386 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1922. Wat betreft de opmerking over die 2Y2 cent, die tegen de slagers is uitgespeeld, het staat nog niet zoo vast, dat zij met 1 cent uit kwamen. Men beschouwt dat misschien als een eenvoudig rekensommetje als 2 X 2 4, maar er zijn ook slachtdeelen aan een koe, waarop die 2/2 cent niet geheven kan worden. Zoodoende kan het van andere zijde ook wel eens anders worden voor gerekend. De vraag is hier nu maar wat het grondbeginsel is: dat de keurloonen een klein surplus moeten opleveren of dat zij een belangrijke bron van inkomsten moeten vormen. Dan kan spreker zich aansluiten bij het stand punt van den heer Dijstra, dat men moet hebben een ruime dekking der kosten, maar meer ook niet. De heer De Boer kan zich geheel aansluiten bij het laatste wat de heer Westra zegt; ook hij is van meening dat de keuring van geslacht vee niet een bron van in komsten voor de gemeente moet zijn. Hij gelooft dat niet een raadslid op het standpunt staat dat het wel zoo moet zijn. Maar men heeft hier een zaak in wording. En wat voor beteekenis heeft het nu om in den korten tijd, dat deze zaak haar beslag kan krijgen, de keurloonen te herzien? En tegen den heer Visser zou spreker willen zeggen: Welk recht hebben de slagers om zich op te werpen als beschermers van de consumenten? Welk recht hebben de slagers, die door hun politiek hebben bewezen precies het tegendeel te hebben gedaan en te hebben gewild, om nu met een adres bij den Raad te komen ten einde de consumenten een voordeel te be zorgen? Het lijkt spreker toe dat dit weer is hij kan holanders niet noemen een soort van middenstands- politiek en het spijt hem dat de heer Visser, die anders nog al fijngevoelig is, in dezen val is gelokt. De heer Visser, met verlof van den Raad voor de derde maal het woord verkrijgende, is het in zooverre met den heer De Boer eens, dat hij ook niet royaal aan vaardt het motief, dat door de slagers naar voren is gebracht. Zijn eenige bedoeling is hier een principieel handelen. Om voor het belang van de consumenten te werken, dat doet geen enkel producent, ieder is het er om te doen om winst te maken. Spreker weet ook dat er waarheid zit in 't geen de heer Jansen naar voren heeft gebracht; dat destijds de slagers direct meer dan het keurloon op den kostprijs hebben gelegd, voelt ook onsympathiek aan. Maar dat is geen reden om dit adres zonder meer aan kant te gooien. Dat is een bot afwijzen, een sanctionneeren van het kwaad. Dat zou beteekenen: Ga maar door op den ingeslagen weg, wij sanction neeren Uw houding. Spreker zou althans de slagers in de gelegenheid willen stellen en daarom prae-advies wenschen. Hij zou dan niet alleen de slagersvereeniging haar standpunt uiteen willen laten zetten, hoe zij komt aan haar berekening, maar ook door het college willen doen onderzoeken of die berekening goed of foutief is, of het waar is dat te hooge keurloonen worden geheven en of het mogelijk is met veel lager heffing nog winst te maken. Het college zal dus in zijn prae-advies met cijfermateriaal moeten komen of het niet mogelijk is dat een lagere heffing kan geschieden. De heer Lautenbach: Ik zal heel kort zijn. Het wil mij voorkomen, dat mijn rechterbuurman (de heer Dijstra) de zaak in de juiste proporties heeft gesteld. Het is hier op 't oogenblik niet de vraag wat de slagers hebben gedaan en nagelaten, maar het is de vraag of het billijk en juist is dat, zooals zij meedeelen, door de gemeente zoo'n enorme winst wordt gemaakt. Er is hier iemand die spreekt van ,,een val" en van „er in zitten", maar ik zou zeggen: daar zitten verscheidenen in. De heer Dijkstra (wethouder) kan na deze debatten wel kort zijn. Hij zal niet in herhaling treden van wat hij in eerste instantie heeft gezegd, maar wil er alleen op wijzen dat, wat in dit adres naar voren is gebracht, eigenlijk door een zeer groot deel van de slagers niet wordt onderstreept, omdat is vastgesteld dat een be langrijk deel van de slagers het bedrag van de keur loonen zoo onbelangrijk achtte, dat zij het niet heeft verhaald op de consumenten. Spreker meent dat bij de vorige discussies ook te hebben gezegd. Hij weet dat dit een feit is. Daarmee vervalt dan ook eigenlijk geheel, wat in het adres naar voren is gebracht. Het zou verder al te gek zijn dat de Raad een ver ordening, die nog maar een paar maanden werkt en waarvan men nog heel veel moet afwachten, nu al weer ging wijzigen. De heer Westra zegt wel dat men de begrootingscijfers niet zou behoeven te wijzigen, maar spreker zou de consequenties daarvan niet graag aan vaarden. Als men de inkomsten belangrijk ging ver minderen zonder daarbij een begrootingswijziging toe te passen, dan kon het wel eens raar uitkomen. De verordening werkt nog inaar pas, of men nog een keur meester noodig zal hebben weet men ook niet. De prac- tijk zal nog moeten worden afgewacht. Het college heeft zich daarom op het standpunt gesteld: laten we het eens een jaar aanzien. Spreker zou daarom willen voorstellen dit adres af te wijzen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om het adres sub 11 af te wijzen wordt met 15 tegen 8 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren Berghuis, M. Molenaar, Koopal, Muller, De Boer, Oosterhoff, Van Weideren baron Rengers, Zandstra, Tiemersma, De Vos, O. F. de Vries, Jansen, Dijkstra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heer B. Molenaar. Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Visser, Van der Werff, Fransen, Dijstra, IJ. de Vries, Westra en Cohen. 12. bericht van E. J. Beerents dat hij intrekt zijn verzoek om erfpacht van een perceel bouwterrein aan de zuidwestzijde van de Bleeklaan. In verband hiermede vervalt het voorstel van Bur gemeester en Wethouders onder punt 11 der agenda voor heden. 13. dat Burgemeester en Wethouders: o. aan J. en H. Hettema alhier een gedeelte van blok VIII der terreinen tusschen het Cambuursterpad en den Oostersingel in erfpacht hebben afgestaan, groot 460 M-., waarde 3910.jaarlijksche erfpachtssom 234.60; b. aan 1J.-J. en N. Damsma alhier bij openbare in schrijving hebben gegund de levering van 400 stuks Amerikaansch grenen privaattonnen ten dienste der gemeente-reiniging voor 2340. Wordt voor kennisgeving aangenomen. IV. De Voorzitter deelt mede dat nog van den heer Muller is ingekomen een motie, luidende als volgt: „De Raad, gezien de groote werkloosheid, van meening dat het voor deze menschen steeds moeilijker wordt om van de weinige uitkeering, die zij genieten, nog een bedrag af te zonderen voor ver warming van hun respectievelijke woningen, besluit Burgemeester en Wethouders te verzoeken voor de eerstvolgende raadsvergadering een schema te ontwerpen, waardoor het mogelijk wordt gemaakt, dat aan deze werkloozen, gedurende een viertal maanden, tweemaal per maand een mud cokes wordt verstrekt tegen de helft van den prijs, welke parti culieren daarvoor betalen." De heer Muller zou willen voorstellen dat deze motie de volgende raadsvergadering een punt van bespreking Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1922. 387 zal uitmaken. Men kan het in de portefeuille leggen en de verschillende leden en ook Burgemeester en Wet houders hebben dan de gelegenheid de zaak eens te overdenken. De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en Wet houders geen bezwaar hebben en de Raad zal waar schijnlijk ook geen bezwaar hebben dat dit punt den volgenden keer op de agenda voorkomt als voorstel van den heer Muller. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (Agenda no. 2). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om mej. A. H. van der Kolk en mej. H. H. Zijlstra over te plaatsen, onderscheidenlijk als onder wijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 8b naar gemeenteschool no. 4 (school voor u. I. o.) en als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 7a naar gemeente school no. 14a. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 2 (Agenda no. 3). Benoeming van eene onderwij zeres in de handwerken aan de school voor u. I. o., gemeenteschool no. 4 (vacature mej. T. A. M. Stoett). De voordracht luidt als volgt: 1. mej. G. L. Oosterhoff, alhier. 2. K. Jongsma te Joure. 3. mevr. M. DeinemaHulshof, alhier. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. G. L. Oosterhoff, alhier. 3 (Agenda no. 4). Benoeming van eene onderwij zeres aan gemeenteschool no. 7a (vacature mej. H. H. Zijlstra). De voordracht luidt als volgt: 1. mej. M. van der Meulen, tijdelijk onderwijzeres aan gemeenteschool no. 12, alhier. 2. mej. A. Westra, onderwijzeres te Bierum. 3. H. C. Jager, onderwijzeres te Wildervank (vroeger te Sebaldeburen). Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. M. van der Meulen, voornoemd. 4 (Agenda no. 5). Benoeming van eene onderwij zeres aan de schippersschool wegens uitbreiding van personeel. De voordracht luidt als volgt: 1. mej. A. C. Jaarsma, tijdelijk onderwijzeres aan de Schippersschool. 2. mej. M. van der Meulen, tijdelijk onderwijzeres aan gemeenteschool no. 12, alhier. 3. mej. A. Westra, onderwijzeres te Bierum. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A. C. Jaarsma, voornoemd. 5 (Agenda no. 6). Benoeming van twee leeraren in het handteekenen aan de burgeravondschool, voor den cursus 1922/1923. De voordrachten luiden als volgt: a. 1. E. Caspers, onderwijzer (plaatsvervangend hoofd) aan gemeenteschool no. 6a, alhier; 2. P. Glazema, leeraar-directeur aan de avond- vakteekenschool te Franeker. b. 1. P. Glazema, voornoemd; 2. E. Caspers, Worden benoemd: in de vacature sub a E. Caspers, voornoemd, met 21 stemmen en 1 biljet van onwaarde; in de vacature sub b P. Glazema, voornoemd, met 22 stemmen. 6 (Agenda no. 7). Benoeming van een curator van het gymnasium, wegens periodieke aftreding van dr. J. C. Schreuder. De aanbeveling luidt als volgt: 1. Dr. J. C. Schreuder; 2. Dr. A. Vonck; 3. Dr. A. Overbosch. Wordt benoemd Dr. J. C. Schreuder met 21 stemmen en 2 stemmen op Dr. A. Overbosch. 7 (Agenda no. 8). Benoeming van twee leden der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs wegens periodieke aftreding van mevr. Mr. J. H. GoslingsLysen en van den heer S. Nijholt. De aanbeveling luidt als volgt: Vacature mevr. Mr. GoslingsLijsen: 1. mevr. Mr. J. H. GoslingsLysen; 2. M. SprengerBaart de la Faille; 3. M. L. Beucker AndreaeZeverijn. Vacature S. Nijholt: 1. de heer S. Nijholt. In de eerste vacature wordt benoemd mevr. Mr. J. H. GoslingsLysen, met 22 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. In de tweede vacature wordt benoemd de heer S. Nij holt, met 13 stemmen, 1 stem op O. Nijholt en 5 stem men op Schoondermark, terwijl 4 biljetten blanco zijn ingeleverd. De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wethou ders meedeelen dat zij punt 8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met L. Winters, alhier, voor 1923 te verlengen de overeenkomst betreffende het onderhoud enz. van kachels in gemeentegebouwen terug nemen, om binnenkort met een ander voorstel dienaangaande bij den Raad te komen. 9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot kwijtschelding der boete, aan S. Vel- li nga te Apeldoorn opgelegd wegens vertraagde opleve ring van het ijzeren hek om het terrein bij de water gasfabriek. Dit voorstel luidt als volgt Den 27 Februari 1922 is openbaar aanbesteed het leveren van een ijzeren hek om het terrein bij de water gasfabriek, waarvoor bij Uw besluit van 8 November 1921 een crediet van 7454.werd toegestaan. Gun ning heeft plaats gehad aan den laagsten inschrijver S. Vellinga te Apeldoorn voor 6350.en overeen komstig het voor dit werk gereed gemaakte bestek. Dit bestek bepaalt, dat alle schaden gedurende den bouw tot de finale oplevering ten laste van den aannemer komen en voorts, dat het werk 4 maanden na de gun ning moest worden opgeleverd en voor iederen dag na werken over die tijdsbepaling 5.op de aannemings som zal worden gekort. Het werk is niet op tijd gereed gekomen, zoodat 350.boete is beloopen. Bovendien zijn door deze te late oplevering door het bedrijf kosten gemaakt voor het houden van toezicht op het terrein en is door de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1922 | | pagina 3