266 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 September 1921, Worden benoemd: de heer Muller, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi en de heer Visser, ieder met 23 en de heer De Vos met 22 stemmen. Op den heer Cohen is 1 stem uitgebracht. Worden benoemd: de heeren B. Molenaar en Zand- stra, ieder met 22, de heer IJ. de Vries met 21 en de heer De Vos met 20 stemmen. Op de heeren Cohen, De Boer en Postma is ieder 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. Worden benoemd: de heer Collet met 23, de heeren Dijstra en Van Weideren baron Rengers ieder met 22 en de heer M. Molenaar met 17 stemmen. Op de heeren Fransen en B. Molenaar zijn ieder 3 stemmen uitgebracht, op de heeren Van der Werff en Cohen ieder 1 stem, terwijl 1 uitgebrachte stem van onwaarde wordt verklaard. Worden benoemd: de heeren Koopal, Postma, me vrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heer Oosterhoff, met algemeene stemmen. Worden benoemd: de heer Visser met 21, de heer Cohen met 20, de heer M. Molenaar met 16 en de heer Muller met 15 stemmen. De overige stemmen zijn verdeeld als volgt: de heer B. Molenaar 8, de heer Dijstra 6, de heer Van Weideren baron Rengers 3, de heer Tiemersma 2 en de heer Van der Werff 1 stem. Worden benoemd: de heeren Tiemersma en Dijstra ieder met 23, de heer Van Weideren baron Rengers met 21 en de heer Muller met 12 stemmen. Op den heer M. Molenaar zijn 8, op den heer Van der Werff 3 stemmen en op den heer De Vos is 1 stem uitgebracht. (De voorgaande stemmingen zijn, met goedkeuring van alle raadsleden, gehouden, door 4 namen tegelijk op 1 stembiljet te plaatsen). Tot le lid wordt benoemd de heer Collet met 23 stemmen. Tot 2e lid wordt benoemd de heer Van der Werff met 22 stemmen en 1 stem op den heer Lautenbach. Tot 3e lid wordt benoemd de heer Oosterhoff met 23 stemmen. De Voorzitter merkt op dat de heeren Collet en Oo sterhoff de meeste stemmen hebben verkregen, beide 23 stemmen. Volgens het Reglement van Orde is de oudste van hen voorzitter, hier dus de heer Oosterhoff. Met algemeene stemmen worden benoemd: I. voor leeraar in lezen en Nederlandsche handels correspondentie C. Andriesse, hoofd der school voor u. 1. o. alhier; II. voor leeraar in de handelsaardrijkskunde G. Steegstra, onderwijzer aan de school voor u. I. o. alhier III. voor leeraar in het boekhouden en handels- rekenen H. v. d. Heide, hoofd van gemeenteschool no. 12 alhier. Met algemeene stemmen wordt benoemd P. H. Smit, onderwijzer in de gymnastiek aan de school voor M. u! L. O. te Huizum, wonende te Leeuwarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Dit voorstel luidt als volgt: Den 3 Juni 1.1. eindigde de verhuring van de schiet baan aan het Rijk. Reeds geruimen tijd tevoren waren wij met den Garnizoens-Commandant omtrent eene herverhuring aan het Rijk in correspondentie getreden. Het gevolg der onderhandelingen is dat een hoogere huursom werd bedongen. Wij meenden n.l., dat een be drag van 375.per jaar, als bij de laatste verhuring in 1918 werd overeengekomen, niet in overeenstemming is met de tegenwoordige waarde van de baan en hielden vast aan een som van 600.die beter de huurwaarde uitdrukt. De Minister van Oorlog vereenigde zich ten slotte met dit bedrag, evenals met de andere voorwaar den van verhuring, slechts op een enkel punt afwijkende van de vroeger geldende. Alleen zal de overeenkomst worden aangegaan, niet, zooals bij de laatste, voor drie jaar vast, doch van jaar tot jaar, uiterlijk tot 4 Juni 1924. Opzegging dient te geschieden vóór het einde van het huurjaar. Wij meenen dat met deze wijze van verhuring de be langen der gemeente voldoende zijn behartigd en geven U in overweging: de aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende schietbaan, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F no. 1569, te rekenen met ingang van 3 Juni 1921, voor den tijd van één jaar, met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, uiterlijk tot 3 Juni 1924, aan het Rijk in huur af te staan tegen een jaarlijksche huursom van zes honderd gulden 600.en verder op de voor waarden, in hoofdzaak overeenkomende met die der vorige huurovereenkomst. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 5 en 6 (Agenda sub 6 en 7). Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 September 1921. 267 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een crediet te verleenen voor de uitbreiding van de magazijnruimte bij het kantoor van het gemeentelijk electriciteitbedrijf. Dit voorstel luidt als volgt: De directeur der gemeentelijke lichtbedrijven vestigt er onze aandacht op dat het magazijn van het gemeen telijk electriciteit-bedrijf reeds sedert geruimen tijd te klein is en noodzakelijk uitbreiding behoeft. Teneinde hierin te voorzien en tevens bergruimte te verkrijgen voor fitterskarren, geeft hij in overweging in het tuintje achter het kantoor van het electriciteit-bedrijf een loods te doen bouwen overeenkomstig bijgevoegde teekening. De kosten worden geraamd op ƒ5500.doch blijkens de gehouden inschrijving zal een bedrag van ƒ6695. noodig zijn. De commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken is blijkens haar schrijven d.d. 16 Augustus 1.1. van oor deel, dat de uitbreiding van magazijnruimte noodzakelijk is, waarom zij voorstelt het werk te doen uitvoeren. Wij vinden hierin aanleiding U voor te stellen voor de uitbreiding der magazijnruimte bij het kantoor van het gemeentelijk electriciteit-bedrijf, op de wijze, aan gegeven door den directeur van dat bedrijf bij schrijven van den 6 Juli 1921 no. 21/49 en overeenkomstig de daarbij behoorende teekening, ons het noodige crediet te verleenen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Dit voorstel luidt als volgt: Bij besluit van 28 Juni j.l. no. 265R/159 werd voor een gedeelte van het verlengde van de Willem Loré- straat, voor zoover aan te leggen langs de perceelen kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie G nos. 9809 en 9959, voor het deel van dit laatste per ceel waarop geen bouwverbod ligt, de rooilijn bepaald. Dat besluit werd genomen, om aan den heer M. Span- daw gelegenheid te geven aldaar woningen te bouwen. Deze had zich ter plaatse 5 woningen gedacht. Zooals reeds in ons advies, dat tot Uw genoemd be sluit heeft geleid, wordt opgemerkt, konden op ge noemde perceelen niet meer dan 3 woningen worden geplaatst. Twee van de woningen zullen nu iets verder naar het Oosten op het perceel Sectie G no. 9962 verrijzen. Voor dat perceel zal alzoo nog de rooilijn moeten worden bepaald. Deze kan getrokken worden in het verlengde van die voor bovengenoemde perceelen, zoo als op het bijgevoegde kaartje is aangegeven. Wij geven U daarom in overweging de rooilijn aan de Noordzijde voor het gedeelte van de verlengde Wil lem Loréstraat, voor zoover aan te leggen langs het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 9962, te bepalen ter plaatse als op de bijbehoo- rende teekening is aangegeven. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar kan de gedachte niet van zich af zetten dat er ten opzichte van de 20 welke de Maatschappij voor haar rekening zou nemen, een mis verstand bestaat. In de tweede kolom van bijlage 46 staat dat het bestuur der vereeniging in zijn adres mee deelt, dat de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen bereid is 20 van de 25 voor haar reke ning te nemen. Als men echter het adres leest dan staat daar letterlijk dit, dat de Maatschappij bereid is 20 van het bedrag, hetwelk de gemeente in het jaarlijksche exploitatie-tekort moet bijdragen, voor haar rekening te nemen. Daar staat dus niet 20 van het tekort, maar van het bedrag, dat voor rekening der gemeente komt. 20 is Vr> deel; van 25 zou dat dus zijn 5 Is dit een misverstand? Bovendien staat in de bijlage, dat bij de stukken is gevoegd een bereidverklaring van de Maatschappij. Deze heeft spreker niet kunnen vinden. Er ligt alleen e«n stuk van de Maatschappij dat zij met het voorstel accoord gaat, maar een zwart op wit dat de Maat schappij 20 van het totaal van het exploitatietekort voor haar rekening zal nemen, dat ligt niet bij de stuk ken. De heer O. F. de Vries (wethouder) wil wel een kleine toelichting geven, omdat de heer Molenaar twij felt. Naar aanleiding van de voorstellen, welke zijn ge daan, heeft spreker persoonlijk met de Maatschappij gecorrespondeerd en toen ook gesproken over de toe zegging der Maatschappij aan de vereeniging, waarin stond dat de Maatschappij bereid was 20 van het exploitatie-tekort bij te dragen en dat deze ten goede zouden komen aan de 25 van de gemeente. Naar aanleiding daarvan komt er een briefje van de Maat schappij, dat zij geheel en al met de voorstellen van het college accoord gaat. De heer Molenaar heeft uit het adres misschien iets anders gelezen; spreker weet niet precies meer de re dactie daarvan. Maar uit de besprekingen blijkt ten slotte dat de Maatschappij 20 of, laat zeggen 4/5 deel zal betalen van wat de gemeente op dit blok wo ningen moet betalen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de conclusie van het prae-advies van Burge meester en Wethouders, niet het beroep strekkende om het beroep niet ontvankelijk te verklaren. Dit prae-advies luidt als volgt: Bij adres van 23 Juli 1.1., in onze handen gesteld om prae-advies, verzoekt de afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Federatieven Bond van Personeel in Openbaren Dienst om artikel 59 van het Werklieden reglement te laten vervallen. c. vier leden der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen d. vier leden der commissie voor het stedelijk orkest; e. vier leden der financiëele commissie vier leden der commissie voor de gemeente- reiniging g. vier leden der salaris-commissie h. vier leden der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen i. drie leden der commissie voor het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1920 j. drie tijdelijke leeraren aan de Middelbare Avond handelsschool, cursus 1921122 k. een tijdelijk leeraar in lichamelijke oefening aan de gemeentelijke H. B. S. met 3-jarigen cursus en openbare Handelsschool. 3 (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overplaatsing a. van A. Aardema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 5, als zoodanig naar gemeenteschool no. 14; b. van A. Deinema, hoofd van gemeenteschool no. 8, als zoodanig naar een der beide scholen, ontstaande door de splitsing van gemeenteschool no. 14 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voortzetting der verhuring van de schietbaan aan het Rijk. 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1921. 6 Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der begrooting voor de ge meente-reiniging, dienst 1921. 8 Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een rooilijn voor een verder gedeelte der Willem Lorcstraat. 9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van steun aan de woning bouwvereniging „de Goede Woning", voor den bouw van 6 5woningen ten Zuiden van den Harlinger straatweg (bijlage no. 46). 10 (Agenda no. 11). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het beroep, ingesteld door E. Vlietstra, tegen de hem verleende ontheffing op zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1920, wegens vertrek uit de gemeente. 11 (Agenda no. 12). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de afdeeling Leeu warden van den Nederlandschen Federatieven Bond van Personeel in openbaren dienst om artikel 59 van het Werkliedenreglement te laten vervallen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 3