358 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 27 December 1923 Voortzetting der vergadering op Vrijdag 28 December. brengen dan gaat het verkeerd. Daarom wil spreker zijn gedachte in ernstige overweging geven. De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter kan mededeelen dat Burgemeester en Wethouders de motie-Hooiring willen overnemen. Spr. vraagt of de Raad daarover stemming verlangt. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. De Voorzitter zegt dat dan in de volgende vergadering de benoeming van de commissie kan plaats hebben. Volgno. 165 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 166170 worden onveranderd vastgesteld. HOOFDSTUK XV. Volgno. 171. Jaarwedden van ambtenaren f 75,969.20. De beraadslagingen worden geopend. Den heer Hofstra heeft het bij de beschouwing van het personeel van Gemeentewerken gefrappeerd, dat daar in ruime mate technisch personeel wordt aange troffen. Nu is hij benieuwd naar het antwoord dat hij zal krijgen, maar het wil hem voorkomen, als hij het werk van Gemeentewerken ziet, dat daar in de eerste plaats een andere weg zal moeten worden gevonden waarnaar men werkt. Als hij dat werk van Gemeente werken ziet, dan is dat altijd een teekening in blauw druk. Nu is dat heel mooi als de heele zaak voor elkaar is en in schema is opgezet, maar spreker zou toch in overweging willen geven dat Gemeentewerken zich eerst bepaalde, bij het voorloopige werk, tot schetswerk. De heer Westra heeft bij de algemeene beschouwin gen over de begrooting van Gemeentewerken een oogen- blik spijt gehad, dat hij niet in eerste instantie het woord had gevraagd, omdat hij dat toen ook moeilijk kon doen in tweede instantie. Hij wil nu echter van de gelegenheid gebruik maken om terug te komen op een uitlating, die hij van den Voorzitter heeft gehoord, toen deze bij de algemeene beschouwingen in eerste instantie heeft ge antwoord. Spreker meende toen van den Voorzitter te hebben opgevangen dat er aan het bureau van Gemeen tewerken te veel personeel is. Heeft de Voorzitter dat niet gezegd? De heer K. de Boer: Dat heeft Van Buuren gezegd. De heer Westra meent dat de Voorzitter heeft gezegd dat er te veel personeel is ten opzichte van hetgeen wordt gebruikt voor buitengewone werken. Heeft de Voorzitter niet iets dergelijks gezegd? Spreker zou naar aanleiding daarvan dit willen zeg gen. Als het juist is dat die meening bij den Voorzitter heerscht dat daar te veel personeel is er zijn hier in de stad meer, die van die meening zijn dan zou spr. willen vragen of er bij Burgemeester en Wethouders ook plannen bestaan om successievelijk tot vermindering van personeel te komen. De heer Dijkstra wil naar aanleiding van de opmer king van den heer Westra het feit constateeren dat het als van de daken is geschreeuwd, dat er te veel personeel is bij Openbare Werken. Spreker wacht nu met groote belangstelling of men dit hier ook zal bewijzen! Ook een van de vertegenwoordigers van „Gemeentebelang" heeft dat in een van de commissies gezegd, met de woorden: ik heb wel eens gehoord, dat daar te veel personeel is. Wanneer dat nog steeds wordt gezegd, moet men dat nu ook maar eens bewijzen. De heer Fransen (wethouder) vraagt wat de heer Hofstra bedoelt. Hij verzoekt dezen een voorbeeld te geven waarbij door Gemeentewerken een schets in piaats van een blauwdruk moet worden gegeven. De heer Hofstra zegt dat, wanneer de Raad b.v. stuk ken krijgt ten opzichte van een advies over een bouw plan, er dan altijd een blauwdruk bij de stukken voor de raadsleden ter inzage ligt. Spreker wil nu de vraag stellen of de raadsleden dan niet kunnen volstaan met een potloodschets. Moet daar nu zooveel werk voor worden gemaakt? Sprekers indruk is dat het den raads leden met een potloodschets ook wel duidelijk kan wor den gemaakt. De heer Fransen (wethouder) zegt dat de heer Hofstra niet moet vergeten dat het maken van een potloodschets voor de raadsleden duurder is dan een blauwdruk. De origineele teekeningen van zijn bureau geeft de directeur niet af, er moeten dus altijd veel meer wezen. Dan is het met een lichtdruk-installatie een kleinigheid enkele blauwdrukken te maken, wat veel goedkooper is dan het maken van schetsen. De origineele teekening geeft de directeur toch niet af. Daarom begrijpt spreker niet dat een potloodschets beter of goedkooper zou zijn dan een blauwdruk. De Voorzitter kan den heer Westra antwoorden dat deze hem blijkbaar verkeerd heeft begrepen. Spreker wil niet ontkennen dat hij die woorden heeft gebezigd, maar in een geheel andere samenstelling van den zin. Spreker heeft gezegd dat de conclusie zou moeten wor den getrokken dat er iets te veel personeel bij Gemeen tewerken zou moeten zijn, indien de verhouding goed was tusschen de 98.000.als 25 van de bedragen voor algemeene onkosten, te brengen op den gewonen dienst, en de 86.000.die men zou verwachten dat uit den buitengewonen dienst wordt gedekt, dus m. a. w. dat die verhouding tusschen de algemeene onkosten, waarvan de eene helft zou worden gevonden uit den gewonen dienst en de andere helft zou worden bestre den uit den buitengewonen dienst, niet heelemaal goed was. Alleen indien die verhouding goed was, zoo heeft spreker gezegd maar die deugt niet heelemaal dan 7,ou daaruit zijn te bewijzen dat er in zooverre te veel personeel was bij Gemeentewerken. De heer Koopmans heeft zoonet een uitlating van den heer Dijkstra gehoord. Hij weet niet of het diens bedoe ling is, dat hij daar antwoord op geeft of niet. De heer Dijkstra heeft waarschijnlijk het oog hierop, dat spreker indertijd in tegenwoordigheid van den heer Dijkstra in de commissie voor Georganiseerd Overleg heeft gezegd, dat hem was verteld dat aan dezen dienst te veel per soneel was. Spreker heeft echter zelf niet gezegd dat daar te veel personeel is, de heer Dijkstra zal zich dat wel herinneren. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 171 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 172. Kantoor- enadministratiekosten f4,330.—. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi weet niet de be hoeften van het kantoor van Gemeentewerken, doch zou den wethouder willen vragen of deze volkomen accoord gaat met alle kosten voor abonnementen, boeken en tijd schriften en bibliotheek tot een bedrag van 250. Spreekster ziet dat het bedrag, dat daarvoor verleden Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Voortzetting der vergaderii jaar is geraamd en uitgegeven elk jaar terugkeert. Deze kosten lijken haar vrij hoog, evenals die voor druk- en bindwerk. Zij meent ook dat de gemeente zelf heel goedkoop drukt. Spreekster weet niet hoeveel drukwerk er is bij Gemeentewerken, zij wil alleen maar vragen of men werkelijk niet meer kosten raamt dan werkelijk noodzakelijk zijn. De heer Fransen (wethouder) zou daar niet een eed op durven doen hij zou dan alles precies hebben moeten nagaan, wat onmogelijk is. Hier behoort echter ook bij de boekhouding van het Grondbedrijf. Spreker zal het echter speciaal nagaan en zich van een en ander op hoogte stellen. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 172 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 173 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 174. Onderhoud gebouw en meubelen der bureaux van gemeentewerkenf 1,398. De beraadslagingen worden geopend. De heer Weima ziet hier o. m. een post van 352. uitgetrokken voor behangen en bijschilderen van diverse kantoren. Hij meent dat de gemeente zelf een behanger heeft. Als dat inderdaad waar is, heeft die dan inderdaad altijd werk Dan wordt hier toch nog een post uitge trokken van 7.per week, die speciaal moet wezen voor behang en verfwerk. Spreker wou dus weten of het inderdaad waar is dat de gemeente speciaal iemand heeft, die belast is met behangen. De heer Fransen (wethouder) zegt dat, voorzoover hem bekend is, bij Gemeentewerken iemand in dienst is, die ook behangwerk doet en als dat er niet is, ook schilderwerk en anders handlangersdiensten verricht. De heer Weima wil er dan op aandringen dat de betrokken wethouder dat eens nauwkeurig nagaat, opdat hij wel degelijk weet wat voor menschen er in dienst zijn en wat zij uitvoeren. Dat is het, wat spreker bedoelt de wethouder dient te weten wat voor men schen in gemeentedienst zijn en wat zij doen en presteeren. De heer O. F. de Vries gelooft dat de zaak zoo zit, dat er indertijd bij Gemeentewerken en bij 't Woning bedrijf in lossen dienst is genomen een specialen be hanger, die echter ook karweitjes doet voor Gemeente werken. Spreker weet niet of die er nu nog is en of hij ook nog behangwerk moet doen in dienst van de ge meente. Zoo ja, dan zal dit toch betaald moeten worden, 't Is noodig of niet noodig. De heer Weima bedoelt dit. Als de man los werkman is moet men hier een post ramen. Maar spreker meent te weten dat de man in vasten dienst der gemeente is, speciaal als behanger. Daar gaat het om. Den heer Visser is de zaak niet recht duidelijk, hij gelooft echter dat de bedoeling van den heer Weima is dat er iemand wordt gehonoreerd en dat daarnaast nog een aparte post op de begrooting staat. De Voorzitter: Daar zit het loon toch ook in. De heer Visser: Maar bij 't arbeidsloon ook. De Voorzitter: Dat staat hier toch niet op. De heer Visser: Een post voor gewone loonen wel. :euwarden van Donderdag 27 December 1923. 359 op Vrijdag 28 December. Staat dit loon daar ook onder Verder was mijn vraag of dit loon is. De Voorzitter: Dat was Uw vraag niet, U vroeg of dit materiaal was. Hier zit ook loon in voor schilderen en behangen. Daarnaast kan men nu vragen of het noodig is en of de gemeente een behanger noodig heeft. De post is uitgetrokken op 352/en gevraagd kan worden of die gerechtvaardigd is. Spreker is echter van meening dat de vraag of Gemeentewerken ook personeel als behangers in vasten dienst moet hebben wat eigenlijk de vraag was van den heer Weima eigenlijk bij de algemeene beschouwingen behoorde. Nu is van den heer Fransen daarop a.ntwoord gekomen, deze meent dat er iemand in dienst is genomen voor behang werk, die echter buitendien de heer Fransen heeft dat toegestemd als hij daar niet voor noodig is, ook ander werk doet. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 174 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 175. Onderhoud opslagplaatsen 1,890. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van der Schoot ziet hier voor onderhoud bedragen van 900.en van 300.staan. Waar is dat terrein voor houtveiling en wat wordt daarmee ge daan? Wat kan de gemeentekas met dat onderhoud uit staande hebben? De heer Fransen (wethouder) kan moeilijk precies zeggen wat voor het terrein noodig is. Het onderhoud van het terrein houtveiling is opgegeven door het bedrijf en het is niet te eischen dat spreker alle posten per soonlijk nagaat of er ook iets te hoog is voor dit jaar. De heer Van der Schoot acht daarmee zijn vraag niet beantwoord. Hier staat „onderhoud terrein houtveiling". Worden daar veilingen gehouden Wie heeft daar veiling De heer Fransen (wethouder): 't Wordt verhuurd. De Voorzitter meent dat de zaak hier niet precies zuiver is omschreven. Hij vermoedt dat het terrein van de houtveiling vroeger is geweest aan de werf. Daar is het nu niet meer, de houtveiling wordt nu gehouden aan het Oud-Panwerk. De heer O. F. de Vries meent dat het tegenwoordig terrein van de houtveiling eigendom is van de gemeente, welk terrein per veiling wordt verhuurd. Daar staat een woning van de gemeente, terwijl een schutting het scheidt van Mariahof. Er is ook een soort walbe- schoeiïng gemaakt. De Voorzitter wil den heer De Vries even in de rede vallen. Nu er over wordt gepraat herinnert spreker zich wel dat de houtveiling aan het voormalig Panwerk is het oude terrein van de houtveiling, 't Was beter als hier eerst had gestaan, onderhoud terrein houtveiling aan de gemeentewerf. Het terrein dat per veiling aan de deurwaarders wordt verhuurd is echter het voormalig Panwerk. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 175 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 176. Onderhoud timmerwinkels, smederij, loodsen, woningopzichter en gebouw en oudewerf f1,250.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 35