338 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923. De heer K. de Boer wil even opmerken dat de Voor zitter ongelijk heeft en gelijk. Bij de verschillende be- drijfsbegrootingen zijn dikwijls geen algemeene beschou wingen gehouden, maar spreker herinnert zich dat bij het Hoofdstuk Onderwijs altijd algemeene beschouwin gen zijn gehouden. De heer IJ. de Vries meent zich te herinneren dat eerst politieke beschouwingen worden gehouden en dat de Voorzitter daarna bij de verschillende begrootingen tel kens vroeg of men ook algemeene beschouwingen wenschte te houden. De Voorzitter wil in herinnering brengen dat in het verslag der vergadering van 23 October 1922 ten op zichte van de behandeling van de begrootingen voor 1923 staat: ,,De Voorzitter stelt voor eerst de algemeene beschou wingen te doen houden over alle begrootingen, zoowel over die der bedrijven als over de gemeente-begrooting en daarna de begrootingen te behandelen in de volgorde, als op de agenda is aangegeven. „Dienovereenkomstig wordt besloten." De heer Van der Schoot zou gaarne het verzoek willen ondersteunen om de gelegenheid te hebben bij de be handeling der begrootingen enkele beschouwingen te houden, voornamelijk voor de nieuwe raadsleden, die zich daarvan gister hebben onthouden en zich hadden voorgesteld daartoe nu in de gelegenheid te worden ge steld. De Voorzitter merkt op dat het ook niet de bedoeling is om bij speciale punten geen beschouwingen te hou den. De heer IJ. de Vries wil echter algemeene beschou wingen houden bij elke begrooting op zichzelf. Daar gaat het om. Wil men nu algemeene beschouwingen houden, dan is dat spreker goed. Als men een voorstel daartoe doet, wil spreker het graag in stemming bren gen. De heer Dijkstra stelt voor dat bij de verschillende begrootingen de gelegenheid zal worden gegeven tot het houden van algemeene beschouwingen. Uit het feit, dat de Voorzitter vroeger bij de begrootingen heeft ge vraagd, of men dit wenschte, blijkt wel degelijk dat dit reden van bestaan heeft. Het voorstel-Dijkstra wordt met algemeene stemmen aangenomen. De algemeene beraadslagingen over de concept-be- grooting van Gemeentewerken worden geopend. De heer IJ. de Vries zou over enkele dingen iets willen zeggen, waarover hij anders in de sectie-vergadering zou hebben gesproken. Hij had daar graag enkele op merkingen gemaakt over de verbetering van het stads verkeer en over het leggen van bruggen en hij had daar om wel graag sectie-vergadering gehad om een nader antwoord op zijn vragen te kunnen krijgen. De Raad heeft een- en andermaal hier een voorstel gehad tot verbouwing van het politiebureau en aanbouw van een nieuwen vleugel aan het stadhuis en de laatste cijfers, daaromtrent gegeven, bewezen dat het toen veel voor- deeliger kon. Ook daarover had spreker in de sectie willen spreken, omdat hij meent dat we vooruit moeten zien. Spreker wil wel eerlijk zeggen dat hij persoonlijk in de combinatie een program had willen hebben, waar op men 4 jaren zou werken. Hij heeft dat er niet door kunnen krijgen, op dat punt is hij geweldig teleurgesteld. Hij wil ook wel eerlijk erkennen dat de combinatie, die heeft bestaan, een enkel punt niet is nagekomen; de be doeling van de voorstellers was buitengewoon zuinig te zijn, doch dit behoort tot de algemeene politieke be schouwingen en spreker zal dit verder laten rusten. Spreker had dus enkele vragen willen stellen over het verkeer, in verband met de uitbreiding van de stad, over het onderbrengen van de gemeentebedrijven enz. enz. Hij had misschien ook een enkel woord willen zeggen over de buitengewoon hooge kosten voor de plantsoenen enz. Hij heeft, nu er geen sectie-vergaderingen zijn ge houden, geen antwoord op al die vragen kunnen krijgen. Daarom vraagt hij 't nu in 't algemeen, zonder ieder punt toe te lichten. Het komt hem voor dat het voor het college van Burgemeester en Wethouders aangenamer en gemakkelijker zal zijn op die grootere dingen een antwoord te geven en mede te deeien of Burgemeester en Wethouders ten opzichte daarvan al een bepaalde houding hebben aangenomen of zullen aannemen. Wij zitten hier, aldus spreker, als raadsleden niet alleen om de ons voorgelegde begrootingen goed te keuren en de voorstellen van Burgemeester en Wethouders te sanc- tionneeren, maar om samen te regeeren en vooruit te zien wat in de toekomst noodig zal zijn. Spreker had een en ander graag in de sectie-vergaderingen naar voren willen brengen; dan hadden Burgemeester en Wethouders op het verslag van rapporteurs antwoord kunnen geven. Spreker zou ook nog willen vragen hoever het nu is met de verplaatsing van het aschland. Hij doet zijn vragen zoo kort mogelijk, omdat hij hoopt dat de Raad vandaag met zijn arbeid klaar zal komen. Anders zou hij er dieper op ingaan. Spreker hoopt dat zijn vragen zoo duidelijk zijn, dat de betrokken wethouder daarop kan antwoorden. Den heer Beekhuis komt het voor dat Burgemeester en Wethouders nog niet zijn geslaagd in het aanbrengen van de noodige bezuiniging. Het valt op dit gebied heel moeilijk, waar de begrooting zoo uitgebreid is, precies te zeggen hoe, wat en waar de bezuiniging moet worden gevonden. Spreker heeft enkele posten bijeen genomen en ziet dan dat voor gordijnen voor verschillende gebouwen, als Raadhuis, Raadhuisplein 30, Politiebureau, Vee markt, de scholen, het Gymnasium, enz. alleen noodig is een bedrag van 3100. Verder is voor het schoonmaken van de verschillende gemeentegebouwen uitgetrokken bij elkaar een bedrag van 23.455.dat is alleen wat aan salarissen aan de schoonmaaksters wordt uitbetaald. Spreker ziet dat voor gewoon onderhoud van de 6 bewaarscholen waar absoluut niets bijzonders bij is herstelling van een dak wordt nog onder een aparte post genoemd wordt geraamd een bedrag van 9205.dat beteekent dus, alleen voor gewoon on derhoud, een bedrag van 1534.per school. Dit lijkt spreker enorm hoog. Het gebouw Bagijnestraat komt er goed af; daarvoor is geen enkele post voor gewoon onderhoud geraamd. Het is anders nog al een oud gebouw, het zal dus wel noodig zijn. De heer Tulp (wethouder): De Rijks-Normaalschool is er in gevpstigd De heer Beekhuis: Dan vervalt de laatste opmerking, dat is dus opgehelderd. Voor onderhoud van gereedschap is geraamd 2200.en voor aankoop van gereedschap 1220. Doch wat spreker het meest heeft getroffen is de heer IJ. de Vries heeft daarop ook gewezen de enorme post voor plantsoenen. Voor loonen wordt niet minder geraamd dan 21.152.maar, dan moet het gras- maaien nog extra worden betaald met 2600.dan wordt voor bewaking en overuren niettegenstaande er al zooveel aan de werklui wordt betaald, schijnen er toch nog overuren te worden gemaakt nog 1000. uitgetrokken, dan kost de verbetering van door gaslek ken bedorven grond terwijl dit toch ook door dezelfde arbeiders wordt gedaan nog 4000.het onderhoud van kinderspeelplaatsen 500.enz. Dan worden Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923. 339 Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December. Rengerspark en Prinsentuin nog apart genoemd, wat spreker pas noemde betrof alleen de gewone plantsoe nen. Voor het Rengerspark wordt voor gewoon onder houd uitgetrokken 4800.en voor den Prinsentuin 4750.—. Het komt spreker voor dat dergelijke uitgaven, alleen voor de plantsoenen, inderdaad veel te hoog zijn, wil men trachten een zuinige begrooting te krijgen en hij meent dan ook dat op dergelijke posten wel degelijk cie aandacht moet worden gevestigd. Spreker weet wel dat men voor plantsoenen en voor het schoon van de stad heel wat over moet hebben spreker is daar ook juist een groot voorstander van maar, wanneer men spreekt van bezuiniging, dient men op dergelijke posten te bezuinigen. De totaal-uitgaven, alleen aan loonen voor de plantsoenen met Rengerspark en Prinsentuin er bij, bedragen f 35.977.dus bijna 36.000.-. Dit lijkt spreker bijzonder veel. De heer O. F. de Vries zegt dat, als hij bij deze be groeting het woord vraagt, dit niet is om in de eerste plaats met critiek te komen, maar om andere dingen even vast te leggen. Hier in den Raad is altijd betoogd, vooral door een lid der Katholieke fractie, dat op de begrooting van Gemeentewerken moest worden bezuinigd, omdat de bedragen, die elk jaar werden gevraagd, te hoog waren. Spreker wil nu constateeren dat deze begrooting niet lager is dan die van het vorige jaar. Verschillende posten zijn nog opgehaald en, precies nagerekend, is deze begrooting nog 43.000.hooger dan die van 't vorige jaar. In een stad als Leeuwarden, die steeds aangroeit, waar verschillende dingen noodig zijn en waar het verkeersvraagstuk van groot belang wordt is het voor een wethouder van Openbare Werken echter ook onmogelijk om met een lagere begrooting te komen, al hoe graag hij ook op allerlei dingen zou willen bezui nigen en dit noodig acht. Spreker wil wel zeggen dat, als men hierop gaat bezuinigen hij heeft dat zelf voor een gedeelte dit jaar ondervonden het dan altijd verkeerd uitkomt. Het vorig jaar heeft het college, bij het opzetten van de concept-begrooting, op het bedrag, dat was aangevraagd voor bestratingen, eenigszins be zuinigd. In den loop van dit jaar is echter gebleken dat liet bedrag, voor de bestratingen uitgetrokken, te laag was. Spreker wil hiermee dit maar betoogen, dat het heel gemakkelijk is van enkele posten cijfers af te trekken, maar dat dit altijd verkeerd uitkomt; een jaar daaina zal het zich steeds weer wreken. Anders heeft spreker niets te zeggen. Hij zal bij enkele posten nog wel het woord vragen, maar meende dat dit bij de al gemeene beschouwingen het beste paste. De heer Oosterhoff merkt op dat door Burgemeester en Wethouders in de toelichting tot de begrooting is meegedeeld dat ter bestrijding van de algemeene on kosten dat zijn de kosten onder volgno. 171 en de administratiekosten enz. -op de verschillende hoofden voor kosten van onderhoud 25 zal worden gelegd; dat daarmee het totaal dier kosten echter slechts ge deeltelijk kan worden bestreden en dat ten slotte het saldo van 86.000.dat nog over is, op andere wijze zal moeten worden gevonden. Nu heeft het spreker ge frappeerd dat bij de posten onder Hoofdstuk I, betref fende het Grondbedrijf, het Woningbedrijf enz., de ver schillen tusschen de ontvangst- en uitgaafposten niet 25 maar 33 bedragen, waardoor hij den indruk krijgt dat men deze bedrijven onevenredig laat betalen. Het tegenovergestelde is het geval bij den eenigen post onder de buitengewone uitgaven. Door Burgemeester en Wethouders wordt medegedeeld dat de resteerende 86.000.zal worden teruggevonden door het leggen van een bepaalden omslag op de buitengewone werken. Spreker vindt nu onder Hoofdstuk II van den Kapitaal- dienst het maken van een walmuur langs den Ooster singel en nu blijkt hem dat op die kosten maar 15 is gelegd. Het is spreker niet duidelijk waarom bij de verschillende onderdeelen dit verschil is gemaakt. Spreker zou dit willen zeggen. De post van 86.000- is hier in ontvang maar op de geineentebegrooting in uitgaaf gebracht, terwijl men de bedoeling heeft dat die post voor en na zal verdwijnen, als er buitengewone werken worden uitgevoerd. Dan stijgt dus het saldo van de begrooting; de post verhuist van de gewone naar de buitengewone begrooting en het saldo van deze begroo ting wordt daardoor hooger. Spreker zou nu deze vraag willen stellen: als inderdaad 25 op de onderhouds kosten wordt gelegd als een billijke vergoeding, waarom wordt dan ook niet op de kosten van buitengewone wer ken 25 gelegd? En als dat niet noodig is, waarom vraagt men dan van den gewonen dienst ook niet min der? Dan zou weliswaar het ongedekte gedeelte hooger worden dan 86.000.maar dan zou er toch ook kans zijn dat dit hooger bedrag op de buitengewone werken zou kunnen worden verhaald, waardoor het saldo van onze begrooting ook hooger zou worden. De heer B. Molenaar wil van de gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen gebruik maken door een vraagstuk aan te snijden dat -hij wil dit direct zeggen zai het eenmaal worden volbracht, vrij be langrijke offers zal vragen. Hij bedoelt het verkeers vraagstuk. Als men dit in onze stad aan een grondige bespreking zou onderwerpen, dan zou men dit kunnen doen in twee gedeelten: onze bestrating zelve en de toegangswegen. Spreker wil voorop stellen dat het ver keersvraagstuk een vraagstuk is, dat tegenwoordig in bijna alle gemeenten van ons land van geweldige be- teekenis is geworden. Dat men in een gemeente als de onze daaraan niet ontkomt is dan ook vanzelfsprekend. Wanneer spreker nu het eerste deel van wat hij wil zeggen onder de oogen gaat zien, dan wil hij naar voren brengen de absoluut onvoldoende en verkeerde straten in onze gemeente. Er werd hier zooeven over bezuini ging op verschillend terrein gesproken, maar het wil hem voorkomen dat de post „Onderhoud van straten" op den duur voor onze gemeente een bijna ondragelijke last zal worden, waar het toenemend snelverkeer van tegenwoordig en het verkeer met zware vrachtwagens enz. van het materiaal van onze bestrating zooveel eischt, dat de onderhoudskosten daarvan werkelijk ver bazend hoog worden. Uit een oogpunt van bezuiniging, meent spreker, dient de Raad onder de oogen te zien of niet een algeheele herziening van de wijze van bestra ting, vooral van de hoofdwegen, aan een bespreking dient te worden onderworpen. Spreker meent dat dit op den duur zal leiden tot een vermindering van de wer kelijk verbazend hoog wordende kosten van bestrating. De tweede kwestie is de zaak van onze toegangs wegen. Leeuwarden is, door het moderne snelverkeer, ontgroeid aan de eischen, die dat verkeer stelt en het is de taak van het gemeentebestuur, dat het rekening houdt met de ontwikkeling van het verkeer, waarbij handel en industrie zijn gebaat, omdat dat voor de gemeente een van de belangrijkste factoren is, die haar bloei kan be vorderen. Men moet daarin niet achter de feiten aanloopen. Spreker heeft gister met genoegen van de tafel van Bur gemeester en Wethouders gehoord, dat de wethouder van de Bedrijven zei: lk zal niet wachten tot de tijden mij dwingen, maar ik zal, hoop ik, op tijd de bakens verzetten, als het noodig is. Dat is ontegenzeggelijk een woord van wijs beleid en het toont, dat de wethouder met groote plannen achter de groene tafel is gaan zitten De heer O. F. de Vries: 't Is anders bedoeld. De heer IJ. de Vries: In welke richting? De heer B. Molenaar kan het niet anders opvatten dan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 25