354 Verslag van c!e handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923,
Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December.
niets anders aan te doen dan dat men een centraal
klokkensysteem invoert. Spreker kan wel mededeelen
dat hij persoonlijk daarover bezig is geweest met een
paar maatschappijen, doch dit blijkt in de practijk nog
al een betrekkelijk kostbare zaak te zijn. Er zijn verschil
lende systemen, maar van de heeren, die hier zijn ge
komen om de zaak te bespreken, heeft spreker wel be
grepen dat het in de practijk niet mee zal vallen. De
zaak is echter nog gaande. Spreker voelt er ook voor;
dat alle klokken verschillend loopen is ook niet goed en
daarom heeft hij ook getracht naar een uniform, een
centraal klokkensysteem. Als daaromtrent echter ooit
een positief voorstel in den Raad komt, zal men moeten
overwegen of het groote nut daarvan voor Leeuwarden j
zal opwegen tegen het geld, dat het zal kosten. Dit punt
is echter onder de attentie van Burgemeester en Wet
houders, zij zullen het zeer zeker nagaan.
De heer IJ. de Vries wil constateeren dat, als men over
de geheele stad uurwerken heeft, het onmogelijk is deze
alle precies op tijd te laten loopen. Maar wanneer een
uniform systeem van electrische klokken met een moe-
derklok in het Stadhuis of op een andere plaats zoo'n
kostbare zaak is, dan is het de vraag of een onderzoek
daarnaar wel noodig is. Moet de stad zorgen voor den
algemeenen tijd? Spreker ziet het belang van de stad
daar niet in. Dat is alleen een particulier belang. Spreker
meent dat de gemeente daar niet voor behoeft te zorgen.
Ieder moet maar zorgen dat hij op tijd is.
De Voorzitter zegt dat er buiten den heer IJ. de Vries
wel andere menschen zijn, die er wèl een openbaar be
lang in zien dat de openbare tijdsaanwijzing goed is.
Het is toch voor iedereen, voor alle inwoners in de ge
meente, van belang dat men bij zijn arbeid of in zijn
zaak op tijd is. Als nu het onderzoek geen cent kost, dan
kan dat licht gebeuren, 't Zal alleen Burgemeester en
Wethouders wat moeite kosten, maar verder kost het
geen cent. Wanneer blijkt dat het te duur is en spr.
gelooft niet dat het zoo goedkoop zal blijken - zal men
moeten nagaan of het nut opweegt tegen de kosten.
Maar waarom geen onderzoek?
De heer Fransen (wethouder) wil den heer Van der
Schoot toezeggen dat hij zijn bijzondere aandacht aan
het grasmaaien op de begraafplaatsen zal wijden.
het oude college iets van bekend is. De heer IJ. de Vries
heeft het zoo pertinent gezegd, maar dan moest het toch
uitgegaan zijn van het vorige college en daar is er nooit
iets van bekend geweest. Door dat college is daartoe
nooit opdracht gegeven en spreker heeft er nooit klach
ten over gehoord. De menschen worden aangenomen via
de arbeidsbeurs doch nooit om principieele reden, dat
zij Zondags niet willen werken, uitgesloten. Daar kan
geen sprake van zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 139 wordt onveranderd vastgesteld.
HOOFDSTUK VIII.
Volgno. 140. Instandhouding van schoollokalen
De beraadslagingen worden geopend.
enz.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgnos. 135138 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 139. Ijsbanen1,500.
De beraadslagingen worden geopend.
Den heer IJ. de Vries is door iemand, die werkloos
was, korten tijd geleden meegedeeld dat, omdat hij
Zondags om principieele reden niet op de ijsbanen wilde
staan, hij in de week ook niet werd aangenomen en geen
werk kon krijgen op de ijsbanen. Als de toestand zoo
is geweest, dat aan de menschen gewoon wordt ge
vraagd of zij zich voor den Zondag en voor in de week
beschikbaar stellen en alleen dan worden aangenomen,
wil spreker deze opmerking maken, dat iemand om zijn
kerkelijk standpunt niet moet worden uitgesloten om als
baanveger te worden aangenomen.
De heer Lautenbach (wethouder) kan de verzekering
geven dat hij daarvan nooit heeft gehoord, maar dat hij
een onderzoek zal instellen en dat het college zeer zeker
niet zal dulden dat er op een dergelijke wijze een ketter
jacht wordt gehouden.
De heer O. F. de Vries moet het ook absoluut tegen
spreken; hij gelooft niet dat er aan een van de leden van
De heer K. de Boer merkt op dat een paar jaar geleden
aan de orde is geweest de verbetering van de verschil
lende privaten in de scholen. Dat voorstel is bij de ver
deeling van de scholen, die werd voorgesteld, van de
baan geraakt, maar deze is ook weer van de baan ge
raakt. Spreker zou nu de vraag willen stellen wat van
die verbetering van de privaten in de scholen is terecht
gekomen.
De heer Tulp (wethouder) moet eerlijk zeggen, zoo
veel klachten over de privaten komen er niet in. Als hij
klachten krijgt dan is dat meest van den schoolarts over
de stank. Spreker spoedt zich dan onmiddellijk naar de
school om te onderzoeken hoe de toestand is en vindt
dan meestal de raampjes gesloten of de ventilatie niet
genoeg gebruikt. Bij zijn bezoek aan de verschillende
scholen gaat hij eerst naar de W. C.'s; die van het per
soneel waren goed geventileerd, terwijl bij die van de
kinderen 50 van de raampjes dicht zaten. Zoolang
het personeel niet meewerkt door goed te ventileeren.
gelooft spreker niet dat Burgemeester en Wethouders
eenige verbetering behoeven aan te brengen. Spreker
heeft dezen zomer ook nog een klacht gehad, hij is er
onmiddellijk heen gegaan en vond een heele goede in
richting, waarin echter alle ramen potdicht zaten en
waarin niet werd gespoeld met creoline. Er wordt geen
zorg genoeg besteed aan de bestaande ventilatie, dat is
de oorzaak van de klachten.
De heer K. de Boer heeft dat interessante exposé van
des wethouders wandeling langs de scholen niet ge
vraagd. Maar er is indertijd een plan geweest om aan
bepaalde scholen W. C.'s te maken met waterspoeling
en dat plan is door de splitsing van de scholen van de
baan geraakt. Doch toen die splitsing weer van de baan
raakte meende spreker dat dat plan weer öp de baan
kwam.
De heer Tulp (wethouder): Ik kan mededeelen dat
het mij persoonlijk niet bekend is dat er ooit een plan
in den Raad is geweest om dergelijke inrichtingen in
de scholen te maken, 't Is wel mogelijk maar het is mij
persoonlijk niet bekend.
De heer K. de Boer: Wilt U 't eens onderzoeken?
De heer Tulp (wethouder): Ja zeker.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 140 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 141. Aanschaffing en onderhoud van school-
meubelen voor lager onderwijs en gymnastiek en ver
zekering tegen brandschadef 10,850.—.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923.
Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December.
355
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vindt stofzuigers
erg ideaal voor karpetten en kleeden enz., maar waarom
men die in de scholen wil aanschaffen, weet zij niet.
Naar haar meening is voor het reinigen van houten
vloeren niets beter dan nat opdweilen. Hier staat
„aanschaffing van 5 stofzuigers in de scholen, waar
electrisch licht aanwezig is1000.Naar
spreeksters meening is deze uitgaaf beslist onnoodig.
De heer Tulp (wethouder): Dit zal vermoedelijk bij
wijze van proef geschieden.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi werkt veel met
een stofzuiger, maar zou beslist deze proef niet aanra
den. Desnoods zou zij het met één school willen pro-
beeren, maar zeker niet met meer. Het liefst zou zij
voorstellen den post met 1000.te verlagen, maar
anders in elk geval met 800.Zij ziet werkelijk de
noodzakelijkheid hiervan niet in.
De heer Tulp (wethouder) heeft geen verstand van
stofzuigers, heeft er nooit mee gewerkt. Mevrouw Buis
man wel. Maar spreker weet wel dat er over de gym
nastieklokalen doorloopend klachten komen over stuiven.
Dat is een moeilijk vraagstuk. Om dat te voorkomen,
worden de vloeren tegenwoordig al zoo dicht mogelijk
gemaakt en ook is men de vloeren pas gaan inoliën.
Dit zou een proef zijn, een poging het stuiven te voor
komen. Men moet niet vergeten dat een stofvrij gymnas
tieklokaal van zeer veel belang is. Spreker wou wel een
proef nemen maar hecht toch ook zeer veel waarde aan
het oordeel van mevrouw Buisman.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi stelt voor volgno.
141 met 1000.te verlagen en dient daartoe het vol
gende voorstel in:
,,Ondergeteekende stelt voor post 141 met 1000.
te verlagen door geen stofzuigers te nemen".
De heer K. de Boer is geen deskundige op het gebied
van stofzuigers, maar meent dat mevrouw Buisman ver
geet dat het stof onder de banken niet zoo gemakkelijk
is te verwijderen als men gebruik maakt van een bezem.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zegt dat men met
een stofzuiger ook niet onder de banken kan komen.
Niets is beter dan een natte dweil.
De heer Oosterhoff kan geheel meegaan met wat door
mevrouw Buisman is gezegd. Hij heeft ook in de com
missie voor Openbare Werken zijn verbazing er over
uitgesproken, dat men voor dit doel stofzuigers wil aan
schaffen. Nu verdedigt de wethouder dit met te zeggen
dat men een proef wil nemen. Maar dan behoeft men
toch geen 1000.te besteden voor het aanschaffen
van 5 stofzuigers, dan is ieder leverancier graag en met
genoegen bereid om hiervoor een stofzuiger gratis op
proef af te staan.
De heer Tulp (wethouder) zou zeggen dat, als men
een stofzuiger gratis op proef kan krijgen, er dan niet
1000.moet worden uitgegeven, maar dat men er
dan een gratis op proef moet zien te krijgen.
Wat het stoffen van de schoollokalen betreft, zegt
mevrouw Buisman dat men met een stofzuiger het stof
niet onder de banken kan weghalen, maar zij vergeet,
dat men die banken nu ook moet opnemen en verplaat
sen om de vloeren schoon te maken.
Wanneer de heer Oosterhoff spreker een adres kan
geven waar hij gratis een stofzuiger op proef kan krijgen,
dan graag.
De Voorzitter: Deze post wordt door Burgemeester
en Wethouders verminderd met 1000.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 141 wordt met 1000.verminderd en dien
overeenkomstig vastgesteld.
Volgno. 140.
De heer M. Molenaar wou nog graag even terug
komen op volgno. 140, men is daar wat haastig afge
stapt. De wethouder wilde graag op de hoogte zijn van
de scholen, waar slechte privaten zijn. Spreker kan hem
dan aanbevelen de scholen 5o en 5b, waar een van spre
kers kinderen schoolgaat en waarvan werkelijk klachten
komen over een ondragelijke atmosfeer.
Volgno. 142. Aanschaffing en onderhoud van leer
middelen en schoolbehoeften voor het lager onderwijs
f 2,800.—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Schoot vraagt of de post van 500.
voor schooltuintjes wel is gemotiveerd en beantwoordt
aan het doel.
De heer Tulp wethouder) zegt dat de post in zoo
verre is gemotiveerd ,dat er altijd zeer veel schoolkin
deren zijn die er gebruik van maken, hoewel niet zooveel
als vroeger. Spreker gelooft ook dat dit instituut door
gebrek aan leiding er stellen zich geen hoofden en
onderwijzers meer beschikbaar zijn eigen dood zal
moeten sterven. De ambitie is niet zoo groot meer.
De heer Van der Schoot Daarom juist, omdat de
ambitie niet zoo groot is
De heer Tulp (wethouder): Die kan men toch wakker
houden.
De heer Van der Schoot: Als de ambitie niet zoo groot
is, dan voel ik er niets voor.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi meent dat hier
de tuintjes bij de scholen zijn bedoeld en niet die, waar
de kinderen in werken. Het gaat hier over de tuintjes
waar de planten worden gekweekt, die op school wor
den besproken. Dat is heel iets anders als wat verleden
jaar aan de orde is geweest. Dit is eigenlijk een onder
deel van de leermiddelen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 142 wordt onveranderd vastgesteld, evenals
de volgnos. 143150.
Volgno. 151. Onderhoud, schoonhouden, verlichting
en verwarming van bewaarscholen, enz. f 12,240.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi ziet dat onder
dit volgno. voor bewaarschool no. 5 „verplaatsing van
de luifel langs de zuidgrens, verbetering van de af
rastering" voor memorie is uitgetrokken. Zij wil er den
wethouder toch attent op maken dat deze post hier niet
als memorie-post behoort voor te komen. Met weet
dat de speelplaats voor de kinderen van de bewaar
school aan den Oostersingel langs de straat ligt. Het
zand wordt geregeld bedorven door de jongens, het is
van een dergelijke kwaliteit, dat het onmogelijk is voor
de kinderen om er in te spelen, zoo vuil is het. Nu zegt
men dat het onderwijs veel beter in de school dan in
het zand op de speelplaats tot zijn recht komt. maar dat