164 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juni 1922. tot vrijstelling bekend waren, dan trad hij zelf op en maande de aansprakelijke ouders enz. aan zoo spoedig mogelijk aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Werd aan die aanmaning geen gevolg gegeven, dan volgde een ingrijpen van de commissie tot wering van schoolverzuim. Thans wordt het optreden van den In specteur van het lager onderwijs, die in de plaats is gekomen van den arrondissements-schoolopziener, in eerste instantie uitgeschakeld en grijpt de commissie dadelijk in. Van gevallen, waarin het vroeger den arron dissements-schoolopziener gelukte na een aanmaning den overtreder tot rede te brengen, droeg de commissie destijds geen kennis alleen de overtreder, die bleef volharden, werd naar haar verwezen. Thans treedt zij tegen elk verzuim op. Het is duidelijk dat de werkzaam heden der commissie in den eersten tijd daardoor zullen toenemen. Op den duur zullen deze, juist tengevolge van de activiteit der commissie, denkelijk weer afnemen, omdat zich alsdan minder gevallen van overtreding zul len voordoen. Verwacht toch mag worden dat met een persoonlijk optreden van de commissie meer resultaten worden bereikt dan met eene schriftelijke aanmaning van den schoolopziener, zooals vroeger plaats had. In verband met de voorgaande opmerkingen zouden wij U een voorstel willen doen tot ontbinding van de bestaande commissie in de gemeente en tot instelling van eene nieuwe, waarbij eene gelijktijdige aftreding van de leden wordt voorgeschreven en voorts om, in verband met de werkzaamheden der commissie, op eene andere wijze dan tot nog toe in de kosten der commissie te voorzien. Bij Uw besluit van 22 Januari 1901 is voor de ge meente één commissie ingesteld van 9 leden, het maxi mum dat de wet toe laat." Ook thans lijkt ons één com missie nog voldoende. Het aantal leden, dat ook door Uwe Vergadering moet worden vastgesteld, kan naar onze meening wel tot 7 worden ingekrompen. Thans wordt jaarlijks voor de commissie een bedrag van 200.op de begrooting uitgetrokken. Bij den nieuwen stand van zaken lijkt ons het toe kennen van een presentiegeld het meest verkiezelijk, met een afzonderlijke toelage aan het lid-secretaris. Zooals ook elders plaats heeft zou het presentiegeld aan een maximum per jaar zijn te binden. Wij zouden het presentiegeld willen bepalen op 2.per lid en per vergadering en de toelage voor den secretaris bo vendien op 450.per jaar. De verdere kosten, welke de commissie mocht hebben (als drukwerk, papier, schrijfbehoeften, enz.) worden rechtstreeks door de gemeente gedragen. Op dit oogenblik bestaat de commissie uit de vol gende leden: J. Brandenburg, IJ. Tijsma, S. Goedemoed, T. Feitsma, mevr. de weduwe F. WiebingaBlaauw en H. Vijver. De heeren R. Th. A. Bisschop en Dr. A. P. van der Brug zijn kort geleden periodiek afge treden. Voorts is er nog de vacature-Nieuwen- liuis, waarin niet is voorzien. Naar ons oordeel behoort uit deze leden weer de nieuwe com missie te worden gevormd. Volgens het Koninklijk besluit van 28 December 1921, Staatsblad 1447, zou, wanneer nu tot ontbinding van de commissie wordt overgegaan, Uwe Vergadering voor elk van de te ver vullen plaatsen eene aanbeveling van ten minste twee benoembaren van ons moeten ontvangen. Dit besluit laat echter afwijking daarvan toe. Uit het voorgaande volgt, waarom wij thans van den regel afwijken. Naar aanleiding van het voorafgaande hebben wij de eer I. U in overweging te geven te besluiten: o. te bepalen, dat in de gemeente één commissie tot wering van schoolverzuim zal zijn en dat deze commissie zal bestaan uit 7 leden; b. de bestaande commissie met ingang van 1 Juli 1922 te ontbinden; c. de leden uit de ontbonden commissie, die geen zitting krijgen in de nieuwe commissie, dank te betuigen voor de diensten door hen als zoodanig belangeloos verricht; d. met ingang van 1 Juli 1922 toe te kennen aan de leden van de commissie tot wering van schoolver zuim een presentiegeld van 2.per lid en per ver gadering, met een maximum van 100.per jaar en aan den secretaris bovendien eene toelage van 450. per jaar; e. de benoodigdheden voor de commissie als druk werk, schrijf- en bureaubehoeften enz. van gemeente wege te verschaffen; II. voor de benoeming met ingang van 1 Juli 1922 van de leden der nieuwe commissie aan te bevelen de heeren J. Brandenburg, J. Feitsma, S. Goedemoed, IJ. Tijsma, R. Th. A. Bisschop en Dr. A. P. van der Brug en mevrouw F. WiebingaBlaauw. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra: Dit punt heeft betrekking op de com missie tot wering van schoolverzuim. Ik heb daarbij een enkele vraag te stellen, maar ik weet niet of het wel verstandig is, dat dit in openbare zitting gebeurt. Ik heb gehoord dat er ook over wordt gedacht om bij punt 3 der agenda een geheime zitting aan te vragen en ik zou nu eigenlijk wel willen dat ik deze vraag kon stellen in geheime zitting. De Voorzitter: Als het de bedoeling is van meerdere raadsleden om ook bij punt 3 een besloten vergadering aan te vragen, dan zou het 't beste wezen, indien de heer Dijstra ook nu in besloten vergadering het woord verlangt, over de punten 2 en 3 der agenda een be sloten vergadering te houden. De heer Dijstra: Goed. De Voorzitter: Doet U dat voorstel? De heer Dijstra: Ja. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel-Dijstra, zoodat de openbare ver gadering wordt geschorst en, ook ter bespreking van punt 3 (benoeming van een directrice der school van M. O. voor meisjes, vacature mej. Staverman) der agenda, in geheime zitting wordt overgegaan. Na heropening der openbare vergadering worden de beraadslagingen over punt 1 (punt 2 der agenda) her opend. De heer Dijstra: Ik zou willen voorstellen om de com missie te brengen op 8 leden en de voordracht aan te vullen met den naam H. Vijver. De Voorzitter: Dat is dus een amendement op het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub a. Wordt dit amendement ondersteund? Dit blijkt wel het geval te zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Het amendement-Dijstra wordt met 14 tegen 9 stem men aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Visser, Fransen, Van der Werff, Lautenbach, M. Molenaar, Dijstra, Tiemersma, De Boer, Muller, Zandstra, B. Molenaar, IJ. de Vries, Jansen en Cohen. Tegen stemmen: de heeren O. F. de Vries, Oosterhoff, Tulp, Collet, Dijkstra, Westra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Vos en Van Weideren baron Rengers. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 juni 1922. 165 De voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub Iae worden met algemeene stemmen aangenomen, behoudens de wijziging, die sub la door het ainende- ment-Dijstra in het aantal commissieleden is ontstaan. Aan de orde is de benoeming van de leden der com missie (sub II voorstel van Burgemeester en Wethou ders). De heer Dijstra Ik heb voorgesteld den naam van H. Vijver er bij te zetten. De Voorzitter: U kunt moeilijk de aanbeveling van Burgemeester en Wethouders veranderen. Maar U kunt den naam van dien andere er bij te zetten op het stem briefje. Tot leden der nieuwe commissie tot wering van schoolverzuim worden met algemeene stemmen be noemd: J. Brandenburg, J. Feitsma, S. Goedemoed, IJ. Tijsma, R. Th. A. Bisschop, Dr. A. P. van der Brug, mevrouw F. WiebingaBlaauw en H. Vijver. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van eene directrice der school van M. O. voor meisjes, vacature mej. Staverman. De aanbeveling, in alphabetische volgorde opge maakt, luidt als volgt: mej. M. A. de Bruyne, leerares aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes, alhier; mej. A. Haspels, leerares aan de 2e Hoogere Burger school voor meisjes te Rotterdam. Wordt benoemd mej. M. A. de Bruyne, met 13 stem men en 10 stemmen op mej. A. Haspels. 3 (Agenda no. 4.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de onderhandsche verhuring van de bovenwoning van het perceel Wirdumerdijk no. 1 aan B. Nijholt, alhier. Dit voorstel luidt als volgt: Ingevolge Uw besluit van 13 December 1921 is de bovenwoning van het pand aan den Wirdumerdijk no. 1 voor het tijdvak van 16 December 1921 tot uiterlijk 12 Mei 1925 ondershands verhuurd aan den heer J. Oos- terbaan Jzn. alhier. De huursom bedraagt 500.per jaar. Tevens werd bij dat raadsbesluit de woning aan de Tjerk Hiddesstraat no. 13 verhuurd aan den heer B. Nijholt alhier voor 412.50 per jaar voor het tijdvak van 1 December 1921 tot 12 Mei 1925. Deze huurders zijn overeengekomen om van woning te wisselen en hebben daartoe zich van onze instemming verzekerd. Voor de gemeente ontstaat hierdoor geen" schade; zij ontvangt dezelfde huursom als nu het geval is. Het wil ons daarom voorkomen, dat er voor Uwe Vergadering geen bezwaar behoeft te bestaan om de huurders in deze ter wille te zijn. Tot de verhuring van de woning aan de Tjerk Hiddesstraat zijn wij Uwe Vergadering gaf ons daartoe bij het bovenaangehaalde besluit eene algemeene machtiging bereids overgegaan. De wis seling is ingegaan 12 Mei 1922. Wij geven U in overweging om met wijziging van het raadsbesluit van 13 December 1921 no. 542, 555R/327, punt II, met ingang van 12 Mei 1922 de bovenwoning van het perceel aan den Wirdumerdijk no. 1, kadastraal bekend Sectie B no. 1683 als huis en erf, groot 1.58 A., gerekend met ingang van 12 Mei 1922 uiterlijk tot 12 Mei 1925 ondershands te verhuren aan B. Nijholt alhier voor den huurprijs van 500.per jaar, op de voor- waarden als voor de verhuring van dat pand laatstelijk hebben gegolden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4 (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. A. Gransbergen op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. I. 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de rekeningen van den Armenraad en de Stads Bank van Leening, beide dienst 1921. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 4 en 5 (agenda sub 5 en 6). De heer De Vos onthoudt zich ten opzichte van de vaststelling van de tekening van den Armenraad van stemming. 6 Agenda no. 7). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres der vereeniging ,,Pro Juvcntute in het arrondissement Leeuwarden" om toe kenning van een subsidie over 1922. Dit prae-advies luidt als volgt: Den 29 December 1921 werd door de vereeniging „Pro Juventute" in het arrondissement Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden, tot U het verzoek gericht om haar over het jaar 1922 in het genot te stellen van een subsidie. Üp de ontwerp-begrooting der ontvangsten en uit gaven dezer gemeente voor den dienst 1922 was voor dit doel een post geraamd van 150.omdat mede gedeeld was, dat een subsidie-aanvraag zou worden ingediend, wat door omstandigheden niet vroegtijdig genoeg kon plaats hebben. Nu inmiddels de armenraad omtrent deze subsidie aanvraag is gehoord en ingevolge artikel 14 der Armen wet een formeel raadsbesluit aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring moet worden ingezonden, dient aan deze formaliteit alsnog te worden voldaan, teneinde tot uitbetaling van het op de begrooting 1922 geraamde bedrag te kunnen overgaan. Wij geven U in overweging te besluiten overeenkom stig het bijgevoegd ontwerp. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het verzoek van het bestuur der vereeniging „Pro Juventute" in het arrondissement Leeuwarden, ge vestigd te Leeuwarden, d.d. 29 December 1921, om over het dienstjaar 1922 van de gemeente een subsidie te mogen ontvangen; overwegende dat de uitgaven der instelling blijkens overgelegde rekening en verantwoording over 1921 zoo danig zijn gestegen, dat zij de ontvangsten met 221.11 te boven gaan; dat de begrooting voor het dienstjaar 1922 sluit met een nadeelig slot van 860.52, waaronder is opgenomen het tekort van het dienstjaar 1921 ad 221.11; dat niettegenstaande door de leden en begunstigers van de vereeniging op redelijke wijze is en wordt bij gedragen, terwijl het bestuur heeft gedaan en blijft doen wat in zijn vermogen is om die bijdragen te doen toe nemen, de inkomsten geen gelijken tred houden met de uitgaven, doch door de laatste worden overtroffen; dat het bestuur voorts overeenkomstig den aard en de bestemming der instelling aan zijn verplichting naar vermogen voldoet en van de bevoegdheid tot vertegen woordiging in den armenraad gebruik heeft gemaakt; dat wanneer geen subsidie wordt verleend, het be stuur niet meer op doeltreffende wijze aan het doel zal kunnen medewerken en in de werkzaamheid van de vereeniging zal kunnen voorzien; dat het daarom, in verband met het feit, dat de veree niging van algemeen nut is, wenschelijk moet worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 2