4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Januari 1922.
paarden, die hier worden gebruikt, veel gewicht in de
schaal legt, absoluut niet is gedaald, maar aan den
stijgenden kant is. En de loonen zijn niet gedaald, zoo
dat er naar sprekers meening wel elementen aanwezig
zijn, die doen verwachten, dat de aannemer met de
oude prijzen misschien niet uit kan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der gemeente-begrooting,
dienst 1922, in verband met het leggen van een parket
vloer in de Nieuwe zaal van het stadhuis.
Dit voorstel luidt als volgt:
Op de begrooting van gemeentewerken voor het loo-
pende jaar komt onder volgno. 20 o. a. een memorie-
post voor ten behoeve van het leggen van een parket
vloer in de Nieuwe zaal van het Stadhuis. Aan deze
zaal dient noodig de hand tot verbetering gelegd te
worden. Zij doet, als een van de grootste vertrekken
in het Stadhuis, meermalen dienst als vergaderzaal.
Voor een stad als Leeuwarden kan zij in den tegen-
woordigen toestand bezwaarlijk een waardige ontvang
kamer genoemd worden. Wij hebben daarom als begin
van verbetering besloten, onder Uwe goedkeuring er
een parketvloer te leggen. Hoewel de kosten hooger
zijn dan aanschaffing van een karpet, verdient het aanbe
veling zoo'n vloer te leggen, omdat de gemeente dan in
jaren daaraan geen onderhoudskosten heeft. Op den
duur zal de gemeente daarmede dus het beste gebaat
zijn. De directeur der gemeentewerken heeft voor het
leveren en leggen van dien vloer prijsopgaaf gevraagd
bij de firma C. Bruijnzeel te Rotterdam, fabrikante van
dergelijke vloerbedekkingen. Met dit werk is een bedrag
van 1725.gemoeid, waarom wij U voorstellen de
begrooting voor de gemeente, dienst 1922, te wijzigen
overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar zegt dat het zijn aandacht
heeft getrokken, dat blijkens de stukken slechts aan
één persoon prijsopgaaf is gevraagd van het leggen der
parketvloer. Uit een brief van den directeur aan het
college van Burgemeester en Wethouders, waarin on
geveer staat: Ingevolge Uw opdracht heb ik mij gewend
tot die en die firma, en omdat in dit voorstel ook maar
een firma is genoemd, meent spreker dat te moeten
opmaken. Gezien echter de ervaring welke men heeft
opgedaan bij de geschiedenis van de Lange Pijp en de
Brol, waarbij Gedeputeerde Staten juist op diezelfde
gronden de zaak hebben afgewezen, bevreemdt het
spreker dat Burgemeester en Wethouders nu weer op
dezelfde wijze doorgaan, dat zij niet voorzichtiger zijn
geworden en niet aan meer personen prijsopgaaf hebben
gevraagd.
De heer De Vos zal de laatste zijn die wil zeggen dat
de Nieuwe Zaal er zoo keurig netjes uitziet. Maar als
er aan den anderen kant toch iets uitgevoerd moet
worden dan wil hij vragen of het wel zoo noodzakelijk
is dat er nu maar direct een nieuwe parketvloer wordt
gelegd. Burgemeester en Wethouders stellen tegenover
de aanschaffiing van een karpet het leggen van een
parketvloer. Maar als wordt aangenomen dat een par
ketvloer zal worden gelegd, zal daar dan ook nog een
karpet tegenover komen te staan, omdat dit er dan nog
bij thuis hoort? Of is het de bedoeling dat er dan geen
kleedje meer bij thuis hoort? Dan kan spreker hierin
meegaan. Maar als na verloop van tijd onder de tafel
nog weer een karpet moet komen, en dit nu wordt
uitgeschakeld om de parketvloer er door te krijgen,
zou spreker zeggen: 't is beter dat we daar niet mee
beginnen, maar dat er een nieuw kleed wordt gekocht,
dat eenige jaren mee kan en de geheele vloer bedekt.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi had hetzelfde
willen zeggen. Zij is ook bang dat een parketvloer alleen
niet voldoet en dat men voor het dempen van het geluid
zeker een karpet noodig is. Spreekster zou er daarom
liever alleen een karpet neerleggen. De parketvloer
kan dan later nog. Hier staat dat er in jaren geen onder
houdskosten noodig zullen zijn. Spreekster acht dat een
beetje te veel gezegd en wil daar tegenover opmerken
dat het onderhoud nog al veel werkloon eischt.
De Voorzitter hoort dat de heer Molenaar zegt dat
Burgemeester en Wethouders er eigenlijk, in verband
met de kwestie van aanbesteding na de geschiedenis
van Brol en Lange Pijp, nog niets wijzer op zijn ge
worden. Deze zaak is echter heel anders, omdat de zaak
al oud is en er al eerder bij andere firma's dan de firma
Bruijnzeel prijsopgave is gevraagd. De heer De Vries
weet dat iets beter.
De heer De Vos vraagt of het de bedoeling is dat
Burgemeester en Wethouders tegelijk met de parket
vloer een nieuw karpet wenschen te leggen en of het
niet mogelijk is het zonder karpet of met deze vloer
bedekking alleen te doen. Nu zal het misschien mogelijk
zijn dat op den duur, door het gehoorig zijn, nog iets
onder de tafel moet komen. Er is hier als eenige ver
betering van een nieuw karpet gesproken. Doch daar
komt men er niet mee, dan zal op de Nieuwe Zaal in
elk geval een heel nieuw kleed moeten komen. Te zijner
tijd komt trouwens van het college ook een voorstel
om voor die zaal andere stoelen aan te schaffen. Want
als men de daar aanwezige stoelen goed bekijkt dan
moet men toch toegeven dat het toch eigenlijk schan
delijk is dat een zaal van het stadhuis te Leeuwarden
er zóó uitziet. Spreker komt daarop, omdat hij er maar
mee zeggen wil, dat we er alleen met deze nieuwe
parketvloer nog niet zijn, er komt nog meer. Maar
Burgemeester en Wethouders hebben niet met alles
ineens willen komen. In plaats van met het voorstel tot
het leggen van een nieuw vast kleed, komen zij nu met
dit voorstel. Wanneer men de zaal eens met attentie
gaat opnemen, dan ziet men, dat het kleed, dat er nu
ligt wanneer het er in gekomen is, weet spreker niet
op verschillende plaatsen is ingescheurd, zoodat
men er met de beenen in blijft hangen. En de stoelen
zijn daarbij zoo schandelijk slecht, dat spreker zich
heeft gegeneerd om daar met menschen, die voor een
vergadering op die zaal waren uitgenoodigd, te zitten.
Burgemeester en Wethouders hebben niet de be
doeling om daar alleen een parketvloer te leggen en
het dan beslist zonder karpet te doen. Maar er moest
in ieder geval een heel nieuw kleed komen en toen is
het idee gekomen: is het niet beter het leggen van een
groot kleed na te laten en daarvoor in de plaats een
parketvloer te leggen? Er ligt nu toch ook een kleed
met een karpet. Nu is het waar dat een parketvloer ook
onderhoud eischt, maar bij een dergelijke groote zaal,
waar toch nog al heel wat gedaan moet worden, geeft
dat den doorslag niet. Legt men echter een parketvloer
dan is men van het kleed af. En blijkt dan later dat er
onder de tafel nog een karpet moet komen, dan kunnen
Burgemeester en Wethouders daaromtrent nog met een
voorstel bij den Raad komen. Zij zeggen heelemaal niet
dat men met deze kwestie van de zaak af is.
De heer Dijstra is het volkomen met den Voorzitter
eens en hij hoopt dat het college dan niet al te langen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Januari 1922. 5
tijd zal wachten met het komen van voorstellen omtrent
het inrichten van de Nieuwe Zaal. Het lijkt hem toe dat
Leeuwarden althans één zaal moet hebben om men
schen te kunnen ontvangen.
De heer O. F. de Vries (wethouder) wou nog een
korte toelichting geven op wat door den heer Molenaar
is gevraagd. Zooals de Voorzitter heeft gezegd is deze
zaak al oud, zij is al langer dan een jaar in den molen.
Er is hier en daar naar den prijs gevraagd, de prijs
couranten zijn nagezien en nu blijkt dat de firma Bruijn
zeel een van de voordeeligste aanbiedingen geeft. Maar
er is wel degelijk een vergelijking gemaakt.
De heer Van der Werff zal zich tegen deze parket
vloer niet verzetten, omdat hij werkelijk meent dat het
leggen daarvan practisch is. Maar hij wenschte wel
dat de zaak publiek werd uitbesteed; het zal toch niet
alleen de firma Bruijnzeel te Rotterdam zijn, maar er
zullen ook wel meerderen in het land zijn, die deze
vloeren leggen. De wethouder zegt dat deze aanbieding
een van de beste is. Spreker wil dat wel aannemen.
Maar wanneer men begint te vragen wat het kost, dan
is de prijs altijd van dien aard, dat hij hooger is dan bij
publieke aanbesteding. Waarom spreker werkelijk liever
een publieke aanbesteding zou wenschen.
De heer M. Molenaar wil graag aanvaarden dat het
college van Burgemeester en Wethouders de zaak goed
heeft uitgezocht en dat men hiermee ook niet te duur
uit zal zijn. Dit blijkt echter niet uit de stukken. En
daarom voorziet spreker de mogelijkheid dat Gedepu
teerde Staten weer de rem zullen aanzetten en zullen
eischen dat men ten slotte toch weer komt met een
openbare aanbesteding.
De heer O. F. de Vries (wethouder) wou alleen nog
zeggen dat men dien weg toch niet kan opgaan door
voor een dergelijk bedrag van 1725.als voor het
leggen van een parketvloer, iedereen te laten inschrijven
door middel van een openbare aanbesteding. Waar is
dan het einde? Dan kan men eenvoudig wel aan den
gang blijven met het maken van bestekken en teeke-
ningen en het plaatsen van advertenties. Dat is onzin.
Dan wordt de zaak nog veel duurder.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi wou enkel nog
vragen of aan de Leeuwarder firma's ook prijsopgaaf
is gevraagd.
De heer O. F. de Vries (wethouder)Ik geloof niet
dat hier in Leeuwarden van die firma's zijn.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Ik weet dat de
firma Burg van de Nieuwestad ook parketvloeren legt.
De Voorzitter wil, afgescheiden van deze heele kwes
tie, wel precies zeggen hoe deze zaak in het college van
Burgemeester en Wethouders is besproken. Het was
sprekers idee dat het veel practischer was in plaats van
een nieuw kleed een parketvloer te leggen. Toen is er
gevraagd: zijn er ook firma's bekend, die ze leveren?
Spreker heeft toen gezegd dat zijn persoonlijke ervaring
was dat de firma Bruijnzeel te Rotterdam een heele
goede firma is. De directeur heeft daar toen prijsopgaaf
gevraagd en de aanbieding van die firma lijkt nu zeer
aannemelijk. Zoo is men aan de firma Bruijnzeel ge
komen, niet door den directeur, maar door spreker.
Maar spreker verdient er niets aan.
Maar spreker kan dit wel zeggen dat, als de Raad
dit crediet wil geven, Burgemeester en Wethouders nog
wel willen bespreken of het misschien mogelijk is, wat
de leverende firma betreft, tot een andere oplossing te
komen. Burgemeester en Wethouders staan er heele
maal niet op dat de hier genoemde firma de vloer zal
leveren, als het maar goed en tegen den goedkoopsten
prijs geschiedt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, aan
gevuld met de mondelinge toezegging van het college
door den Voorzitter, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
7 Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun een crediet te verleenen voor het
aanbrengen van nissen in het Beurslokaal.
Dit voorstel luidt als volgt:
De wenschelijkheid is gebleken, in het Beurslokaal
een drietal nissen te doen bijplaatsen. De belangstelling
van den handel voor het pachten van dergelijke kan
toortjes, die gelegenheid bieden om rustiger dan anders
in de drukke zaal mogelijk is, zaken af te doen, is steeds
toenemende.
Met de inrichting gaat op de door ons gedachte wijze
een uitgaaf van 1020.gepaard, blijkende uit den
overgelegden brief van den Directeur der Gemeente
werken d.d. 28 December 1.1. no. 1987.
De overigens niet onaanzienlijke kosten worden ruim
schoots gedekt door de pachtsommen, die voor elk
75.per jaar bedragen.
Wij geven U dus in overweging ons voor het beoogde
doel een crediet te verleenen van 1020.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot onderhandsche verpachting van de tol
hekken te Ritsumazijl en te Kingmatille voor het tijd
vak van 12 Mei 192212 Mei 1925.
Dit voorstel luidt als volgt:
Den 12en Mei e.k. loopt de termijn af waarvoor de
tollen te Kingmatille en te Ritsumazijl onderscheidenlijk
voor 205.en 340.per jaar zijn verpacht. Het
is gebleken, dat de pachters van genoemde tollen ge
negen zijn op de bestaande voorwaarden de hekken
verder te bedienen. De directeur der gemeentewerken
adviseert hiermede genoegen te nemen. Ook dezerzijds
bestaat tegen bedoelde pachters geen bezwaar. Met het
bovenstaande kan de gemeente Harlingen, mede-eige
nares van den trekweg, zich vereenigen.
Onder overlegging van stukken geven wij U alzoo in
overweging te besluiten:
tot onderhandsche verpachting op de bestaande voor
waarden voor het tijdvak van 12 Mei 1922 tot 12 Mei
1925 van de opkomsten van den tol op den Harlinger-
trekweg te Ritsumazijl met het grasgewas van het ge
deelte van den trekweg van Leeuwarden naar Dronrijp
voor 205.per jaar aan Lieuwe T. Dijkstra te Ritsu
mazijl en van de opkomsten van den tol op den Har-
lingertrekweg op Kingmatille met het gebruik van de
woning aan den trekweg, kadastraal bekend gemeente
Ried, sectie B no. 782 en het genot van het grasgewas
langs het gedeelte van den trekweg van Dronrijp tot
Franeker voor 340.per jaar aan Siemen Boorsma
te Kingmatille.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer zal niet tegen dit voorstel stemmen,