Veroadering vao Dinsdag 13 Decembar 1921.
352 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 November 1921.
Toen spreker straks tot den heer Molenaar zei: leest
U eens door, bedoelde hij niet dat deze het artikel zou
doorlezen tot het einde, maar juist deze kwestie, de
zinsnede: „bij den tak van dienst, waartoe hij behoort."
De werkman mag alleen vervangen bij den tak van
dienst, waatoe hij behoort. En wie zou hij moeten ver
vangen? Natuurlijk alleen iemand, die anders aanwezig,
maar dan afwezig is.
De heer B. Molenaar: En als men geweigerd had?
De Voorzitter: Dan had men in strijd gehandeld met
het werkliedenreglement.
Men wil het artikel zoo graag anders lezen, omdat
anders het principe in gevaar komt. Welnu, wil men
het anders, stel dan een wijziging van het artikel voor;
men tracht het nu hierin te lezen, maar dat gaat niet.
Of, als de woorden niet duidelijk zijn, Iaat men dan
ook een voorstel doen om het artikel duidelijker te
maken, dan behoeft men er niet meer aan te twijfelen.
Doch naar sprekers meening is het artikel niet twijfel
achtig, maar volkomen duidelijk. De werkman mag
alleen vervangen bij den tak van dienst, waartoe hij
behoort, het is dus alleen mogelijk dat hij een werkman
vervangt, die ook bij dien tak van dienst hoort. Het
andere doet er nu niets toe, dit is hier niet voorgeko
men. De heeren zeggen: wat gebeurd is mag niet; laat
spreker dan zeggen: het is niet verboden.
De heer B. Molenaar: Ik zeg van wel.
De Voorzitter herhaalt dat men het artikel graag wil
lezen, zooals men het wil hebben. Maar men kan het er
niet uithalen, als het er niet in staat, of men moet de
zaak eenvoudig verdraaien of er een andere opvatting
van hebben.
De heer B. Molenaar komt er tegen op dat het artikel
duidelijk is. En men kan het niet losmaken van de toe
lichting.
De heer Visser heeft nog geen antwoord gehoord op
de vraag van den heer De Boer, of het werk nu afge
maakt zal worden of dat er niet mee zal worden door
gegaan.
De heer Dijkstra (wethouder) gelooft dat dit nu geen
kwestie meer is. De zaak is eerst zoo voorgesteld dat
het maar 2 dagen zou duren; dat was mis. Er behoefden
maar een paar gaten in geboord te worden; dat was
ook mis. En nu is het morgen Woensdag en dan is de
j zaak wel voor mekaar.
De interpellatie wordt gesloten.
VI. Wordt voortgegaan met de behandeling van de
punten van den oproepingsbrief.
Ter behandeling van:
16 (Agenda no. 17).
Het 7e suppletoir kohier, dienst 1919,
4e 1920,
le 1921,
alle van de plaatselijke directe belasting naar het in
komen,
wordt in geheime vergadering overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering worden de
kohieren vastgesteld als volgt:
het 7e, dienst 1919, met een totaal der cijfers van
aanslag van 114,042 en met een totaal der aanslagen
van 6,301.78;
net 4e, dienst 1920, met een totaal der cijfers van
aanslag van 78,203 en met een totaal der aanslagen
van 6,439.23, waarvan 9/10 invorderbaar;
het le, dienst 1921, met een totaal der cijfers van
aanslag van 2,543,825 en met een totaal der aanslagen
van 250,789.98. waarvan voorloopig 14/is invorder
baar
De Voorzitter: Men begint de toelichting pas te raad
plegen als de woorden van de wet niet duidelijk zijn;
dat heb ik altijd geleerd.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade
ring door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 December 1921. 353
Tegenwoordig eerst 23, later 24 leden, te weten:
de heeren O. F. de Vries, Visser, Van der Werff, Fran
sen, M. Molenaar, Tiemersma, Dijstra, Zandstra, Collet,
Lautenbach, Tulp, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi,
de heeren Berghuis, Muller, Koopal, Jansen, Dijkstra,
De Vos, B. Molenaar, Van Weideren baron Rengers,
Oosterhoff, IJ. de Vries, De Boer; later de heer Westra.
Afwezig met kennisgeving 1 lid, de heer Cohen.
Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma. Bur
gemeester.
I. De notulen der vergaderingen van 25 October
en 1 November 1921 worden onveranderd vastgesteld.
II. Beëediging van het nieuw inkomend lid, den
heer P. F. JWestra, vacature W. Postma.
De Voorzitter doet mededeeling van een ingekomen
resolutie van Gedeputeerde Staten, waarbij is besloten
het schrijven van Burgemeester en Wethouders, hou
dende mededeeling van het besluit van dezen Raad tot
toelating van den heer Westra, voor kennisgeving aan
te nemen, zoodat geen bezwaar bestaat tot toelating
van den heer Westra.
De heer P. F. J. Westra, door den Secretaris binnen
geleid, wordt door den Voorzitter beëedigd en legt
daartoe de eeden, bedoeld bij artikel 39 der Gemeente
wet, af.
De Voorzitter wenscht den heer Westra geluk met
zijn intrede in den Raad en hoopt, dat de heer Westra
hier in het belang der gemeente werkzaam mag zijn.
III. Wordt medegedeeld:
1. dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft berust in de benoeming van
H. J. v. d. Wal en J. P. Heyneker, als tijdelijke leeraren
aan de Burgeravondschool, niet in het bezit van de
vereischte wettelijke bevoegdheid voor het geven van
M. O.
2. dat Gedeputeerde Staten:
a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 13
September 1.1. tot afstand in erfpacht van terrein nabij
het Cambuursterpad aan de Woningbouwvereniging
„De Goede Woning" en d.d. 8 November 1.1. betreffende
verhuring van een perceel weiland aan het Schapen
dijkje aan E. Dijkstra, tot afstand in erfpacht van een
plek grond aan het Cambuursterpad aan S. Hellinga,
tot verkoop van een plek grond aan de Kromme Elle
boogsteeg aan de firma Benninga en Zonen, tot wijzi
ging van de huurprijzen van gemeentewoningen be
westen den Hollanderdijk;
b. voor kennisgeving hebben aangenomen het be
richt tot toelating als lid van den Gemeenteraad van
den heer P. F. J. Westra;
De punten sub 1 en 2a en b worden voor kennis
geving aangenomen.
c. niet hebben goedgekeurd het besluit van den
Raad d.d. 8 November 1.1. betreffende onderhandsche
opdracht aan de N. V. Stoomwalsenfabriek M. Boese
winkel te Zutfen van de verbetering van de bestrating
op de Lange Pijp en de Brol enz.;
Wordt voorgesteld dit punt voor kennisgeving aan
te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer: Wij zullen daar wel niet veel tegen
kunnen doen, want volgens de wet zijn Gedeputeerde
Staten volkomen in hun recht om een dergelijk besluit
te nemen. Maar ik wil toch deze opmerking maken dat
Gedeputeerde Staten de zorg voor deze gemeente naar
onze meening wel wat heel ver uitstrekken. Ik geloof
dat het haast zoover gekomen is met de zorgen van
Gedeputeerde Staten, dat zij komen op het terrein van
de kleine plagerijen. We leven thans niet meer in den
zeer poëtischen ouden tijd, anders zou ik het gewenscht
achten dat de Raad knielende de sleutels van deze
stad naar de overzijde van het Hofplein bracht. In zoo'n
tijd leven we nu niet meer, dus dat kan niet. Maar een
ernstig protest acht ik hier toch wel op zijn plaats.
De heer De Vos: In tegenstelling met den heer De
Boer juich ik het van harte toe, dat Gedeputeerde
Staten ook thans weer hebben gezien, dat de minder
heid van den Raad gelijk had, door het raadsbesluit
niet goed te keuren.
De heer De Boer: Dat is niet van ijdelheid gespeend,
mijnheer de Voorzitter!
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt 2c wordt voor kennisgeving aangenomen.
d. hebben bericht geen bezwaar te zullen maken
tegen het verleenen van credieten ten behoeve van het
verrichten van grondwerken voor de verbetering van
den Wissesdwinger.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
3. berichten van G. Steegstra, J. Brandenburg,
K. Venema, A. Okkinga en Th. v. d. Veen dat zij de
benoeming tot hoofd van eene gemeenteschool aan
nemen.
4. bericht van K. Hylkema te 's Gravenhage dat
hij de benoeming tot hoofd van gemeenteschool no. 2
niet kan aannemen, wegens zijne a.s. benoeming tot
hoofd eener school in genoemde gemeente.
De punten sub 3 en 4 worden voor kennisgeving
aangenomen.
5. schrijven van A. Limburg, periodiek aftredende
als lid der Commissie van Toezicht op het M. O. in
zake de aanbeveling waarop hij voor eene herbenoe
ming als no. 1 is geplaatst.
Wordt gevoegd bij de stukken die onder punt 7 der
agenda voor heden aan de orde zijn gesteld.
6. adres van de afdeeling Leeuwarden van de Ne-
derlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcohol
houdende dranken, om, aangezien het z.g. tapverbod
in deze gemeente niet wordt gehandhaafd, deze zaak
bij de begrootingsdebatten aan de orde te stellen.
7. adres van de Arbeiders Jeugd Centrale, groep
Leeuwarden, om haar een jaarlijksch subsidie of de
beschikking over een gemeentelijk pand voor een Jeugd-
Tehuis te verleenen.
8. adres van de Leeuwarder Vereeniging voor
Roomsch-Katholieke vacantiekolonies om haar jaarlijks
een subsidie toe te kennen.
De punten eub 68 zullen worden behandeld bij de
begrooting voor 1922.
9. adressen van den Leeuwarder Bestuurdersbond
met onderscheidene adhaesie-betuigingen om met wij
ziging der betrekkelijke verordening bij het bepalen van
de aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen van hen, die aangesloten zijn bij eene vak
organisatie, in mindering te brengen de jaarlijksche
contributie aan de vakvereenigingen en om, met wijzi
ging der betrekkelijke verordening, bij het bepalen van
de aanslagen in de plaatselijke directe belastingen naar
het inkomen van hen, die bij een werkloozenkas zijn
aangesloten, in mindering te brengen de jaarlijksche
contributie aan die kas.
Wordt voorgesteld aan adressant mede te deelen, dat
de verzoeken op grond van artikel 243c der Gemeente
wet moeten worden afgewezen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.