128 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Mei 1922. De heer Jansen, ofschoon ook behoorende tot de meerderheid van 18, waarover de heer Dijstra sprak, gevoelt er toch niet voor om nog verder aan dit voorstel- Dijstra mee te werken, omdat ook hij van uitstel in dezen niets verwacht. Hij staat volkomen aan de zijde van den heer Oosterhoff, waar deze zegt: wij moeten nu accep teeren of niet en hebben nu onze houding te bepalen. Wil men niet accepteeren, dan ligt daar de wenk vanuit Den Haag dat het raadbesluit zal worden vernietigd. En dan wil spreker de woorden van den heer Visser over nemen Wat dan? Wat staat ons dan te wachten? Als nu vaststaat dat het raadsbesluit vernietigd zal worden en daar kan de Raad zich wel rustig op voorbereiden, want dat is in handen van Gedeputeerde Staten wel aardig voorbereid dan zou spreker verder willen gaan, door te besluiten dat op de vermogens belasting 50 opcenten in werking zullen worden gesteld. Spreker zou thans liever opnieuw zijn houding willen bepalen. De heer Dijstra: Ik kan mij wel indenken dat ook op dit oogenblik er leden zijn van de meerderheid, die toen gestemd hebben voor afschaffing van de gemeentelijke opcenten op de personeele belasting en voor heffing van 100 opcenten op de vermogensbelasting, wien het nu niet recht helder is, wat er dan aan de orde zal zijn. Dat betwist ik niet. Maar ik weet dit wel en dat heb ik ook betoogd dat die meerderheid, die zoo groot was, dat zij van het totaal aantal stemmen bevatte, zeer zeker het recht heeft om nog eens rustig na te gaan, welke consequenties hier voor haar uit moe ten worden getrokken. Er. daarom bevreemdt het mij eenigerinate, dat er leden zijn bij die meerderheid, die bezwaar hebben tegen het niet-uitmaken op dit oogen blik, wat er gebeuren moet. Dat moet eens rustig worden overwogen, die zaak dient van alle kanten te worden bekeken. Daarom acht ik het veel beter, als men als meerderheid iets wil bereiken, dat men niet meewerkt aan een overhaaste beslissing, zooals door den Voor zitter van het college is voorgelicht, maar dat men zich eens rustig afvraagt tot wat voor houding men zich zal bepalen. Dan is daartoe in een vergadering van de meerderheid veel beter de gelegenheid, dan dat men aanvecht datgene wat door mij is voorgesteld. Als dat gebeurt door een bepaalde groep, die toejuicht de be slissing van het college van Gedeputeerde Staten met zijn Voorzitter aan het hoofd, dan moet men niet uit het oog verliezen dat die groep met alle respect voor de personen niet evenredig is aan de pretenties, welke zij laat gelden. Die verhouding is niet evenredig en daarom meen ik dat de meerderheid nog wel degelijk het recht heeft om deze zaak nog eens rustig onder de oogen te zien. De heer Berghuis (wethouder): Ik wil nog alleen dit meedeelen. De heer Visser heeft pertinent gevraagd wat het logisch gevolg zal zijn van uitstellen of niet aan nemen van dit voorstel. Dan kan ik namens Burgemees ter en Wethouders meedeelen alleen dit waarschuwende woord op pretenties van dezen kant, waarover de heer Dijstra spreekt, ga ik niet in door uitstel zal niet in mindere mate maar wel in groote mate en door het handhaven van het vroegere raadsbesluit dus het zeker weten dat er een vernietigingsbesluit zal komen zal in zeer groote mate de administratie van Leeuwarden in de war komen. De Voorzitter: Doet de heer Dijstra een voorstel tot aanhouding? De heer Dijstra: Ja. De Voorzitter: Wordt dit voorstel ondersteund? Dit blijkt wel het geval te zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Dijstra, om punt 4 der mededeelingen en het daarmee verband houdende voor stel van Burgemeester en Wethouders aan te houden, wordt met 13 tegen 9 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, M. Molenaar, Koopal, Tiemersma, Dijstra, Van der Werff, Visser, De Boer, Muller, Zandstra, Westra, IJ. de Vries en B. Mo lenaar. Tegen stemmen: de heer Oosterhoff, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Fransen, Tulp, Berg huis, Dijkstra, De Vos, Jansen en Cohen. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Benoeming van a. onderwijzend personeel aan onderscheidene ge meentescholen voor lager onderwijs. De voordrachten luiden als volgt: I. drie onderwijzeressen aan de nieuw opgerichte gemeenteschool no. 10c (uitbreiding van personeel): a. 1. mej. W. Plaisier, onderwijzeres te Wijnaldum; 2. mej. A. de Vries, onderwijzeres te Franeker; 3. mej. A. E. Glas, onderwijzeres te Tietjerk. b. 1. mej. A. de Vries, voornoemd; 2. mej. A. E. Glas, voornoemd; 3. mej. J. van der Veer, onderwijzeres te Winsum. c. 1. mej. A. E. Glas, voornoemd; 2. mej. J. van der Veer, voornoemd; 3. mej. M. Buikstra, onderwijzeres te Britsum. II. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8b (vacature mej. F. Posthuma). 1. mej. J. van der Veer, voornoemd; 2. mej. M. Buikstra, voornoemd; 3. mej. A. C. Jaarsma, tijdelijk onderwijzeres te Leeuwarden. III. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 136 (uitbreiding van personeel). 1. mej. M. Buikstra, voornoemd; 2. inej. A. C. Jaarsma, voornoemd; 3. mej. A. W. Plaisier, voornoemd. IV. een onderwijzer aan gemeenteschool no. 116 (vacature H. van der Harst). 1. W. van den Burg, onderwijzer te Kortezwaag; 2. P. Hendriks, onderwijzer te St. Jacobi Parochie; 3. C. E. Yestra, onderwijzer te Akkrum. V. een onderwijzer aan gemeenteschool no. 136 (vacature O. Sipma). 1. P. Hendriks, voornoemd; 2. C. E. Yestra, voornoemd; 3. J. Noorman, onderwijzer te Frederiksoord. VI. een onderwijzer aan gemeenteschool no. 8a (vacature T. Ridder). 1. C. E. Yestra, voornoemd; 2. J. Noorman, voornoemd; 3. E. van der Bos, onderwijzer te Oude Pekela. VII. een onderwijzer aan gemeenteschool no. 76 (vacature IJ. Brouwers). 1. J. Noorman, voornoemd; 2. E. van der Bos, voornoemd; 3. W. van den Burg, voornoemd. b. eene onderwijzeres in de gymnastiek aan ge meentescholen voor lager onderwijs. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Mei 1922. 129 De voordracht luidt als volgt: Mej. P. Rosier, tijdelijke onderwijzeres aan gemeente school no. 106. Worden achtereenvolgens benoemd: sub ain de vacature sub Ia mej. A. W. Plaisier, onderwijzeres te Wijnaldum, met algemeene stemmen; in de vacature sub 16 mej. A. de Vries, onderwijzeres te Franeker, met algemeene stemmen; in de vacature sub Ic mej. A. E. Glas, onderwijzeres te Tietjerk, met algemeene stemmen; in de vacature sub II mej. J. van der Veer, onderwij zeres te Winsum, met algemeene stemmen; in de vacature sub III mej. M. Buikstra, onderwijzeres te Britsum, met algemeene stemmen; in de vacature sub IV W. van den Burg, onderwijzer te Kortezwaag, met algemeene stemmen; in de vacature sub V P. Hendriks, onderwijzer te St. Jacobi Parochie, met 21 stemmen en 1 stem op Yestra; in de vacature sub VI C. E. Yestra, onderwijzer te Akkrum, met 21 stemmen en 1 stem van onwaarde; in de vacature sub VII J. Noorman, onderwijzer te Frederiksoord, met algemeene stemmen; sub 6: mej. P. Rosier, tijdelijk onderwijzeres aan gemeenteschool no. 106, met algemeene stemmen. 2. (Agenda no. 3). Benoeming van leden van stem- bureaux voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal 1922), der Provinciale Staten 1923) en van den Gemeenteraad (1923). Aanbeveling uit de leden van den gemeenteraad en uit inwoners, tevens kiezers, voor de benoeming voor den tijd van vier jaren, van leden en plaatsvervangende leden in de stembureaux voor de te houden stemmingen ter verkiezing van leden van: de Tweede Kamer der Staten-Generaal (1922); de Provinciale Staten (1923) en c. den Gemeenteraad (1923), welk tijdvak van vier jaren begint te loopen met ingang van den datum, waarop door de stembureaux voor de verschillende stemmingen voor het eerst dienst moet worden gedaan (artt. 58, 59 en 60 der Kieswet). Ie stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en le stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (Stadhuis). Voorzitter: Burgemeester (ingevolge art. 60, le en 2e lid der Kieswet). Pl.v.v. voorzitter: S. Tulp, lid van den gemeenteraad. Leden: Mr. C. Beekhuis, Ossekop 13. Mr. F. C. Stoop, van Swietenstraat 12. Pl.v.v. leden: E. Komter, Eminakade 6. D. J. Koopmans, Wijbrand de Geest straat 18. S. C. Albarda, Nieuwestad 156. J. H. Borgesius, Eewal 63. R. Buisman, Willemskade 7. C. W. Eisma, Nieuwestad 48. J. Jonker, St. Jacobsstraat 9. J. van der Linden, Nieuwestad 126. 2e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 2e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (gymnastiek- school no. 5 in de St. Anthonystraat). Voorzitter: J. H. Berghuis, lid van den Raad. Leden: D. Audier, Prins Hendrikstraat 15. R. Burg, Nieuwestad 95. Pl.v.v. leden: W. H. W. van Calsbeek, KL Kerkstraat 28. G. Dalenoord, Nieuwestad 32. H. A. Drontman, St. Jacobsstraat 25. F. van Dijk, Doelestraat 4. D. Ebbens, Nieuwestad 172. P. van Erp, Nieuwestad 57. A. Ganzevoort, Nieuwestad 103. H. Goedemoed, Nieuwestad 93. 3e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 3e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (gymnastiek- school no. 1 in de Groote Kerkstraat). Voorzitter: L. Dijkstra, lid van den Raad. Leden: R. Gorter, Nieuwestad 20. J. W. Greidanus, Groote Kerkstraat 43. Pl.v.v. leden: G. de Haas, Weerd 15. C. W. Habekottee, Eewal 67. D. A. Flettema, St. Jacobsstraat 27. P. Hilarius, Weerd 26. C. C. Hoekstein, Heerenwaltje, 20. H. D. M. Hofstede, St. Jacobsstraat 23. R. G. Kuipers, Groote Kerkstraat 26. B. Timmenga, Kleine Kerkstraat 25. 4e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 4e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (lokaal in de gemeentelijke bewaarscool no. 6 aan de Tuinen). Voorzitter: O. F. de Vries, lid van den Raad. Leden: S. de Bock, Auke Stellingwerfstraat 67. P. Bokina, Eminakade 56. Pl.v.v. leden: J. J. Borgrink, Kelders 183. S. Bouman, Kelders 181. AL Braaksma, Anjelierstraat 1. J. Brandenburg, de Wetstraat 5. j. N. Bresson, Kanaalstraat 24. L. Brouwer, Groentemarkt 3. J. van den Brug, St. Jacobsstraat 4. A. de Bruin, Naauw 182. 5e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 5e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (een lokaal in de voormalige gymnastiekschool no. 3 Bij de Put, hoek Jacobijnerkerkhof Voorzitter: J. A. Collet, lid van den Raad. Leden: K. S. Bakkers, Spanjaardslaan 73. G. Bron, Auke Stellingwerfstraat 59. Pl.v.v. ledenK. Cohen, Transvaalstraat 13. G. B. Deibei, Steijnstraat 56. A. Dwinger, Transvaalstraat 4. C. Emmerik, Marssumerstraat 14. K. Fokkema, Transvaalstraat 12. P. Godhelp, Noordersingel 42. H. Jansma, Transvaalstraat 2. IJ. Jelsma, Spanjaardslaan 110. 6e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 6e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (de gymnastiek school no. 2 aan het Nieuwstraatje). Voorzitter: mevr. FI. C. BuismanBlok Wijbrandi, lid van den Raad. Leden: IJ. Beintema, Emmakade 85. O. Draaisma, Koningstraat 1. Pl.v.v. leden: W. J. Anema, Wijbrand de Geeststraat 29. O. Bruinsma, J. W. Frisostraat 12. A. J. Drenth, Willemskade 6. W. A. Eisma, Tuinen 66. W. v. Eijck v. Heslinga, Tweebaksm. 43. B. Feitsma, Nieuwestad 76. P. van der Molen, Paul Krugerstraat 1. A. O. Molenaar, Emmakade 80. 7e stemdistrict voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Provinciale Staten en 7e stemdistrict van kieskring I voor den Gemeenteraad (een lokaal in het Stads-Armhuis aan de Ype Brouwerssteeg). Voorzitter: J. Jansen, lid van den Raad. Leden: J. A .Beeftink, Harlingertrekweg 2/38. L. bij de Leij, Transvaalstraat. Pl.v.v. leden: N. Cohen, Kelders 193. A. Dwinger, Noordersingel 66.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 3