274 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1921. besloten vergadering wel willen antwoorden. Maar voor de andere vakken waren absoluut geen andere sollicitanten dan op de aanbeveling staan; men mag al blij zijn dat men die heeren kan krijgen. Zij waren de eenige sollicitanten. Wil men over de andere sollici tanten voor het vak teekenen ingelicht worden dan acht spreker het gewenscht, dat daartoe in besloten verga dering wordt overgegaan. De heer De Boer meent dat in elk geval de directeur aan den Raad een lijst van sollicitanten had kunnen overleggen met omschrijving van de bevoegdheden, welke die menschen bezitten. De Raad weet nu van niets en moet nu enkel zeilen op het compas van den directeur der H. B. S., die voor iedere vacature slechts één persoon heeft aanbevolen. Er blijkt wel dat er voor verschillende vacatures maar één sollicitant is, maar dat is nu ook pas meegedeeld, dat weet de Raad te laat. De Voorzitter: Handhaaft U Uw voorstel? De heer De Boer: Als er niet meer dan één sollicitant voor een vak is, dan zou ik daar niet voor zijn; dan zal de voordracht de volgende vergadering toch net zoo luiden. Maar waar wel meer sollicitanten voor een vaca ture zijn, zou ik willen voorstellen om die benoeming aan te houden. De heer Tulp (wethouder) licht toe dat men den heer Bergsma toevallig heeft kunnen krijgen, doordat deze ook aan de Christelijke H. B. S. geplaatst werd. Het zelfde is ook het geval met den heer Lier, die voor de Christelijke H. B. S. een paar dagen in de stad moest komen en die ook bereid werd gevonden om eenige uren aan de gemeentelijke H. B. S. les te geven. Men heeft alle mogelijke moeite gedaan doch het is niet mogelijk geweest meer sollicitanten te krijgen. Men heeft verder zijn hulpkrachten uit de stad moeten zoeken. De heer Palsma is bereid gevonden ook enkele uren les te geven en men mag erg dankbaar zijn dat deze heeren daartoe bereid zijn, omdat nu de lessen een aanvang kunnen nemen. De directeur heeft dan ook dringend verzocht nu de benoemingen te doen geschieden. De heer De Boer zegt te hebben voorgesteld de be noeming in de vacature sub a (Ieeraar teekenen) aan te houden. De Voorzitter: Wordt dit voorstel ondersteund? Dit blijkt wel het geval te zijn. De heer Berghuis (wethouder) vraagt of de heer De Boer bezwaar maakt tegen wat van de zijde van het college is gezegd, n.l. om daaromtrent eerst inlichtingen te geven in besloten vergadering. Dan kan de heer De Boer nog zien of hij zijn voorstel wil handhaven. De heer De Boer maakt daartegen geen bezwaar. De openbare vergadering wordt eenige oogenblikken geschorst, waarop de Raad in geheime zitting overgaat. Na heropening der openbare vergadering memoreert de Voorzitter dat van den heer De Boer een voorstel is ingekomen om de benoeming sub a aan te houden. De heer De Boer trekt zijn voorstel in. Het voorstel-De Boer is dus vervallen. De beraadslagingen worden gesloten. Worden benoemd: a. tot Ieeraar in het teekenen: H. de Bruin te Leeuwarden, met 19 stemmen; verder zijn uitgebracht 1 stem op Martin, 1 stem op H. C. Boon stra en 2 stemmen blanco; b. tot Ieeraar in de natuurlijke historie: T. Bergsma, Ieeraar aan de Christelijke Hoogere Burgerschool te Leeuwarden, met algemeene stemmen; c. tot Ieeraar in de scheikunde: H. Lier te Utrecht, met 22 stemmen. 1 stem is op H. de Bruin uitgebracht; d. tot Ieeraar in de natuurkunde: R. Palsma te Leeuwarden, met algemeene stemmen. 4 Agenda no. 5). Benoeming van een lid der Commissie van toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, vacature P. Tj. Poppens. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer zegt in de voor-vorige vergadering de opmerking te hebben gemaakt dat tot nog toe in de Commissie van toezicht op het Middelbaar Onder wijs geen enkele sociaal-democraat heeft zitting kunnen nemen. Spreker heeft toen verondersteld dat" dit mis schien het gevolg was van onbekendheid van de be trokken commissie met daarvoor geschikte personen uit de sociaal-democraten. Tot sprekers spijt krijgt de Raad nu echter weer een aanbeveling voor zich, waarop geen een van de in Leeuwarden wonende sociaal-democraten voorkomt. Waar nu sprekers fractie van meening is dat het van beteekenis is dat van de verschillende politieke richtingen ten minste ook een persoon van de sociaal democratische partij in de commissie zitting neemt, stelt sprekers fractie voor in de commissie heden te benoemen den heer S. Nijholt, het vroegere raadslid. De heer Tulp (wethouder) merkt op dat deze aan beveling is van de Commissie van toezicht en niet van Burgemeester en Wethouders. Dan is spreker als wethouder van Onderwijs gaarne bereid om in het vervolg overleg te plegen met de Commissie van toezicht om bij een volgende vacature deze door den heer S. Nijholt te doen voorzien. Spreker vindt echter in dezen den door de commissie aanbevolen candidaat de aangewezen man of de meer aangewezen persoon. Zooals spreker zegt gaat de aanbeveling niet van het college uit, maar spreker is toch gaarne bereid om den volgenden keer, in overleg met de commissie, den candidaat der sociaal-democraten naar voren te brengen. De beraadslagingen worden gesloten. Bij stemming worden uitgebracht: op J. A. A. Schoondermark 11 stemmen, op S. Nijholt 9 stemmen, op P. van Vlissingen 2 stemmen en op H. B. Bakker 1 stem. Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan. De uitslag is thans: S. Nijholt 13 stemmen, J. A. A. Schoondermark 7 stemmen, J. P. van Vlissingen 2 stemmen en 1 biljet blanco, zoodat benoemd is S. Nijholt, oud-raadslid. De Voorzitter zou nu graag namens den wethouder van Onderwijs willen aanbrengen: 5. Benoeming van onderscheidene leeraren voorden cursus 1921/1922 aan de Burgeravondschool. Spreker doet mededeeling van de aanbeveling van den directeur der Burgeravondschool, waarop verschil lende herbenoemingen en verschillende nieuwe benoe mingen voorkomen, en die, zooals ook reeds in besloten vergadering is meegedeeld, wat laat is ingekomen, doordat er een vergissing heeft plaats gehad. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1921. 275 De Raad maakt geen bezwaar dat heden tot benoe ming wordt overgegaan. Herbenoemd worden met 22 stemmen en 1 stem blanco de daartoe aanbevolenen, te weten: a. in de beginselen der Nederlandsche taal: P. van der Molen, onderwijzer aan een openbare lagere school, alhier; b. in het lijn- en vakteekenen: B. j. van der Wal, Ieeraar aan de Middelbare Technische School, alhier; c. in wiskunde: H. Valkema, onderwijzer aan school no. 4; d. in het lijn- en vakteekenen: H. J. Bleeksma, Iee raar aan de Middelbare Technische School, alhier; e. in natuurkunde: G. de Vries, hoofd van school no. 6, alhier; in handteekenen: G. Makkes van der Deyl, Ieeraar 3an het gymnasium, alhier; g. in lijn- en vakteekenen: F. J. Wijrna, Ieeraar aan de Middelbare Technische School, alhier; h. in handteekenen: H. Martin, Ieeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Drachten, wonende alhier; i. in lijn- en vakteekenen: F. Schaafsma, Ieeraar aan de Ambachtsschool, alhier; j. in werktuigkunde: W. K. F. Meijer, Ieeraar aan den machinistencursus, alhier. k. in de vacature-Dieters (boekhouden) worden aanbevolen: 1. S. Postuma, onderwijzer aan gemeenteschool no. 1, alhier, 2. IJ. Brouwers, onderwijzer aan gemeenteschoool uo. 7, alhier, 3. K. Hettema, te Huizum, en wordt benoemd S. Postuma met 14 stemmen en 8 stemmen op IJ. Brouwers, terwijl 1 biljet blanco is in geleverd. In de vacature-van Willigenburg wordt aanbe volen: 1. P. Verhoeff, Ieeraar aan de Chr. H. B. S. alhier. Deze wordt benoemd met 22 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. m. In de vacature-Venstra worden aanbevolen: 1. O. Nieuwenhuis, hoofd van school no. 10, 2. M. Steunebrink, onderwijzer aan school no. 12, en wordt benoemd O. Nieuwenhuis met 22 stemmen en 1 stem op M. Steunebrink. n. In de vacature-Aardema worden aanbevolen: 1. J. Venema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 9, 2. J. P. Heyneker onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, en wordt benoemd J. Venema, met algemeene stemmen. 6 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om den onderwijzer H. J. Beunk van ge meenteschool no. 12 over te plaatsen naar gemeente school no. 14. 7 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. J. Staverman op haar ver zoek eervol ontslag te verleenen als directrice der school voor Middelbaar Onderwijs voor meisjes. 8 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan R. Dijkstra op zijn verzoek eer vol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeente school no. 8. 9 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den oud-wethouder, den heer J. A. A. Schoondermark, pensioen uit de gemeentekas toe te kennen. Met algemeene stemmen wordt, besloten overeen komstig deze voorstellen van Burgemeester en Wet houders. 10 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de aanvaarding van hypo thecaire credieten uit 's Rijks kas ten behoeve van den woningbouw door particulieren (bijlage no. 47). De beraadslagingen worden geopend. De heer Fransen merkt op dat Burgemeester en Wet houders in kolom 2 van de bijlage bovenaan, zeggen: „Hoewel het derhalve zaak zal zijn bij het verlee nen van hypothecaire credieten als hierbedoeld de noodige voorzichtigheid in acht te nemen, meenen wij toch ook dat het belang van de woningvoorziening eischt, dat zooveel mogelijk medewerking aan de particuliere bouwnijverheid wordt verleend". Spreker gaat hier geheel mee accoord, maar in ver band hiermee zou hij Burgemeester en Wethouders willen vragen of hun ook bekend is of voor den bouw van dergelijke woningen ook een bepaalde termijn is gesteld binnen welke de woningen definitief moeten zijn verhuurd. Van zeer betrouwbare zijde is spreker n.l. meegedeeld dat die woningen op een kleinigheid na klaar worden gemaakt en dat ze dan dan niet worden verhuurd, maar dat dit geschiedt om ze op speculatie ie verkoopen. De heer O. F. de Vries (wethouder) zou niet willen zeggen dat, wat de heer Fransen opmerkt, heelemaal onmogelijk is. Maar de uitbetaling der bouwpremie heeft eerstens plaats bij termijnen en nu kan het zijn dat men b.v. een slaapkamertje niet heelemaal laat afverven, zoodat de woning dan nog niet gereed is, maar het laatste deel van de premie wordt dan ook niet eerder uitbetaald dan na dat de woning voor bewoning be schikbaar is. In de ministerieele voorwaarden staat ook nog, dat de bouwer de woningen mag verkoopen, maar de verplichtingen, die hij in verband met het verkrijgen der premie op zich genomen heeft, gaan dan op den koo- per over. Die moeten in het koopcontract worden vastge legd. Zoo zit de zaak. De heer Fransen licht zijn bedoeling toe. Als van overheidswege de bouw wordt gesteund, dan is dit om in den woningnood te voorzien. Als de bouwers daarvan dan gebruik maken en opzettelijk spreker wil niet zeggen dat dit hier gebeurtde woningen op een kleinigheid na klaar maken en ze niet verhuren, terwijl, als de huurcommissie komt, wordt gezegd: ja, er moet nog een kleinigheid aan gebeuren, maar ik kan op 't oogenblik geen werkvolk krijgen, dus moet het nog even wachten dan wordt er getracht om de woningen op speculatie te verkoopen, maar dan dient het bouwen niet om de voorziening in den woningnood te bevorde ren. Dat is dan alleen speculatie op den verkoop van vastigheden. Daarom meende spreker zijn vraag te moeten doen of er een tijd is bepaald, waarop de woningen definitief voor verhuring gereed moeten zijn. Dan toch wordt er tegemoet gekomen aan den woningnood. Maar blijven de woningen leeg staan omdat ze op een kleinigheid na gereed zijn, dan is dit niet een tegemoetkomen aan den woningnood. En daarvoor is deze zaak niet in het leven geroepen. De heer O. F. de Vries (wethouder) zegt dat het college in elk geval nota kan nemen van hetgeen de heer Fransen heeft gezegd. Spreker meent ook wel dat het van belang is dat er een termijn wordt vastgesteld, niet waarbinnen de woningen verhuurd moeten zijn, maar dat zij binnen een bepaalden tijd beslist bewoond moeten zijn. De woningen kunnen toch ook worden ver kocht. Men kan dus nog opnemen de voorwaarde dat ze binnen een bepaalden tijd bewoond moeten zijn. Het college zal nota nemen van wat de heer Fransen heeft gezegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 3