14 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1923. niet het geval er is een groote groep van niet zeer vermogende ouders. Ik heb straks al één categorie ge noemd en ik weet toevallig dat er thans 2 meisjes op de meisjes-H. B. S. gaan, wier ouders bij invoering dezer regeling in de onmogelijkheid zullen komen om nog lan ger het schoolgeld te betalen. Zij zullen dus eenvoudig dit onderwijs niet meer aan hun kinderen kunnen laten geven. Ik geef toe, het kan allemaal op den langen duur niet door deze gemeente worden betaald. Maar binnen af- zienbaren tijd kan toch een schoolgeldregeling van regeeringswege worden verwacht, waarbij de gemeen ten worden gedwongen bij te dragen en daarom acht ik het beter dat men tot zoo lang wacht. De beraadslagingen worden gesloten. Met 18 stemmen tegen 1 stem wordt besloten overeen komstig het, met betrekking tot artikel 7 der verordening nader gewijzigde, voorstel van Burgemeester en Wet houders. Tegen stemt alleen de heer Oosterhoff, door daarvan aanteekening in de notulen te vragen 7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overdracht van het eigendomsrecht van het gedeelte van den trekweg Harlingen—Leeuwarden, voorzoover liggende binnen de gemeente Franeker, aan deze laatste gemeente, enz. Dit voorstel luidt als volgt Bij brief van 20 Juni 1922 no. 197B deelen Burge meester en Wethouders van Harlingen ons mede, dat de Raad der gemeente Franeker in beginsel heeft be sloten tot koop van het binnen die gemeente gelegen gedeelte van den trekweg Leeuwarden-Harlingen. Bij besluit van de Staten van Friesland van 16 April 1641 werd aan de magistraten der steden Leeuwarden en Harlingen vergunning verleend tot het aanleggen van een „treckpadt" tusschen beide plaatsen langs de vaart en bepaald, dat voor dezen aanleg „soovele van de naestliggende vaste Landen tot voors. treckpadt en een ringsloot zullen mogen nemen als zij (de magistraten) van nooden zullen hebben." Ingevolge de acte van societeyt van 17 October 1650 zouden de tollen en pro fijten, voor de bestrijding van het onderhoud van het trekpad geheven of verkregen wordende, aan elke ge meente voor de helft komen, terwijl de kosten hetzij van het onderhoud, hetzij van de verbetering van den weg mede door iedere gemeente voor de helft worden gedragen. Zonder gemeen advies en goedvinden kan geen verbetering ter hand worden genomen en uitge voerd. Deze akte vormt nog de basis van de regeling omtrent dezen weg voor wat de inkomsten betreft jaarlijks worden de tollen, op den weg geheven, gelij kelijk verdeeld. Voor de kosten van onderhoud is in 1685 den 17en April eene overeenkomst van separatie aangegaan. „Tot voorkominge van questiën, verschillen en exces sive onkosten over het onderholden en repareeren van den trekweg tusschen beide steeden" toch is in dat jaar „veraccordeert dat tusschen beide steeden eene sepa ratie en de lemytscheidinge zal worden gemaakt." Daarbij is bepaald, dat Leeuwarden zal dragen „de kosten van onderhoud van die stad af tot de paal omtrent Kingmatille en Harlingen de rest van den weg." Deze scheidpaal staat even ten oosten van Kingmatille. Op grond van het aangehaalde concessie-besluit zijn de gemeenten Harlingen en Leeuwarden eigenaressen van den weg en hebben zij alzoo het vrije beschikkings recht daarover. De acte van societeyt en die van sepa ratie, hiervoor genoemd, vormen voor de in het hoofd bedoelde overdracht geen beletsel. Ook de onderhouds plicht gaat dan voor dat gedeelte aan Franeker over. Voor de beide gedeelten van den weg ten westen en ten oosten van Franeker zou de bestaande regeling van de verdeeling der lasten en baten voorloopig blijven gelden. Het gedeelte dat aan Franeker overgaat is een stuk van den weg in onderhoud bij de gemeente Harlingen. Het deel bij die gemeente in onderhoud wordt daardoor in tweeën gesplitst het deel van Harlingen naar Fra neker en het deel van Franeker naar den scheidings- paal. Dit laatste deel sluit aan bij het deel van den weg in onderhoud bij onze gemeente. Wijl het over te dragen deel in onderhoud is bij Harlingen zou die gemeente zonder nadere bepaling bij de overdracht het meeste gebaat zijn. Om het voordeel gelijkelijk te verdeelen is overeengekomen dat Harlingen een afkoopsom zal betalen. Bij de berekening van die afkoopsom zijn tot grondslag genomen de kosten van onderhoud van de helft van het binnen Franeker gelegen gedeelte in de laatste 10 jaren. De jaarlijksche kosten kunnen worden gesteld op gemiddeld 709.49 en de afkoopsom naar een rentevoet van 5'/2 op 12900. Bij schrijven van den 9 Januari 1.1. berichten Burge meester en Wethouders van Harlingen dat zij zich met dit voorstel kunnen vereenigen en daaromtrent een be slissing van den Raad dier gemeente zullen bevorderen. Onder overlegging van stukken geven wij U in over weging A. met den Raad der gemeente Harlingen het vol gende besluit te nemen De Raden der gemeente Leeuwarden en Harlingen overwegende dat het gewenscht is van den aan deze gemeenten toebehoorenden trekweg Harlingen-Leeuwar- den, het gedeelte liggende binnen de gemeente Franeker aan deze gemeente in eigendom en onderhoud over te dragen besluiten het eigendomsrecht van het gedeelte van den trekweg Harlingen-Leeuwarden, voorzoover liggende binnen de gemeente Franeker, voor 1.over te dragen aan de gemeente Franeker onder bepaling dat het weggedeelte voor den publieken dienst be stemd blijft, dat alle rechten en verplichtingen, welke de gemeenten Leeuwarden en Harlingen, zoowel tezamen als ieder voor zich, ten aanzien van dit weggedeelte hebben, eveneens op de gemeente Franeker overgaan, dat ten behoeve van de archieven der gemeenten Leeuwarden en Harlingen kosteloos een gezegeld af schrift van de koopacte worde geleverd en dat alle kosten, op de overdracht vallende, ten laste van de gemeente Franeker komen B. tot verdeeling van de baten, voortvloeiende uit het opheffen van den onderhoudslast van het aan Fra neker over te dragen gedeelte van den weg, van de gemeente Harlingen te aanvaarden een bedrag van 12900.—. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar Dit voorstel houdt in dat de gemeenten Harlingen en Leeuwarden gezamenlijk een gedeelte van den trekweg aan Franeker zullen overdoen, zoo, dat het gedeelte, dat voor Harlingen overblijft in tweeën zal worden gesplitst het gedeelte van Har lingen tot den westkant van de gemeente Franeker en het gedeelte van den oostkant van de gemeente Franeker tot den scheidingspaal. Nu is mij in de correspondentie, die met Harlingen is gevoerd, opgevallen, dat Harlingen niet alleen voorstelde een vergoeding te geven voor het gedeelte, dat aan Franeker wordt afgestaan, maar dat Harlingen ook voorstelde om het gedeelte weg, dat loopt van Franeker tot den scheidingspaal ter lengte van 450 M. aan Leeuwarden over te doen, met bijstorting van een zoodanig bedrag, dat daaruit geen schade voor de gemeente Leeuwarden zou voortvloeien. Bij de stukken lag evenwel niet de gevoerde correspondentie, die van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1923. Leeuwarden is uitgegaan ik heb alleen gevonden het antwoord dat door Harlingen is gestuurd, zoodat wij niet het verloop van de besprekingen hebben kunnen volgen en niet weten op welke gronden Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden niet zijn ingegaan op het verzoek van Harlingen, iets, waartoe naar mijn meening wel alle reden bestaat. Men moet toch aannemen dat het onderhoud van dat gedeelte trekweg, dat op zoo grooten afstand van Harlingen ligt de beide deelen liggen op een afstand van 5 K.M. van elkaar voor Harlingen een groot bezwaar oplevert, terwijl het voor Leeuwarden een heel gering bezwaar zou zijn om dit onderhoud er bij te dragen. Ik zou dus in de eerste plaats willen vragen welke motieven het college hebben geleid om niet op dat verzoek van Harlingen in te gaan. In de tweede plaats is, als ik goed heb gezien, door Harlingen voorgesteld een jaarlijksche som te betalen, ongeveer gelijkstaande met de onderhoudskosten, terwijl het resultaat van de onderhandelingen is geweest dat Harlingen een afkoopsom betaalt, wat Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden dus liever hadden: Har lingen betaalt nu 12,900.hetgeen, indien ook dat gedeelte van 450 M. er door Leeuwarden bij genomen was, naar ik meen 15,000.geweest zou zijn. Maar afgezien daarvan is die 12,900.die Harlingen aan Leeuwarden moet betalen, de afkoopsom, berekend naar een rentevoet van 51/? van de jaarlijksche onder houdskosten. Was het nu werkelijk niet beter geweest om in te gaan op het voorstel van Harlingen, dat een jaarlijksche som wenschte te betalen? Want wat wordt met dit geld gedaan? Wordt het op het Grootboek ge zet Ik meen dat het dan maar 3 rente geeft. Als het niet zoo is, zal dit wel door het college worden verduidelijkt, maar ik meen dat het maar 3 rente geeft. En dan zou dit schadelijk zijn voor Leeuwarden. Ik wil ook nog van deze gelegenheid gebruik maken met de vraag te stellen of het trekpad wel behoorlijk wordt onderhouden. Ik ben dat trekpad wel eens langs geloopen van hier naar Deinum, maar hier en daar waren de wallen zoo afgebrokkeld, dat men er bijna niet langs kon komen. De Voorzitter kan antwoorden dat de colleges van Burgemeester en Wethouders van beide gemeenten het reeds volledig eens zijn in den geest, zooals de heer Molenaar aangeeft: dat de scheiding van den trekweg zoo tot stand komt dat, wat in Harlingen ligt en daar aan grenst in eigendom van Harlingen komt, dat het gedeelte dat onder Franeker is gelegen aan Franeker komt en dat het gedeelte, dat in Menaldumadeel en in Leeuwarden ligt aan Leeuwarden komt. Burgemeester en Wethouders zullen eerstdaags ook met dat voorstel bij den Raad komen. Omdat men er echter eenige haast bij had, dat het stuk, dat in de gemeente Franeker ligt, aan Franeker komt, daar Franeker hier zelf ook op aandrong en omdat de colleges van Burgemeester en Wethouders van Harlingen en Leeuwarden hiermee han delden tegenover derden, hebben zij dit voorstel gedaan. In Harlingen heeft men dit concept-raadsbesluit gehad en daar kon men er zich volkomen mee vereenigen. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is ook dat, zoodra hier in Leeuwarden en in Harlingen is aange nomen om dat gedeelte trekweg aan Franeker te ver- koopen, Harlingen en Leeuwarden verder de zaak zullen verdeelen. Aan Harlingen komt dan wat in Harlingen ligt en daaraan grenst, het gedeelte in Franeker is dan al verkocht en het gedeelte dat in Menaldumadeel ligt komt dan met het andere deel aan Leeuwarden. Dan heeft ieder zijn eigen stuk en het onderhoud. Dan zal de afkoopsom in totaal ook wel komen op 15,000. Het is volkomen waar wat de heer Molenaar zegt, dat oorspronkelijk ook besproken is wat Harlingen, globaal berekend, per jaar aan Leeuwarden zou moeten bijbe talen. Ten eerste zou Harlingen aan Leeuwarden een bijdrage voor de helft van het onderhoud van den weg in Franeker verleenen en ten tweede wenschte Har lingen een bijdrage te verleenen voor het onderhoud van den weg van Franeker tot den scheidingspaal bij King matille. Later is daarover gecorrespondeerd en Harlin gen kon er ten slotte zelf ook in meegaan zooals blijkt uit den brief, die ter inzage heeft gelegen dat er in totaal een afkoopsom van 15,000.— werd betaald, waarvan dan 12,900.voor het onder Franeker ge legen gedeelte. Burgemeester en Wethouders vonden het achteraf beschouwd en Harlingen kon zich daar mee vereenigen toch eigenlijk beter dat het onder houd door een som ineens werd afgekocht als dat er een jaarlijksche som betaald werd. Hoe gaat het met de geldwaarde Als de jaarlijksche bijdrage op 400. of 500.werd gesteld, kon na verloop van tijd wel weer blijken dat die 500.te min is, doordat de geld waarde minder is geworden zooals nu is voorgesteld, is men meteen van elkaar af. Burgemeester en Wet houders behoeven er nu telkens bij het opmaken van de begrooting niet om te denken dat zij een post van Harlingen krijgen en omgekeerd behoeft Harlingen er niet steeds om te denken om een vaste post voor Leeu warden op de begrooting te brengen. Waar men hier toch had te doen met een vaste som voor onderhoud, vond men het beter dat bedrag te kapitaliseeren en het kapitaal direct te geven. Burgemeester en Wethouders willen verder graag de verzekering geven dat deze 12,900.of, als later dit bedrag wordt opgevoerd, de 15,000.niet zal ver dwijnen in den gewonen dienst, maar dat daarmee óf een leening zal worden afgelost óf het bedrag op het Grootboek zal worden gezet. Spreker weet wel dat dit maar 3 rente geeft, maar als men rekening houdt met den koers, gelooft spreker dat ook daar nog wel een rente van 5 a 5'^ wordt gemaakt. In 't kort kan spreker dus dit antwoorden dat de kwestie tusschen Harlingen en Leeuwarden zeer spoedig zal volgen zooals de heer Molenaar voorstelt zal ook een voorstel in den Raad komen. Verder is de jaar lijksche bijdrage als afkoopsom gekapitaliseerd en zal daarvan de rente worden genoten. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van eene verordening be treffende de overdracht van particuliere straten (bijlage no. 4). De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries Voordat ik mijn stem aan dit voorstel kan geven, zou ik gaarne enkele nadere inlich tingen hebben Volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders zou ieder 2.per M2. straat moeten betalen, wanneer hij voor 30 Juni 1924 en 2.85 als hij voor 30 Juni 1925 aan de gemeente afstond dat ge deelte van de straten, dat noodig is. Als ik nu deze ver ordening nazie, dan rijst bij mij de vraag: voor welke straten is dat voor 1, 2, 10 of 25 Is dit voor alle plaatsen in de stad, waar het college van Burgemeester en Wethouders denkt dat de zaak niet in orde is Dan komt bij mij de vraag naar voren wanneer eventueel straten in handen van de gemeente overgaan, hoeveel kost dan de aanleg van nieuwe straten, welke bedragen zijn daarmee gemoeid Het gevolg zal toch zijn dat, wanneer iemand een gedeelte straat zal afstaan van 5X4 M2. 20 M2., waarvoor hij dus 40. zal betalen en de gemeente die straten netjes in orde zou brengen, dit misschien voor den eigenaar van de woning zal beteekenen dat zijn pand een 200.a 250.in waarde zal rijzen, terwijl de aanleg van een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 4