274 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1922.
wat hier is meegedeeld en daarmee kunnen zij dan
verder werken.
De heer De Boer: Met wat U zegt kan ik geheel mee
gaan. Maar ik wilde een vraag stellen. Als nu een Ne-
derlandsche firma tegen een schappelijken prijs, in ver
band met de Nederlandsche prijzen, inschrijft, kunnen
Burgemeester en Wethouders dan ook maatregelen tref
fen, dat de banken ook inderdaad in ons land gemaakt
worden? Want als die firma ze dan zelf tegen een lage-
ren prijs uit Duitschland betrekt, dan heeft het geen zin
om het aan die firma te gunnen.
De heer IJ. de Vries: Protectie!
De heer De Boer: Protectie?
De Voorzitter: De mogelijkheid, dat dit wordt voor
geschreven, bestaat zeer zeker. Wanneer men het con
tracteert, moet het gebeuren, maar de controle, dat het
gebeuren zal, lijkt mij wat op losse schroeven te staan.
Het voorschrijven is heel eenvoudig, maar om zekerheid
te hebben ten opzichte van de uitvoering, zou men er
haast wel een opzichter heen mogen zenden. Het Duit-
sche materiaal zal echter toch in elk geval ook wel van
het Hollandsche zijn te onderscheiden en als het college
merkt dat het het geval is, wat de heer De Boer veron
derstelt, dan zullen Burgemeester en Wethouders na
tuurlijk ook liever rechtstreeks de banken betrekken. Die
mogelijkheid zal dan ook door het college wel onder
de oogen worden gezien. Ook wil ik wel toezeggen dat,
met al wat hier is gezegd, rekening zal worden gehou
den, om te zien wat werkelijk het beste is èn voor de
Hollandsche firma's èn voor de gemeente Leeuwarden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun een crediet te verleenen voor de
verbetering van het terrein tegenover de Ambachtsschool
bij de Alma Tademastraat.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij Uw besluit van 11 Juli 1922 no. 266R/178 werd
op ons voorstel aan bewoners van de Alma Tadema
straat op hun verzoek om verbetering van het plein vóór
de Ambachtsschool bericht gezonden, dat op hun ver
zoek zou worden gelet. Zooals in ons betrekkelijk voor
stel werd meegedeeld, waren plannen voor die verbe
tering in voorbereiding. Reeds bij schrijven van 29/31
Maart j.l. no. 438 had de Directeur der gemeentewerken
ons een tweetal plannen tot verandering van bedoeld
plein voorgelegd. Inmiddels zijn andere denkbeelden
omtrent de verharding van het terrein overwogen. Deze
hebben er echter niet toe geleid om ze in uitvoering te
brengen. Alzoo hadden wij de keuze tusschen de twee
voorstellen van den Directeur. Met de Commissie voor
openbare werken komt het ons voor dat plan I de voor
keur verdient. Naar dat plan is rondom de bestaande
speelplaats een gazonverdeeling gemaakt de gazons
zullen worden beplant met heestergewas. Daar de te
plaatsen boomen langs den rand van het plantsoen aan
de zuidzijde komen te staan in een rij, rechthoekig op
de Ambachtsschool, wordt de Vredeman de Vriesstraat
ter plaatse belangrijk breeder en daardoor voor het ver
keer veel verbeterd. De afkapping van het trottoir (door
den Directeur voorgesteld) op den hoek waar het
nieuwe kerkgebouw wordt gesticht, lijkt ons, nu het
verkeer aldaar ruimer baan krijgt, niet noodig. Wij zou
den het trottoir boogsgewijze, als met een stippellijn op
de teekening aangegeven, willen laten doorloopen. Dit
zal den welstand naar onze meening ten goede komen.
Wordt overeenkomstig het denkbeeld van de Commissie
voor openbare werken de verharding van het plein aan
gebracht door middel van een laag puin en grind, ver
mengd met teer, waarmede wij ons kunnen vereenigen,
dan dalen daardoor de kosten, welke door den Directeur
zijn geraamd op 11,050.nog eenigszins.
Onder overlegging van stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging te besluiten:
ons college voor de verbetering van het plein vóór
de Ambachtsschool, in hoofdzaak naar het plan 1 van
den Directeur der Gemeentewerken, overgelegd bij diens
schrijven van 29/31 Maart 1922, no .438, echter met
verharding in puin en grind, vermengd met teer, een
crediet te verleenen van 11,000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Visser geeft te kennen dat hij tegen dit
voorstel is. Hij zal niet zeggen dat het, uit aesthetisch
oogpunt beschouwd, niet schooner en aesthetischer is,
dat het niet een versiering van dat stadsdeel is, maar
met het oog op de financiën meent hij dat het niet zoo
noodzakelijk is, dat plein in orde te brengen. De be
woners in de buurt van dat plein bezitten daar een
breede bestrating en kunnen heel gemakkelijk een beetje
omloopen om thuis te komen. Spreker zelf woont ook
in die buurt, loopt 20 of 30 maal over 't plein, maar
als 't slecht weer is en vuil, dan loopt hij een paar stap
pen om. 't Zijn alle degelijke woningen, waardoor het
plein wordt begrensd. Als we nu een tijd hadden, dat
men over de financiën kon beschikken, zooals men
wenschte, dan a la bonheur. Maar spreker gelooft dat
de omstandigheden eischen een zuinige politiek te voe
ren. En dan kan men een dergelijke uitgave wel een
paar jaar verschuiven. Het terrein heeft er al zoo lang
zoo gelegen en het is als speelterrein heel prettig, voor
kaatsen enz. Spreker ziet de noodzakelijkheid van deze
uitgave niet in en zal er zich dan ook tegen verklaren.
De heer Lautenbach helt wel eenigszins naar den
kant van den laatsten spreker over, omdat er voor eenige
jaren een familielid woonde, die hij vaak bezocht. Het
plein is de speelplaats van een drietal omliggende
scholen. We hebben het gezien bij de openbare school,
daar waar ook een terrein aan de voorzijde bij het Vliet
als plantsoen was ingericht. Zou men dat hier doen dan
zou het noodzakelijk wezen er een of twee agenten neer
te zetten. Want onze jeugd ontziet letterlijk niets. Het
plantsoen bij de school was in een oogenblik verwoest
en toen is het dan ook maar weggegraven. Spreker
voorziet dat er van dezen aanleg met die drie scholen
er bij, niets terecht komt.
De heer IJ. de Vries wil een kleinigheid zeggen. Het
bedrag komt hem wel iets hoog voor, maar met het
oog op de schoonheid en ook met het oog op de werk
verschaffing zal hij hiervoor stemmen, te meer nu de
omtrek vol gebouwd wordt.
De heer Visser wil nog even meedeelen dat ook dit
punt door hem is overwogen of het ook wenschelijk
was met het oog op de werkloosheid. Maar voor den
aanleg van dit plantsoen zou slechts een aantal werk-
loozen, tot de kleinst mogelijke proporties teruggebracht,
in aanmerking komen. Hij gelooft dan ook dat dit werk
voor de werkloosheidsbestrijding niet zooveel resultaat
zou opleveren. Naar een deskundige hem meedeelde
zouden er slechts een kleine categorie van werkloozen
mee kunnen worden geholpen, zoodat dit werk tenslotte
niet de werkloosheidsbestrijding in afdoende mate in
de hand zal werken.
De heer O. F. de Vries (wethouder) vraagt den heer
Visser op diens bestrijding van het plan Op welke
manier moet men de zaak dan aanpakken? De zaak
zit zoo. Het terrein is indertijd in erfpacht gegeven,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1922. 275
waarbij er op gerekend werd met den prijs ook
dat er in dat stadsdeel een fatsoenlijke aanleg zou ko
men. Als men den toestand daar in den herfst heeft ge
zien, dan zal men moeten toestemmen dat die toestand
daar, waar ook al eenige openbare gebouwen staan,
riiet verdedigbaar is. Daarom is dit plan zoo gesteld.
De paar scholen, die daar staan, zullen het middelstuk
gewoon behouden als speelterrein. Dit wordt met een
teer- en grindlaag verhard en daaromheen komen hees
tergewas en boomen, terwijl de straat voor de school
wordt verbreed. Die verbetering is toch voor een der
gelijk stadsdeel heelemaal niet luxueus te noemen.
De heer Lautenbach zal het niet lang maken. Hij is
het in zooverre met den wethouder eens. Maar wat
spreker noemt, zijn feiten, onze jeugd ontziet niets
De heer Tulp (wethouder)Dat is overal zoo.
De heer Lautenbach: Juist. En daar zijn een drietal
scholen bij mekaar. Laat men de heesters eenvoudig
laten schieten en een verharden weg maken, omringd met
een gewoon grasgazon. De jeugd vertrapt het toch weer.
Het is toch niet de bdoeling dat de aanleg veel geld
zal kosten om dan alles weer te laten vernielen?
De heer De Boer: Wat de heer Lautenbach zegt, dat
de plantsoenen vernield worden, dat behoeft toch niet.
Het Noorderplantsoen toch, waaraan ook een school is
gebouwd, blijft in zeer goeden staat. Dit heeft van de
jeugd niets te lijden.
De heer Visser, met verlof van den Raad voor de
derde maal het woord verkrijgende, zegt dat hij zich
den gedachtengang van den wethouder volkomen kan
indenken. Hij weet ook wel dat het mooier en prettiger
is, wanneer het terrein zoo wordt ingericht. Hij weet
ook wel dat er meer plaatsen in Leeuwarden zijn, waar,
uit aesthetisch oogpunt beschouwd, de omgeving niet
zoo mooi is. Maar 't is hier een kwestie van financiën.
Spreker staat op het standpunt dat de gemeenten, zooals
men ook in de pers leest, voor zeer groote moeilijkheden
zullen komen te staan en met het oog daarop zou hij
dit systeem willen uitvoeren: niet uitgeven voor wat
mooi en wenschelijk is, maar zich beperken tot het
uiterst noodzakelijke. Dit plein heeft er al jaren lang
zoo gelegen; ook de bestrating van andere deelen van
de stad is niet zoo mooi. Maar uit zuinigheidsoogpunt
beschouwd, dient men te overwegen of men nog niet
een paar jaar kan wachten. Het is een financieel vraag
stuk.
De heer De Boer: Is dat het preludium van de be
grooting?
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met 15 tegen 7 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Van der Werff, De Boer,
Collet, O. F. de Vries, M. Molenaar, Tiemersma, Berg
huis, IJ. de Vries, Muller, Koopal, B. Molenaar, Tulp,
Zandstra, Dijkstra en Cohen.
Tegen stemmen de heeren Dijstra, Lautenbach,
Visser, Westra, Jansen, Oosterhoff en Van Weideren
baron Rengers.
8. (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun een crediet te verleenen voor de
inrichting van een gebouw bij het voormalig militair
hospitaal tot badinrichting.
Dit voorstel luidt als volgt:
Achter het voormalige militaire hospitaal aan den
Wissesdwinger en gedeeltelijk ingebouwd tusschen de
twee vleugels van dit gebouw staat de barak voor be
smettelijke zieken. Nu het hospitaal aan de gemeente
is overgegaan gelijk wij reeds vroeger te kennen
gaven, stellen wij ons voor U binnenkort een voorstel
te doen omtrent de bestemming, daaraan te geven
is het wenschelijk ook deze barak in gebruik te nemen.
Wij hebben overwogen op welke wijze deze het meest
economisch voor de gemeente ware in te richten. Wij
meenen, dat met de verandering in eene badgelegenheid
de gemeente het meeste gebaat is. Daartoe wenschen
wij dan ook bij dezen een voorstel te doen.
Evenwel ligt een plan voor een badhuis, nabij het
Cambuursterpad te stichten, gereed en de Minister heeft
in de kosten daarvan aan de gemeente het badhuis
maakte een deel uit van den bouw van 85 gemeente
woningen een rijksvoorschot toegekend van ten hoog
ste 56,000.Dat plan, waarvan de kosten veel hooger
komen dan de verandering in de barak zullen beloopen,
zouden wij nu voorloopig willen laten rusten, om eerst
te zien hoeveel gebruik van de inrichting op kleiner
schaal aan den Wissesdwinger wordt gemaakt en om
dan daarnaar de behoefte in andere stadsgedeelten af
te meten. Het toegezegde voorschot, op welks uitkeering
de Minister gerekend heeft, behoeft daardoor niet ver
loren te gaan. Wij hebben ons reeds tot de Regeering
gewend om het bedrag thans te mogen besteden voor
woningbouw. Wij kennen het antwoord nog niet, maar
hoe dit ook mocht uitvallen, in elk geval komt ons de
omzetting van de barak in een badhuis aanbevelens
waard voor en schijnt voorloopig een goede oplossing
van het badhuisvraagstuk. De inrichting wordt verdeeld
in tweeën: een vrouwenafdeeling met 4 douches en 2
kuipbaden en een mannenafdeeling met 6 douches en
1 kuipbad. Naast verandering van den ingang en ver
betering van de straat en het plantsoen is noodig een
ketelhuis, wachtkamers, cassa, W. C., centrale verwar
ming met koud en warmwatervoorziening. De Directeur
der gemeentewerken raamt de kosten van een en ander
op 16,900.— of rond 17,000.—.
Van de exploitatie is door ons de volgende berekening
opgezet.
UITGAVEN.
Rente van de inrichtingskosten 6 van
17,000.—1020.—
Aflossing 2 340.—
Onderhoud van het gebouw 200.
Afschrijving installatie 5 van 8000.400.
Assurantie 0.6 o/00
Administratie 1.5 %0
Grondbelasting 3.0 °/00
5-1 %o van de op
30,000.geschatte waarde van het
gebouw met de installatie 153.
Loon badmeester1200.
Onderhoud der installatie, water, brandstof,
verlichting, handdoeken enz800.
Onvoorziene uitgaven200.
Totaal 4313.
INKOMSTEN.
A. Kuipbaden.
3 X 15 45 a 0.40 per week 18.
3 X 15 45 a 0.25 per week 11.25
29.25
X 52 1521.
Over te brengen 1521.