148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juli 1923. ongeveer 748 M2., op de bijbehoorende situatieteekening met een witte ar^ure aangegeven, met dien verstande dat het buiten het tracé van den te verleggen Poppeweg vallende strooksgedeelte, dat op evenvermelde situatieteekening met een witte kruis- ar^ure is aangegeven, tot wederopzeggens toe in erf pacht wordt uitgegeven en voorts onder voorwaarde, dat een onmiddellijk ten zuiden van het laatstbedoeld strookje gelegen driehoekig perceelsgedeelte, op de teekening in roode arcure aangeduid, door de provincie in erfpacht zal worden aanvaard op dezelfde voor waarden als het overige terrein, indien en zoodra het met kruis-ar?ure aangegeven terreingedeelte aan de erfpacht wordt onttrokken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 69 (agenda sub 811). 10 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing van gemeenteschool no. 10c en bepaling van de plaats van gemeenteschool no. 10d, alsmede tot overplaatsing, benoeming en ontslag van onderwijzend personeel, c.q. a. benoeming van een onderwijzer(es) aan gemeente school no. 10b; b. benoeming van drie reserve-onderwijzeressen aan de scholen voor lager onderwijs. Dit voorstel luidt als volgt In Uwe vergadering van 8 Mei j.l. werd het aantal in elke klasse der scholen voor gewoon lager onderwijs toe te laten leerlingen verhoogd, als gevolg waarvan, zooals uit de hierbij overgelegde adviezen van den in specteur van het lager onderwijs blijkt en waarnaar wij U voor de gewenschte toelichtingen verwijzen, met een minder aantal lokalen, n.l. 94 in plaats van thans 135, en dus ook met een minder aantal leerkrachten kan worden volstaan. Van de thans nog, na de opgeheven scholen nos. 1, 2 en 3, bestaande zeventien scholen voor gewoon lager onderwijs zal, in verband met het voorgaande, nog één kunnen worden opgeheven. Wij deelen de meening van den inspecteur, en wel op de gronden daarvoor door hem aangevoerd, n.l. dat die school toch reeds geen eigen gebouw bezit, dat voor die opheffing in de eerste plaats gemeenteschool no. 10c in aanmerking moet komen. Bij de te treffen regeling inzake ontslag aan onder wijzend personeel met recht op wachtgeld en de mede als gevolg daarvan voor te stellen overplaatsingen van personeel, is zooveel mogelijk rekening gehouden met de wenschen van de betrokkenen. Door Uwe Vergadering is besloten de scholen nos. 1, 2 en 3 met ingang van 1 September a.s. op te heffen. Waar evenwel de nieuwe cursus niet op dien datum, maar reeds op 28 Augustus tevoren aanvangt, is het, uit administratief oogpunt, regelmatiger dat die datum op 28 Augustus 1923 wordt bepaald in plaats van op 1 September. Maakte het reeds eerder een punt van overweging voor ons uit om voorstellen tot aanstelling van reserve- personeel bij U in te dienen, sinds het tijdstip van af schaffing van het z.g.n. ambulantisme van de hoofden der scholen wordt de behoefte aan zulk personeel nog sterker gevoeld. Tot dusver wordt bij afwezigheid van leerkrachten overgegaan tot benoeming van tijdelijke vervangers. De keuze hiervoor blijft veelal beperkt tot pas geslaagde candidaten en het behoeft natuurlijk geen betoog, dat deze personen, uitzonderingen daargelaten, als onderwijzer niet op één lijn gesteld kunnen worden met hen, die reeds eenige dienstjaren, en daardoor ervaring, achter den rug hebben. Uit de meer aangehaalde adviezen van den inspec teur van het lager onderwijs blijkt, dat voor de 7e en 8e leerjaarscholen met 28 Augustus a.s. 14 lokalen noodig zullen zijn (thans 12), zulks hoofdzakelijk ten gevolge van de strengere toepassing van de Leerplicht wet. Van deze drie scholen zijn thans twee (scholen nos. 10a en 10b met 8 klassen) ondergebracht in het school gebouw aan de Ged. Keizersgracht, terwijl van de derde (school no. 1 Oaf met 4 klassen) twee klassen in dat zelfde gebouw en twee in het gebouw der gemeente school no. 1 aan de Druifstreek zijn gehuisvest. Het ligt in onze bedoeling de scholen nos. 10a en 10b, elk met 5 klassen, in het gebouw aan de Ged. Keizers gracht te behouden en de school no. 10d met 4 klassen onder te brengen in het gebouw der gemeenteschool no. 2 aan de St. Anthonystraat. Zooals U bekend is, is het andere gedeelte van dit laatste gebouw aan de Leeuwarder Schoolvereeniging afgestaan. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken hebben wij de eer U I. voor te stellen te besluiten a. met wijziging in zooverre van Uw besluit van 8 Mei j.l. no. 130R/86 den datum van opheffing der ge meentescholen nos. 1, 2 en 3 te bepalen op 28 Au gustus 1923 b. met ingang van 28 Augustus 1923 op te heffen de gemeenteschool no. 10c c. met ingang van 28 Augustus 1923 de gemeente school no. lOd onder te brengen in het gebouw der gemeenteschool no. 2 aan de St. Anthonystraat d. met ingang van 28 Augustus 1923 over te plaatsen mej. W. van Solkema, als onderwijzeres van gemeen teschool no. 3 naar idem no. 5b mej. T Meijer, als onderwijzeres van gemeenteschool no. 1 naar idem no. 13a mej. A. I. van Dijk, als onderwijzeres van gemeente school no. 3 naar idem no. 13b M. Mollema, als onderwijzer van gemeenteschool no. 10c naar idem no. 14b F. J. Broersma, als onderwijzer van gemeenteschool no. 1 naar idem no. 12 A. van der Mark, als onderwijzer van gemeenteschool no. 10c naar idem no. 7b J. van der Wal, als onderwijzer van gemeenteschool no. 1 naar idem no. 5b mej. P. van der Veen, als onderwijzeres van gemeente school no. lib naar idem no. 5a mej. J. Berghaeuser, als onderwijzeres van gemeente school no. 3 naar idem no. 9 H. IJ. de Jong, als onderwijzer van gemeenteschool no. 2 naar idem no. 10b mej. T. Reitsma, als onderwijzeres van gemeenteschool no. 1 naar idem no. 9 mej. R. Winters, als onderwijzeres van gemeenteschool no. 3 naar idem no. 7a B. Rijpstra, als onderwijzer van gemeenteschool no. 9 naar idem no. 10a e. in verband met de opheffing van de school of van hunne betrekking met ingang van 28 Augustus 1923 eervol ontslag te verleenen aan N. Dijkeina, hoofd van gemeenteschool no. 2 A. Visser, hoofd van gemeenteschool no. 10c mej. S. A. K. Wenning, onderwijzeres aan gemeente school no. 1 C. Balt, onderwijzer aan gemeenteschool no. 2 N. Schuitemaker, onderwijzer aan gemeenteschool no. 2 J. H. Oosterhuis, onderwijzer aan gemeenteschool no. 2 T. J. van der Ploeg, onderwijzer aan gemeenteschool no. 2 mej. J. Kniphorst, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 2 mej. A. E. Woudstra, onderwijzeres aan gemeente school no. 3 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juli 1923. 149 mevrouw D. RademakerSmit, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 5a H. H. Rademaker, onderwijzer aan gemeenteschool no. 5b T. Steenstra, onderwijzer aan gemeenteschool no. 7a S. Gorter, onderwijzer aan gemeenteschool no. 7a D. Zijlstra, onderwijzer aan gemeenteschool no. 7b mej. A. Westra, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8b J. C. Mollema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 9 K. Uilkema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 10c inej. A. de Vries, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 10c mej. A. E. Glas, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 10c H. Siersma, onderwijzer aan gemeenteschool no. 12 K. Semplonius, onderwijzer aan gemeenteschool no. 10b II. voor de benoeming van een onderwijzer(es) aan gemeenteschool no. 10b de volgende voordracht aan te bieden I. A. Visser, hoofd van gemeenteschool no. 10c 2. mej. A. E. Woudstra, onderwijzeres aan gemeen teschool no. 3 3. mej. J. Kniphorst, onderwijzeres aan gemeente school no. 2 III. voor de benoeming van drie reserve-onderwijze ressen aan de scholen voor lager onderwijs de volgende voordrachten aan te bieden j. A. E. Woudstra, voornoemd J. Kniphorst, voornoemd A. Westra, voornoemd J. Kniphorst, voornoemd A. Westra, voornoemd A. E. Glas, voornoemd A. Westra, voornoemd A. E. Glas, voornoemd A. de Vries, voornoemd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub I a, b en c. De Voorzitter wil ten opzichte van het sub ld voor gestelde een kleine wijziging meedeelen, n.l. dat mej. W. van Solkema niet wordt verplaatst naar school 5b, zooals hier staat, maar overgaat naar school 7a en mej. R. Winters in plaats van naar school 7a naar school 5b wordt overgeplaatst. Dit is besloten in overleg met de inspectie en met de betrokken onderwijzeressen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub ld, zooals dat bij monde van den Voorzitter nader is gewijzigd, en le. a. 1. me 2. me 3. me b. 1. me 2. me 3. me c. 1. me 2. me 3. me Aan de orde is onderdeel 12a der agenda. Met algemeene stemmen wordt benoemd A. Visser, hoofd van gemeenteschool no. 10c. Aan de orde is onderdeel 12b der agenda. Worden benoemd sub I mej. A. E. Woudstra, onderwijzeres aan ge meenteschool no. 3, met algemeene stemmen sub II mej. J. Kniphorst, onderwijzeres aan gemeen teschool no. 2, met algemeene stemmen sub III mej. A. Westra, onderwijzeres aan gemeen teschool no. 8b, met 19 stemmen en 1 stem op mej. A. E. Glas. 11 (Agenda no. 2). Benoeming van een tijdelijke leerares in de oude talen aan het gymnasium, uiterlijk voor den tijd van een jaar. De aanbeveling luidt als volgt mej. C. M. Ribbink, tijdelijk leerares in de oude talen aan het gymnasium te Leeuwarden. Wordt benoemd mej. C. M. Ribbink, voornoemd, met 19 stemmen en 1 stem op den heer Oosterhoff. De Voorzitter stelt aan de orde i 12. Benoeming van een lid der Financieele Com missie in de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer Dijstra als lid van den Raad. Wordt benoemd de heer Van der Werff met 10 stem men; 9 stemmen zijn op den heer Lautenbach uitge bracht, terwijl 1 biljet blanco is ingeleverd. En voorts 13. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek naar de geloofsbrieven van het met September e.k. nieuw benoemde lid van den Raad, den heer Th. Hofstra. Overeenkomstig het advies der commissie wordt met algemeene stemmen besloten tot toelating van den heer Th. Hofstra als lid van den Raad. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 3