62 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Maart 1922. ter breedte van 3.60 M., gemeten uit den kant van de rijstraat en over de volle lengte van het perceel langs de straat, aan de gemeente te verkoopen voor 5.per M-., op voorwaarden als in het aanbod zijn opgenomen. Wij achten dezen prijs billijk en de gestelde voorwaar den voor de gemeente niet bezwaarlijk, waarom wij Uwe Vergadering, onder overlegging van stukken, in overweging geven te besluiten: van P. Westerbaan alhier aan te koopen een strook van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwar den, Sectie B no. 3448, voorzoover grenzende aan de Fonteinstraat en ter breedte van 3.60 M., als op de overgelegde teekening in arcure aangegeven, groot 97 M-. voor 5.per M-\, onder bepaling: 1. dat de strook zal worden bestemd voor trottoir- aanleg; 2. dat de opstal het eigendom blijft van den ver- kooper en binnen 30 dagen na overdracht moet zijn op geruimd; 3. dat binnen 20 dagen, nadat het bericht van de opruiming van den opstal is ontvangen, van gemeente wege de strook met trottoirtegels wordt bevloerd, waarin een inrit ten behoeve van diens werkplaats zal worden aangebracht; 4. dat de grootte van de over te dragen strook bij onderling goedvinden wordt bepaald en bij verschil daaromtrent door een landmeter op gezamenlijke kosten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit d.d. 22 December 1919 no. 562r>297, waarbij o.a. aan IJ. Jelsma alhier vergunning is verleend tot straataanleg op terreinen ten westen van de Spanjaardslaan. Dit voorstel luidt als volgt: Bij raadsbesluit van 22 December 1919 no. 562R/297 werd aan IJ. Jelsma alhier onder meer vergunning ver leend tot straataanleg op de kadastrale perceelen in Sectie E nos. 2519 en 2520 ten westen van de Span jaardslaan, overeenkomstig de bij dat besluit behoo- rende teekening. Naar de bepalingen van dat besluit moesten de op die teekening gearceerde straatgedeelten uiterlijk 1 Januari 1922 gereed zijn en de overige straten uiterlijk 1 Januari 1927. Na gemelde data moesten de gereedgekomen straten aan de gemeente in eigendom worden overgedragen, onder bijbetaling van de bij de Bouwverordening bepaalde bedragen als bijdrage in de kosten van voortdurend onderhoud en voor het van gemeentewege op den aanleg te houden toezicht. De straat, waaraan later de naam van Leeuwrikstraat is gegeven en de straat, loopende evenwijdig aan de Jelsu- merstraat, behooren tot die, welke, althans voor een deel, op 1 Januari 1922 gereed moesten zijn en alzoo moesten worden overgedragen. Nu wenscht de onder nemer op de straat, evenwijdig loopende aan de Jelsu- merstraat, een paar pleintjes, gevormd door het uit sparen van eenige ruimte vóór aan de straat te bouwen huizen, te laten aansluiten, in verband waarmede hij verzoekt de overdracht uit te stellen tot 1 September 1922. Hoewel overigens door den belanghebbende de bovenbedoelde termijn in acht is genomen en zelfs meer straten klaar zijn dan voorgeschreven is, is met den aanleg van de meer bedoelde parallelstraat nog geen begin gemaakt. In verband met nog uit te voeren werken voor den aanleg van deze straat en van de bedoelde pleintjes is het zelfs gewenscht en in het belang van de gemeente, om aan het verzoek tegemoet te komen. Daarbij kan dan eene betere verbinding tusschen de Leeuwrikstraat en de Lijsterstraat worden voorgeschre ven dan thans bestaat. De termijn van het gereed komen van de straten en de overdracht daarvan, n.l. van die, welke 1 Januari 1922 voltooid moesten zijn, zou dan verschoven kunnen worden op 1 September 1922. Het rapport van den Directeur der Gemeentewerken van 30 Januari 1922 no. 119 heeft hierop betrekking. Onder overlegging van stukken geven wij U in over weging te besluiten tot wijziging van het raadsbesluit van 22 December 1919 no. 562R/297 in dien zin, dat voor den daarin genoemden datum ,,1 Januari 1922" wordt gelezen „1 September 1922", zulks onder bepa ling: a. dat in het gereed komen en in overdracht mede worden begrepen de pleintjes, die zullen aansluiten aan de straat, evenwijdig loopende aan de Jelsumerstraat, waarvoor bij overdracht alzoo mede verschuldigd is de thans bij artikel 6 der Bouwverordening voorgeschreven bedragen voor eene straat der 3e klasse als bijdrage in de kosten van voortdurend onderhoud en voor het van gemeentewege op den aanleg c. a. te houden toe zicht; b. dat de verbinding van de Leeuwrikstraat met het noordelijk deel van de Lijsterstraat vóór 1 April e.k, wordt bestraat ten genoegen van Burgemeester en Wet houders. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende wijziging van de overeen komst krachtens welke het Provinciaal Electriciteits- bedrijf aan de gemeente stroom levert. De heer Dijstra zegt dat de vorige raadsvergadering, toen hij niet aanwezig was, de Raad zoo welwillend is geweest deze kwestie aan te houden. Thans is de heer De Boer, mede-onderteekenaar van sprekers motie, door ongesteldheid niet tegenwoordig. Spreker zou nu willen vragen of er ook een groot bezwaar tegen bestaat om met de behandeling van deze kwestie te wachten tot het herstel van den heer De Boer. De heer Zandstra moet namens den heer De Boer verzoeken om, waar de heer De Boer door ongesteld heid verhinderd is, heden deze zaak niet te behandelen. De Voorzitter laat, net zooals hij den vorigen keer met het verzoek van den heer Dijstra heeft gedaan, de beslissing hieromtrent aan den Raad over. Wenscht een van de leden stemming over het voorstel Zandstra- Dijstra? De heer IJ. de Vries wou naar aanleiding daarvan wel een vraag doen. De Voorzitter: Het gaat dus nu alleen over de kwestie om de behandeling van dit punt op te schorten tot de andere onderteekenaar van de motie ook aanwezig is. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries wou deze vraag doen. Als er heeren zijn, die nog iets bijzonders hieromtrent naar voren hebben te brengen, laten zij dat dan nu doen, opdat de andere leden de gelegenheid krijgen die punten te bekijken en te beoordeelen of deze huns inziens be langrijk genoeg zijn om de behandeling uit te stellen. De heer Oosterhoff zou zeggen: Waar wij den vorigen keer de beleefdheid tegenover den heer Dijstra hebben gehad om deze zaak uit te stellen, moeten wij nu de zelfde beleefdheid tegenover den heer De Boer hebben. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Maart 1922. 63 Maar om te voorkomen dat de behandeling op die wijze tot in het eindelooze wordt uitgesteld, zou ik in over weging willen geven dat wij vaststellen dat dit punt in ieder geval in de eerstvolgende vergadering zal worden behandeld. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorste] Zandstra-Dijstra om de behande ling van dit punt uit te stellen tot de heer De Boer ook aanwezig is. 12 (Agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun voor de uitbreiding en reorgani satie van de straatverlichting in de gemeente een crediet te verkenen. Dit voorstel luidt als volgt: Aan de verlichting van de stad kon in de oorlogs jaren, tengevolge van het gebrek aan grondstoffen, niet die zorg worden besteed, welke noodig was. Zij laat dan ook hier en daar te wenschen over, zoodat het tijd is daarin verbetering aan te brengen. De Directeur der gemeentelijke lichtbedrijven heeft een plan tot belang rijke uitbreiding en geheele reorganisatie der stadsver lichting uitgewerkt en aan ons college overgelegd. De Directeur heeft zich daarbij de verlichting gedacht ge deeltelijk met gas en hoofdzakelijk met electrisch licht, zulks om te voorkomen, dat bij storing in het electrisch net de geheele stad in duister wordt gehuld. Voorts zal de electriciteit worden aan gevoerd over een afzonderlijk te leggen kabelnet. De Commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken, overi gens het plan goedkeurende, stelt op dit gedeelte eene wijziging voor. Zij wenscht op de drukste plaatsen gas licht en overal elders electrisch licht, te leveren over een afzonderlijk kabelnet. Wij vereenigen ons met de ziens wijze van de Commissie, die, zooals uit haar schrijven van 6 Februari j.l. blijkt, ook bij den Directeur geen bezwaar ontmoet. De door den Directeur opgezette be rekening ondergaat daardoor wel eenige verandering, doch deze deelt ons mee, dat de gegeven cijfers, welke slechts bij benadering de kosten aangeven, ook daarvoor wel kunnen worden aangehouden. Het pian van de Commissie verdient ook om deze reden de voorkeur, dat electrische verlichting goedkooper is dan gasverlichting (vergelijk bijlage VI van zijn rapport, hierachter afgedrukt). Zoo zullen na de uitbreiding als bedoeld, de kosten jaarlijks slechts weinig hooger zijn dan tegenwoordig voor de meer gebrekkige ver lichting wordt uitgegeven. Alzoo komt de uitbreiding de gemeente vrijwel enkel te staan op de aanlegkosten. Naar de bijlage V van het voorstel van den Directeur komen de aanlegkosten op 326,000.en liggen de kosten van het electriciteitsverbruik, naar gelang de kolenprijs lager of hooger is, tusschen de ƒ11,000.en f 20,000.— per jaar. Deze kosten worden vermeerderd met 55,000.voor bediening, onderhoud, afschrij ving en rente. De jaarlijksche kosten van de verlichting der geheele stad (bijlage VI) het zeer geringe gasverbruik buiten rekening gelaten komen na de reorganisatie in ver band met den prijs der kolen op 75,000.tot 83,000.'s jaars. Daarin zijn alle kosten (onderhoud, bediening, afschrijving, rente) begrepen. Onder overlegging van stukken geven wij U in over weging te besluiten tot uitbreiding en reorganisatie van de verlichting der gemeente in dezen zin: a. dat op gevaarlijke en drukke door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatsen en verkeerspunten in de gemeente gaslantaarns met uurwerk voor ontste king worden geplaatst en b. dat overigens de gemeente electrisch wordt ver licht, waarvoor de electriciteit over een afzonderlijk te leggen kabelnet wordt betrokken en daarvoor een cre diet toe te staan van 326,000. BIJLAGE VI, behoorende bij het voorstel van den Directeur der gemeentelijke licht bedrijven van 17 Januari 1922 no. 22 7 tot uitbreiding en reorganisatie der straatverlichting. Vergelijkend overzicht bij toepassing van gas- of electrische straatverlichting. Getracht is een globaal inzicht te krijgen omtrent de kosten bij toepassing van een der beide verlichtings- bronnen, waarbij is uitgegaan van de volgende rede neering: Toen de kolen voor 9.65 franco voor den wal wer den geleverd kostte het gas 6 cent per Ms. Daarin was begrepen een recognitie van pl.m. 40,000.en een winst van 40,000.Aangenomen is nu, dat bij de hoogere exploitatiekosten van thans bij een kolenprijs van 10.80, geen recognitie en geen winst, de gasprijs weer 6 cent zou kunnen zijn. Bij een prijs van pl.m. 30.80 is de gasprijs eveneens zonder recognitie en zonder winst op 14 cent te stellen. Door interpolatie vindt men dan onder alle voorbehoud den gasprijs bij een kolenprijs van 15.80 op 8 cent per MA 20.80 10 25.80 12 De totaalkosten per jaar voor gas en electriciteit uit de overige bijlagen verzameld, worden dan: A. verhouding van avondverlichting tot nachtver lichting als 3 2. Kolen prijs ELECTRISCH LICHT. GASLICHT. Met afzon derlijk Kabelnet Zonder afzonderlijk Verdeeinet Bediening uit de hand Automa tisch 30.80 25.80 20.80 15.80 10.80 83,846.— 81,793.— 79,739.— 77,686.— 75,632.- 75,119.— 73,066.— 71,012. 68,959 66,906.— 136,138.— 123,778.— 111,418.— 99.058.— 86,698.— 124,343.— 111,983.— 99,623.— 87,263.— 74,903.— B. verhouding van avondverlichting tot nachtver lichting als 2 1. Kolen prijs ELECTRISCH LICHT. GASLICHT. Met afzon derlijk Kabelnet Zonder afzonderlijk Verdeeinet Bediening uit de hand Automa tisch 30.80 25.80 20.80 15.80 10.80 82,134.— 80,187.— 78,241.— 76,294.- 74,347 73,407.— 71,461.— 69,514.— 67,567.- 65,620.— 131,634. 119,918.— 108,206.— 96,484.— 84,768.— 119,839.— 108,123. 96,406.— 84,689.— 72,973.— N.B. Hoewel de verlichting op het bestaande kabel net belangrijk goedkooper uitvalt, moet in het oog worden gehouden, dat hierbij storingen veelvoudiger zullen optreden. Het is voorzichtig voor onderhoud en reparatie hier nog pl.m. 5000.per jaar bij te tellen. De beraadslagingen worden geopend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 4