196 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1922. Vóór stemmen: de heeren Koopal, M. Molenaar, Dijk stra, Zandstra, Visser, Lautenbach, Oosterhoff, Dijstra, Van Weideren baron Rengers, Tulp, Westra, Fransen, Tiemersma, Cohen, De Boer, Collet, B. Molenaar, Berg huis, Muller en De Vos. Tegen stemmen: de heer Van der Werft, mevrouw Buisman BlokWijbrandi en de heer IJ. de Vries. 2 (Agenda no. 3). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der ver- eeniging „het Nederlandsch Landhuishoudkundig Con gres" te 's Gravenhage, om voor het dit najaar alhier te houden 74ste Nederlandsche Landhuishoudkundig congres, een subsidie toe te staan. Dit prae-advies luidt als volgt: Uwe Vergadering heeft om prae-advies in onze han den gesteld een verzoek van het bestuur van het Ne derlandsch Landhuishoudkundig congres om voor het 74e congres, dat van genoemde vereeniging uitgaat en in September hier wordt gehouden bij gelegenheid tevens van de herdenking van het 70-jarig bestaan van de Friesche Maatschappij van Landbouw, een subsidie van 300.te willen beschikbaar stellen ter bestrijding van de belangrijke kosten en de officieele ontvangsten, j aan het congres verbonden. Zonder te kort te doen aan de belangrijkheid van het congres zelf, aan het belang dat gemeente en gewest er bij hebben als soortgelijke bijeenkomsten binnen hare palen worden gehouden, noch aan den historischen band die de stad, waar, zooals het bestuur schrijft, reeds in 1852, 1863 en 1886 hare vergaderingen zijn gehouden, in zekeren zin aan de vereeniging bindt, meenen wij toch dat de eerste stap op den weg van subsidieering van jaarlijksche algemeene vergaderingen van genoot schappen, die hier gehouden worden, niet moet worden gezet. Het bestuur schrijft dat onderscheidene gemeen ten, waar in den loop der jaren het congres is gehouden, j wel aldus handelen. Zonder overigens critiek daarop te willen uitoefenen trouwens de nadere omstandigheden welke tot die besluiten leidden zijn niet bekend lijkt ons dit niet de aangewezen weg, omdat op deze wijze de gemeenten niet alleen met hare natuurlijke middelen I de grootere aantrekkelijkheid om welke reden dan ook van de eene boven de ander maar ook met het uitloven van min of meer belangrijke geldelijke bijdragen de vergaderingen tot zich gaan trekken. Tot dezen laatsten wedloop moeten wij niet gaan medewerken. Wij blijven dan ook buiten de vaak netelige beoordee ling of het gewicht van de eene vergadering hooger in geld moet worden uitgedrukt dan dat van eene andere. Een subsidie als gevraagd is tot dusver door de ge meente nog nimmer gegeven. O. i. zal zij als algemeene regel, en bijzondere omstandigheden die thans niet kunnen worden voorzien voorbehouden, wel doen zich daarbij te houden, zoodat wij U voorstellen te besluiten op het verzoek een afwijzende beschikking te nemen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3 (Agenda no. 4). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de vereeniging van woningverhuurders om de inning der vergoeding voor het gebruik van tonnen der gemeentereiniging in dien zin te wijzigen dat de betaling in drie of meer ter mijnen kan geschieden. Dit prae-advies luidt als volgt: Bij adres, ingekomen 24 Juni j.L, den 27en daaraan volgende om prae-advies in onze handen gesteld, ver zoekt de Vereeniging van Woningverhuurders in de gemeente om de invordering der verschuldigde rechten voor tonnengeld te wijzigen in dien zin, dat de betaling daarvan kan plaats vinden in 3 of 4 termijnen, verdeeld over het belastingjaar. Zij grondt dat verzoek op de overweging, dat de terugvordering dier rechten van de huurders bij wekelijksche termijnen plaats heeft en de verhuurders, die bij den aanvang van het jaar dit recht betalen, daardoor in financieele moeilijkheden komen. De heffing, die hier wordt bedoeld, steunt op de ver ordening houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de gemeentereiniging diensten verstrekt (ge meenteblad no. 42 van 1920) en de bedragen zijn ge noemd in artikel 11 onder C. Deze vergoedingen (ver gelijk artikel 3 der verordening) zijn verschuldigd door hem, die op 1 Januari van het jaar, waarvoor de ver goeding verschuldigd is, eigenaar is van het perceel waarin de privaatton in gebruik is gesteld. In het alge meen wordt daarvoor aangemerkt hij die in de kadas trale leggers als zoodanig is aangewezen. Artikel 8 laat de vergoeding bij vooruitbetaling voldoen. Werd nu het recht in termijnen geheven, zooals adressante verlangt, dan zouden bij overgang van den eigendom in den loop van het jaar allerlei moeilijkheden met de voldoening daarvan het gevolg zijn en aanleiding geven tot verwarring. Afgezien nog hiervan of het met de financieele be zwaren van de verhuurders wel zoo ernstig gesteld is de uitgave beloopt slechts enkele guldens advi- seeren wij Uwe Vergadering, met het oog op boven staande, op het adres eene afwijzende beschikking te nemen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Lautenbach gelooft, als hij dit onderschrift leest: „Afgezien nog hiervan of het met de financieele bezwaren van de verhuurders wel zoo ernstig gesteld is de uitgave beloopt slechts enkele guldens enz.", dat Burgemeester en Wethouders niet alles over één kam moeten scheren. Onder die verhuurders zijn inko mens die slechts sobertjes kunnen rondkomen; spreker hoort het herhaalde malen hoe moeiijk het dezen men- schen valt het geld voor het gewone onderhoud te be talen. Is het nu inderdaad zoo moeilijk die menschen eenigs- zins tegemoet te komen door het b.v. in 2 termijnen te doen? 't Is waar, voor 1 woning betaalt men maar 5.of 10.-maar er zijn er ook die 10 woningen hebben De heer Fransen: Kapitalisten! De heer Lautenbach: Kapitalisten, zegt de heer Fransen. Maar dan toch zeker van de kleinste soort. Is er nu inderdaad zoo'n overwegend bezwaar tegen om den menschen tegemoet te komen door den termijn in tweeën te nemen Spreker zou dat graag willen weten. De heer Dijkstra (wethouder) gelooft dat, als de zaak zoo eenvoudig was, het college zeker niet met een af wijzend prae-advies zou zijn gekomen. Maar de zaak is zoo eenvoudig niet. Spreker begrijpt ook wel, wat de heer Lautenbach bedoelt. Hij heeft het oog op die kleine menschen, voor wie het direct storten van 15. of 20.niet zoo gemakkelijk is. Maar als men vol deed aan het verzoek, dan zou men in de eerste plaats een uitbreiding van de administratie krijgen, die niet al te gering is, maar verder zou men ook de heele zaak op losse schroeven zetten. In de verordening staat: „De vergoedingen volgens tarief C zijn verschul digd door hem, die op 1 Januari van het jaar, waar voor de vergoeding verschuldigd is, eigenaar is van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1922. 197 het perceel, waarin de privaatton in gebruik is ge steld." Als dat uit de verordening kwam, dan gelooft spreker dat er na eenigen tijd al bitter weinig meer van het geld zou terecht komen. Wanneer iemand op 1 Januari 5 of 10 woningen bezit en hij begint deze in Februari te ver- koopen, clan is Leiden in last. Wie moet dan betalen? De heele verordening zou dan op losse schroeven staan en dat is dan ook de reden van dit afwijzend prae-advies. De heer Lautenbach heeft gedacht dat bij iederen offi- cieelen of onderhandschen verkoop in de voorwaarden wordt opgenomen dat de grondbelasting is voor reke ning van den kooper. Als dit hier ook zoo geregeld werd, dan was direct bekend wie de belasting verschul digd was. Spreker gelooft niet dat er veel van die woninkjes zijn, waarover het hier gaat, of ze zijn wel bij de waterleiding aangesloten of bij het gas- of electriciteitbedrijf, bij één van drieën zeker. De ge meente krijgt dus op verschillende wijzen kennis van da..verandering van eigenaar. 'Het is spreker hier om te doen. Hij kent enkele ver huurders, die zoo'n sober en ellendig leven leiden, dat zij iederen gulden moeten omkeeren voor zij hem uit geven, terwijl, als zij 20 of 30 gulden ineens moeten uitgeven er zijn voorbeelden van zij die moeten leenen. Die menschen wilde spreker tegemoet komen. Als echter de bezwaren zoo overwegend zijn, dan moet spreker dat laten glippen. De heer Berghuis (wethouder) wil alleen zeggen dat de heer Lautenbach een ongelukkig voorbeeld aanhaalt met de grondbelasting. Men moet deze belasting halen van den particulieren eigenaar, terwijl de grondbelasting een belasting is van het huis en preferent is op de hypotheek. De gevraagde regeling is hier totaal onmo gelijk. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4 (Agenda no. 5). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van H. Schotsman e. a., bewoners van perceelen aan de Alma Tademastraat, om het plein aan die straat en vóór het gebouw der ambachtsschool te doen beplanten of op andere wijze aldaar den toestand te verbeteren. Dit prae-advies luidt als volgt: Bij adressen van 9 September 1921 en 20 Juni 1.1. verzoeken bewoners van perceelen aan de Alma Tade mastraat om het plein vóór hunne woningen, dat thans gebruikt wordt als speelplaats en dat naar hun oordeel de omgeving ontsiert, te willen laten beplanten. Deze adressen zijn bij Uwe besluiten van 13 September 1921 en 27 Juni 1.1. om prae-advies in onze handen gesteld. Naar aanleiding daarvan hebben wij de eer U mede te deelen, dat bedoeld plein onze volle aandacht heeft. Plannen tot verbetering daarvan zijn in voorbereiding en zullen in den eerstkomenden herfst in uitvoering kun nen komen. Wij geven U daarom in overweging adressanten te laten weten, dat op hun verzoek zal worden gelet. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van de verordening, regelende de samenstelling en den werkkring van de vaste raads commissie van bijstand voor de bezoldiging van gemeenteambtenaren en -werklieden. (Gemeenteblad 1919 no. 40). Dit voorstel luidt als volgt: Ingevolge artikel 19 van de den 9 Mei 1922 door U vastgestelde verordening, regelende het Georganiseerd Overleg, is door ons de inwerking treding van die ver ordening bepaald op 1 Juli 1922. Alsdan zal optreden de daarin bedoelde commissie, waarvan de vertegen woordigers van het bestuur der gemeente (met inbegrip van den Wethouder-Voorzitter 7 raadsleden) bereids door ons zijn aangewezen, terwijl ook de plaatselijke afdeelingen van de algemeene landelijke organisaties de leden daarvoor reeds hebben benoemd. Door het optreden dezer commissie is de Salaris commissie overbodig geworden, daar het georganiseerd overleg alle dienstvoorwaarden, dus ook die, welke de bezoldiging raken en waarvoor de Salaris-commissie in het leven was geroepen, omvat. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: met 1 Juli 1922 in te trekken de Verordening rege lende de samenstelling en den werkkring van de vaste raadscommissie van bijstand voor de bezoldiging van gemeente-ambtenaren en -werklieden (Gemeenteblad van 1919 no. 40). Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6 (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om garantie te verleenen voor de terug betaling van gelden, opgenomen door de woningstichting „St. Joseph", voor de uitvoering van den bouw van 19 woningen nabij het Cambuursterpad. Dit voorstel luidt als volgt: Het bestuur der woningstichting „St. Joseph" alhier, deelt bij schrijven van 26 Juni j.l. aan ons college mede dat een aanvang is gemaakt met den bouw van 19 wo ningen op een terrein tusschen den Groningerstraatweg en het Cambuursterpad. Genoemde woningen vormen een onderdeel van het complex van 69 woningen, voor den bouw waarvan aan gemelde vereeniging, bij raads besluit van 30 November 1920 no. 588R/305, gewijzigd bij raadsbesluit van 28 Juni 1921, no. 261 r/145, een voorschot krachtens de Woningwet is verleend van ten hoogste 530,310. Naar het bestuur voorts mededeelt zal spoedig de eerste betalingstermijn voor bovenbedoelden bouw vor derbaar zijn. Ten einde stoornissen in de betaling te vermijden acht men het gewenscht eene overeenkomst voor het verstrekken van gelden te sluiten met de Hanze- bank te Utrecht, tot een bedrag van 75,119. Ter bekoming van een crediet tot dat bedrag is echter de garantie dezer gemeente noodig, naar aanleiding waarvan het bestuur verzoekt te willen bevorderen dat die garantie wordt verleend. Van onze zijde bestaat tegen het verzoek geen be zwaar. Aan onderscheidene andere woningvereenigingen is tijdens de stichting van woningen een soortgelijke garantie verleend. Ook tegen het bedrag van 75,119. zijn onzerzijds geene bedenkingen, daar dit cijfer bestaat uit het bedrag der aannemingssom ad 69,199.met 5920.aan bijkomende kosten (architecten-honora rium, toezicht, renteverlies enz.). Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te be sluiten de gemeente garant te doen stellen voor het op nemen van gelden tot een bedrag van ten hoogste 75,119.door de woningstichting „St. Joseph", ten behoeve van den bouw van 19 woningen tusschen den Groningerstraatweg en het Cambuursterpad, en daartoe vast te stellen het hierbij gevoegde ont werp. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 4