgemeester en Wet
houders voorstelden, maar zooals zij werd ge
wijzigd door het amendement-De Boer. Maar later
kwam het college weer bij den Raad met de mede-
deeling dat de behandeling in de vorige vergadering
wel een beetje vlug was gegaan, doch dat nu bleek dat
het amendement-De Boer niet was te handhaven. De
redactie van dit deel der verordening is toen hersteld,
zooals die oorspronkelijk door Burgemeester en Wet
houders was aangegeven. Van den heer De Boer is
toen inmiddels weer een amendement ingekomen en dit
is nu nog bij het college om prae-advies. Spreker ge
looft dat dit de loop van zaken is geweest. Er zijn dus
twee raadsbesluiten gevallen; den 14en Juni betreffende
de geheele verordening en den 28 Juni, toen een deel
daarvan is ingetrokken en de redactie van Burgemeester
en Wethouders daarvoor in de plaats is gesteid.
De heer De Boer: De bedoeling van Burgemeester en
Wethouders is dus niet dat met deze vaststelling mijn
amendement vervallen is?
De Voorzitter: Neen, dat is gegaan om prae-advies.
De heer De Boer: Het is nu toch geen amendement
meer.
De Voorzitter: U wilt zeggen dat het thans een zelf
standig voorstel is. Dat is misschien Uw hoofdbezwaar?
De heer De Boer: Neen, dat is mijn hoofdbezwaar
niet.
De Voorzitter: Dan weet ik niet wat dat wèl is; daar
kan ik dan niet achter komen.
De beraadslagingen worden gesloten.
De notulen der vergaderingen van 14 en 28 Juni en
12 Juli 1921 worden onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dankbetuiging namens Hare Majesteit de Konin
gin voor de gelukwenschen namens het Gemeentebe
stuur en de burgerij Haar aangeboden op 31 Augustus
1.1.
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd:
a. het raadsbesluit d.d. 23 Augustus 1.1. betreffende
het instellen van een rechtsvordering tegen S. Kooistra
firma W. ter Horst, wegens alsnog aan de gemeente
verschuldigde bedragen;
b. de gemeente-rekening, dienst 1919.
De punten sub 1 en 2 worden voor kennisgeving aan
genomen.
3. verslag, opgemaakt door de betrokken commissie
van toezicht, omtrent den staat van het Lager Onderwijs
over 1920.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter visie.
4. bericht van P. B. Wind dat hij de benoeming tot
tijdelijk leeraar in de handelswetenschappen aan de ge
meentelijke H. B. S. met 3-jarigen cursus en daghan
delsschool onder dankbetuiging aanneemt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
5. schrijven van Gedeputeerde Staten dezer provincie,
waarbij de Raad wordt uitgenoodigd om tot een billijke
herziening van de overeenkomst tot levering van elec-
trischen stroom door het Provinciaal Electriciteitbedrijf
mede te werken.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
6. adres van T. van der Kooij e. a. om verbetering
te brengen in den toestand der sloot, gelegen langs het
Schoppershof en uitkomende aan den Weg naar Cam-
buur.
7. adres van den Bond voor Friesche stoom- en
motorvaartbelangen om het gebruiken van de stoom
fluit door tramlocomotieven in de gemeente te verbieden,
wegens het daardoor veroorzaakte gevaar van het
schrikken van vee, dat wordt vervoerd.
De punten sub 6 en 7 worden ter afdoening in handen
van Burgemeester en Wethouders gesteld.
8. adres van A. van der Meulen e. a. om het terrein,
gelegen tusschen de Ambachtsschool en de Alma Ta-
demastraat alhier, als plantsoen aan te leggen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
9. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers om de proef met het
verstrekken van schoolvoeding aan leerlingen der ge
meentescholen 3e klasse, in afwachting van eene defi
nitieve regeling, in den komenden winter voort te zetten.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen om prae-advies.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer: Kunnen Burgemeester en Wethou
ders niet thans reeds meedeelen, wat hun plan is om
trent de schoolvoeding? 't Is al zoo'n oude geschiedenis,
dat daaromtrent wel een gevestigde meening zal be
staan bij Burgemeester en Wethouders.
De heer Tulp (wethouder) kan mededeelen dat hij
het rapport van de proef, die het vorige jaar is genomen,
heeft ontvangen en doorgelezen en dat hij thans werk
zaam is aan de voorbereidende maatregelen voor het
vervolg van de proef. Hij heeft daartoe reeds de hoofden
van scholen en onderwijzers tegen aanstaande week
uitgenoodigd om te vergaderen ter nadere bespreking
van deze zaak.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres sub 9 wordt in handen van Burgemeester
en Wethouders gesteld om prae-advies.
10. dat de heeren K. de Boer en L. Zandstra hebben
ingetrokken hun voorstel, ingediend ter raadsvergade
ring van 22/29 December 1919, tot het stichten van twee
openbare lagere scholen, ten einde in het tekort aan
schoolruimte te voorzien.
11. dat Burgemeester en Wethouders:
a. bij openbare aanbesteding hebben gegund de le
vering van turf, als:
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 September 1921. 265
aan D. van der Noord Rzn. te Leeuwarden 226,000
stuks baggerturf voor 1.30 per 100 en aan de firma
Hummel en Zoon te Leeuwarden 64,000 stuks lange
iurf voor ƒ1.19 per 100 stuks en
het bouwen van een houten hulpwoning op het terrein
der gemeentereiniging aan P. Dam te Huizum voor
1693.—;
b. j. de Bruin, tot dusver tijdelijk klerk ter Secretarie,
als zoodanig een vaste aanstelling hebben verstrekt.
De punten sub 10 en 11 worden voor kennisgeving
aangenomen.
De heer Zandstra: Mag ik nog even terug komen op
wat U daar voorleest, het intrekken door de heeren De
Boer en Zandstra van hun voorstel tot bouw van twee
openbare lagere scholen? Dat voorstel is door ons nooit
ingetrokken.
De beraadslagingen worden geopend.
De Voorzitter geeft blijken van verwondering.
De heer Zandstra: Dat is wel het geval met het voor
stel betreffende het getal leerlingen per klas, maar met
bet voorstel tot het bouwen van twee openbare lagere
scholen niet.
De Voorzitter: Er is hier een voorstel hetzelfde
waarover U spreekt niet gedagteekend, maar inge
komen den 30 December 1919, 't welk luidt:
„Ondergeteekenden stellen* voor twee openbare
lagere scholen te bouwen, ten einde in het tekort aan
schoolruimte te voorzien".
Dit voorstel is van de heeren De Boer en Zandstra.
Daarin is echter een vouw, waarop staat ingetrokken"
en daaronder de handteekeningen van de heeren De
Boer en Zandstra.
De heer Zandstra: 't Is nooit ingetrokken. Wel dat
betreffende het aantal leerlingen per klas, maar dat voor
schoolbouw niet.
De Voorzitter: Ik kan 't niet helpen, mijnheer Zand
stra, maar 't staat hierop.
De heer Zandstra: Het komt wel in orde, hoor.
De Voorzitter: 't Is al in orde.
De beraadslagingen worden gesloten.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. Aanbeveling voor de benoeming van drie tijde
lijke leeraren aan de Middelbare Avondhandelsschool,
cursus 1921/1922.
De aanbevelingen luiden als volgt:
1. voor leeraar in lezen en Nederlandsche handels
correspondentie C. Andriesse, hoofd der school voor
u. 1. o .alhier;
II. voor leeraar in de handelsaardrijkskunde G.
Steegstra, onderwijzer aan de school voor u. 1. o. alhier;
III. voor leeraar in het boekhouden en handelsreke-
nen H. van der Heide, hoofd van gemeenteschool no. 12
alhier.
2. Alsvoren voor de benoeming van een tijdelijk
leeraar in lichamelijke oefening aan de gemeentelijke
H. B. S. met 3-jarigen cursus en openbare Handels
school.
De aanbeveling luidt als volgt:
P. H. Smit, onderwijzer in de gymnastiek aan de
school voor M. U. L. O. te Huizum, wonende te Leeu
warden.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overplaatsing:
a. van A. Aardema, onderwijzer aan gemeenteschool
no. 5, als zoodanig naar gemeenteschool no. 14;
b. van A. Deinema, hoofd van gemeenteschool no. 8,
als zoodanig naar een der beide scholen, ontstaande
door de splitsing van gemeenteschool no. 14.
4. Alsvoren tot wijziging der gemeente-begrooting
dienst 1921.
5. Alsvoren tot wijziging der begrooting voor de
gemeente-reiniging, dienst 1921.
6. Alsvoren tot vaststelling van een rooilijn voor
een verder gedeelte der Willem Loréstraat.
7. Alsvoren tot het verleenen van steun aan de
woningbouwvereeniging „de Goede Woning", voor den
bouw van 65 woningen ten Zuiden van den Harlinger
straatweg (bijlage no. 46).
8. Alsvoren op het adres van G. van Kampen om
hem geldelijk tegemoet te komen wegens opheffing
zijner betrekking als kapitein eener gemeentelijke sleep
boot.
De punten 18 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
9. Alsvoren betreffende de aanvaarding van hypo
thecaire credieten uit 's Rijks kas ten behoeve van den
woningbouw door particulieren.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en bij
de leden rondgezonden, om te zijner tijd te worden
behandeld.
10. Alsvoren om aan den oud-Wethouder, den heer
J. A. A. Schoondermark, pensioen uit de gemeentekas
toe te kennen.
Zal in een volgende vergadering worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
lieden op den oproepingsbrief vermelde punten.
(Agenda no. 2). Verdeeling van den Raad in
sectiën.
De verdeeling geschiedt als volgt:
In de eerste sectie nemen zitting: de heer M. Mole
naar, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heeren
Zandstra, Postma, De Vos, Jansen en Collet.
In de tweede sectie nemen zitting: de heeren Cohen,
B. Molenaar, Dijstra, Van Weideren baron Rengers,
Fransen, Van der Werff en Muller.
In de derde sectie nemen zitting: de heeren Koopal,
De Boer, IJ. de Vries, Oosterhoff, Visser, Lautenbach
en Tiemersma.
Naar de loting, welke vervolgens plaats heeft, tot
verdeeling van de wethouders over de sectiën, zullen
behooren: tot de eerste sectie wethouder Dijkstra, tot
de tweede sectie wethouder Berghuis en tot de derde
sectie de wethouders Tulp en De Vries.
Volgens art. 64 van het Reglement van Orde is de
Burgemeester voorzitter van de eerste sectie; de loting
beslist dat wethouder Berghuis voorzitter wordt van de
tweede sectie en wethouder Tulp van de derde sectie.
2 (Agenda no. 3). Benoeming van:
a. vier leden der commissie voor de openbare werken;
Worden benoemd: de heeren De Boer, Fransen en
Oosterhoff, ieder met 23 en de heer B. Molenaar met
22 stemmen.
Op mevrouw BuismanBlok Wijbrandi is 1 stem
uitgebracht.
b. vier leden der commissie voor de gemeentelijke
waterleiding en lichtfabrieken
Worden benoemd: de heeren Collet en Lautenbach,
ieder met 22 en de heeren Cohen en Tiemersma, ieder
met 21 stemmen.
Op de heeren Oosterhoff, Muller, mevrouw Buisman
Blok Wijbrandi en de heeren Visser, De Vos en Dijstra
is ieder 1 stem uitgebracht.