VergaderiDD van Dinsdag 28 November 1922.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1922. 383
Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Berghuis,
I.autenbach, M. Molenaar, Koopal, Muller, Visser, Van
der Werff, De Boer, Oosterhoff, Van Weideren baron
Rengers, Zandstra, Fransen, Tiemersma, De Vos, O. F.
de Vries, Jansen, Dijkstra, Dijstra, IJ. de Vries, Westra,
Cohen, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heer
B. Molenaar.
Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer
Tulp, zonder kennisgeving de heer Collet.
Voorzitter: de heer J. H. Berghuis, wethouder.
I. De Voorzitter deelt den Raad mede dat de Bur
gemeester voorloopig door ziekte is verhinderd de
raadszittingen te presideeren. In zijn schrijven, waarbij
hij spreker verzocht deze vergadering te presideeren,
heeft de Burgemeester spreker meteen verzocht den
Raad deze mededeeling te doen, dat de Burgemeester
reeds sinds geruimen tijd een lichte blinde darm-ont
steking had en dat hem nu door zijn medicus is aan
geraden 14 dagen absolute rust te houden om zoo door
ligging de ontsteking te doen genezen.
II De verslagen der vergaderingen van 12 en 26
September 1922 worden onveranderd vastgesteld.
III. Wordt medegedeeld:
1. dat bij Koninklijk besluit van 10 November 1922
no. 33 is goedgekeurd het raadsbesluit van den 10 Oc
tober 1922 tot heffing van opcenten op de hoofdsom der
rijks personeele belasting.
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesuiten d.d.:
24 October 1.1. betreffende het aanvaarden van voor
schotten uit 's Rijks kas ten behoeve van den bouw van
60 arbeiderswoningen op terreinen ten zuiden van den
Harlingerstraatweg;
31 October 1.1., waarbij aan het bestuur der veree-
niging „Pro Juventute" in het arrondissement Leeuwar
den een subsidie is verleend van 150.voor het
dienstjaar 1923.
3. rapport omtrent de kasopneming van het bedrijf
der gemeentereiniging.
4. bericht van H. de Vries te Leiden dat hij de be
noeming tot onderwijzer in de gymnastiek aan scholen
voor openbaar lager onderwijs alhier aanneemt.
5. schrijven van den Nederlandschen Roomsch-
Katholieken Bond van Overheidspersoneel „St. Paulus"
te 's Gravenhage waarbij wordt ingezonden afschrift
van eene resolutie aangenomen op een buitengewoon
congres van dien bond, gehouden te Utrecht, betreffende
de voorwaarden voor hare medewerking aan eene even
tueel noodige versterking der financieele positie van
stad en land.
De punten sub 15 worden voor kennisgeving aan
genomen.
6. schrijven van de vergadering van Rijks ambte
naren en onderwijzers, bijeengeroepen te Drachten door
het comité van actie tegen de voorgestelde classificatie
van gemeenten, waarbij ter kennis van den Raad wordt
gebracht de door die vergadering aangenomen, bij het
schrijven overgelegde, motie.
Wordt voorgesteld dit schrijven voor kennisgeving
aan te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar: De motie, die hierbij aan 's
Raads instemming wordt onderworpen, is ongeveer ge
lijkluidend als de motie, die wij gisteravond in de krant
hebben kunnen lezen en die blijkbaar is aangenomen
op een vergadering van rijkspersoneel hier ter stede.
Uit dat persbericht zou kunnen blijken, dat die verga
dering en die motie uitgaan van het gansche rijksperso
neel. Dat is niet juist. Een groot deel van het rijksper
soneel, van de onderwijzers en van het spoorwegper
soneel staat niet op het standpunt, waarvan deze motie
uitgaat. Deze motie vraagt niet alleen instemming met
de actie tegen herclassificatie, maar verzoekt ook in
stemming met de actie tegen de classificatie in haar
geheel. Nu staan de moderne organisaties, aangesloten
bij het A. C. O. P., juist op het standpunt, dat de actie
niet in die richting moet worden gevoerd, n.l. niet in
de richting om de classificatie geheel af te schaffen.
Zij staan op het standpunt, dat men van twee kwaden
het minst kwade moet kiezen. Gezien nu het verschil
in loon in de vrije bedrijven, zullen in de verschillende
plaatsen gelijke loonen voor de ambtenaren toch niet
zijn te bereiken. Wanneer deze toch gelijk werden ge
maakt, zou, indien daarna een actie zou ontstaan,
in de groote plaatsen een toeslag worden ver
leend, waardoor de ambtenaren in de kleine plaatsen
nog meer gedupeerd zouden worden. Dat is de reden,
waarom deze bonden staan op het standpunt van een
classificatiesysteem met een zoo gering mogelijken af
trek. Op grond nu dat deze motie een geheel ander
standpunt inneemt, kan ik er in meegaan, dat daaraan
geen steun wordt verleend en de motie dus voor kennis
geving wordt aangenomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Punt 6 wordt voor kennisgeving aangenomen.
7. adres van het Leeuwarder comité tegen „de
onderwijsverslechtering", houdende verzoek bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaal instemming te wil
len betuigen met het daarbij overgelegde adres van het
hoofdbestuur der vereeniging „Volksonderwijs" e. a., op
de verslechtering betrekking hebbende.
Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan
te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer zal over het adres niets zeggen,
omdat hij eigenlijk wel mag veronderstellen dat de
heele Raad bekend is met de actie en den inhoud van
het adres. Toch zou hij willen verzoeken dat dit punt
niet voor notificatie wordt aangenomen, maar dat de
Raad van Leeuwarden adhaesie betuigt aan dit adres.
Spreker doet bij dezen dat voorstel.
De heer Dijstra heeft ook kennis genomen van den
inhoud van het adres, maar voor hem bestaat er geen
aanleiding om aan dat adres adhaesie te betuigen. Het
wil hem voorkomen dat de volksvertegenwoordigers ge
noegzaam capabel zijn om het zelf te beoordeelen en
dat het niet op den weg der gemeente ligt om iets der
gelijks op deze wijze te steunen.
De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wet
houders meedeelen dat het voorstel, om dit punt voor
notificatie aan te nemen, niet is op grond dat Burge
meester en Wethouders geen' adhaesie willen betuigen
aan het adres, maar speciaal omdat zij ook vinden dat
dit meer ligt op den weg van de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten
De heer Lautenbach: Die doet het.
De Voorzitter dat deze het uit eigen oogpunt
moet doen en de Raad als zoodanig het niet individueel
moet doen.
De heer De Boer Nu de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten, zooals ik hoor, adhaesie betuigt,