VergaderiDg van Dinsdag 11 November 1922.
358 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 31 October 1922.
tijdperk tamelijk druk heeft gehad. Maar het komt mij
toch werkelijk voor dat, als dit een zaak was geweest,
die de instemming van den wethouder van Onderwijs
had gehad, deze er dan geen jaar over had laten ver-
loopen, alvorens met eventueele voorstellen in den
Raad te komen. Op het oogenblik zegt het college in
zijn antwoord dat er nog niet over gesproken is. Het
zou dus kunnen gebeuren dat wij nog een jaartje
moesten wachten alvorens de zaak hier haar beslag
kreeg. Ik meen dat het hier werkelijk ad rem is, wan
neer ik zeg dat een dergelijke behandeling van zaken
ik wil niet scherp wezen toch niet door den beugel
kan. Wanneer hier voorstellen in den Raad worden aan
genomen tegen den wil van Burgemeester en Wethou
ders, dan moeten die toch worden uitgevoerd. Willen
zij die niet uitvoeren, laten ze het dan zeggen. Maar
als zij zoo'n besluit ter uitvoering tot zich nemen, dan
mag toch worden verwacht, dat die uitvoering plaats
heeft binnen een zoodanig tijdsbestek, dat men daarop
een volgend jaar bij de begrooting niet weer behoeft
terug te komen. Ik wil daarover mijn ontstemming te
kennen geven en zou nu graag van den wethouder van
Onderwijs vernemen, wanneer wij nu deze zaak in den
Raad kunnen behandelen.
De heer Tulp (wethouder)Ik kan den heer Muller
antwoorden dat de kwestie wel in principe door den
Raad is aangenomen, dat het voorstel op 't oogenblik
verwerkt wordt in verordeningen en deze ook binnen
kort den Raad zullen bereiken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 27 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 2836 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 37. Pacht van terreinen voor het plaatsen
van carrousels, enz20,000.
wordt onveranderd vastgesteld.
De heer Jansen vraagt aanteekening in de notulen dat
hij tegen dezen post is.
Volgnos. 3895 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 7. Plaatselijke directe belasting naar het
inkomen1.100.000.
wordt overeenkomstig de Nota van Wijziging (bijlage
no. 41 van 1922) geredigeerd en vastgesteld.
De heer IJ. de Vries wil, waar hij tegen volgno. 294
heeft gestemd en in verband daarmee dezen post
202.000.te hoog acht, aanteekening in de notulen
verzoeken dat hij ook tegen volgno. 7 heeft gestemd.
Volgno. 322. Onvoorziene uitgaven 62,986.15,
wordt overeenkomstig de Nota van Wijziging (bijlage
no. 41 van 1922) geredigeerd en vastgesteld.
De heer Collet: Is volgno. 7 al afgeloopen? Nog
niet wel?
De Voorzitter: Eigenlijk wel.
De heer Collet: Ik wou nog even een mededeeling
doen, dat mag zeker wel?
Toen wij de ontwerp-begrooting kregen, waarop was
aangebracht, dat dit jaar het vermenigvuldigingscijfer
op 41/2 zou kunnen worden gebracht, heb ik aanvan
kelijk gemeend deze gelegenheid te baat te moeten
nemen om een voorstel te doen tot verdere doorvoering
der progressie. Nu echter inmiddels het college van
Burgemeester en Wethouders met een Nota van Wij
ziging is gekomen, die tamelijke verhooging van het
percentage aangeeft, maak ik er geen voorstel van en
ga ik accoord met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
De totalen van Uitgaven en Inkomsten worden achter
eenvolgens overeenkomstig meergenoemde Nota van
Wijziging vastgesteld.
De geheele begrooting wordt, zooals zij bij Nota van
Wijziging is gewijzigd, met 20 tegen 3 stemmen vast
gesteld.
Tegen stemmen de heeren Dijstra, Lautenbach en
Van der Werff.
Op voorstel van den Voorzitter wordt nog besloten
een tijdelijke kasgeldleening aan te gaan ten bedrage
van hoogstens 1.000.000.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders, vervat in bijlage no. 33 van 1922, sub a en b.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade
ring door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 November 1922. 359
Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Dijstra,
Berghuis, Lautenbach, Van der Werff, Visser, Dijkstra,
Koopal, Tiemersma, De Boer, O. F. de Vries, Zandstra,
Muller, M. Molenaar, Tulp, De Vos, Jansen, Cohen,
Westra, IJ. de Vries, B. Molenaar, Van Weideren baron
Rengers, Fransen en Collet.
Afwezig zonder kennisgeving 2 leden: mevrouw Buis
manBlok Wijbrandi en de heer Oosterhoff.
Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Bur
gemeester.
1. Wordt medegedeeld:
1. dat bij Koninklijk besluit van 19 October 1922
no. 51 ongegrond wordt verklaard het beroep van den
Raad tegen het besluit van Gedeputeerde Staten tot
niet-goedkeuring van het raadsbesluit van 28 Maart
1922 tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst
1922 betreffende het aanbrengen van een uitgaafpost
ad 44.100.wegens kosten van het maken van een
walmuur met bestrating en rioleering langs den Ooster
singel.
De heer De Boer: Het landelijk schoon is gered!
2. dat Gedeputeerde Staten:
a. hebben goedgekeurd het raadsbesluit van den 24
October 1.1. tot verhuring van drie perceelen weiland
aan P. Jellema alhier;
b. hebben verdaagd de beslissing op het ter goed
keuring ingezonden raadsbesluit van 10 October 1.1. tot
aanvaarding van een voorschot uit 's Rijks kas van ten
hoogste 79.940.ten behoeve van den bouw van 20
arbeiderswoningen door de woningvereeniging „Beter
Wonen" te Leeuwarden.
3. bericht van inej. I. Disselsma te Rolde dat zij de
benoeming tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 6b
aanneemt.
De punten sub 13 worden voor kennisgeving aan
genomen.
4. adres van A. Westra alhier om hem vergunning
te verleenen tot het plaatsen van een kiosk in de ge
meente voor den verkoop van sigaren enz. bij voorkeur
op het Stationsplein, de Nieuwestad of bij de Noor-
derbrug.
De Voorzitter, eerst willende voorstellen het adres in
handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om
prae-advies, vraagt, nadat hij de bedoeling van het
adres heeft herhaald, of de Raad bepaald prae-advies
op het adres wenscht of dat hij het direct wil afdoen.
De heer Lautenbach: Ik voor mij vind prae-advies
absoluut niet noodig. Gedachtig aan de vroegere dis
cussies, die wij hierover hebben gehad, kunnen we het
adres zoo wel afwijzen.
De Voorzitter: Dezelfde discussies, die de heer Lau
tenbach bedoelt, had ik ook in mijn hoofd. Heeft een
van de leden er bezwaar tegen het adres af te wijzen?
Met algemeene stemmen wordt besloten op het adres
een afwijzende beschikking te nemen.
5. schrijven van het bestuur der vereeniging „Neder-
landsch Hervormde schoolvereeniging", gevestigd te
Leeuwarden, houdende mededeeling dat het er zich mee
kan vereenigen dat zijn adres betreffende de verstrek
king van gelden uit de gemeentekas voor den bouw
van eene bijzondere lagere school enz. wordt geacht
bij den Raad te zijn ingekomen op 1 November j.l. in
plaats van 5 September daaraanvoorafgaande.
Naar aanleiding hiervan deelt de Voorzitter mede,
dat, aangezien art. 75 der Lager Onderwijswet 1920 het
nemen van eene beschikking op adressen van dezen
aard binnen drie maanden voorschrijft, de verplichting
met onderling goedvinden tot 31 Januari e.k. wordt
opgeschort.
Wordt met inachtneming der door den Voorzitter
gemaakte opmerking voor kennisgeving aangenomen.
6. adres van B. Hattuma e. a. allen bewoners van
de Westerstraat alhier, houdende verzoek aan de be
strating aldaar de noodige verbetering te doen aan
brengen.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Aluller zou naar aanleiding hiervan wel een
paar woorden willen zeggen. Indertijd, in 1920, is door
dezelfde bewoners een dergelijk adres bij Burgemeester
en Wethouders ingezonden en dezen hebben in 't laatst
van 1920 naar aanleiding daarvan geantwoord dat,
zoodra de verzakking daar tot stilstand was gekomen,
de bestrating zou worden opgehaald. Spreker heeft nu
eens een kijkje genomen bij die straat, maar moet zeg
gen dat het werkelijk meer dan noodzakelijk is dat daar
verandering komt. Bij de begrooting is door spreker
ook op die straten gewezen. Hij zou nu graag willen
dat Burgemeester en Wethouders toezegden, dat die
straten daar binnen den kortst mogelijken tijd in een
zoodanigen toestand zullen worden gebracht, dat die
bewoners zich ook op een manier kunnen bewegen als
door belastingbetalende burgers kan worden geëischt.
De heer O. F. de Vries (wethouder) kan wel kort
antwoorden. Direct na de begrootingsvergadering is de
kwestie omtrent die straten in het college besproken.
Het zijn daar over 't algemeen particuliere straten. Bin
nenkort zullen er nu waarschijnlijk voorstellen komen,
waarbij die straten op een voor beide partijen schappe
lijke manier in handen der gemeente kunnen komen.
Als dat wordt aangenomen, kan de zaak binnenkort
haar beslag krijgen.
De heer Muller zou dan nog de vraag willen stellen
of de Westerstraat een particuliere straat is of dat zij
in beheer is bij de gemeente.
De Voorzitter wil daar zelf even op antwoorden, om
dat hij hier op 't oogenblik heeft het besluit van Burge
meester en Wethouders, zooals zij hebben geantwoord
op de vraag die in 1920 is gedaan. Uit wat hier staat,
zou spreker zeggen dat de Westerstraat in onderhoud is
bij de gemeente. Na het besluit nog even te hebben
doorgezien, vervolgt spreker, dat het toen blijkbaar
ging over het in orde maken van de straat en het door
trekken van de Westerstraat. Burgemeester en Wet
houders hebben toen geantwoord ook aan denzelfden
adressant Hattuma dat, zoodra de verzakking zou
zijn tot staan gekomen, de straat bestraat zou worden
en dat tot doortrekking van de straat de gemeente de
macht niet had, omdat de daarvoor noodige grond zich
in particuliere handen bevond. Men zou daaruit dus
moeten opmaken dat de Westerstraat bij de gemeente
zelf in onderhoud is.
Spreker stelt nu voor het adres in handen van Bur
gemeester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
7. schrijven van de besturen der Algemeene Winke
liers-, Industrie- en Handelsvereeniging e. a. midden-