270 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1922.
De Voorzitter: Maakt U er een voorstel van om een
commissie te benoemen, mijnheer De Boer?
De heer De Boer: Ja.
Het voorstel-De Boer wordt ondersteund en met alge-
meene stemmen aangenomen.
De Voorzitter stelt voor om dan over te gaan tot be
noeming van de leden der commissie.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter: Wenscht de Raad bepaald stemming
over de commissie of vindt de Raad het goed dat de
benoeming aan mij wordt overgelaten?
De Raad gaat met dit laatste accoord.
De Voorzitter: Mag ik er dan op rekenen dat degenen,
die door mij worden aangewezen, hun benoeming ook
aannemen? Dan is de zaak voor elkaar.
Ik zou dan willen aanwijzen de heeren Collet, O. F.
de Vries en Westra.
Kan ik er op rekenen dat die heeren deze benoeming
aannemen?
De heer Collet: Ik heb het bijzonder druk, mijnheer
de Voorzitter; ik heb geen tijd.
De Voorzitter: Dus U accepteert de benoeming niet.
Mag ik dan aanwijzen de heeren De Boer, O. F. de
Vries en Westra?
De heeren De Boer, O. F. de Vries en Westra ver
klaren de benoeming aan te nemen.
De Voorzitter concludeert dat dus de commissie, be
last met de voorbereiding van het beroep bij de Kroon,
is samengesteld uit de heeren De Boer, O. F. de Vries
en Westra.
De beraadslagingen worden gesloten.
c. hebben verdaagd de beslissing op het raadsbe
sluit d.d. 22 Augustus 1.1. tot oprichting van een nieuwe
school voor gewoon lager onderwijs.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
3. rapporten omtrent de opneming der kas van het
gemeentelijk grondbedrijf, van het bedrijf der gemeente
werken, van het gemeentelijk woningbedrijf, van de
gemeentelijke drinkwaterleiding.
4. adres van den Algemeenen Bond van politie
personeel in Nederland om voor de politie-vakschool,
gesticht door den R. K. politiebond „St. Michael" te
's Hertogenbosch, geen subsidie te verleenen, doch wel
een besluit te nemen om bij den Minister van Binnen-
landsche Zaken en bij de Tweede Kamer der Staten
Generaal aan te dringen op het instellen van eene rijks
vakopleiding voor dienaar van politie.
De stukken sub 3 en 4 worden voor kennisgeving
aangenomen.
5. adres van S. Hoekstra e. a., bewoners van panden
aan de Kleine Hoogstraat, om den waterafvoer van de
Groote Kerkstraat in eerstgenoemde straat door het
plaatsen van een kolk met rioleering te verbeteren.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders^
gesteld ter afdoening.
6. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers e. a. om een commissie
in te stellen voor georganiseerd overleg in onderwijs
zaken en terzake eene verordening vast te stellen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
7. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond
van Nederlandsche onderwijzers om naast schoolvoe-
ding ook schoolkleeding, voor zoover noodig, te ver
strekken aan schoolgaande kinderen.
8. adres van den Leeuwarder Turnbond om hem
voor den tijd van drie jaren een jaarlijksch subsidie
van 100.te verstrekken.
De punten 7 en 8 zullen worden behandeld bij de
begrooting voor 1923.
9. adres van het bestuur van de vereeniging „Kin
derspeeltuin Rengerspark" om ten behoeve van gym
nastiekoefeningen, handwerklessen en lees- en vertel-
avondjes een lokaal van gemeenteschool no. 4 gratis
beschikbaar te willen stellen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om prae-advies.
10. bericht van den heer G. Ooiman, dat hij de be
noeming tot lid der schattingscommissie voor de rijks
inkomstenbelasting voor de gemeente Leeuwarden aan
neemt.
11. dat de heer J. Oosterhoff heeft bericht in te
trekken zijn ontslagneming als lid der commissie voor
de reclames tegen aanslagen in de plaatselijke directe
belasting naar het inkomen, dienst 1921, medegedeeld
in de Raadsvergadering van 17 Januari 1.1.
12. dat het afdeelingsonderzoek van de ontwerp
begrotingen voor de gemeente en hare bedrijven, dienst
1923 is geëindigd en dat tot rapporteurs zijn benoemd
de heeren Koopal, Westra en B. Molenaar, algemeen
rapporteur de heer Westra.
13. dat Burgemeester en Wethouders:
a. in erfpacht hebben afgestaan een terrein, gelegen
op den westelijken hoek van de Camminghastraat en
de Auke Stellingwerfstraat, groot ongeveer 840 M2.,
waarde 6300.jaarlijksche erfpachtsom
378.—;
b. aan den heer B. Kool alhier op zijn verzoek eervol
ontslag hebben verleend als brandmeester dezer ge
meente, onder dankbetuiging voor de in die betrekking
aan de gemeente bewezen diensten;
c. aan mej. T. van der Meij de Bie op haar verzoek
eervol ontslag hebben verleend als 2e klerk bij de le
afdeeling van den dienst der gemeentewerken;
d. hebben benoemd tot hulpkeurmeester van vee en
vleesch F. Schaafsma te Zwolle.
De punten sub 1013 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. De Voorzitter kan nog mededeelen dat als
interpellatie van den heer B. Molenaar het volgende is
ingekomen:
„Ondergeteekende verzoekt de volgende vragen te
mogen stellen:
1. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid mede
te deelen, waarom tot nog toe het rapport-Schaafsma
niet ter visie heeft gelegen?
2. Zoo dit een gevolg mocht zijn van een door
Burgemeester en Wethouders ingesteld onderzoek,
willen Burgemeester en Wethouders dan mededeelen,
hoe ver dit is gevorderd, en of nu het rapport ter
visie kan worden gelegd?"
Spreker deelt mede dat ook Burgemeester en Wet
houders van plan waren, omtrent deze kwestie heden
aan den Raad eenige mededeelingen te doen. Die be
spreking door Burgemeester en Wethouders vervalt nu
met deze interpellatie.
Spreker vraagt of de Raad goed vindt dat deze vragen
aan Burgemeester en Wethouders worden gesteld, in
welk geval hij wil voorstellen, ze na afloop der agenda
in behandeling te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1922. 271
1. (Agenda no. 2). Benoeming van leeraren aan
de gemeentelijke H. B. S. met 3-jarigen cursus en daarop
aansluitende Hoogere Handelsschool met 2-jarigen
cursus
a. in de natuur- en scheikunde en in de handels
wetenschappen (vaste aanstelling);
b. in de aardrijkskunde, in het Nederlandsch en
de natuurlijke historie, in het teekenen, in natuurkunde,
in lichamelijke opvoeding (tijdelijk, gerekend met ingang
van 1 September 1922 uiterlijk tot het einde van den
cursus 1922 23)
c. in het Nederlandsch (tijdelijk, gerekend met
ingang van 1 October 1922, uiterlijk tot het einde van
den cursus 1922/23).
Overeenkomstig de aanbevelingen (eenig aanbevo-
lenen) worden met algemeene stemmen benoemd:
tot leeraar (leerares) in:
1. natuur- en scheikunde (vast):
B. Lier, tijdelijk leeraar aan die inrichting;
2. handelswetenschappen (vast)
P. B. Wind, idem;
3. aardrijkskunde (tijdelijk):
J. Jansma;
4. Nederlandsch en natuurlijke historie (tijdelijk)
D. Dijkstra;
5. teekenen (tijdelijk):
H. de Bruin;
6. natuurkunde (tijdelijk):
R. Palsma;
7. lichamelijke oefening (tijdelijk):
P. H. Smit;
8. Nederlandsch (tijdelijk):
mej. A. G. Kreuiter, leerares aan de Middelbare school
voor meisjes.
2. (Agenda no. 3). Benoeming van onderwijzeressen
in de nuttige handwerken aan de gemeentescholen nos.
10b en lOd.
Overeenkomstig de voordrachten (eenig voorgedra
genen) worden met algemeene stemmen benoemd:
a. aan de scholen 106 en 10d:
mej. P. Kreger, alhier;
b. aan school lOcf:
mej. F. Geelof, alhier.
3. Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan mej. D. Zuiderbaan en aan E.
van der Bos op hun verzoek eervol ontslag te ver
leenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 12 en
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6a.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. (Agenda no. 5). Benoeming van onderwijzend
personeel aan de scholen voor openbaar lager onder
wijs, nos. 2, 12 en 5a.
De voordrachten luiden als volgt:
a. onderwijzeres school 2:
I. mej. J. Kniphorst, onderwijzeres te Noordwolde.
2. R. de Haan, onderwijzeres te Nieuw-Beets.
3. E. Riemersma, onderwijzeres te Oosterwolde.
b. onderwijzeres school 12:
1. mej. R. de Haan, voornoemd.
2. E. Riemersma,
3. I. Disselsma, onderwijzeres te Anderen.
c. onderwijzer(es) school 5a:
1. R. Hofstra, onderwijzer te Lieve Vrouwe Parochie.
2. mej. E. Riemersma, voornoemd.
3. I. Disselsma,
Worden benoemd:
in de vacature sub a:
mej. J. Kniphorst, onderwijzeres te Noordwolde, met
21 stemmen. (De heer De Boer is bij deze stemming
i niet tegenwoordig);
in de vacature sub b:
mej. R. de Haan, onderwijzeres te Nieuw-Beets, met
21 stemmen en 1 biljet van onwaarde;
in de vacature sub c:
R. Hofstra, onderwijzer te Lieve Vrouwen Parochie,
met 22 stemmen.
5. (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan S. J. Schilderman, inspecteur van
politie alhier, te verhuren het huis Groote Hoogstraat
no. 24.
Dit voorstel luidt als volgt:
Het perceel Groote Hoogstraat no. 24, tot voor kort
bewoond door den heer Jurres, die daarvoor een huur-
som van 312.per jaar betaalde, heeft eenige nood
zakelijke herstellingen ondergaan. De gemaakte kosten
maken het gewenscht de huur te verhoogen. Wordt
deze op 416.'sjaars gesteld, dan wordt daarin de
rente van die kosten terug gevonden.
Als huurder heeft zich aangemeld de heer S. J. Schil
derman, inspecteur van politie alhier, die met dezen
huurprijs genoegen neemt, waarom wij U in overweging
geven te besluiten:
het huis Groote Hoogstraat no. 24, kadastraal bekend
als huis en tuin sectie A no. 1441, groot 0.02.93 H.A.,
met ingang van 1 October e.k. tot wederopzeggens te
verhuren aan den heer S. J. Schilderman, inspecteur van
politie alhier, voor de som van 416.per jaar, onder
nader door Burgemeester en Wethouders te stellen
voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Visser wou vragen of het hier genoemde
bedrag van 416.ook eenigszins te laag is berekend.
Hij doet dat, ook naar aanleiding van een ingezonden
stuk, dat hij gisteravond in het „Leeuwarder'Nieuws
blad" heeft gelezen. Daarin werd kenbaar gemaakt,
dat eenmaal als koopsom voor dit pand 15,000.was
gevraagd. Wanneer men nu den huurprijs gaat bere
kenen, gebaseerd op die koopsom, dan zal men tot een
veel hooger huurprijs komen. Als het een feit is dat de
verkoopwaarde van het pand 15.000.is, dan zal
men bij de gewone berekening van de huursom 7 a
8 van de koopsom tot een veel grooter bedrag
komen, meer dan 100 hooger dan dit.
In dit stuk wordt verwezen naar het feit dat destijds
de huurwaarde is geweest 312.— en dat zij, op grond
van restauratie en verbouwing van het pand, moest
worden gebracht op 416.—. Er is dus een zeker be
drag aan de verbouwing besteed, waardoor de huurkos
ten werden opgevoerd tot 416.—. Maar nu zou het ook
kunnen wezen dat destijds de huur van 312.nog
een oude verbintenis was en dat die huur al te laag
was. Als dat het geval is dan zal men nu ook een
hooger bedrag kunnen vragen dan 416.Spreker
heeft toevallig vanmorgen nog iemand bij zich gehad,
die zeide, zelf wel 100.meer te willen geven dan
416.—.
Den heer O. F. de Vries (wethouder) is datgene, wat
de heer Visser aanhaalt, dat er door de gemeente
15,000.voor het pand is gevraagd, niet bekend.
Het college is wel met iemand in onderhandeling ge
weest, maar altijd op deze manier, dat er een soort
ruiling tot stand zou worden gebracht, doordat de ge
meente van den betrokkene eenige perceelen in een
ander deel van de stad in eigendom zou krijgen. Die
ruiling is niet tot stand gekomen en spreker herinnert
zich niet dat de gemeente ooit 15,000.voor het
pand heeft gevraagd. Hij gelooft niet dat het ooit zoover