278 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1923.
hebben. Het personeel zal toch de storting van 8y2
moeten betalen. Spreker weet wel dat de oude veror
dening kan blijven gelden, waar deze voordeeliger is,
maar die 8y2 zal toch in elk geval moeten worden
betaald. Waar dat het geval zal zijn, er dus een ver
slechtering zal worden toegepast, meent spreker dat het
billijk is, als men aan den anderen kant den concierge
eenig voordeel kan doen toekomen in den vorm van vrij
vuur en licht, dat men dit niet moet nalaten. De Raad
kan dit inderdaad doen, hij kan den concierge in het
genot stellen van vrij vuur en licht, als hem daarvoor
bovendien 3 wordt gekort op zijn salaris. Spreker
gelooft dat dit inderdaad voor den betrokken persoon
voordeeliger zal zijn en in verband daarmee wenscht
hij dit amendement in te dienen
,,ln artikel 14 tusschen de eerste en de tweede
alinea een nieuwe alinea in te lasschen, welke luidt:
„Wegens het genot van vrij vuur en licht wordt
bovendien 3 van de jaarwedde ingehouden."
Mocht eventueel blijken dat ook na toevoeging van die
alinea de oude verordening voordeeliger voor den con
cierge zal zijn, dan kan die nog op hem worden toege
past, maar mocht de nieuwe verordening met 3 aftrek
voor vrij vuur en licht voordeeliger voor hem zijn, dan
dient dit te worden toegepast.
Verder is hier nog een kwestie bij. Spreker meent dat
de regeling van de arbeidsvoorwaarden van den con
cierge valt onder het reglement op het Georganiseerd
Overleg. Zelfs zonder het adres van de organisatie en
zonder zijn amendement, meent spreker dat artikel 14
niet zonder meer door den Raad kan worden vastgesteld.
Hij weet wel dat dit een regeling is van de regeering,
maar het zal toch niet noodig zijn den concierge vrij
wonen te geven tegen een aftrek van 15 men zou
hem ook zijn volle salaris kunnen uitkeeren en hem een
woning verhuren, zonder meer. Hier wordt nu voorge
steld hem vrij wonen te geven, er is een adres van de
organisatie en spreker stelt bij amendement voor om
onder aftrek van 3 vrij vuur en licht te verstrekken.
Spreker meent daarom dat er alle aanleiding is, aange
zien hier de arbeidsvoorwaarden van het personeel wor
den geregeld, dit artikel voorloopig aan te houden en
het in handen te stellen van de commissie van overleg,
om haar meening hierover te kunnen hooren.
De heer IJ. de Vries zou, alvorens met het voorstel van
den heer Molenaar te kunnen meegaan, graag nadere
inlichtingen van hem willen hebben. Spreker meent zich
te herinneren dat de Raad indertijd voor den concierge
aan het gymnasium een huis heeft gekocht en dit heeft
laten verbouwen, zoodat de concierge dus niet woont
in het gebouw zelf. Nu wil spreker direct toegeven dat
de gewone regel is dat, als een concierge in het gebouw
woont, hij vrij vuur en licht heeft. Maar als de ge
meente een huis voor den concierge koopt en dit in
richt en spreker meent dat het voor een heel billijke
prijs wordt verhuurd naardat het heeft gekost dan
is het buitengewoon moeilijk om mee te gaan met dit
voorstel waar de concierge in een particulier huis
woont, dat 50 M. van 't gebouw afstaat om ook nog
vuur en licht te vergoeden. Spreker stelt zich voor dat
die bepaling van vrij gebruik van vuur en licht er is,
opdat, wanneer een concierge in het gebouw woont, hij
gewoon gebruik kan maken van vuur en licht en er dus
op geen manier fraude wordt gepleegd. Op grond daar
van kan spreker absoluut niet in het voorstel meegaan.
Hij zou er wel in kunnen meegaan, als de heer Molenaar
kan bewijzen dat de concierge door deze regeling minder
wordt beloond dan vroeger. Maar vrij vuur en licht bij
dezelfde verhouding wil spreker absoluut niet.
De heer Westra zou naar aanleiding van het voorstel
van den heer Molenaar ook een enkele opmerking willen
maken en wel in de eerste plaats, dat het hem opvalt,
zoo buitengewoon actief als de heer M. Molenaar steeds
opkomt voor de rechten van de Commissie voor Geor
ganiseerd Overleg. Spreker, zelf lid van deze com
missie, vindt dit te prijzen maar gelooft dat de heer
Molenaar hier wat te ver gaat.
Het gaat hier over de kwestie of aan den concierge
eventueel zal worden toegekend spreker gelooft dat
dit niet eens op den tegenwoordigen concierge van toe
passing is, maar pas op den concierge, die later be
noemd zal worden vrij vuur en licht tegen een aftrek
van 3 Spreker zou den heer Molenaar willen vragen
of deze misschien over statistische gegevens beschikt,
waaruit blijkt dat dit voor den concierge iets voordee
liger is spreker zou niet kunnen zeggen of dit voor-
of nadeeliger is, of daaraan meer of minder dan 3
wordt uitgegeven.
Ten slotte gelooft spreker werkelijk dat het te ver
gaat om dergelijke nietige kwesties deze verordening
uit te stellen en eerst te brengen in de Commissie voor
Georganiseerd Overleg, die ten slotte toch ook weer
voor moeilijkheden staat om een juiste oplossing te
geven. Spreker kan zich daarom met het voorstel van
den heer Molenaar niet vereenigen.
De Voorzitter wil in de eerste plaats zeggen dat blijk
baar de tegenwoordige concierge achteruitgaat in zoo
verre, dat hij ook de pensioensbijdrage moet betalen,
maar hij wil er verder opmerkzaam op maken dat, waar
de concierge op 31 Augustus in dienst was, op hem ten
volle van kracht blijft de verordening gemeenteblad
1916 no. 24, zooals die nader is gewijzigd. Of dus in
deze verordening in art. 14 al wordt bepaald dat er voor
woninghuur 2 meer zal moeten worden betaald, die
2 zal Kingma toch niet worden gekort.
Een tweede kwestie, die de heer Molenaar aanhaalt,
is het hooren van de Commissie voor Georganiseerd
Overleg. In de verordening op het Georganiseerd Over
leg staat dat de commissie adviseert over de arbeids
voorwaarden van het personeel in dienst der gemeente.
Daar valt ten slotte dus ieder onder, ook de leeraren
aan het gymnasium en ook deze concierge. Maar de
concierge is altijd gelijk behandeld als de leeraren
op en neer gaande met de leeraren en met alle veror
deningen op het gymnasium is deze concierge niet be
handeld zooals de gewone concierges. Spreker gelooft
dan ook dat deze concierge absoluut niet te klagen kan
hebben, al zal hij niet zeggen dat deze nooit geklaagd
heeft over zijn salaris en zijn behandeling door de ge
meente. Curatoren en de rector zijn hem, ook op finan
cieel gebied, altijd tegemoet gekomen als hij vroeg oin
een vergoeding voor zijn fiets, die hij toch ook zoo dik
wijls in gemeentedienst gebruikte, dan werd er gezegd:
dan een kleinigheid er bij. Spreker gelooft dus niet dat
Kingma veel te klagen heeft, al wil hij daarmee niet
zeggen dat deze dat ook niet doet deze concierge is
een van de menschen, die bekend staat als iemand,
waarmee men nooit klaar is. Spreker wil er direct bij
zeggen dat hij ook bekend staat als een uitstekend
ambtenaar, maar toch ook als iemand, waarover altijd
wat te doen is. Nu is het salaris van den concierge-
amanuensis in vergelijking met anderen nooit aan den
lagen kant geweest. De concierge heeft een woning ge
kregen die zooals de heer IJ. de Vries al heeft ge
zegd veel geld heeft gekost en die dit is ook waar
een heele slechte rente opbrengt. Maar dat kan
Kingma niet helpen, daar staat hij buiten. Nu is de aftrek
gebracht op 15 deze is altijd 13 geweest en altijd
is Kingma er voor aan 't vechten geweest dat die 13
niet goed was. Later is gebleken dat hij daar gelijk aan
had het had 15 moeten zijn. Die 13 was
samengesteld uit 10 en 3 doch toen men hier later
een berekening maakte, bleek dat men zich had vergist
en dat het 15 had moeten zijn. Thans is de aftrek
op 15 gebracht, maar spreker gelooft niet dat deze
concierge daarmee zoozeer achteruit gaat, want hij blijft
eenvoudig 13 betalen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1923. 279
Spreker voelt nu weinig voor het voorstel van den
heer Molenaar om deze zaak nog in het Georganiseerd
Overleg te brengen en daardoor de geheele verordening
een geruimen tijd te doen ophouden en hij gevoelt er
niets voor om dezen man tegen een aftrek van 3 vrij
vuur en licht te verstrekken. Spreker meent dat de con
cierge van het gymnasium afgescheiden van den
persoon altijd voldoende is beloond en gevoelt niets
voor om hem nu, langs een achterdeurtje, nog iets
extra's toe te stoppen. Want als de inhouding van 3
van de jaarwedde meer was dan hetgeen hij voor vuur
en licht moet betalen, dan zou men niet met dit voorstel
koinen. Spreker blijft van meening dat het salaris altijd
voldoende is geweest, hoewel ook altijd is gebleken dat
Kingma een uitstekend ambtenaar is, aan dien kant valt
er niets op hem te zeggen.
De heer M. Molenaar gelooft dat men de discussies
over dit punt zelf gevoeglijk zal kunnen staken. Hij wil
alleen ten opzichte van de uitdrukking van den Voor
zitter, dat deze verordening nog weer langer zou worden
opgehouden, opmerken, dat hij heeft bedoeld alleen over
dit artikel het oordeel te vragen van de Commissie voor
Georganiseerd Overleg. Spreker blijft van meening dat
de positie van den concierge valt onder het reglement
op het Georganiseerd Overleg. De Commissie kan deze
zaak onder de oogen zien en met een geargumenteerd
advies bij den Raad komen en dan kunnen de discussies
hierover worden voortgezet. Spreker doet daarom het
voorstel dit artikel in handen te stellen van de Com
missie voor Georganiseerd Overleg.
De Voorzitter vraagt of dit voorstel wordt onder
steund.
Dit blijkt wel het geval te zijn.
Het voorstel van den heer M. Molenaar om artikel 14
in handen te stellen van de Commissie voor Georga
niseerd Overleg, wordt met 17 tegen 9 stemmen ver
worpen.
Vóór stemmen de heeren Dijkstra, M. Molenaar,
Hooiring, Muller, Botke, O. F. de Vries, Tiemersma,
B. Molenaar en H. de Boer.
Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Visser, Wei-
ma, Scheltema, Tulp, Koopmans, Oosterhoff, Cohen,
Westra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren
IJ. de Vries, Hofstra, Van der Schoot, K. de Boer. Fran
sen, Beekhuis en Jansen.
Het amendement op artikel 14 van den heer M. Mo
lenaar wordt door den Voorzitter voorgelezen en in
stemming gebracht.
Het wordt verworpen met 19 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren M. Molenaar, Hooiring,
Botke, Tiemersma, K. de Boer, B. Molenaar en H. de
Boer.
Tegen stemmen: de heeren Dijkstra, Muller, Lauten
bach, Visser, Weima, Scheltema, Tulp, Koopmans, O. F.
de Vries, Oosterhoff, Cohen, Westra, mevrouw Buisman-
Blok Wijbrandi, de heeren IJ. de Vries, Hofstra, Van der
Schoot, Fransen, Beekhuis en Jansen.
Artikel 14 wordt onveranderd vastgesteld.
Artt. 1517 worden onveranderd vastgesteld.
De geheele verordening wordt met 18 tegen 8 stem
men onveranderd vastgesteld.
Vóór stemmen: de heeren Botke, Lautenbach, Visser,
Weima, Scheltema, Tulp, Koopmans, Oosterhoff, Cohen,
Westra, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren
IJ. de Vries, Hofstra, Van der Schoot, Fransen, H. de
Boer, Beekhuis en Jansen.
Tegen stemmen de heeren Dijkstra, M. Molenaar,
Hooiring, Muller, O. F. de Vries, Tiemersma, K. de Boer
en B. Molenaar.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Ik heb er straks
geen apart voorstel van gemaakt, maar de wethouder
heeft het aangeteekend?
De heer Tulp (wethouder): Van Amersfoort? Ja, dat
is genoteerd.
Aan de orde is het voorstel van Burgemeester en Wet
houders sub a 2 (ontwerp-wijzigingsverordening litt.
F).
De artt. IIII worden achtereenvolgens onveranderd
vastgesteld, waarna de geheele verordening onveranderd
wordt vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
sub b.
De Voorzitter stelt thans wederom aan de orde
S (Agenda no. 9). Zie het voorstel hiervóór op
pag 273.
De beraadslagingen worden heropend.
De Voorzitter deelt mede dat de oude koopacte is
nagegaan en dat daarin als voorwaarde was opgenomen
dat de woningstichting „St. Joseph" over het bedrag
van de koopsom vanaf het verlijden der koopacte tot den
datum dat de koopsom geheel zou zijn voldaan een ver
goeding van 6 zou moeten betalen. Spreker doet
lecture van de betrekkelijke voorwaarde. Het was deze
ingewikkelde kwestie. „St. Joseph" had van de ge
meente het terrein gekocht, maar behoefde het niet di
rect te betalen, de stichting had het op naam gekregen,
maar zou het pas betalen, wanneer zij het terrein in
exploitatie bracht en dan zou zij boven de koopsom ook
die 6 per jaar betalen. Rente en koopsom zou dus
worden voldaan, als de stichting het terrein had ver
kocht of voor woningbouw in exploitatie had gebracht.
Dat kon natuurlijk heel lang duren.
Nu „St. Joseph" echter de koopsom niet voldoet,
maar het terrein teruggeeft tegen de oorspronkelijke
koopsom, moet die stichting vanaf het oogenblik dat de
acte is gepasseerd een vergoeding over de koopsom be
talen hoeveel dat is doet er op 't oogenblik niet toe
van 6 Die 6 komt nu bij de koopsom, daarmee
gaat de prijs van het terrein als 't ware naar boven, maar
„St. Joseph" moet die 6 aan de gemeente betalen.
Het is dus wel degelijk goed, zooals 't hier staat, het
voorstel loopt goed.
De heer Oosterhoff blijft van meening de Voorzitter
neme hem dit niet kwalijk dat het niet goed is, zoo
als 't hier staat. Spreker doet nogmaals lecture van
hetgeen Burgemeester en Wethouders voorstellen te be
sluiten. Daaruit blijkt uitdrukkelijk dat de gemeente 3
dingen zal vergoeden, n.l. 276.50 voor kosten teeken-
werk, 49.45 voor aandeel kosten koopcontract en een
bedrag aan rente, berekend naar 6 's jaars. Dat is
toch absoluut onjuist. De gemeente heeft dit terrein aan
de woningstichting verkocht, die daarvoor zou moeten
betalen een koopsom plus de rente. Nu krijgt de ge
meente het terrein terug, ontvangt dus geen koopsom
en geen rente en betaalt dus ook géén rente terug. Het
is zoo logisch als wat. Alleen de bedragen 276.50 en
49.45 moeten door de gemeente worden vergoed en
daarmee afgeloopen.