Vergadering van Dinsdag 9 lei 1922.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Mei 1922. 125
Tegenwoordig aanvankelijk 22 leden, te weten de
heeren Lautenbach, M. Molenaar, Koopal, Tiemersma,
Dijstra, Van der Werff, Visser, Oosterhoff, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Fransen, Tulp,
De Boer, Berghuis, Muller, Dijkstra, De Vos, Jansen,
Zandstra, Cohen, Westra, IJ. de Vries en B. Molenaar.
Afwezig 3 leden: de heeren Collet, O. F. de Vries en
Van Weideren baron Rengers, allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. Wordt medegedeeld:
1. dankbetuiging voor de gelukwenschen, namens
het gemeentebestuur en de burgerij aan H. M. de Ko
ningin aangeboden bij gelegenheid van den geboortedag
van H. K. H. Prinses Juliana.
2. dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen heeft goedgekeurd het raadsbesluit van 11
April 1.1. waarbij mej. P. J. Pleging is benoemd tot
tijdelijk leerares in de lichamelijke oefening aan het
gymnasium alhier.
3. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten d.d. 11 April 1.1. tot verkoop van den
opstal van de voormalige Centrale Keuken en om het
terrein, waarop die keuken is geplaatst, aan de provincie
in erfpacht af te staan;
uitgifte in opstal van grond aan de Elizabethstraat
aan de Naamlooze Vennootschap „Lijempf" alhier;
verhuring van het benedenhuis van het perceel Wir-
dumerdijk no. 3 aan D. Beista;
machtiging aan Burgemeester en Wethouders tot ver
huring van middenstandswoningen aan de Auke Stel
lingwerf- en de Schapestraat.
De mededeelingen sub 13 worden voor kennisge
ving aangenomen.
4. schrijven van Gedeputeerde Staten waarbij wordt
overgelegd hunne correspondentie met den Minister van
Binnenlandsche Zaken omtrent het raadsbesluit van 13
December 1921 om de heffing van opcenten op de
hoofdsom der rijks-personeele belasting af te schaffen
en dat van 27 December d.a.v. om ten behoeve der ge
meente op de hoofdsom der vermogensbelasting van alle
aanslagen in de gemeente honderd opcenten te heffen.
De Alinister vereenigt zich met het gevoelen van Ge
deputeerde Staten, dat het de voorkeur verdient met de
heffing van opcenten op de vermogensbelasting niet ver
der te gaan dan door Burgemeester en Wethouders aan
den Raad was voorgesteld (heffing van 50 opcenten op
de hoofdsom dier belasting, te beginnen met het belas
tingjaar, dat aanvangt op 1 Mei 1922) en noodigt Ge
deputeerde Staten uit den Raad te verzoeken de beslui
ten te herzien in den door hem aangegeven zin, ten
einde eene voordracht tot onthouding van goedkeuring
aan de betrekkelijke verordeningen te voorkomen.
De Voorzitter wil voorstellen om deze mededeeling,
als de Raad het goed vindt, aanstonds na de mededee
lingen aan de orde te stellen en te behandelen.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
5. schrijven van Burgemeester en Wethouders,
waarbij naar aanleiding van eene bij de behandeling der
gemeente-begrooting voor 1922 gedane toezegging
wordt overgelegd een schema, ten grondslag liggende
aan de berekening van de bijzondere prijzen voor leve
ring van electrischen stroom.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer: Kunnen van dit stuk niet wat meer
exemplaren worden gemaakt, opdat de raadsleden, die
daarin belang stellen, het thuis kunnen krijgen?
De Voorzitter: Die mogelijkheid is zeer zeker aanwe
zig, maar ik weet niet of de Raad er prijs op zou stellen
dat het gebeurt.
De heer De Boer: Ik stel er zeer veel prijs op ten
minste.
De Voorzitter Als de Raad in meerderheid dat
wenscht, is er geen bezwaar tegen. Het kan, het is
technisch mogelijk, zou ik willen zeggen. Doet U het
voorstel daartoe?
De heer De Boer: Ja.
De Voorzitter: Wordt dit voorstel ondersteund?
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van den heer De Boer, terwijl punt
5 voor kennisgeving wordt aangenomen.
6. verslag van Burgemeester en Wethouders omtrent
hetgeen ter verbetering der volkshuisvesting is verricht
over het jaar 1921.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter visie.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Ij. de Vries zou naar aanleiding van dit ver
slag wel een paar vragen willen stellen. We zijn tegen
woordig weer in den tijd van de verhuizingen en nu
is spreker meegedeeld dat er in het laatst van deze
week enkele menschen op straat zullen komen te staan.
Dan is de gemeente toch verplicht om die menschen,
waaronder betrekkelijke nette huishoudingen zijn, onder
dak te brengen. Nu staat er in dit verslag dat er indertijd
is besloten dat er 30 gemeentewoningen zouden worden
gebouwd, maar dan staat daar zoo leukweg onder dat
er, omdat het Rijk een subsidie voor dezen bouw heeft
geweigerd, aan het besluit van den Raad van 14 Juli
1921 geen gevolg kon worden gegeven. Zit dit nu louter
vast op het rijkssubsidie? Dan zou spreker er voor
voelen dat er van gemeentewege zonder rijkssubsidie
kleine woningen werden gebouwd, waarop niet meer
werd toegelegd dan op die van andere woningstich
tingen.
De Voorzitter: De betrekkelijke wethouder is afwezig,
maar ik kan wel meedeelen dat er op dit oogenblik een
voorstel bij Burgemeester en Wethouders ligt, dat den
Raad binnenkort zal bereiken, om van gemeentewege
over te gaan tot den bouw van 60 woningen. Die zaak
is al in een zeer gevorderden staat gekomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
7. schrijven van Burgemeester en Wethouders
waarbij worden overgelegd een advies van curatoren
van het gymnasium alhier en dat van den rector dier
instelling omtrent het voorstel van de heeren Zandstra
en de Boer op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging van artikel 1 der verordening voor
het gymnasium (bijlage no. 22).
Zal bij de betrekkelijke stukken (punt 11 der agenda)
worden behandeld.
8. amendement van de heeren M. Molenaar, D. Lau
tenbach en B. Molenaar om in artikel 7 der ontwerp
verordening regelende het georganiseerd overleg (bij
lage no. 23 te laten vervallen de woorden „hetzij" en
„hetzij tot het personeel ter gemeente-secretarie".