334 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 November 1921. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan G. Postma op zijn verzoek eervol ontslag te ver- leenen als hoofd van gemeenteschool no. 2. 3. Alsvoren tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1920. 4. Alsvoren tot wijziging der verordening tot heffing van schoolgelden aan het gymnasium, vastgesteld den 14 Juni 1.1., in verband met door de Regeering geopperde bedenkingen. 5. Alsvoren betreffende de aanvaarding van een hy pothecair crediet uit 's Rijks kas ten behoeve van woningbouw door T. D. Keuning enz. 6. Aanbeveling voor de benoeming van een voor zitter en een plaatsvervangend voorzitter der Commissie voor de Arbeidsbeurs en de Werkloosheidsverzekering. De aanbevelingen luiden als volgt: a. voor Voorzitter: 1. Mr. H. Hannema, Voorzitter der commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering; 2. Mr. M. Goslings, plaatsvervangend voorzitter der commissie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs; b. voor plaatsvervangend Voorzitter: 1. Mr. M. Goslings, Secretaris der gemeente Leeu warden; 2. A. Jonkeren, commies-redacteur ter secretarie der gemeente Leeuwarden. 7. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der salarisverordening 1919 (salaris van den beurs- en waagmeester). 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van credieten voor en het doen uitvoeren van werken ter bestrijding van de werkloosheid. 9. Het 7e suppletoir kohier, dienst 1919, 4e 1920, le 1921, alle van de plaatselijke directe belasting naar het in komen. De punten sub 19 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders: a. tot verhuring van de perceelen weiland Achter de Hoven sectie G nos. 3651 en 3652 aan R. E. v. d. Weide voor 5 jaren, de gardenierslanden, het Blokkeland en het Hinneland onderscheidenlijk aan T. Tolsma en H. S. Ritrnan voor 5 jaren, het perceel weiland bij den weg Achter de Hoven, sectie G no. 3663 aan J. G. Stienstra voor 5 jaren; b. tot verlenging van de huur der zathe en landen aan het Kalverdijkje, aangegaan met S. Tijsma, eindi gende 5 Maart/12 Mei 1922, met één jaar. Zal in een volgende vergadering worden behandeld. 11. Alsvoren om aan dr. H. F. Th. Ringnalda op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als rector aan het gymnasium. De Voorzitter stelt voor om, als de Raad daartegen geen bezwaar heeft, heden een beslissing hierop te ne men, waarna, op zijn verzoek, de Secretaris lecture doet van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig dit voorstel besloten. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der Coöperatieve Veree- niging „Woningbouw" om haar bij de bepaling der huurprijzen vrij te laten en om de vastgestelde prijzen voor haar bouwterrein aan den Harlingerstraatweg te herzien. Zal in een volgende vergadering worden behandeld. 13. De ontwerp-begrootingen der gemeente en van hare onderscheidene bedrijven, alle dienst 1922. Worden gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag en bij de leden rondgezonden. Voorgesteld wordt te bepalen dat het onderzoek in de secties den 10 December e.k. moet zijn afgeloopen. Dienovereenkomstig wordt besloten. III. De Voorzitter kan meedeelen dat nog is inge komen een vraag van den heer De Boer, luidende als volgt: „Ondergeteekende verzoekt U de volgende vraag te mogen stellen: Wordt op de gasfabriek zoogenaamd besmet wed verricht?" Spreker stelt voor om, indien de Raad toestemming verleent tot het stellen dezer vraag, haar na afoop dei agenda aan de orde te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de vooi heden op den oproepingsbrief vermelde punten. (Agenda no. 2). Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemde lid, den heer P. F. J. Westra. De Voorzitter memoreert dat de conclusie van wal wordt gerapporteerd is: „weshalve zij Uwe Vergadering adviseeren, den heer Westra als lid van den Raad der gemeente Leeu warden toe te laten.', Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. 2 (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan G. Postma op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als hoofd van gemeenteschool no. 2. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter stelt op verzoek van de wethouders voor een oogenblik in besloten vergadering over te gaan, Dienovereenkomstig wordt besloten. De openbare vergadering wordt geschorst, waarna in geheime zitting wordt overgegaan. Na heropening der openbare vergadering is aan de orde: 3 (Agenda no. 4). Benoeming van hoofden van scholen, noodig geworden door de splitsing van de scholen nos. 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13, de overplaatsing van A. Deinema, hoofd van school no. 8, naar school no. 14, en het eervol ontslag van G. Postma, hoofd van gemeenteschool no. 2. De beraadslagingen worden geopend De heer Dijstra vraagt of het noodzakelijk is de be noemingen stuk voor stuk te doen geschieden of dat het in één keer kan. De Voorzitter antwoordt dat, wanneer niemand van de leden er bezwaar tegen maakt, hij er ook niets op tegen heeft om op één briefje de eerst voorgedragenen aan te wijzen. De heer De Boer: Dat is misschien wel erg gemak kelijk, maar het lijkt mij toch bezwaarlijk. Om verwar ring te voorkomen is het beter, elke benoeming apart te houden. Wanneer een van de leden op no. 2 of 3 stemt, dan is het op één briefje niet te doen. De Voorzitter: Zoodra een van de leden er bezwaar tegen maakt, kan ik niet op één biljet laten stemmen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 November 1921. 335 De heer IJ. de Vries: Tot punt hebben we toch al degenen die worden benoemd. De Voorzitter: Daar weet U niets van. Er is door een van de leden bezwaar gemaakt tegen een stemming ineens, dus komt thans het eerst in stemming punt a. De beraadslagingen worden gesloten. Worden achtereenvolgens benoemd: onder punt a: O. Braaksma, onderwijzer aan een openbare lagere school, alhier, met 20 stemmen; onder punt b: P. van der Molen, onderwijzer aan een openbare lagere school, alhier, met 20 stemmen en 1 stem op K. Fokkema; (Wegens bloedverwantschap heeft de heer Dijkstra aan de stemming onder a, de heer Zandstra aan de stemmingen onder a en b niet deelgenomen). onder punt c: K. Fokkema, onderwijzer aan een open bare lagere school, alhier, met 21 stemmen en 1 stem op A. Ökkinga; onder punt d: A. Okkinga, onderwijzer aan een open bare lagere school, alhier, met algemeene stemmen; onder punt e: G. Steegstra, onderwijzer aan een open bare lagere school, alhier, met algemeene stemmen; onder punt Th. van der Veen, onderwijzer aan een openbare lagere school, ahier, met algemeene stemmen; onder punt gK. Venema, onderwijzer aan een open bare lagere school, alhier, met algemeene stemmen; onder punt h: J. Brandenburg, onderwijzer aan een openbare lagere school, alhier, met 21 stemmen en 1 stem op H. van der Leij; onder punt i: K. Hijlkema, onderwijzer aan een open bare lagere school te 's Gravenhage, met algemeene stemmen. 4 (Agenda no. 5). Benoeming van 6 leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs, Ava cature H. Annema, wegens het ophouden van zijne dienstbetrekking bij het lager onderwijs en B: ter voor ziening in 5 periodieke vacatures. In de vacature sub A wordt benoemd C. Andriesse, hoofd eener school voor uitgebreid lager onderwijs, met 21 stemmen en 1 stem op K. Fokkema. In de vacatures sub B worden met algemeene stem men herbenoemd: 1. J. de Bruin, keurmeester provincialen keurings dienst, Van Sytzamastraat 8; 2. C. R. ten Velthuis, apotheker, Eewal 54; 3. mejuffrouw M. G. Faber, onderwijzeres gemeen teschool 5; 4. J. Heslinga Bzn., hoofd eener school voor bijzon der onderwijs; 5. H. de Boer, propagandist, Emmakade 139. 5 (Agenda no. 6). Benoeming van twee voogden der Stads-Armenkamer, wegens periodieke aftreding van de heeren Sj. Attema en W. Wachter. Worden herbenoemd: a. Sj. Attema, met 20 stemmen en 1 stem op Han nema en S. Dijstra; b. W. Wachter, met 20 stemmen en 1 stem op mr. M. Goslings en mr. IJ. W. Tijsma. De heer De Boer vraagt of nu ook niet dadelijk tot de stemming onder punt 14 der agenda kan worden overgegaan. De Voorzitter: Dat kan wel, mijnheer De Boer. Hebt U dat biljet misschien al in de bus gedaan? De heer De Boer: Neen, nog niet. De Voorzitter bemerkt thans dat deze stemming nog niet kan plaats hebben. Spreker had er niet zoo gauw op gelet, maar er zit een voorstel aan vast. Het punt behelst wijziging van twee verordeningen en c.q. be noeming van een Voorzitter enz. Dat laatste kan echter eerst geschieden als de wijzigingen aangenomen zijn. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de begrooting, dienst 1922, voor: a. het Stads-Ziekenhuis b. de Stads-Armenkamer c. de Stads Bank van Leening. De begrootingen sub a en b worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde is sub c. De beraadslagingen worden geopend De heer De Vos heeft op de begrooting zelve niets tegen, maar zou willen vragen, wanneer Burgemeester en Wethouders er nu eens om zullen denken dat die snoepwinkel weggaat. Spreker heeft hierover al ver schillende keeren gesproken en telkens is hem ook een kleine hoop gegeven dat deze zaak zou worden opge doekt. De Wethouder van Financiën heeft ook gezegd dat het college omtrent deze zaak diligent is. Er is nu weer alle kans op een groot tekort. Men kan het geld heusch wel beter gebruiken. Spreker zou Burgemeester en Wethouders daarom nog eens in ernstige overweging willen geven om er nog eens over te denken of deze zaak nu niet aan kant is te brengen. De Voorzitter: U hebt over de Bank van Leening ge sproken? De heer De Vos: Ja, de Stads-Armenkamer zullen we nog wel een beetje moeten houden. De Voorzitter: En uw idee was om de Bank op te heffen? De heer De Vos: Ja, ik heb er al zoo dikwijls over gesproken en ik kom er telkens weer op terug; die kosten zijn ieder jaar verschrikkelijk. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders willen er wel eens ernstig over denken, maar zij kunnen op het oogenblik moeilijk toezegging doen dat zij met zoodanige voorstellen bij den Raad zullen komen. Ik zou willen voorstellen om nu in ieder geval deze begrooting maar vast te stellen. De beraadslagingen worden gesloten. De begrooting sub c wordt onveranderd vastgesteld. 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1920. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 (Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening tot heffing van schoolgelden aan het gymnasium, vastgesteld den 14 Juni l.l., in verband met door de Regeering geop perde bedenkingen. Dit voorstel luidt als volgt: Bij kantbeschikking van den Heer Commissaris der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 2