396 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1922.
17. H. J. Louwhoff te Leeuwarden de stoep gelegen
voor het pand aan de Voorstreek no. 283, kadastraal
bekend Sectie A no. 1024,
onder bepaling dat uit de overdracht voor de tegen
woordige eigenaren geen kosten voortvloeien en het
uitkomende materiaal hun eigendom zal blijven;
B. de onder A bedoelde stoepen en trottoirgedeelte
te bestemmen voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10 Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester
en Wethouders om van J. Vergonet. alhier in eigendom
over te nemen een strook grond aan de Reindershuurt
Dit voorstel luidt als volgt
De tuin behoorende bij het hoekhuis Reindersbuurt/
Hebuurt springt een eind in de straat (Eebuurt) vooruit.
Dit huis en de tuin zijn onlangs in andere handen over
gegaan en de nieuwe eigenaar, de heer J. Vergonet, is
genegen om het vooruitspringende gedeelte aan de ge
meente af te staan. Het af te stane gedeelte wordt be
grensd aan de tuinzijde door een lijn getrokken in het
verlengde van den gevel van het noordelijk eerstvolgende
huis. Op de overgelegde situatie is deze lijn met groenen
inkt aangegeven. Het deel ten westen hiervan gelegen,
groot 15 M2., wordt afgestaan. De Directeur der
gemeentewerken begroot de kosten van het in orde
maken van het terrein en van den nieuwen scheidings
muur op 566.62V->. Van de stoep van het noor
delijk liggende huis af wordt dan een smal trottoir
gelegd van Utrechtsche drieling naar het zuiden toe
in aansluiting met het bestaande trottoir maar smaller,
zooals op de teekening is aangegeven. Het overige
terrein wordt met waaïklinkers bestraat. Nu op deze
wijze de eigenaar zijne medewerking verleent meenen
wij, dat deze moet worden aanvaard en dat het verkrij
gen van een beteren toestand ter plaatse het brengen
van dit offer van de zijde der gemeente wel waard is.
Wij geven U alzoo in overweging te besluiten:
.4. van den heer J. Vergonet, alhier, over te nemen
de westelijke strook grond van diens tuin, kadastraal
bekend Sectie A no. 1594, als op de bijbehoorende
situatie is aangegeven, ter grootte van 15 M-\, voor
de som van 1.onder bepaling, dat uit deze over
dracht voor den tegenwoordigen eigenaar verder geen
uitgaven voortvloeien en de gemeente op haar kosten
op de nieuwe grens langs de straat een muur plaatst;
B. de onder A bedoelde strook grond voor den pu
blieken dienst te bestemmen en tot straat en trottoir aan
te leggen en daarvoor aan Burgemeester en Wethouders
een crediet te verleenen van 566.621/2
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11 Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan de Noord Nederlandsche Coöpera
tieve eier-, pluimvee-enz.handel, afd. Friesland, ver
gunning te verleenen tot het hebben van lichtramen,
uitzicht gevende op gemeentegrond nabij de Posthoorn-
steeg.
Dit voorstel luidt als volgt
De vereeniging Noord-Nederlandsche Eier-, Pluimvee-,
Voeder-, Bijenteeltproducten-, Konijnen- en Fruithandel,
afdeeling Friesland, heeft hare gebouwen uitgebreid met
eene bergplaats voor pluimvee nabij de Posthoornsteeg
op het perceel kadastraal bekend Sectie G no. 11336.
Het gebouwtje grenst aan eene zijde aan niet voor het
openbaar verkeer openstaanden gemeentegrond, zoodat
zonder vergunning geen ramen aan die zijde mogen
worden aangebracht. Namens de vereeniging heeft
S. Hellinga, alhier, bij brieven van 27 October en 15 No
vember 1.1. tot ons het verzoek gericht te willen bevor
deren dat aan bovengenoemde vereeniging vergunning
verleend wordt tot het hebben van 4 naast elkaar ge
plaatste lichtramen in bovenvermelde bergplaats.
Tegen het inwilligen van dit verzoek, mits de ver
gunning ter bede verleend wordt en het glas ondoor
zichtig is, bestaat noch bij den Directeur der gemeente
werken noch bij ons eenig bezwaar.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten:
aan de Noord-Nederlandsche Coöperatieve Eier-,
Pluimvee-, Voeder-, Bijenteeltproducten-, Konijnen- en
Fruithandel, afdeeling Friesland, vergunning te verlee
nen tot het tot wederopzeggens hebben van een viertal
lichtramen van ondoorzichtig glas in haar gebouwtje,
aangebracht op de wijze als is aangegeven op de tee
kening, behoorende bij de bouwaanvrage voor dat ge
bouwtje van 12 September 1922, op het perceel ka
dastraal bekend Sectie G no. 11336, grenzende aan den
gemeentegrond no. 11337 in dezelfde sectie, tegen een
recognitie van 1.per jaar.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
12 [Agenöa no. 12). Voorste! van de heeren Zandstra
en De Boer betreffende uitreiking van een brochure
„Nu uw kind op school gaat" aan ouders van school
gaande kinderen
Het op dit voorstel betrekking hebbende schrijven
van genoemde heeren aan de leden van den Raad luidt
als volgt:
„Op Dinsdag 31 October j.l. werd door onderge-
„teekende bij de behandeling der gemeente-begrooting
„voorgesteld om post 199 met 100.te verhoogen,
„teneinde Burgemeester en Wethouders in de gelegen
heid te stellen aan de ouders, welke hun kinderen ter
„school zenden, het boekje uit te reiken, getiteld. „Nu
„Uw kind op school gaat."
„Een der leden verklaarde zich niet over het voorstel
„uit te kunnen spreken, daar hij den inhoud van het
„boekje niet kende.
„Deze verklaring deed ons het voorstel terug nemen,
„onder belofte het een volgende vergadering weer te
„zullen indienen en daarbij het bedoelde boekje over te
„leggen.
„Hierbij hebben wij de eer, onder overlegging van een
„exemplaar ter kennismaking van de leden van den
„Raad, het volgende voorstel te doen:
„Ondergeteekenden stellen voor aan Burgemeester
„en Wethouders een crediet van 100.te verleenen,
„teneinde hun in de gelegenheid te stellen aan ouders,
„welke voor het eerst hun kind of kinderen naar school
„zenden, een exemplaar te doen uitreiken van het
„werkje „Nu Uw kind op school gaat."
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer: Wat is het advies van Burgemeester
en Wethouders
De Voorzitter Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders is om aan het verzoek niet te voldoen.
De heer De Boer: Mag ik even vragen wat de motieven
van dat advies zijn
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders kunnen
er zich eigenlijk niet mee vereenigen dat de gemeente
zich ook op dit gebied gaat uitbreiden. Ik heb het den
vorigen keer ook al gezegd: een eenigszins goede moe
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1922. 397
der voelt al wat nuttig en noodzakelijk voor haar kind
is. Dat nu staat op eenvoudige populaire wijze be
schreven in dat boekje. Maar ik stel het mij zoo voor:
als men het niet voelt, dan geeft het boekje nóg niets.
Dat is hoofdzakelijk het motief geweest van Burge
meester en Wethouders, dat dit niet ligt op den weg
der gemeente. Buitendien krijgen de kinderen op school
gezondheidsleer het wordt hun dus tóch meegedeeld.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi kan zich niet
met het standpunt van den Voorzitter vereenigen. Zij
is het er volkomen mee eens, dat het zoo moest zijn, dat
iedere moeder dat voelen moest. Maar dat is niet zoo.
Men bemerkt het wel bij het organiseeren van moeder
cursussen, dat de vrouwen zeer verlangend en ijverig
zijn om voorgelicht te worden. Spreekster geeft toe dat
dit een klein middeltje is, maar het is toch iets, dat helpt.
Het is niet alleen in het belang van die kinderen, wier
moeders het nog noodig hebben, omdat zij het niet
weten, maar het is in het belang van alle kinderen, dat
de kinderen, die op school komen, voldoende gereinigd
en behandeld worden. Spreekster acht dit noodzakelijk
en vindt het een algemeen belang. Zij wil volstrekt niet
zeggen dat de moeders dan dadelijk alle kinderen rein
en gezond naar school zullen sturen, maar zij is er toch
van overtuigd dat dit een klein middel ter verbetering
is. En waar van alle kanten altijd op de verzorging van
de kinderen wordt aangedrongen, zou zij willen dat alle
moeders wisten, wat in dit boekje staat. Daarom is zij
er sterk voor, dat het wordt uitgereikt; zij gelooft dat
de 100.die daarvoor wordt uitgetrokken, goed be
steed is. Spreekster zal haar stem dan ook geven aan
het voorstel van de heeren Zandstra en De Boer.
De heer Dijstra zal tegen dezen post stemmen. Het
lijkt hem meer gewenscht toe, dat dergelijke kwesties
ter sprake worden gebracht op de ouderavonden; daar
heeft men een magnifieke gelegenheid daar zijn de
ouders bij elkaar
De heer Fransen Als ze komen
De heer Dijstra: Hier wordt de opmerking ge
maakt als ze er zijn. Maar spreker meent dat de ouders
dan maar eenige interesse aan den dag moeten leggen
voor de verzorging van hun kinderen en voor goed on
derwijs. Het wil spreker voorkomen dat, als men deze
kwestie op de ouderavonden ter sprake brengt, dit een
uitgezochte gelegenheid is om op die manier werkzaam
te zijn voor de goede verzorging van het kind, zoowel
geestelijk als lichamelijk.
Den heer Jansen is het voorstel dat hier ligt, uiterst
sympathiek, maar hij heeft zich de vraag gesteld: Waar
blijven wij zoo? Als men vandaag dit boekje uitreikt,
zal dan misschien niet het volgend jaar een
grooter noodig blijken Spreker is het niet met het
college eens, dat het niets zal geven; het zal ten opzichte
van de ouders, die nog niet aan de matigste eischen,
die aan het kind kunnen worden gesteld, voldoen, wel
iets goeds doen. Maar men weet niet waar het eind is,
als men op die manier opvoedkundig gaat werken.
Spreker staat hier zeer sympathiek tegenover, maar hij
huivert om op dezen weg te beginnen, omdat men niet
weet waar het eind is. Het volgend jaar zal men mis
schien weer met een grooter boekje komen. Dit is een
gevaarlijk terrein. Spreker gelooft ook dat de ouder
avonden voor deze kwestie disponibel moeten worden
gesteld. Of, zooals hij het pas in de scholen heeft ge
zien, waar de kinderen er op werden gewezen door
Sinterklaas, die enkele kinderen bij zich liet komen en
de kinderen er over onderhield. Spreker gelooft dat dit
ook opvoedkundig kan werken. Als men het echter op
deze manier gaat bevorderen, weet men niet waar 't
einde is.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wou zeggen dat
zij het uitstekend vindt dat de zaak ook op de ouder
avonden wordt besproken. Daarmee kan zij zich vol
komen vereenigen. Maar zij is er van overtuigd dat men
op dit punt nooit genoeg kan doen en dat men èn door
het bespreken op de ouderavonden èn door het geven
van cursussen èn door de verspreiding van dit boekje
de zaak zooveel mogelijk moet bevorderen. Zij gevoelt
er óók voor dat het punt op de ouderavonden wordt
besproken, maar het moet hier ook wezen „frappez,
frappez toujours" als men er het heele volk van door
dringen zal.
De heer De Boer: Ik wou deze opmerking maken, dat
naar mijn meening alle middelen moeten worden aan
gegrepen, die de volksgezondheid, dat is de volkskracht,
kunnen verhoogen. De heer Jansen heeft de opmerking
gemaakt, dat wij niet weten waar wij op deze wijze
blijven, als hier een begin wordt gemaakt. Toen bij de
begrooting deze zaak ter sprake is gekomen, heb ik den
wethouder van Onderwijs een boekje overhandigd, dat
nu op de scholen wordt uitgegeven en waar, naar mijn
meening, ernstige bezwaren tegen bestaan, omdat ik dat
een buitengewoon slecht boekje vind. Ik wil er dus op
wijzen dat hier niet iets nieuws wordt begonnen, maar
dat hier alleen een daad op beter terrein wordt over
gebracht. Ik geloof niet dat dit af te keuren is.
De heer IJ. de Vries: Deze zaak is indertijd op mijn
verzoek aangehouden, omdat ik eerst het boekje eens
wilde inzien, voor ik mijn stem kon bepalen. Ik voor mij
moet zeggen dat het mij spijt, dat er verschillende ouders
zijn, die de wenken, die in dat boekje staan nog noodig
hebben. Afaar als de sociaal-democratische fractie
werkelijk meent dat dit behoort tot een deel van het
onderwijs op de openbare lagere school, dan heb ik
niet de vrijmoedigheid om tegen te stemmen. Ik zal
dan ook voor stemmen, niettegenstaande ik het bedrag
van 100.hoog vind. Men kan er misschien wel
2500 van die boekjes voor krijgen en dan is het bedrag
te hoog.
De Voorzitter: Ze kosten 6 f2 cent per stuk.
De heer IJ. de Vries: Dan kan men voor 1000 exem
plaren nog met 65.volstaan. Maar als de sociaal
democraten het werkelijk noodig vinden voor het onder
wijs op de openbare lagere school, dan zal ik voor
stemmen, omdat men het beschouwt als een van de leer
middelen.
De heer Fransen hoort van den heer De Boer dat er
tegenwoordig op de scholen slechte boekjes worden
uitgegeven. Hij zou den wethouder van Onderwijs
willen vragen of het dezen bekend is dat dergelijke
slechte lectuur op de scholen wordt uitgegeven.
De Voorzitter: Ik heb van den heer De Boer inzage
gekregen van dat boekje en ik moet zeggen dat ik het
een heel mooi boekje vind. Er komen veel vaderlandsche
liederen in voor, eenige zijn uit de middeleeuwen, ge
maakt in de tijden van oorlogen en zij zijn in dien toon
geschreven. Zoo staan er heel veel van die liedjes in,
die ik absoluut niet slecht vind, maar waarin warme
vaderlandsliefde wordt opgewekt. Ik heb die liedjes
bijna allemaal gezongen en vind ze heel mooi. De heer
De Boer heeft toen gezegd dat het een gemeen boekje
is, maar ik ben dat niet met hem eens, absoluut niet.
De heer De Boer: Ik moet deze opmerking maken dat
het naar mijn meening niet opgaat, dat door U voor een
belangrijke groep van de bevolking wordt uitgemaakt
wat goed of slecht is. U hebt hier geen propaganda
voor het chauvinisme te maken, waar wij allen diep
gebukt gaan onder de gevolgen van dat chauvinisme.