Vergadering van Dinsdag 27 Februari 1923.
L
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1923. 27
Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren Lauten-
bach, Van der Werft, Tulp, Dijstra, Zandstra, Muller,
Visser, Koopal, Fransen, Westra, Berghuis, O. F. de
Vries, Dijkstra, Tiemersma, Cohen, De Vos, M. Mole
naar, IJ. de Vries, De Boer, Oosterhoff, Collet, B. Mole
naar, Jansen en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi.
Afwezig met kennisgeving de heer Van Weideren
baron Rengers.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. Wordt medegedeeld
1. schrijven van Gedeputeerde Staten, houdende
mededeeling dat bij Koninklijk besluit d.d. 29 Januari
1923 no. 5 niet ontvankelijk is verklaard het door den
Raad ingestelde beroep tegen het besluit van Gedepu
teerde Staten, waarbij niet is goedgekeurd het raads
besluit tot wijziging der begrooting dienst 1922 tot
het aanbrengen van een uitgaafpost van 24.000.
voor uitkeering aan besturen der nijverheidsscholen voor
uitkeering van achterstallig salaris aan personeel over
1920.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer: Is dat het besluit ten opzichte van
de salarissen der ambachtsschoolleeraren Kunnen er
dan door Burgemeester en Wethouders ook nadere me-
dedeelingen worden gedaan, waarom het beroepschrift
niet ontvankelijk is verklaard
De Voorzitter: Ik kan geen nadere mededeeling doen
dan wat in het Koninklijk besluit staat, maar er is wel
iets aan toe te voegen, n.l. dit: in het Koninklijk besluit
staat dat het verweerschrift van den Raad te laat is
ingekomen. Ik behoef dat feitelijk ook niet mee te deelen,
omdat het ter visie heeft gelegen, maar er staat: „over
wegende dat het bestreden besluit van Gedeputeerde
Staten is gedagteekend 21 September 1922 en het be
roepschrift daartegen van den Raad der gemeente Leeu
warden eerst op 26 October bij Ons is ingekomen", enz.
Nu is het volkomen waar dat het besluit van Gedepu
teerde Staten is van 21 September. Door den Raad is
benoemd een commissie ad hoc, die de redactie van het
beroepschrift zou ontwerpen, maar toen het vaststond,
dat de Raad vóór 21 October niet de redactie van het
beroepschrift aan de Kroon kon hebben vastgesteld, is
door Burgemeester en Wethouders op 19 October een
telegram verzonden aan de Koningin, waarin is mee
gedeeld dat de Raad der gemeente Leeuwarden in beroep
kwam van bedoeld besluit van Gedeputeerde Staten.
Aangezien nergens in de wet staat aangegeven op welke
wijze een beroep bij de Kroon moet geschieden, meenen
ook Burgemeester en Wethouders dat een telegrafisch,
en zelfs een mondeling, beroep formeel voldoende is,
wanneer dit maar is gedaan binnen den termijn van
30 dagen.
Het is ook eigenaardig dat in het Koninklijk besluit
van het telegram in het geheel niet is gerept. Burge
meester en Wethouders hebben dan ook den Minister
nog om inlichtingen gevraagd, waarom niet over het
telegram is gesproken, dat toch binnen 30 dagen na
het besluit van Gedeputeerde Staten is verzonden. Of
het telegram zijn bestemming heeft bereikt of niet, weten
we niet, maar het is hier wel weg gegaan, of liever,
het is in elk geval aan het telegraafkantoor aangeboden.
Verder kan ik daar niets van zeggen. Burgemeester en
Wethouders hebben dus den Minister om inlichtingen
gevraagd of het niet mogelijk zou zijn, het Koninklijk
besluit zoo te wijzigen, dat daarop wordt teruggekomen,
omdat naar het oordeel van Burgemeester en Wethou
ders het beroep tijdig zou zijn gedaan. Dit is het eenige
antwoord, wat ik kan geven. Een antwoord op hun
schrijven aan den Minister hebben Burgemeester en
Wethouders nog niet ontvangen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het schrijven sub 1 wordt voor kennisgeving aan
genomen.
2. dat Gedeputeerde Staten
A. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 23
Januari 1923 tot verhuring
a. van het perceel Berlikumermarkt no. 13 aan R.
Steinvoorte
b. aan P. Werkhoven van het perceel bouwland nabij
Schoppershof, kadastraal bekend Sectie G no. 2829 en
aan J. Jongedijk het perceeltje bouwland achter de
Patrimoniumbuurt, gedeelte van het kadastrale perceel
Sectie G no. 3646.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
B. niet hebben goedgekeurd het raadsbesluit van
12 December 1922 tot wijziging der begrooting voor
1923, waarbij 1000.was uitgetrokken voor cokes
verstrekking aan werkloozen tegen de helft van den
voor particulieren vastgestelden prijs.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Muller: Ik zou onparlementair worden, als
ik zou kwalificeeren het feit, dat het college van Gede
puteerde Staten 8 weken noodig heeft gehad om ten
aanzien van een dergelijke kwestie een beslissing te
nemen. Gezien de omstandigheden, waaronder de werk
loozen verkeeren, nu deze zaak een 8 a 9 weken is op
gehouden, zal er van mij geen voorstel komen om ten
opzichte van dit besluit in beroep te gaan bij de Kroon.
Ik hoop echter dat, wanneer hier na de verkiezingen
weer een meerderheid in den Raad is, die de werk
loozen den volgenden winter op een dergelijke wijze
wenscht te steunen, er dan andere wegen zullen worden
bewandeld, om te voorkomen dat het college van Ge
deputeerde Staten een dergelijke zaak weer op een der
gelijke wijze zal tegenhouden.
De beraadslagingen worden gesloten.
De mededeeling sub 2B wordt voor kennisgeving
aangenomen.
3. adres van Jan de Vries e. a. bewoners van den
Dokkumertrekweg, houdende verzoek om herstelling van
de brug in den Dokkumertrekweg over de Jelsumer-
vaart, onder bijdrage hunnerzijds in de kosten.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld ter afdoening.
4. schrijven van de N. V. Vereenigde Nederlandsche
Bioscopen waarbij de leden van den Gemeenteraad
worden uitgenoodigd tot bijwoning der vertooning van
de film „De Rijn van Lobith tot aan zee" op Woensdag
28 Februari des nam. 2j/2 uur in de Friso-bioscoop.
De uitnoodiging wordt geacht hiermede overgebracht
te zijn.
5. verslag van de commissie tot wering van school
verzuim over het jaar 1922.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter visie.
6. schrijven van curatoren van het gymnasium, hou
dende voorstel tot tijdelijke benoeming van een leeraar
in de lichamelijke oefening gedurende de ziekte van den
heer A. J. IJpes.
Is onder punt 2 der agenda voor heden aan de orde
gesteld.
II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 (Agenda no. 2). Benoeming van een tijdelijk
leeraar in de lichamelijke oefening aan het gymnasium,
gedurende de ziekte van den leeraar A. Ypes.