272 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1921, loch wel een eigenaardige verhouding vinden, dat geen compost meer te krijgen was voor 1.75, maar voor 4.zooveel als men maar wilde. De heer De Boer: Uit het betoog van den heer IJ. de Vries blijkt dat deze man niet een commissionnair maar een handelaar was. Een commissionnair bemiddelt, doch deze man verkocht. Daar valt het heele betoog van den heer De Vries mee. De beraadslagingen worden gesloten. liet adres sub 4 wordt voor kennisgeving aange nomen. 5. adres van V. Frantzen alhier om de huur van een gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 4418, genaamd „de Lange Negen", waarop een schiphuis is gesticht, te mogen overdragen aan G. D. van der Vlerk alhier. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 6. adres van den Algemeenen Bond van politieper soneel in Nederland betreffende betere verzorging van het politiepersoneel, enz. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 7. aanbeveling van curatoren van het gymnasium voor de benoeming van een tijdelijk leeraar in de natuur kundige aardrijkskunde aan die inrichting: dr. H. F. Huisken, directeur der R. H. B.-school en reeds tijdelijk als leeraar in de natuurkundige aardrijks kunde aan het gymnasium werkzaam. 8. aanbeveling der Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs voor de benoeming van een lid der Commissie, vacature P. Tj. Poppens: 1. J. A. A. Schoondermark, oud-wethouder van onderwijs; 2. J. P. van Vlissingen, hoofd-ingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat; 3. H. B. Bakker, ingenieur van den Rijkswaterstaat. De punten sub 7 en 8 hebben ter visie gelegen, om nog heden te worden behandeld. 9. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Cen- tralen Nederlandschen Ambtenaarsbond om een nieuwe salarisregeling voor de gemeenteambtenaren vast te stellen naar de beginselen, vastgelegd in het eerste ge deelte van het rapport der staatscommissie-Raaymakers. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 10. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Onderwijzeressen bij het Fröbelonderwijs om de salarieering van het bewaarschoolpersoneel bij de j behandeling der gemeentebegrooting voor 1922 onder de oogen te zien. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1922. 11. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond om over te gaan tot het instellen van een ambtenaars-reglement. Wordt voorgesteld deze zaak aan te houden tot de totstandkoming der wet op den rechtstoestand der ambtenaren. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar kan zich hiermee niet vereeni gen. Hij zou ten opzichte van dit adres over invoering van een ambtenaren-reglement bij Burgemeester en Wethouders op spoed willen aandringen. Reeds in 1918 is een enquête ingesteld, of de ambtenaren een regle ment wilden of niet en deze enquête is ten gunste van een reglement uitgevallen. Dat is nu al bijna 3 jaar ge leden, maar nog steeds is het reglement niet samen gesteld. Nu zegt de Voorzitter wel dat het beter is te wachten tot de rijksregeling er is, maar de ambtenaren wachten er al zoo lang op. En niemand weet wanneer die wet tot stand zal komen. Daarom zou spreker gaarne toezegging van Burgemeester en Wethouders willen verzoeken, dat deze binnen den kortst mogelijken tijd met voorstellen bij den Raad zullen komen om een amb tenaren-reglement samen te stellen. De Voorzitter wil opmerken dat het eindverslag van de wet op den rechtstoestand der ambtenaren reeds in Maart is verschenen. Hoewel het dus mogelijk is dat deze zaak nog even blijft liggen, meent spreker dat het, in dit stadium gekomen, niet zoo lang meer zal duren! Waarom dus nu hier nog een ambtenaren-reglement samen te stellen? De zaak heeft wel iets langer geduurd dan men gedacht heeft, maar bij dezen stand van zaken meent spreker dat niet op het verzoek van den heer Molenaar moet worden ingegaan. Spreker zegt niet dat dit onmogelijk is, doch afgescheiden daarvan zal het nog een heelen tijd duren voor het reglement tot stand is gebracht, als ten minste eerst nog het advies van al de betrokken organisaties zal worden gevraagd. Dan zal ondertusschen de wet op den rechtstoestand er wel wezen en dan zou men met het maken van een ambtenaren-reglement dus monnikenwerk hebben ver richt. Tenzij de heer Molenaar dan ook een speciaal voorstel doet, handhaven Burgemeester en Wethouders hun voorstel. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer M. Molenaar: Mag ik nog even terug komen op het adres omtrent salaris-herziening van den ambte naarsbond? De Voorzitter doet opnieuw lecture van punt 9. De heer M. Molenaar: Wordt dat in handen gesteld van de raadscommissie? De Voorzitter: Dat is in handen gesteld van Burge meester en Wethouders om prae-advies. De heer M. Molenaar Maar komt het dan ook in handen van de raadscommissie? De Voorzitter: Ik dacht dat U als raadslid dat wel weten zou. Natuurlijk stellen Burgemeester en Wethou ders het in handen van de salaris-commissie en dan brengen zij prae-advies uit. 12. adres van dezelfde afdeeling om maatregelen te nemen dat ook voor de gemeente-ambtenaren in de zaken, hunne belangen betreffende, een behoorlijk ge organiseerd overleg wordt verkregen. Wordt voorgesteld dit adres bij de desbetreffende stukken te voegen. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar zou ook bij deze zaak op spoed willen aandringen, opdat ook voor de ambtenaren het georganiseerd overleg wordt ingevoerd. De ambtenaren gevoelen het als een misstand dat voor hen geen geor ganiseerd overleg is ingevoerd; bij verschillende gele genheden hebben zij dat gemis gevoeld. Kunnen Bur gemeester en Wethouders geen toezegging doen dat zij spoedig met een voorstel zullen komen om het geor ganiseerd overleg in te voeren? De Voorzitter zegt dat een toezegging in dezen niet is te doen; dan zijn Burgemeester en Wethouders ge bonden. Maar de zaak zal wel gauw voortgang hebben. Waar de heer Molenaar echter zoo boud spreekt over de ambtenaren, wil spreker opmerken dat er ook ver schillende ambtenaren zijn, die het niets kan schelen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad Ais spreker denzelfden toon mag voeren als de heer Molenaar dan kan hij wel zeggen: de ambtenaren ge voelen niets voor georganiseerd overleg. Er zijn er wel, die er voor voelen, maar anderen gevoelen er weer niet voor. 't Is dus niet goed om in 't algemeen te zeggen: de ambtenaren gevoelen er veel voor. De heer M. Molenaar: De adresseerende afdeeling heeft ongeveer 75 van het gemeentepersoneel geor ganiseerd. Als ik dus zeg: die vraagt georganiseerd overleg en ik zeg dat de ambtenaren daar veel voor voelen, dan ben ik niet zoo ver bezijden de waarheid. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethouders in alle geval een bepaalde toezegging niet kunnen doen. De zaak is echter ook reeds in de vorige vergadering van Burgemeester en Wethouders ter sprake geweest en zal ook spoedig weer ter sprake komen. Meer kan spreker niet toezeggen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. dat Burgemeester en Wethouders naar aanlei ding van de gehouden openbare aanbestedingen hebben gegund aan j. Bottema Jzn., alhier, het bouwen van een magazijn met wagenloods-werkplaats ten behoeve van het gemeentelijk electriciteitbedrijf voor 6695.en het verven van het kantoorgebouw der gemeentelijke lichtbedrijven aan J. Koopnians, alhier, voor 478. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Aanbeveling voor de benoeming van een ambte naar van den Burgerlijken Stand, vacature J. A. A. Schoondermark: 1. D. Lautenbach, lid van den gemeenteraad; 2. S. Dijstra, idem. 2. Alsvoren voor de benoeming van vier tijdelijke leeraren voor den cursus 1921/1922 aan de Gem. Hoo- gere Burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop aan sluitende handelsschool: a. voor leeraar in het teekenen: H. de Bruin te Leeuwarden; b. voor leeraar in de natuurlijke historie: T. Bergsma, leeraar aan de Christelijke Hoogere Bur gerschool te Leeuwarden; c. voor leeraar in de scheikunde: H. Lier te Utrecht; d. voor leeraar in de natuurkunde: R. Palsma te Leeuwarden. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de medewerking der gemeente bij het tot stand brengen eener N. V. „Intercommunale waterleiding Gebied Leeu warden" tot oprichting en exploitatie van een of meer pompstations van drinkwater, met leiding naar de on derscheidene medewerkende gemeenten (bijlage no.48). 4. Alsvoren om den onderwijzer H. J. Beunk van gemeenteschool no. 12 over te plaatsen naar gemeente school no. 14. 5. Alsvoren om aan mej. J. Staverman op haar ver zoek eervol ontslag te verleenen als directrice der school voor Middelbaar Onderwijs voor Meisjes. 6. Alsvoren om aan W. Dijkstra op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan ge meenteschool no. 8. 7. Alsvoren tot wijziging der begrooting voor de Gemeente-Gasfabriek, dienst 1921. 8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van leeraressen der School voor Middel baar Onderwijs voor Meisjes om wijziging van art. 1 Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1921. 273 quater der verordening op die school (gemeenteblad 1921 no. 23). De punten sub 18 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders be treffende verhuring aan het bestuur der woningvereeni- ging Leeuwarden van een gedeelte van het perceel St. Jobsleen no. 255. 10. Alsvoren om hun voor het bouwen van een rijwielbewaarplaats enz. achter het Beursgebouw een crediet te verleenen. 11. Alsvoren om een terrein aan de Tijnjestraat te verkoopen aan M. Kuipers enz. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het schrijven van Gedeputeerde Staten dezer pro vincie betreffende herziening van de overeenkomst tot levering van electrischen stroom door het P. E. B. 13. Alsvoren inzake het beroepschrift van B. W. Maertzdorf, thans te Amsterdam, van de beslissing van Burgemeester en Wethouders op zijn aanvraag om af schrijving van plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1920, wegens vertrek uit de gemeente. De punten sub 913 zullen in een volgende vergade ring worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand, vacature J. A. A. Schoon dermark. Wordt door Burgemeester en Wethouders voorloopig van de agenda teruggenomen. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van een tijdelijk leeraar in de natuurkundige aardrijkskunde aan het gymnasium. Met algemeene stemmen wordt benoemd Dr. H. F. Huisken, directeur der R. H. B. School en reeds tijdelijk als leeraar in de nat. aardrijkskunde aan het Gymnasium werkzaam. 3 (Agenda no. 4). Benoeming van vier tijdelijke leeraren voor den cursus 1921/1922 aan de Gem. Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop aansluitende Handelsschool. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer kan zich niet vereenigen met de wijze waarop deze aanbeveling bij den Raad is inge zonden. Men heeft hier voor elke vacature één aanbe volen, terwijl noch de lijst van sollicitatenten noch de sollicitatiestukken voor den Raad ter visie hebben ge legen. De Raad heeft de vrijheid om buiten de aanbe veling om te stemmen, om zelf te mogen kiezen uit de sollicitanten. Maar als de Raad niet bekend is met de sollicitanten dan is kiezen niet mogelijk. Gisteravond 8 uur was er een stukje papier aan de stukken gehecht dat de sollicitatiestukken misschien Dinsdagmorgen ter visie zouden worden gelegd. Dat acht spreker geen manier waarop dergelijke zaken kunnen en mogen be handeld worden. Hij stelt daarom voor deze stukken aan te houden. De heer Tulp (wethouder) zegt dat de heer De Boer volkomen gelijk heeft, dat niet alle stukken ter visie hebben gelegen. Doch dit is niet direct de schuld van het college, cle oorzaak daarvan is, dat de stukken zoo laat van den inspecteur, die, naar spreker vermoedt, met verlof is geweest, zijn teruggekomen. Wat betreft de vacature van teekenleeraar, daarvoor waren meer sollicitanten; op vragen daaromtrent zal spreker in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 2